
Vladimir Fedorovski, Au coeur du Kremlin. Des tsars rouges à
Poutine. Editions Stock, Paris, 2018. 321 p., chronologie. ISBN
978-2-234-08502-2; € 20.
In het hart van het Kremlin
Dit boek begint met de “drie levens” van de auteur (°1950): van 1972 tot 1990 hoorde hij bij de nomenclatura als diplomaat en tolk Arabisch (plus Frans en Engels) in dienst van Brezjnev, Andropov en Gorbatsjov en goede vriend van Jakovlev, de inspirator van de perestrojka en glasnost. In 1990 stapte hij uit de diplomatie, als protest tegen de corruptie die de markteconomie van Jeltsin met zich bracht(maar Jeltsin kwam pas in 1991 aan de macht). Fedorovski ging in de oppositie met het doel het “totalitaire regime ter dood te brengen”. Een rare uitspraak, want Gorbatsjov en Jeltsin voerden geen totalitair regime, wel een presidentieel regime. En zelfs Poetin gaat niet zo ver. Hij zegt er ook niet bij waarom hij niet in Moskou bleef wonen en naar Parijs uitweek. Hij had daar al wel gewoond in 1977 en van 1985 tot 1990..
Inhoud
In het hart van het Kremlin
In
1991 verzette hij zich hevig tegen de staatsgreep, hij schreef
daar ook een boek over en begon hij ook te werken voor Sobtsjak,
wiens kabinetschef … Poetin was. Kort daarna begon hij aan zijn
loopbaan als schrijver en aan welk tempo: dit is zijn 41° boek
op 28 jaar! Het leidt ons binnen in het Kremlin, waar hij een
bevoorrechte getuige was. Een hele geschiedenis van het eeuwige
Rusland speelde zich daar af, ook de complotten die Stalin,
Chroesjtsjov, Brezjnev, Jeltsin en Poetin aan de macht brachten.
Het begint met Stalin en zijn emotionele toespraak tot het volk
op 3 juli 1941, 13 dagen na de Duitse inval. Zijn dood
veroorzaakte in 1953 massaal verdriet bij de bevolking, hoewel
elk gezin door zijn schuld wel een familielid kwijt was. In de
goelag zorgde het nieuws voor vreugde, zeker bij de ten onrechte
verbannen boeren/koelakken. Ook de Joden treurden niet.
Bij de beschrijving van Beria, hoofd van de geheime dienst,
beweert Fedorovski dat deze gezegd heeft: “Ik heb de tiran
gedood”(p.26). Hij zou hem vergiftigd hebben tussen de nacht van
zaterdag 28.02 en maandag 01.03.1953. Dat lees ik hier voor het
eerst.
Dan vertelt hij hoe “de lompe boer” Chroesjtsjov besloot om
kameraad Beria te liquideren. De Georgiër Beria, landgenoot van
Stalin, was hervormingsgezind, voor een eengemaakt Duitsland en
vooral: iedereen had schrik van hem. Op 26 juni 1953, tijdens de
zitting van het Politbureau of “Presidium van het Centraal
Comité” , werd hij opgepakt en op 23 december 1953 kreeg hij de
kogel. Chroesjtsjov greep de macht. Hij was het voorbeeld van
een rode proletariër: van arme afkomst, slechts tot zijn 9 jaar
naar school, arbeider in de Donbass, partijlid, verantwoordelijk
voor massale deportaties en de georganiseerde hongersnood in
Oekraïne, vanaf 1934 verantwoordelijk voor de “quota” in Moskou,
die hij met trots ruimschoots overtrof en voor de executie van
meerdere honderdduizenden landgenoten. Toen hij in 1953
secretaris-generaal werd, liet hij meteen meer dan 200 pagina’s
van zijn persoonlijk dossier vernietigen (40). Markus Wolf, de
briljante leider van de DDR-spionage en trouwe makker van
Andropov, was verbaasd dat zo’n brutaal en laaggeschoold man de
grote SU mocht leiden. Chroesjtsjov schoof alle wandaden op
Stalin en Beria en liet de nomenclatura met rust. Zijn
economische politiek was een ramp. Hij “zoop en gedroeg zich als
een ploert”(44). In 1957 wilde het Politbureau hem al afzetten,
maar maarschalk Zjoekov, bekend sinds de 2° W.O. (en de inval in
Hongarije), verzette zich daartegen. Malenkov, Molotov en
Kaganovitsj daarentegen werden weggepromoveerd. Als “dank” zette
Chroesjtsjov enkele maanden later, jaloers op zijn naam en faam,
de machtige Zjoekov uit het Centraal Comité en uit al zijn
functies en verbande hem ! Brezjnev herstelde hem in ere. In
1961 veranderde Chroesjtsjov de naam Stalingrad in Volgograd en
haalde hij Stalin uit het mausoleum van Lenin naar de
Kremlinmuur.
Hfst. 3 gaat over sensatie: spionage via seks tijdens en op
vraag van Chroesjtsjov. Hfst. 4 beschrijft het falen van de
impulsieve Chroesjtsjov in de Cubacrisis. Nooit was een
nucleaire oorlog zo nabij. In 1964 wou Brezjnev zijn kameraad
Chroesjtsjov eerst laten vergiftigen of verongelukken, aldus
Fedorovski, maar uiteindelijk zette hij hem gewoon af. Toen hij
in 1971 na 7 jaar huisarrest stierf, kreeg hij geen nationale
begrafenis en ook geen plekje in de Kremlinmuur. Hij is begraven
op het Novodevitsjikerkhof. Zijn verdiensten waren : de
rehabilitatie van vele slachtoffers van Stalin, meer vrijheid
voor Solzjenitsyn etc. om hun boeken te publiceren, een einde
aan de terreur en hij voerde menselijke werktijden in : tijdens
Stalin werkten velen tot diep in de nacht.
Brezjnev dan(1964-1982). Fedorovski werkte voor hem als tolk
Arabisch, Frans en Engels, o.a. bij de ontvangst van Khadafi en
van Yasser Arafat. Intelligent man, ingenieur, maar vooral bezig
met zijn eigen imago en met vrouwen. “J’aime aimer”, zei hij
tegen Fedorovski. Naast zijn echtgenote Viktoria Petrovna, nam
Brezjnev ook nog Nina Korovikova in huis als maîtresse. Hij zwom
veel voor zijn conditie, maar ondermijnde ze dan weer met wodka.
Dissidenten zoals Sacharov en Solzjenitsyn kregen huisarrest,
Solzjenitsyn verloor zelfs de Russische nationaliteit en werd
verbannen. Vanaf 1975 ontstond een ondergrondse economie, die
zorgde voor de eerste rode miljonairs en ook voor de maffia, die
leden van de nomenclatura en nieuwe miljonairs afperste,
folterde, ontvoerde, doodde om losgeld. Corruptie was
alomtegenwoordig. Galina, de dochter van Brezjnev, had een
intieme relatie met Boris de Zigeuner, de baas van de maffia.
Dank zij Brezjnev mocht Fedorovski in 1977 op de ambassade in
Parijs gaan werken als cultureel attaché. Hij constateerde daar
dat de SU 50 à 60 jaar achterliep op het Westen(105). In 1982
werd hij teruggeroepen naar Moskou: militairen vervingen de
versleten Brezjnev door Andropov. Kort daarna stierf Brezjnev.
De intelligente en werklustige Andropov, die in 1956 als
ambassadeur in Boedapest het Rode Leger ter hulp had geroepen,
verzette zich meteen tegen de corruptie en tegen de zwarte
markt, maar hij haatte dissidenten en handhaafde de censuur. In
1981 werd paus Johannes Paulus II bijna vermoord. Mogelijk was
Andropov de opdrachtgever. Al sinds 1973 werd Karol Wojtyla als
gevaarlijk beschouwd door de KGB, die allerlei desinformatie
over hem verspreidde. Toen de Poolse partijleider Gierek de paus
in 1979 uitnodigde om naar Polen te komen, belde Brezjnev zelf
hem razend op en zette hem af, eventjes ten voordele van Kania,
dan ten voordele van Jaruzelski. Gorbatsjov daarentegen
beschouwde de paus als een bondgenoot in zijn hervormingen en
zijn afwijzing van geweld in het Oostblok. Toen Solidarnosc in
augustus 1989 de C.P. versloeg bij de verkiezingen, beval
Gorbatsjov de communisten om te berusten in hun nederlaag. De
paus had dus gewonnen.
Na de vroege dood van Andropov, dacht zijn poulain Gorbatsjov
dat hij aan de beurt was, maar het werd de oude Tsjernenko,
“drinkebroer van Brezjnev, bijna seniel en halfgek”(178). Na 13
maanden, waarvan een deel in het ziekenhuis, was deze
voorvechter van het “marxisme-senilisme” ook dood.
Gorbatsjov trad aan op zijn 54, met Alexander
Jakovlev(1923-2005) als voornaamste inspirator en architect van
de perestrojka. Het Politbureau koos hem nu unaniem. Hij was de
eerste die samen met zijn vrouw Raïssa Titarenko regeerde. Voor
Fedorovski was dit een glorierijke periode: hij mocht terug naar
Parijs, om daar de perestrojka te promoten. De inspiratie kwam
van Deng Xiaoping, de zieke Andropov was er al mee begonnen,
o.a. door de zwarte economie weg te werken. Gorbatsjov hoopte
bij zijn hervormingen tevergeefs op steun van het Westen. Hij
onderschatte ook de toestand van de Sovjeteconomie en de
tegenstand van de KGB en het militair-industrieel complex tegen
zijn perestrojka.
Hij had ook veel pech: de olieprijs halveerde, Tsjernobyl
ontplofte, de bevolking verzette zich hevig tegen de
antialcoholcampagne van “Secretaris-Mineraal”, die het land 100
miljard roebel kostte, de 19-jarige Mathias Rust zorgde voor
onrust door 800 km ongemerkt over Russisch grondgebied te
vliegen en op het Rode Plein te landen. De eenmaking van
Duitsland deed de strijd losbarsten tussen de KGB (Krioetsjov en
Jazov) en de hervormers (Jakovlev, Sjevardnadze). De val van de
Muur werd volgens Fedorovski meer veroorzaakt door de hervormers
dan door het Duitse volk. Er was ook een economische reden: het
Oostblok kostte de Russen 40 miljard roebel per jaar (215),
terwijl de bewoners dachten dat ze door de Russen uitgebuit
werden. Bovendien wou Kohl betalen voor de hereniging. De
afbraak van de Muur was voor de radicale communisten
onverteerbaar. De meeste Russen vinden trouwens nu nog altijd
dat enkel een imbeciel de val van de SU kon veroorzaken.
Gorbatsjov redde de wereld, maar verloor zijn eigen land.
Toen Gorbatsjov in 1990 voorstelde om verkiezingen te houden met
algemeen stemrecht en meerdere partijen, waren de conservatieven
razend. Ook de steun van Sjevardnadze aan de VSA in de
Golfoorlog tegen Irak, jarenlang een trouwe bondgenoot van de
SU, maakte de KGB en de ultra’s woedend en sterker. Gevolg:
Sjevardnadze nam ontslag in december 1990, met de woorden: “Ik
kan niet akkoord gaan met de dictatuur die eraan komt”. Het
Westen en Gorbatsjov zelf hadden toen niet door dat zijn
tijdperk ten einde liep. In januari 1991 namen de ultra’s steeds
meer sleutelposten in, met goedkeuring van Gorbatsjov. En
probeerden elite-eenheden van de KGB de regeringen van de
Baltische landjes omver te werpen, met meer dan tien doden en
100 gewonden als gevolg. Pas na internationaal protest beval
Gorbatsjov dat de troepen zich terugtrokken.
Gorbatsjov deed nog verdere toegevingen: patrouilles van het
leger mochten de steden controleren en huiszoekingen houden, de
censuur werd opnieuw ingesteld. De democratische oppositie
reageerde. Er kwamen presidentsverkiezingen met algemeen
stemrecht op 12 juni 1991 en Jeltsin werd gekozen. Gorbatsjov
besefte dat zijn rivaal nu sterker was dan hij.
In augustus vernam Fedorovski dat er een staatsgreep op komst
was. Hij gaf die info door aan Jakovlev, die waarschuwde
Gorbatsjov. Deze zei hautain: “Wees niet ongerust. Het zijn
middelmatige elementen”(222). Jeltsin was wel op zijn hoede. In
augustus trok de familie Gorbatsjov naar hun (veel te dure)
residentie in Foros op de Krim. Op 18 augustus 1991 zagen
Fedorovski, Jakovlev en Sobtsjak vanuit de Alexandrovski-tuin
een lange rij auto’s het Kremlin binnenrijden: de samenzweerders
o.l.v. KGB-baas Krioetsjev, vicepresident Gennadi Janajev,
minister van defensie Jazov. Krioetsjev had in de gevangenis
genoeg cellen laten leegmaken om Gorbatsjov en de andere
hervormers op te sluiten.
Dezelfde dag arriveerden gewapende coupplegers bij de datsja van
Gorbatsjov. Zijn telefoon en alle toegangswegen hadden ze al
afgesloten. Zij eisten dat hij zou afzien van een nieuw verdrag
met de lidstaten van de USSR en de noodtoestand zou uitroepen.
Gorbatsjov weigerde.
Op 19 augustus kroop Jeltsin op een tank en eiste de bevrijding
van Gorbatsjov. Hij had geluk: CNN zond alles rechtstreeks uit
naar heel de wereld en Fedorovski communiceerde met de Europese
media. President Bush eiste meteen de vrijlating. Mitterrand
daarentegen erkende de coupplegers: wat een vergissing ! Op 20
augustus hoorden Jeltsin, Sjevardnadze en Fedorovski dat het
leger zou aanvallen en hen zou doden. Maar die aanval kwam er
niet: de minister van defensie bedacht zich en verbood te
schieten. Sobtsjak kon naar Leningrad vertrekken. Op de
luchthaven werd hij opgewacht door zijn medewerker … Vladimir
Poetin, die met speciale troepen verhinderde dat de KGB de
burgemeester zou oppakken. Jeltsin organiseerde een betoging in
Moskou, Sobtsjak en Poetin in hun stad. Op 21 augustus werden de
Gorbatsjovs bevrijd en de coupplegers aangehouden. Raïssa had
een beroerte gekregen, ze had een verdwaasd gezicht en kon niet
meer stappen. Ze zou nooit volledig herstellen. Moskou was in
feest. Het standbeeld van Dzerzjinski aan het KGB-gebouw werd
ontmanteld. 21 augustus 1991 was een historische datum: na 70
jaar implodeerde het terreurbestuur.
Tussen Jeltsin en de Gorbatsjovs kwam het niet meer goed:
Jeltsin had Gorbatsjov teveel vernederd en RaÏssa verweten te
leven zoals een tsarina. Ze stierf in 1999, op haar 67°, in
Münster, aan leukemie, mogelijk opgedaan toen ze nog dichtbij de
kernproeven in Siberië woonde ofwel toen ze Tsjernobyl te vroeg
bezocht(247). Jeltsin stierf in 2007. Ze liggen allebei op het
Novodevitsjikerkhof, gelukkig ver van elkaar.
Op 25 december 1991 nam Gorbatsjov ontslag als president van de
SU. Hij gaf de macht door aan Jeltsin, plus de teksten van het
geheime pact van 23 augustus 1939 tussen Stalin en Hitler, plus
de documenten over de moord op 25.700 Polen in Katyn 1940-1941.
Tot dan waren ze geheim gebleven voor de Russische bevolking. Op
8 december hadden Jeltsin en de presidenten van Oekraïne en
Wit-Rusland de SU al vervangen door het G.O.S., een
constitutionele staatsgreep dus. Op 26 december 1991 werd de
rode vlag met hamer en sikkel vervangen door de wit-blauw-rode
van het eeuwige Rusland.
De komst van Jeltsin zorgde voor veel hoop: hij liet niets over
van de oude Sovjetstructuren, hij was gekozen met algemeen
stemrecht en met veel volmachten tegenover een zwak parlement.
Maar door zijn drankprobleem had hij al jaren een leverkwaal en
het begin van een hersentumor. De Russen vonden hem sympathiek
omdat hij dronk zoals zij: één liter wodka per dag ! Om de drie
maand moest hij recupereren in de banja’s(Russische badhuizen)
van Sotchi. Tijdens zijn bewind werden rode industrie- en
exportbaronnen miljardair en floreerden de corruptie, de maffia
en de criminaliteit. Jeltsin privatiseerde in 1992-1994 alle
bedrijven: uit het niets ontstonden miljardairs. De oligarchen
konden met de medeplichtigheid van Westerse banken hun fortuinen
veilig overbrengen naar andere landen. In 1991, dus tijdens
Gorbatsjov, was dat al 100 miljard dollar en tot 2.000, tijdens
Jeltsin, was dat nog eens 20 miljard $ per jaar, uniek in de
geschiedenis van de wereldeconomie(269). En dat terwijl toen 50
% van de bevolking op de rand van de armoede leefde. En het
westen marginaliseerde Rusland, i.p.v. het bij Europa te
betrekken, een trend die sinds 2014 helaas steeds verder gaat.
In oktober 1993 liet Jeltsin het parlement(Witte Huis) bestormen
en in brand steken, omdat het zich verzette tegen zijn
economische hervormingen. De leiders van de rebellie, Roetskoj
en Chasboetlatov, werden gevangen gezet. Fedorovski geeft hier
een rare verklaring voor het optreden van Jeltsin: hij was onder
invloed van parapsychologische goeroes, wodka en
antidepressiva(277), een rare cocktail voor een president ! In
april en oktober 1995 kreeg hij zijn eerste twee hartinfarcten.
Fedorovski beschuldigt medewerkers van Bill Clinton en Georges
Soros ervan dat zij in juli 1996 zijn tussengekomen om de
herverkiezing van Jeltsin mogelijk te maken en dit om te
vermijden dat de communisten weer aan de macht zouden komen, wat
de opiniepeilingen voorspelden. Soros overtuigde Berezovski en
12 andere oligarchen(Chodorkovski, Goessinski e.a.) in Davos om
Jeltsin met miljoenen dollars en publicitair te steunen in zijn
herverkiezing. Hij werd herkozen dankzij geknoei met de
uitslagen. De Amerikanen verweten de Russen 21 jaar later dat ze
zich bemoeid hadden met de verkiezing van Trump. Na de
bekendmaking van het witwassen van miljarden door de clan van
Jeltsin, haalde deze Poetin naar voor: eerst als premier, in
augustus 1999, dan als president in maart 2.000. Fedorovski kent
Poetin persoonlijk en noemt hem de eerste tsaar van de 21° eeuw.
Hij beschrijft hem als een man met vele gezichten,
ondoordringbaar, complex, een goede spion, bekwame manager,
behendig, de sterke man van het Kremlin. De Russen appreciëren
zijn vastberadenheid, zijn fysieke conditie, nationale trots en
zijn wil om de grootsheid van Rusland te herstellen. Die
vastberadenheid was welkom, want op het einde van de zomer van
1999 werd Rusland getroffen door bloedige aanslagen met in
totaal bijna 300 doden en 700 gewonden. Men verdacht de
Tsjetsjenen, maar waarschijnlijk was het de FSB (291-292). Zij
creëerden een nationalistische psychose. Poetin kreeg de steun
van de oligarchen, het leger en de FSB. Hij schakelde Berezovski
meteen uit, omdat die de baas wou spelen in het Kremlin. Deze
verhuisde naar Londen. Achtervolgd voor fiscale fraude, verwierf
hij de Israëlische nationaliteit. In 2013 vond men hem dood,
opgehangen in zijn badkamer. (Zelf)moord ? De rijkste oligarch
was Chodorkovski, ook een Jood, baas van Joekos. In 2004 vloog
hij in de cel voor oplichting en fiscale fraude. De oligarchen
verloren hun politieke en economische macht, maar ze werden met
rust gelaten als ze de ijzeren hand van Poetin niet
tegenwerkten.
Tegenover het Westen begon Poetin met uitgestrekte hand. Hij
belde Bush meteen op toen de WTC-torens op 11 september 2001
aangevallen werden, maar in 2007 zei hij in München dat het
Westen Rusland bedrogen had en niet enkel het communisme wou
uitroeien, maar ook Rusland zelf, door de uitbreiding van de
NAVO tegen de afspraken in, door het antiraketschild en door de
inmenging van de VSA in de ex-Sovjetrepublieken Georgië en
Oekraïne. Poetin wou de Russische invloedssfeer behouden en
mengde zich daarom in Oekraïne en in de Krim. En hij wil zijn
land weer op de internationale scène zetten.
Trump en Poetin respecteerden elkaar in 2016, maar volgens
Fedorovski vaardigde Trump zijn sancties uit op vraag van het
Congres en die doen Poetin veel pijn en hebben een nieuwe Koude
Oorlog uitgelokt. De auteur meent terecht dat de VSA en Europa
beter de kant van Rusland zouden kiezen, want ¾° van het
territorium van I.S. is bevrijd dank zij de Russen.
In eigen land kampt Poetin met twee zorgen: de olieprijs en zijn
opvolging. Fedorovski ziet iets in Alexeï Dioemin, 46 jaar,
viceminister van defensie. We wachten af of hij het wordt.
Het boek eindigt met een nuttige chronologie van 1905 tot 2018.
Een index ontbreekt.
Fedorovski schrijft heel boeiend en vooral met veel kennis van
zaken. Behalve voor Chroesjtsjov en Tsjernenko, is hij mild in
zijn oordeel over de bazen van het Kremlin. Bij Gorbatsjov had
hij de biografie van Taubman mogen vermelden, bij Poetin die van
Steven Lee Myers. Hier en daar staat een drukfoutje: p. 14 : ses
palais orange: + -s; p. 27 : bleue: +-s; p. 122: onze: dat moet
21 zijn. Soms staat er een uur zonder de dag of een dag zonder
het jaartal. Op p. 215 zegt hij dat de Oostbloklanden 40 miljard
roebel kostten aan de Sovjet-Unie, maar hij zegt er niet bij per
jaar en ook niet dat zij de indruk hadden dat de SU winst maakte
op hun kosten. Op p. 295 zegt hij dat Poetin als principe had:
“Nooit zoals de Russische revolutie, Nooit zoals Gorbatsjov,
Nooit zoals Jeltsin”, maar in zijn “Poutine de A à Z” was dat
laatste: “Nooit zoals tsaar Nicolaas II”. Maar dat zijn details.
Fedorovski hanteert ook een zeer rijke taal: het lijkt wel alsof
hij een geboren Fransman is. We hebben ook dit boek met veel
plezier en aandacht gelezen ! Het is zijn prijs ruimschoots
waard.
Jef Abbeel, april 2018