Volodymyr Yermolenko e.a. Oekraïne. Geschiedenissen en verhalen. Vertaling van: Ukraine in histories and stories. Essays by Ukrainian intellectuals. Kyiv, 2019. Uitgeverij ISVW, Leusden, december 2022. Paperback, 288 pagina’s, tekeningen, 21 x 14 cm, € 20. ISBN 978-90-832-1228-9
Oekraïne. Geschiedenissen en verhalen
Deze bundel bevat bijdragen van 16 filosofen, historici en denkers over de geschiedenis, literatuur, filosofie, mythes etc. van Oekraïne. Ze willen daarmee tonen dat hun land behalve sport, corruptie, oorlog en Kozakken nog andere troeven heeft: kunst, literatuur, IT, mode, moderne staatsdiensten. En economie: het werd altijd begeerd om zijn graan en zijn grondstoffen.
Inhoud
Oekraïne. Geschiedenissen en verhalen
Rond 1900 was 90% nog boer en Oekraïners kijken met trots naar hun boerencultuur en boerendeugden: werklust en gastvrijheid. Het Oekraïens was vooral de taal van het platteland, het Russisch van de steden en van al wie carrière wilde maken. De Russische overheid verbood lange tijd om boeken te publiceren in het Oekraïens en bepaalde wie een functie kreeg.
De landbouw is inmiddels wel zeer ontwikkeld en winstgevend. En
Oekraïne is veranderd van een ‘geboren antisemietenland’ naar
één met de laagste antisemitisme-cijfers in Europa.
We krijgen interessante informatie over de Kozakken, de
betekenis van de woorden Oekraïne (grensgebied) en Roes (Fins
voor roeiers), Rossia (de Griekse vorm van Roes) en de gifmoord
op Bandera door een Oekraïner die ingehuurd was door de KGB. Het
hoofdstuk over de vele Oekraïense schrijvers is vooral bedoeld
voor ingewijden.
Oekraïners hebben andere karaktertrekken dan hun Russische
buren: ze verwerpen elke vorm van monarchie, ze zijn
democratisch-anarchistisch, ze willen hun bestuurders zelf
kiezen, maar daarna hebben ze snel kritiek op hen. Er zijn meer
dan 350 politieke partijen. Vijf of tien jaar vooruitplannen zit
niet in hun bloed.
Russen daarentegen geloven dat hun tsaar of leider door God is
gegeven en dat ze hem moeten blijven steunen. De Russen slaagden
er niet in de Oekraïense mentaliteit te collectiviseren. Enkel
in het oosten, langs de Russische grens en in de Donbas, is die
collectieve mentaliteit nog sterk aanwezig als gevolg van
Sovjet-deportaties en Russische kolonisatie.
Yermolenko filosofeert ook over de betekenis van de naam
Oekraïne, over hun held Ivan Mazepa, de historische rol van de
steppe, het ontstaan van het land te midden van het
imperialistische katholieke Rome en het even imperialistische
orthodoxe Moskou, het verlies van de Kozakse autonomie in de
15de-18de eeuw. Volgens hem is corruptie een manier om
veiligheid te kopen in een maatschappij waarin niemand zich
veilig voelt.
Schrijver Bondar somt een aantal zaken op die de Oekraïners
misten in de geschiedenis: Renaissance, Reformatie, Verlichting,
Industriële Revolutie (hij vergeet dan wel de Donbas), een
Nobelprijs literatuur. Eeuwenlang moesten ze zien te overleven
onder vreemde repressieve regimes.
De ‘Aeneïs’ van Ivan Kotljarevsky en ‘Kobzar’ (een muziekspeler)
van Taras Sjevtsjenko tonen hun helden en beproevingen.
Oekraïners denken niet met hun brein, maar met hun hart. En ze
bezitten een lijst goede eigenschappen: tolerantie, vrije
meningsuiting, tweetaligheid, weinig antisemitisme, talent om
ontberingen te doorstaan.
Een dichteres strijdt voor ‘KyivNotKiev’. Hopelijk weet ze dat
de naam ‘Kiev’ al minstens sinds de 9de eeuw bestaat. Sinds 1991
zijn vele Russische namen veranderd in Oekraïense.
Vóór 1991 werd het Oekraïens geassocieerd met het platteland.
Voor de Russischtaligen was de overgang naar het Oekraïens een
zware aanpassing, zelfs een vernedering. De Russische propaganda
stelde en stelt dat het Oekraïens geen volwaardige taal is. De
Oekraïense meerderheid voelt zich trouwens nog altijd een
minderheid. Mensen uit de Donbas of de Krim, die gevlucht zijn
naar het centrum van het land, hebben daar na 8 jaar nog geen
stemrecht omdat ze… een ander geloof hebben, d.w.z. bij de kerk
van Moskou behoren!
Eén auteur beweert dat het Oekraïens meer gediscrimineerd wordt
dan het Russisch en dat de Holodomor ook diende om Oekraïners te
vervangen door Russen. Hij zegt ook dat sinds Maidan het
vertrouwen onder de Oekraïners is toegenomen, dat het
antisemitisme is verdwenen (omdat de Joden meededen aan Maidan)
en dat ook de corruptie is afgenomen. Een schrijver die in 2014
uit Donetsk naar Kiev is gevlucht, verklaart dat de
Russischtaligen zoals hij hoegenaamd niet verdrukt werden door
de Oekraïners, dat hij overal in zijn land Russisch kan spreken
en dat het Donetsbekken (Donbas) zich op cultureel vlak nooit
deel voelde uitmaken van Rusland: de ‘onderdrukking’ van de
Russischtaligen was gewoon een voorwendsel voor Poetin om daar
de afscheiding te bevorderen.
Een Oekraïense Krim-Tataar getuigt over de terugkeer van de
helft van zijn volk uit Oezbekistan etc. naar de Krim rond
1989-1990. In 1944 had Stalin er 190.000 gedeporteerd. In 2013
zijn ze (dankzij hun groot aantal kinderen) met 270.000 of 13,5%
op 2 miljoen Krim-bewoners, terwijl ze in 1783 nog 95% van de
bevolking uitmaakten. Het aantal Krim-Tataarse scholen is sinds
de Russische bezetting gehalveerd van 15 naar 7. En sinds 2014
hebben 30.000 Tataren de Krim verlaten.
Een Pools-Oekraïense vertelt over de ingewikkelde verhoudingen
tussen beide landen in de 20ste eeuw en de verzoening tussen de
twee volkeren. Inwoners van Lviv werden in 1945 verplicht naar
Polen te verhuizen, vaak naar de westelijke gebieden die van
Duitsland waren afgenomen. En een aantal Polen betreurt nog
steeds dat het in 1945 gebied kwijtspeelde aan Oekraïne.
Ook tussen Oekraïners en Joden waren de relaties complex en
moeizaam, maar sinds Maidan schieten ze goed op. In de
Sovjet-Unie werden 400 antisemitische boeken gepubliceerd en op
het einde van de jaren 40 probeerde Stalin de Joodse
intellectuele klasse uit te roeien en de Joden naar Siberië te
deporteren, o.a. omdat de nieuwe staat Israël de kant van het
Westen koos en omdat de Joden veel connecties in Amerika hadden
(p. 233-235).
De Holocaust is in Oekraïne nog bijna niet bestudeerd. In de
Westerse literatuur overheerst het beeld dat de Oekraïners
collaboreerden, maar dat is ongenuanceerd. Er vochten en
sneuvelden veel meer Oekraïners in het Rode Leger dan dat er
actief waren in de collaboratie.
In Duitsland circuleren (of circuleerden) opvallend veel
Poetin-vriendelijke standpunten: de schuld van de crisis zou bij
het Westen liggen, Oekraïne is verdeeld tussen Oost en West, de
Duits-Russische samenwerking en Nord Stream-2 mogen niet
opgeofferd worden voor het verre en zwakke Oekraïne, kritiek op
Poetin is ‘russofobie’ (aldus zowel Die Linke als AfD, beiden
anti-Amerikaans), er leeft een historisch schuldgevoel tegenover
Rusland, maar niet tegenover Oekraïne, dat zowel in 1918 als in
1941 door de Duitsers werd bezet en dat in verhouding veel meer
doden telde. Oekraïne wordt er nog altijd geassocieerd met
nationalisme en collaboratie, hoewel Zelensky en zijn regering
geen van beide aspecten vertonen. De Russische propaganda heeft
alleszins veel impact in Duitsland.
De laatste auteur pleit ervoor om zijn land niet te beschouwen
als een bufferzone: het is na Rusland het grootste land van
Europa, met een breedte van meer dan 1.000 km van west naar oost
en 46 miljoen inwoners. Hij wil ook niet dat men berust in het
vooroordeel dat er tegen Rusland niet te vechten valt.
Beoordeling
De auteurs geven ons een veelzijdige kijk op hun land. Het boek
zit niet vol met data, maar het beschrijft wel de mentaliteit
van de Oekraïners, hun drang naar vrijheid, hun afkeer van
vreemde overheersing. De auteurs kennen de Grieks-Romeinse
oudheid goed en tonen de invloed ervan op hun literatuur. Ze
vergeten daarbij nog de plaatsnamen in het zuiden die Grieks
geïnspireerd zijn. De bladspiegel is aangenaam, het boek is mooi
uitgegeven.
Eén schrijver vreest dat zijn land over 30 jaar eentalig
Russisch zal zijn. Maar de oorlog heeft de interesse voor het
Russisch sterk verlaagd. Het grootste nadeel is dat de artikels
geen precieze datum hebben en allemaal van vóór de oorlog zijn.
Een kaart ontbreekt ook: de auteurs en de uitgever
veronderstellen dat iedereen weet waar Galicië, Wolynië,
Boekovina, Zhytomyr etc. liggen.
Bij de info over de auteurs (p. 281-284) mis ik ‘Dagboek van een
invasie’ bij Andrej Koerkov en ‘De poorten van Europa’ bij
Serhii Plokhy (de Engelse versie staat er wel bij).
Tot slot: alle inkomsten van dit boek gaan naar Oekraïense goede
doelen.
Jef Abbeel, Turnhout, januari 2023
www.jefabbeel.be