Chris Hutchins & Alexander Korobko, Poetin. Vertaald uit het Russisch. Uitgeverij Glagoslav, Den Bosch, 2014. 437 p.; 32 p. foto’s; ISBN 978-1-782670-56-8; € 24,95.

Poetin

Deze biografie is oorspronkelijk in het Russisch geschreven door twee journalisten : de Brit Hutchins en de Rus Korobko. Deze laatste verliet Rusland in 1994, werkt sindsdien in de VSA, Canada en Engeland, maar heeft nog goede contacten in zijn moederland en schijnbaar ook met personen in het Kremlin.

Poetin

Ze willen meer nadruk leggen op de persoon Poetin dan op de politicus, maar de 32 pagina’s foto’s en de verhalen tonen Poetin toch meer in gezelschap van politici en andere machthebbers : Clinton, koningin Elisabeth, Bush senior en junior, Berlusconi, Medvedev, paus Benedictus XVI, de patriarchen Kirill en Aleksej II, Bernie Ecclestone, Yelena Isinbajeva, enkele oligarchen. Verder zien we hem in actie in diverse sporttakken. De auteurs spreken ook dikwijls over zijn vrouw in plaats van zijn ex-vrouw. De biografie begint in 1952 en is niet altijd chronologisch.

 
De kleine Poetin werd geboren in 1952. Hij was het enige overlevende kind van drie. Het gezin leefde in één kamer op de vijfde verdieping van een kommoenalka, een flatgebouw zonder lift, waar bad, toilet en keuken gemeenschappelijk waren. Zijn grootvader had het beter, als kok van Raspoetin en andere aristocraten in Sint-Petersburg. Na de revolutie werd hij kok voor Lenin in Moskou. Vreemd is dat het gezin Poetin dan toch in zulk armoedig flatje terecht kwam, tenminste tijdelijk. Want nu bezitten ze paleizen.
De jonge Poetin werd lid van de Pioniers en in 1967 van de Komsomol, de communistische jeugdbeweging, twee voorwaarden om naar de universiteit te mogen. Als student werd hij al lid van de KGB. In 1974 studeerde hij af als advocaat. Hij had ook Duits gestudeerd. Dan volgde hij bij de KGB een training in buitenlandse spionage. Rond 1983 trouwde hij met Ljoedmila. In 1985 mocht hij naar Dresden, toen nog in de DDR, die volgens Poetin dertig jaar achter liep op de SU. Zijn tweede dochter werd in Dresden geboren, in 1986. Over zijn werk in de barokke stad en in de omgeving ervan bestaan vele mythes. Hij maakte er alleszins het einde van de DDR mee en ook de bestorming van het plaatselijke KGB-gebouw op 6 december 1989. In 1990 keerde het gezin Poetin, na 4,5 jaar Dresden, terug naar Leningrad. Daar kregen zowel hij als zijn vrouw een baan aan de universiteit.
Tijdens de staatsgreep tegen Gorbatsjov (19 aug. 1991) waren ze op vakantie in Kaliningrad, waar zijn vrouw vandaan kwam.


Tijdens Jeltsin begon de privatisering van Rusland. Poetin zou in die jaren veel geld verdiend hebben met het verlenen van licenties aan buitenlandse investeerders (Coca Cola en vele andere).
Hier wordt ook de opgang beschreven van Chodorkovski, Berezovski, Abramovitsj en andere magnaten of oligarchen. In 1995 sloot Poetin zich aan bij de centrumpartij “Ons Huis is Rusland” van premier Tsjernomyrdin.
In april 1996 werd hij, tijdens het bezoek van Clinton aan Sint-Petersburg, belast met de veiligheid.
In 1997 begon zijn weg naar de top. Hij kwam in dienst van Jeltsin. Zijn talenkennis en buitenlandse ervaring speelden in zijn voordeel. In augustus 1999 benoemde Jeltsin hem tot zijn (zoveelste) premier. Op dat moment hadden weinigen door dat hij het ver zou brengen.

Van dan af mocht hij naar internationale conferenties en steeg zijn populariteit van 2 % in augustus 1999 naar 40 % in november 1999. Einde december 1999 trad Jeltsin af en liet hij Poetin waarnemend president worden. Meteen garandeerde deze meer welvaart, vrijheid van mening, persvrijheid en beloofde hij de corruptie uit te roeien. Zijn eerste genodigde was Tony Blair, die op 10 maart 2000 op bezoek kwam. Toen was Poetin nog voorlopig president en was de oorlog in Tsjetsjenië volop aan de gang. De ontmoeting was geen groot succes.

Op 26 maart 2000 werd Poetin effectief tot president gekozen, met 53 % van de stemmen, tegen 29 % voor de communist Zjoeganov en 6 % voor de liberaal Javlinski. Op zijn 47° werd Poetin de jongste president van Rusland sinds Stalin. Op 7 mei werd hij ingehuldigd in het Groot Kremlinpaleis : twee ex-presidenten, Gorbatsjov en Jeltsin, stonden zij aan zij, met de belangrijkste politici van het land, buitenlandse ambassadeurs, rechters, religieuze leiders en leden van Poetins familie.

De journalisten van Time beschreven hem als “een grijze muis, die je niet zou herkennen in een menigte, een tengere, kleine figuur, met een flets gezicht, maar met blauwe ogen, koud als Siberisch ijs. Ze kijken dwars door je heen, maar je kunt er zelf niet in binnendringen”. Later volgde een zegendienst in de Verkondigingskathedraal van het Kremlin, geleid door patriarch Aleksej II. In juli 2000 ontbood hij alle dertig oligarchen bij zich op het Kremlin. Ze kregen te horen dat ze voortaan belastingen moesten betalen, uit de buurt van corrupte ministers blijven en zich niet meer mochten bemoeien met politiek.

Het parlement kreeg van hem te horen dat de demografie fout zat : jaarlijks stierven er 70 % meer mensen (door alcohol, drugs en tabak) dan er geboren werden. Verder klaagde hij aan dat 2/3° van de bevolking onder de armoedegrens leefde. Op 12 augustus kreeg Poetin een eerste zware tegenslag : de Koersk, een ultramoderne atoomonderzeeër, zonk in de ijskoude Barentszee. Poetin was net op vakantie in Sotsji. President Clinton en premier Blair belden hem op om hulp te bieden, maar de admiraals verzetten zich tegen buitenlandse inmenging. Heel de bemanning kwam om. De woede van de familieleden was immens. Gorbatsjov strooide nog wat zout in de wonde door te verklaren dat de houding van de marine hem deed denken aan de doofpotcultuur van het Sovjettijdperk. Met kanselier Schröder bouwde Poetin een hechte band op die vandaag nog bestaat. Zijn kennis van het Duits was hierbij een voordeel.

In 2002 kreeg hij te kampen met een tweede opdoffer : Tsjetsjeense terroristen gijzelden gedurende 57 dagen het Nord-Ost-theater in Moskou. Poetin liet ingrijpen met gas. Alle terroristen werden doodgeschoten door speciale commando’s. Maar door het gas stierven ook 129 gegijzelden. Volgens Poetin hadden de terroristen banden met Al Quaeda.

In mei 2003 kwam Paul McCartney naar Moskou. Met de pers erbij sprak Poetin enkel Russisch, maar toen de pers weg was, sprak hij keurig Engels met de zanger. In oktober 2003 liet hij Chodorkovski arresteren op de luchthaven van Novosibirsk, in ware cowboystijl. Chodorkovski was niet alleen miljardair, maar ook een politiek tegenstander. De arrestatie veroorzaakte een schokgolf onder de oligarchen, die al snel 15 keer meer belastingen gingen betalen. Kort daarna werd Paul Klebnikov, hoofdredacteur van de Russische versie van Forbes, op straat vermoord.


Een volgend hoofdstuk gaat over de goede banden van Poetin met de top van de orthodoxe kerk en met Berlusconi. Er is ook een apart hoofdstuk over de interesse van Poetin voor mooie vrouwen. En terecht één over de harde aanpak van journalisten die kritiek uitten op hem. Anna Politkovskaja was de 13° journalist die tussen 2000 en 2006 omgebracht werd. In 2007 was Ivan Saronov aan de beurt en stond de teller al op 20.

Een volgend hoofdstuk gaat over het geld van Poetin. Er circuleren bedragen tot 40 miljard € : hij zou 37 % bezitten van de aandelen van Surgutneftegaz, goed voor 20 miljard, verder 4,5 % van Gazprom, 50 % van Gunvor etc. Hij kan dus concurreren met de (door hem zo vervloekte?) oligarchen. Het juiste bedrag zullen we nooit kennen. De koers van de roebel en van al die aandelen is de laatste drie jaar wel flink gedaald, door de goedkope olie en mogelijk ook door de Europese boycot. Zeker is dat hij niet enkel zichzelf, maar ook de Russische economie tot bloei heeft gebracht door miljarden investeringen binnen te halen.
Zijn omgang met het Stalinistische verleden is moeizaam : hij geeft de wandaden van Stalin niet graag toe.
Zijn fysieke conditie onderhoudt hij met lopen, zwemmen, fitness, judo en andere sporten. Hij is matig met eten en drinkt zelden alcohol.
De oorlog van Georgië tegen Zuid-Ossetië begon toen Poetin (als premier) in Peking was voor de Olympische Spelen. Het Russische leger sloeg krachtig terug. President Medvedev zou het bevel gegeven hebben.

Van het conflict met Oekraïne komt helaas enkel de beginfase aan bod : 2008-2009. Het verhaal eindigt al in 2011. Over de laatste drie jaar staat er helaas dus niets meer in. De biografie is in eenvoudige verteltrant geschreven, met nogal wat overbodige details. Maar door de eindeloos vele eigennamen en de ingewikkelde situatie van Rusland sinds de jaren ’90 is het toch een moeilijk boek voor wie de Russische politiek niet op de voet heeft gevolgd.


De hoofdstukken zijn helaas niet genummerd in het boek (wel vooraan in een inhoudstafel) en de auteurs springen soms van de hak op de tak. Vermelding van bronnen is er niet bij en soms is het ook ver zoeken naar de datum van gebeurtenissen, zoals de inval van terroristen in een school in Beslan, opnieuw een pijnlijk moment voor de Russische sterke man. 334 mensen kwamen om, onder wie 186 kinderen. Een chronologisch lijstje was dus welkom geweest en ook een register van de vele eigennamen.

De auteurs vellen ook geen oordeel over Poetin : dat laten ze over aan de lezer. Ze spreken vaak over zijn talenkennis, zonder te zeggen welke talen hij precies kent en wanneer hij ze geleerd heeft.
Ze zeggen te weinig over zijn bekommernis om of bemoeiingen met de Russen buiten Rusland, over zijn ambitie om van Rusland weer een grootmacht te maken en evenmin over de redenen waarom hij Oekraïne per se in zijn invloedssfeer wil houden, na het verlies van de andere ex-Oostbloklanden aan de E.U. en aan de NAVO.
Ze vertellen ons dus al heel wat, maar hun werk is nog niet af. Dat van Poetin trouwens ook niet.

Jef Abbeel , november 2014.