Serhii Plokhy. De poorten van Europa. Een geschiedenis van Oekraïne. Vertaling van: ‘The Gates of Europe’ (maart 2021).Uitgeverij Querido, Amsterdam/L&M, Antwerpen, oktober 2022. 512 pagina’s, kaarten, chronologie, wie is wie, woordenlijst, register. Paperback, 23 x 15 x 4 cm, € 29,99. ISBN 978-90-214-6918-8
De poorten van Europa. Een geschiedenis van Oekraïne
Plokhy (°1957) studeerde en doceerde in de Sovjet-Unie, Oekraïne etc. en is nu hoogleraar Oekraïense geschiedenis in Harvard. Hij beschrijft de geschiedenis van zijn land van de Oudheid tot de invasie van de Donbas in 2014, met wat uitlopers tot 2019. De titel verwijst naar de ligging en de invasies, zowel vanuit het oosten als uit het westen en de functie van Oekraïne als brug tussen Azië en Europa.
Inhoud
De poorten van Europa. Een geschiedenis van Oekraïne
Hij
begint bij Herodotus (5dee.v.C.): die schreef over de Scythen,
die toen boven de Zwarte Zee woonden. Hij was de eerste
geschiedschrijver van Oekraïne, waar sinds de 7de eeuw v.C.
Griekse kolonies waren gesticht. Hij vertelt dat er op de zwarte
aarde veel graan werd verbouwd. In de 1ste eeuw v.C. waren de
Romeinen de baas in het zuiden, terwijl de Sarmaten over de
steppen heersten tot in de 4de eeuw n.C. In de 5de eeuw kwamen
de Goten en de Hunnen, in de 6de eeuw arriveerden de Slaven, de
voorouders van de Oekraïners, Russen en Belarussen. Ze werden
bondgenoten van de Byzantijnse keizer Justinianus (527-567). In
de 7de eeuw vielen de Avaren binnen, dan de Bulgaren, dan de
Chazaren.
In 860 vielen de Vikingen Constantinopel aan. Ze plunderden
kerken en villa’s, ze begingen vele moorden. Rond 970 kwam er
een einde aan hun macht. Vladimir de Grote trouwde met de
dochter van de Byzantijnse keizer. De voorwaarde was dat hij
christen werd. Zijn opvolger Jaroslav (1019-1054) bouwde o.a. de
Sophia-kathedraal en het Holenklooster en maakte een einde aan
het analfabetisme in Kiev-Roes.
Zijn gebeente verdween in 1943, vermoedelijk naar New York, om
te voorkomen dat het Sovjetleger het zou meenemen. Oekraïners en
Russen maken beiden aanspraak op Kiev-Roes en op Jaroslav.
In 1240 kwam er een einde aan Kiev-Roes, toen de Mongolen de
stad plunderden. In Oekraïne duurde hun overheersing tot ca.
1350, toen Polen en Litouwen delen van Oekraïne veroverden. In
Rusland overheersten de Mongolen tot 1476, toen tsaar Ivan III
zich onafhankelijk verklaarde van de Gouden Horde.
In 1478 werd het kanaat van de Krim een vazalstaat van het
Ottomaanse rijk. Krimtataren haalden 1,5 à 3 miljoen Oekraïners
en Russen als slaven naar het Ottomaanse rijk. De Oekraïense
Roxolana werd als Hürrem Sultan zelfs één van de vier vrouwen
van de machtigste sultan Süleyman de Prachtlievende, de
veroveraar van de Balkan en van Noord-Afrika (1520-1566).
In 1492 werd er voor het eerst melding gemaakt van de kozakken
en werd het woord ‘Oekraïne’ voor het eerst gebruikt als
‘grensgebied’. De Kozakken leefden van visvangst, jacht en
overvallen op kooplieden. Vanaf 1570 werden ze opgenomen in het
Pools-Litouwse leger. In 1615 vielen ze binnen in Istanboel, in
1616 in Kaffa, het centrum van de Tataarse slavenhandel. In 1618
namen 20.000 Kozakken deel aan de Poolse aanval op Moskou.
Tussen 1600 en 1650 waren er zeven opstanden van Kozakken tegen
de Poolse staat.
Hun opstand van 1648 o.l.v. Bohdan Chmelnytsky zorgde voor het
ontstaan van een Kozakken-staat, de basis van het moderne
Oekraïne. Met de hulp van de Tataren versloegen ze de Polen. Ze
vermoordden toen ook 14 à 20.000 Joden plus Poolse edelen en
katholieke priesters (p. 155-156). Maar in 1651 deserteerden de
Krimtataren en werden de Kozakken verslagen. Gevolg: in 1654
zwoer Chmelnytsky eenzijdig trouw aan tsaar Aleksej Romanov, die
zo de nieuwe soeverein van Oekraïne werd. Plokhy ontkent de
Russische versie dat dit de hereniging van twee broedervolkeren
was: toen werd er nog niet in etnische zin gedacht (p.161-162).
De twee partijen hadden tolken nodig om elkaar te verstaan: in
vier eeuwen waren er te sterke taalverschillen ontstaan. De
Kozakken hadden nu dus een eigen staat, maar onder de
bescherming van de tsaar. In 1667 werd hun staat echter verdeeld
onder Moskovië en Polen: de Dnipro werd de grens. Die scheiding
had vergaande gevolgen voor de identiteit en cultuur van
Oekraïne.
In 1708 kwamen de kozakken o.l.v. Mazepa in opstand tegen Peter
de Grote, maar ze werden samen met de Zweden verslagen in
Poltava (1709). Het ambt van hetman/hoofdman werd afgeschaft in
1722 en definitief in 1764 en hun autonomie werd verder
ingeperkt. Kozakken werden eenheden van het leger.
Tijdens Peter de Grote en Catharina de Grote trokken honderden
afgestudeerden uit Kiev naar Sint-Petersburg om daar carrière te
maken. Het keizerrijk telde tweemaal zoveel Oekraïense artsen
als Russische en de meeste bisschoppen kwamen uit Oekraïne (p.
203).
Catharina verdeelde Polen onder drie verlichte despoten. Het
Oekraïense volkslied uit 1862 begon zoals het Poolse van 1797:
“Nog is Oekraïne niet verloren”. In de 19de eeuw ontstond ook
het Oekraïense nationalisme. Sjevtsjenko werd de nationale
dichter. Hij had kritiek op Gogol, die in het Russisch schreef.
In 1847 werd hij wegens aanvallen op de tsaar en zijn vrouw
veroordeeld tot 10 jaar legerdienst met schrijfverbod (p.231).
In 1863 volgde een verbod op publicaties in het Oekraïens en in
1876 ook op toneel en liederen: het Oekraïens werd beschouwd als
een bedreiging voor het keizerrijk.
In 1870 richtte John Hughes uit Wales een fabriek op in Donetsk:
hiermee begon de industrialisatie van de Donbas en de aanleg van
vele spoorwegen, die het transport van graan naar de havens aan
de Zwarte Zee mogelijk maakten. Plokhy weet niet dat er in die
Donbas 15.000 Belgen werkten tot 1918.
De revolutie van 1905 vond ook plaats in Oekraïne: er werd
gestaakt, boeren plunderden, matrozen kwamen in opstand op de
pantserkruiser Potjomkin. Er vonden ook weer pogroms plaats:
honderden Joden werden vermoord (p. 265-268).
De Februarirevolutie van 1917 gaf de Oekraïners de kans om een
autonome republiek op te richten,
Die werd in juli erkend door de Voorlopige Regering. In maart
1918 riepen ze zelfs de onafhankelijkheid uit, maar in 1920
maakten de bolsjewieken hier een einde aan. De Joden waren
opnieuw het slachtoffer van de vele partijen die tussen 1917 en
1921 in Oekraïne vochten.
In 1921 werd het een Sovjetrepubliek. Bij de bevolking waren 80%
van de 30 miljoen inwoners Oekraïners, maar in de communistische
partij van Oekraïne hadden de Russen met 53% de meerderheid. De
Oekraïense taal kreeg meer kansen, tot Stalin vanaf 1929 ingreep
met massa-arrestaties en executies van Oekraïense
intellectuelen.
In 1929-1933 dwong hij de boeren tot collectivisatie: in 1933
hadden ze enkel nog gras om te eten.
4 miljoen, 10% van de bevolking, stierf van de honger. Stalin
maakte ook een einde aan de Oekraïnisering, zuiverde de
partijkaders en degradeerde een autonome republiek tot een
provincie van de SU. Tijdens de zuiveringen van 1937-38 werden
nog eens 270.000 mensen in Oekraïne gearresteerd, van wie bijna
de helft geëxecuteerd werd (p. 349-351).
Tijdens WO II verloor het land nog eens 7 miljoen mensen of 16%
van de bevolking. Vele Oekraïners hadden de Duitsers verwelkomd,
maar ze waren snel ontgoocheld: Bandera en twee van zijn broers
werden opgesloten in concentratiekampen. Bijna 1 miljoen Joden
werden in Oekraïne ter plaatse doodgeschoten, van wie bijna
300.000 in Odessa en andere gebieden die door Roemenië bezet
werden. 2,2 miljoen Oekraïners werden opgepakt en naar Duitsland
gebracht voor dwangarbeid: ze vormden bijna 80% van de
‘Ostarbeiter’. Wie overleefde, werd in 1945 naar Sovjetkampen
gestuurd (p. 364-373). 7 miljoen Oekraïners vochten in het Rode
Leger, 15 à 20 procent van het totaal.
Op 6 november 1943 heroverden de Russen o.l.v. Chroesjtsjov een
intact Kiev. Er was nog één Jood in leven. Het Oekraïense
Bevrijdingsleger vocht tot in de jaren 50 tegen het Rode Leger
(p. 375-382).
In 1945 werden Oekraïne en Belarus lid van de VN, wat hun nieuwe
westgrenzen op basis van het Molotov-Ribbentroppact
legitimeerde. 780.000 Polen werden uit Oekraïne gedeporteerd
naar voormalige Duitse gebieden, die nu bij Polen werden
aangehecht en evenveel uit Belarus en Litouwen. 256.000
Oekraïners werden uit West-Oekraïne naar Siberië gedeporteerd
wegens ‘nationalistisch’. Volgens Chroesjtsjov wou Stalin zelfs
alle Oekraïners deporteren (p. 386-387).
Het grondgebied van Oekraïne was wel met 15% uitgebreid in
1939-1945. Maar 10 van de 36 miljoen Oekraïners had geen huis
meer. De verwoestingen waren vergelijkbaar met de
oorlogssituatie nu.
In de dorpen heerste in 1946-47 weer hongersnood, waardoor bijna
1 miljoen mensen stierven. De schuld lag weer bij Stalin, die
het graan bleef opeisen voor de herindustrialisatie en voor de
bezette landen van Oost-Europa, hoewel de oogst mislukt was door
de droogte.
Met de dood va n Stalin eindigde het dodelijkste tijdperk in de
Sovjet- en Oekraïense geschiedenis. Chroesjtsjov beloonde zijn
Oekraïense vrienden Brezjnev, Podgorny e.a. met topfuncties in
Kiev en Moskou en droeg de Krim over aan Oekraïne om
geografische en economische redenen, niet om historische.
Oekraïne moest de verarmde Krim er weer bovenop helpen (p.
401-403).
Na de destalinisatietoespraak werden 300.000 Oekraïners
gerehabiliteerd en tienduizenden vrijgelaten uit de goelag.
Chroesjtsjov ontketende wel een antireligieuze campagne, waarbij
duizenden kerken, moskeeën en synagogen werden gesloten. In
Oekraïne daalde het aantal orthodoxe kerken tussen 1960 en 1965
van 8.207 naar 4.565 (p. 405). Hij liet wel waterkrachtcentrales
aanleggen op de Dnipro, de grootste rakettenfabriek van Europa
bouwen in Dnipropetrovsk en de Oekraïner Popovytsj mocht twee
keer mee in de ruimte. Maar de bevolking bleef honger lijden en
de winkels waren leeg. Nu kocht de regering wel graan in het
buitenland.
Toen Chroesjtsjov in 1964 ontslagen werd, treurden daar weinig
burgers om. In 1965 kwam er een einde aan zijn dooi, toen de
schrijvers Sinjavski en Daniel veroordeeld werden tot
dwangarbeid en overal intellectuelen gearresteerd werden.
Na de dood van Brezjnev verdwenen de Oekraïners uit de top.
Bovendien vond in april 1986 de ontploffing van Tsjernobyl
plaats, 70 km ten noorden van Kiev; volgens de auteur de ergste
ramp uit de wereldgeschiedenis. De straling was 500 keer die van
de A-bommen op Hiroshima. De Oekraïense leiders mochten hun
bevolking niet informeren over de gevolgen voor de gezondheid en
Gorbatsjov beval dat de 1-mei-parade moest doorgaan. Volgens
Plokhii heeft die ramp de inwoners wakker geschud: in 1989 werd
een vereniging opgericht om de taal en geschiedenis te promoten.
73% van de 51 miljoen waren Oekraïners, maar 60% van hen sprak
Russisch (p. 420-421).
In 1989-1990 werd de katholieke kerk opnieuw gelegaliseerd.
Kravtsjoek werd de nieuwe leider. Op 1 augustus 1991 pleitte
Bush in het Oekraïense parlement om bij de SU te blijven, maar
na de coup in Moskou (19 augustus) stemde het parlement op 24
augustus voor onafhankelijkheid met 346 voor, 5 onthoudingen en
2 tegen! Ook de meer dan 11 miljoen Russen en de 0,5 miljoen
Joden waren voor onafhankelijkheid (p. 426-430).
Jeltsin dreigde dan dat de Krim en de oostelijke delen bij
Rusland moesten komen, maar Oekraïne ging daar niet op in. Op 1
december stemde ook 90% van de bevolking voor onafhankelijkheid.
In de regio Donetsk was dat 83%, op de Krim (66% Russen, 25%
Oekraïners) was dat 54%.
Op 8 december 1991 werd de SU ontbonden. In 1994 gaf Oekraïne
zijn kernwapens aan Rusland in ruil voor garanties van Rusland,
de VSA en Groot-Brittannië en tekende het een associatieverdrag
met de EU. In 1997 tekende Rusland een verdrag dat de
territoriale integriteit van zijn buurland waarborgde (p.
429-436).
De jaren 90 waren rampzalig voor de Oekraïense economie: de
industriële productie daalde met 48%, het bbp met 60%, nog erger
dan in Amerika in de jaren 30 (p. 440). De helft van de
bevolking kon met moeite eten kopen. Velen emigreerden, o.a. 78%
van de Joden, die van 487.000 verminderden tot 105.000. Bij hen
de oprichters van PayPal en Whatsapp.
Vanaf 2000 begon het economisch herstel, vaak o.l.v. oligarchen
en met dank aan premier Joesjtsjenko. Die werd vergiftigd met
dioxine, daarna gebeurde er fraude, uiteindelijk werd hij
verkozen met 52%. Zijn wens om bij de EU te komen werd niet
vervuld. Het bbp verdubbelde wel en was in 2008 weer hoger dan
in 1990 (p. 449). Maar de corruptie bleef, Joesjtsjenko maakte
ruzie met premier Tymosjenko en Oekraïne verzeilde in een
crisis. In 2010 werd Janoekovitsj president gekozen. Hij
versterkte de presidentiële macht en zette samen met zijn
familie 70 miljard $ op buitenlandse rekeningen. In november
2013 weigerde hij het associatieverdrag met de EU te tekenen.
Dit leidde tot een nieuwe revolutie van november 2013 tot
februari 2014: de massa eiste hervormingen, een einde aan de
corruptie, betere banden met de EU, geen Russische controle.
Meer dan 100 demonstranten werden doodgeschoten. Op 21 februari
vluchtte Janoekovitsj naar Rusland. Op 26 februari hechtte
Poetin de Krim aan, een nep-referendum waaraan minder dan 40%
van de bevolking deelnam bevestigde dat. Vanaf april 2014
begonnen de Russen de Donbas te destabiliseren en werden de
volksrepublieken uitgeroepen die bij de Russische wereld wilden
horen. In juli bevrijdde het Oekraïense leger de stad Slovjansk.
De separatisten kregen dan Russische raketten, waarmee ze op 17
juli 2014 een vliegtuig neerschoten met 298 doden, vooral
Nederlanders. In augustus stuurde Moskou troepen, die de
Oekraïense opmars tot stilstand brachten. De Minsk-akkoorden van
september 2014 en februari 2015 zorgden niet voor vrede.
Tussen 2013 en 2018 daalde de export naar Rusland van 26 naar
12% en steeg die naar de EU van 28 naar 40%. Vanaf 2017 kon men
zonder visum naar de EU reizen, wat in 3 jaar 49 miljoen keer
gebeurde (p. 464).
Maar het verlies van de Donbas en van de Krim waren een zware
slag voor de economie. In 2014 kromp het bbp met 6,6%, in 2015
met 10% en 2 miljoen Oekraïners emigreerden. De EU en de VSA
moesten het land steunen, o.a. in het gezond maken van de banken
en van de energiesector.
Het vermogen van de rijkste 100 viel tussen 2013 en 2018 terug
van 52 naar 20% van het bbp, dat van de rijkste 10 van 29 naar
10% (p. 467-470). Maar door de oorlog in de Donbas stegen de
prijzen en leefde een kwart van de bevolking onder de
armoedegrens.
In 2019 beloofde de nieuwe president Zelensky een einde aan de
oorlog, de armoede en de corruptie. Maar de rechtbanken werkten
hem tegen. En de oorlog van Poetin nog meer (p. 471-473).
Het boek eindigt met een uitgebreide chronologie van de
prehistorie tot 2015, een nuttige ‘wie is wie’, een korte
woordenlijst en een personenregister.
troost dus.
Beoordeling
Dit is een bijzonder uitvoerig overzicht van de Oekraïense
geschiedenis, uitgebreider dan de boeken van Marc Jansen en van
Yaroslav Lebedynsky. Plokhy is zeer deskundig, soms kritisch,
maar af en toe toont hij iets te veel sympathie voor de Kozakken
en de Oekraïners in het algemeen. Voor ‘helden’ zoals Bandera en
dat deel van de bevolking dat hielp bij het uitmoorden van de
Joden had hij kritischer mogen zijn.
Hij is goed op de hoogte van de geschiedenis, de politiek en de
economie. Hij toont onvoldoende de taalkundige en de politieke
redenen waarom de Donbas zich losmaakte. Soms is de inhoud ook
moeilijk, b.v. wanneer hij het heeft over theologische kwesties
en de diverse orthodoxe kerken. Er staan ook veel details in die
enkel de Oekraïners interesseren. Spelfoutjes zijn heel beperkt
(b.v. p. 27: longe durée i.p.v. longue). De kaarten vooraan zijn
zeer bruikbaar, maar soms moet je er toch een atlas van Rusland
bijnemen. Geregeld toont hij aan dat Poetin en de Russen de
geschiedenis in hun voordeel interpreteren, dat Oekraïne
historisch niet bij Rusland hoort en dat er in de Sovjet-tijd
niet gesproken mocht worden over de miljoenen doden door de
schuld van Stalin. De ‘verdeeldheid’ in Oekraïne heeft ook
historische wortels: in de 18de eeuw werd het grootste deel
bestuurd vanuit Rusland, de andere drie delen vanuit Polen,
Oostenrijk en het Ottomaanse rijk.
Soms lees je ook een contradictie: op p. 464 zegt hij dat de
export naar Rusland daalde tot 12%, maar op p. 468 schrijft hij
dat de afhankelijkheid groot bleef: 26% van de export, 29% van
de import. De oorlogen van 2014-2022 en van 2022 e.v. hebben de
bevolking dichter bij elkaar gebracht, over de godsdiensten en
talen heen. Een kleine troost dus.
© Jef Abbeel december 2022
www.jefabbeel.be