Le Livre Noir de Vladimir Poutine. Galia Ackerman, Stéphane Courtois e.a. Uitgeverij Robert Laffont, Parijs, november 2022. Paperback, 24 x 15 cm, 453 pagina’s, noten, register, € 24,90. ISBN 978-22-212-6538-3.
Le Livre Noir de Vladimir Poutine
Deze bundel bevat bijdragen van 12 Rusland-deskundigen uit diverse landen. Ze beschrijven de weg die Poetin heeft afgelegd van geheim agent tot tsaar, trouw aan zijn wortels van Homo Sovieticus en van zijn KGB.
Inhoud
Le Livre Noir de Vladimir Poutine
In 1991 leek het communisme te zijn afgeschaft, maar de KGB-FSB en Poetin hebben het vanaf 2000 grotendeels weer ingevoerd en hun volk en enkele buurvolkeren veel schade toegebracht. De auteurs geven een kroniek van een aangekondigde dictatuur. Poetin groeide op in een dictatoriale Sovjet-Unie. Die kwam ten val zonder dat er iemand gestraft werd voor de misdaden van de voorbije 74 jaar. Er kwam een nieuwe elite van ‘siloviki’ (mannen met macht) die sterk geleek op de oude nomenclatura en voor een groot deel uit de KGB kwam. In 2003 bezetten die siloviki 80% van de hoogste posten in de staat en in de bedrijven.
In 2001 maakte Poetin zich op een brutale wijze meester van de
grote tv-zenders van Berezovski en Goessinski. Zo beperkte hij
de glasnost van Gorbatsjov. Hij controleerde ook de politieke
partijen door ze staatssubsidies te geven en drie partijen samen
te voegen tot ‘Verenigd Rusland’. In 2002 trad hij hardhandig op
tegen Tsjetsjeense terroristen, waarbij ook 130 gegijzelden
omkwamen.
De eerste oorlog tegen Tsjetsjenië (1994-1997) was geëindigd met
vele doden en een Russische nederlaag. In de tweede (1999 e.v.)
vochten 100.000 Russen tegen minder dan 4.000 Tsjetsjenen. En
Poetin ging op zoek naar medewerkers in Tsjetsjenië: eerst
Achmad Kadyrov, later zijn zoon Ramzan en hun ‘Kadyrovtsy’.
Poetin won deze wrede oorlog, maar in 2004 werd Kadyrov
vermoord. In 2005 werd dan op bevel van Poetin de wettelijke
president Masjadov vermoord. Meer dan 200.000 Tsjetsjenen zijn
naar Europa of elders gevlucht. Gevolg: 1 op 5 leeft in het
buitenland. In Oekraïne vechten nu 12.000 ‘Kadyrovtsy’ : zo
toont Kadyrov zijn absolute trouw aan Poetin.
In 2003 liet hij Chodorkovski aanhouden, omdat hij kritiek had
op de corruptie aan de top. Dit was een waarschuwing aan alle
oligarchen - veelal ex-KGB-ers - om zich niet te moeien met de
politiek.
In 2004 liet hij opnieuw hard optreden tegen Tsjetsjeense
terroristen. Er vielen 382 doden, van wie 186 kinderen op hun
eerste schooldag.
Tot 2003 was hij charmant tegenover Duitsland, Frankrijk en
Engeland. In 2002 zei hij nog dat Oekraïne het recht had om lid
te worden van de NAVO (p. 215). Pas vanaf de Oranjerevolutie
(december 2004) kantte hij zich tegen de prowesterse koers van
Kiev.
Vanaf 2005 werd hij anti-Amerikaans en anti-Europees. Hij werd
wrokkig en hanteerde even grove leugens als Stalin die in 1942
tegen Sikorski zei dat hij niet wist waar de duizenden vermoorde
Poolse officieren waren (p. 49).
De Rozenrevolutie in Georgië en de Oranjerevolutie in Oekraïne
brachten in 2004 pro-Europese presidenten aan de macht en
veroorzaakten bij Poetin het spookbeeld van een democratie in
Rusland (p. 50-52). Zijn reacties bleven niet uit. Hij begon te
stoken in de opstandige regio’s Zuid-Ossetië en Abchazië en in
2006 stopte Moskou met de gasleveranties aan Georgië en voerde
het een embargo in tegen landbouwproducten en wijn. Georgië
verloor zo zijn belangrijkste uitvoermarkt. En Rusland zette
duizenden Georgiërs het land uit nadat het vier Russische
spionnen had uitgewezen. Poetin ergerde zich ook aan de opening
van een ‘Museum van de Sovjetbezetting’ in Tbilisi, aan de
strijd tegen de corruptie en de opbouw van een democratie.
In 2006 en 2009 dreigde Gazprom ermee om ook Oekraïne in volle
winter zonder gas te zetten. In 2006 werd de kritische
(Oekraïense) journaliste Politkovskaja vermoord met een pistool
van de ordetroepen. Ze was de 21ste journalist die in zes jaar
tijd vermoord werden. Volgens Le Monde vonden er zelfs 35.000
politieke moorden plaats in zes jaar (p. 307). Dat lijkt me wel
overdreven.
In 2008 viel Rusland binnen in Georgië. Dat verloor op 5 dagen
het 20% van zijn grondgebied. Onder druk van de EU en van de VSA
tekende het een wapenstilstand, waar Rusland zich nooit aan
gehouden heeft. De Georgische auteur van dit artikel is zeer
bitter over het ‘verraad van het Westen’.
In eigen land verbood Poetin een aantal sites en bijna alle
kritiek, zeker van Pussy Riot, die baden dat Poetin verjaagd zou
worden. Vanaf 2008 verzette hij zich hevig tegen het
NAVO-lidmaatschap van Oekraïne. In 2010 sloot hij met
Janoekovitsj de akkoorden van Charkov over de Russische vloot en
de 25.000 Russische militairen op de Krim. Russen kregen de kans
om te infiltreren in Oekraïense toporganen, waardoor de
annexatie van de Krim en het oproer in de Donbas georganiseerd
konden worden (p. 225-228).
Om de bevolking klaar te stomen voor de oorlog tegen Oekraïne,
werd al in 2012 het ‘Militair-Historisch Genootschap’ opgericht,
dat vooral aan desinformatie deed. Op de scholen wordt militaire
opvoeding gegeven en voor de kinderen werden er
militair-patriottistische attractieparken opgericht. Oekraïne
werd toen al op de nationale tv-zenders voorgesteld als een land
vol nazi’s, dat men
moest bezetten en bevrijden.
In februari 2014 vluchtte de Oekraïense president Janoekovitsj
naar Rusland, nadat zijn ordetroepen 75 Maidan-betogers hadden
doodgeschoten. Poetin annexeerde dan de Krim en verhoogde de
gasprijs voor Oekraïne met 80%. Vervolgens begon zijn medewerker
Soerkov het separatisme te organiseren in de Donbas. Gevolg: een
burgeroorlog, waarbij 14.000 doden vielen, 1,5 miljoen mensen
naar Oekraïne vluchtten en 1 miljoen naar Rusland. Boris Nemtsov
klaagde de verovering van de Krim aan, de faraonische kostprijs
van de Winterspelen van Sotsji en noemde de verantwoordelijken
voor het neerhalen van MH17. Gevolg: hij werd vermoord op de
Kremlinbrug.
Het doel van de oorlog in de Donbas was ook Kiev en heel
Oekraïne veroveren. Het woord ‘genocide’ is terecht, want
Russische tenoren zoals Sergeïtsjev propageren openlijk de
‘eindoplossing van de Oekraïense kwestie’, de bezetting, de
heropvoeding gedurende 30 jaar en het doen verdwijnen van de
naam Oekraïne. Zelfs Medvedev sloot zich daar op 7 juni 2022 bij
aan: “De Oekraïners zijn gedegenereerde bastaards. Ik zal alles
ondernemen om ze te doen verdwijnen.” (p. 400).
En Aleksandr Doegin pleitte al in 2014 voor een ‘genocide van de
idioten’: “De Oekraïners moeten gedood, gedood en gedood
worden.” (p. 205). De beschrijving van de denazificatie, de
foltermethodes, de systematische uitroeiing van de Oekraïense
cultuur lees je best niet voor het slapengaan (p. 291-294).
Op 17 december 2021 eiste Rusland van de VSA en de NAVO dat ze
zich volledig zouden terugtrekken uit Midden- en Oost-Europa en
dat ze Oekraïne zouden erkennen als invloedsfeer van Rusland.
Dit kwam neer op een oorlogsverklaring. Gelukkig vergisten de
Russische geheime diensten zich: de Oekraïners ontvingen de
Russen niet met open armen, bloemen en brood. De invasie
mislukte.
Een artikel over de geheime diensten toont aan dat Poetin de
methodes toepast die sinds 1917 in gebruik zijn: doden,
vergiftigen, liegen, opsluiten.
Het taalgebruik van Poetin, Lavrov, Medvedev is vaak brutaal,
grof en laag bij de grond. Hij spreekt graag over ‘Gayropa’,
alsof alles in Europa draait rond homo’s etc. Systematische
destabilisatie, agressie en hybride oorlogen horen ook bij het
Poetinisme. Tsjetsjenië, Georgië, Oekraïne, Europa zijn er
slachtoffers van.
In 1991 liet Memorial een wet goedkeuren om de slachtoffers van
de terreur te rehabiliteren en in 1992 om toegang te krijgen tot
de archieven van de CPSU en van de KGB. Daar blijft niets meer
van over. Al sinds 2007 laat de regering opnieuw de officiële,
ultranationalistische versie van de geschiedenis onderwijzen en
vertelt Poetin over de Holodomor, Katyn etc. dezelfde leugens
als Stalin. In 2016 kreeg Ivan de Verschrikkelijke zelfs een
standbeeld met als opschrift: “Ivan was een groot humanist”.
Een trouwe trawant van Poetin is patriarch Kirill, ook
ex-KGB-agent. Hij wordt er ook goed voor beloond; hij bezit
meerdere luxeappartementen in Moskou en Sint-Petersburg,
eigendommen aan de Zwarte Zee, luxeauto’s, jachten, privéjets,
horloges van € 30.000 (p. 70-71). Hij verkondigt dat
Wit-Rusland, Oekraïne en Moldavië bij Rusland moeten horen en
dat de oorlog gerechtvaardigd is (p. 368). Poetin zelf misbruikt
de bijbel om zijn wandaden goed te praten (p. 378). De orthodoxe
kerk was trouwens van in het begin (1448!) een instrument van de
staat.
Het gemiddeld inkomen ligt volgens de auteurs onder 1.000 $ per
jaar en 1% van de bevolking zou 74% van de privé-rijkdom
bezitten. Al in de jaren 80 zette de KGB miljarden dollars op
westerse rekeningen, waarmee ze in de jaren 90 vele bedrijven
kon opkopen (p. 346 – 349).
Russische tenoren pakken ook graag uit met nieuwe, zeer
krachtige wapens, waarmee ze heel Europa en de VSA kunnen
vernietigen. Rusland heeft ook netwerken in heel de wereld:
spionnen, media, culturele tentoonstellingen, sponsoring van
universiteiten en van politici, opname van politici in
bestuursraden van grote bedrijven voor veel geld: soft power in
functie van de hybride oorlog.
Samengevat: deze bundel presenteert diverse facetten van de
persoonlijkheid van Poetin en van zijn KGB/FSB-regime en zijn
pogingen om het grootse Sovjetrijk te herstellen door de
voormalige republieken, zeker de Russischtalige, opnieuw te
controleren. Hij wil ook niet inzien dat de Oekraïners anders
zijn: zij willen vrijheden, democratie en een rechtsstaat. Sinds
24 februari heeft hij zwaar gefaald. De auteurs noemen hem
onbekwaam, arrogant en megalomaan (p. 399).
Zij besluiten: Rusland moet alle veroverde gebieden teruggeven,
de schade herstellen, de ontvoerde Oekraïners terugbrengen en
toelaten dat het land lid wordt van de EU en de NAVO (p. 402).
Dat lijkt me allemaal optimistisch.
Beoordeling
Courtois en zijn team hebben weer een krachtig boek geschreven.
Zoals de titel al suggereert, hebben ze geen goed woord over
voor het hoofdpersonage en zijn regime. Ze zeggen nergens wat
Oekraïne eventueel had kunnen doen om een oorlog te voorkomen.
De Franse taal is niet altijd eenvoudig: de lezer houdt er best
een woordenboek bij. Doordat het bijdragen zijn van twaalf
redacteurs, ontbreekt de chronologische volgorde en komen een
aantal items zoals de ‘denazificatie’, de vernietiging van de
Oekraïners, de langdurige onderwerping, het KGB-verleden en
heden van Poetin in meerdere artikels voor.
Het register is nodig, gezien de vele eigennamen die je anders
niet kunt onthouden. Jammer dat de begrippen zoals Nasji,
obsjtsjak, Onsterfelijk Regiment, Roesski Mir, siloviki en de
plaatsnamen er niet in staan. Een kaart van Rusland en van
Oekraïne ontbreekt eveneens.
Globaal gezien is het wel een zeer leerrijk boek, dat zijn prijs
ruimschoots waard is.
©Jef Abbeel, Turnhout, december 2022