John Scheid en Nicolas Guillerat (2021). Het Romeinse Rijk in
infographics. Vertaling van ‘Infographie de la Rome Antique’.
Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Amsterdam/Mythras Books, Antwerpen,
september 2021. 127 p., kaarten, tekeningen, grafieken/ 29 x 23
cm, paperback, € 29,99. ISBN 978-90-468-2887-8
Het Romeinse Rijk in infographics
Een boek over het oude Rome in grafieken, tabellen, kaarten: dat zijn we niet gewoon. Het is dus geen herhaling van de zoveel boeken die al bestaan over Rome. En het is daarom zeer welkom en zeer geschikt voor het middelbaar en universitair onderwijs..
Inhoud
Het Romeinse Rijk in infographics
De auteurs beperken zich tot het West-Romeinse Rijk en in de tijd van 753 v.C. tot 476 n.C. (niet tot 1453). Over de eerste eeuwen zijn er onvoldoende bronnen en de laatste eeuw is door de vele invasies te verward en te complex: het gaat dus vooral over de periode van 300 v.C. tot 300 n.C.
In deel I bestuderen ze het grondgebied en de bewoners, de
steden en provincies met hun gelijksoortige maar toch
verschillende instellingen, de uitbreiding van het rijk en de
groei van het aantal inwoners. De grafiek op p. 12-13 toont deze
groei van 3,5 miljoen rond 250 v.C. naar 70 miljoen in 165 n.C.
en dan de snelle daling naar 46 miljoen in 200 n.C. Een uitleg
voor die snelle daling ontbreekt.
De groei van het aantal inwoners kwam niet enkel tot stand door
de veroveringen, maar ook door de massale vrijlating van slaven,
die ook burgerrechten kregen, wat uitzonderlijk was in de
toenmalige wereld. Idem voor het toekennen van burgerrechten aan
onderworpen volkeren, al vanaf de 3de eeuw v.C.
De tabel op p. 17 toont de faciliteiten die de inwoners hadden
en die van p. 24-25 de rechten die ze wel of niet hadden. Op p.
30-31 zien we de rechten en beperkingen voor vrouwen en slaven.
In de steengroeven en de mijnen was het leven van de slaven zeer
zwaar, maar in de steden hadden zij het veel beter. En de vele
vrijgelaten slaven vormden vaak de meest dynamische groep en
speelden in de keizertijd een belangrijke rol in de ambtenarij.
In deel II behandelen ze het bestuur, het Romeinse recht, de
religies, de economie. Ze tonen alle bestuursfuncties met hun
ambtstermijnen en hun macht, een schema van de cursus honorum
(de vaste volgorde van de ereambten), de bestuurlijke indeling
van het rijk, een stamboom en een lijst van de keizers. Verder
ook de goden, hun functies, hun tempels en hun functionarissen,
de verspreiding van het jodendom en het christendom, de
graanbevoorrading, het geldsysteem, de lonen en de koopkracht
van de verschillende beroepen, waarbij opvalt dat een
vrijgelaten slaaf 27 keer zoveel verdiende als een leraar en een
senator veruit het meest: 342 keer zoveel als een leraar (p.
69).
In deel III spreken de auteurs over het leger en zijn
onuitputtelijk reservoir aan soldaten, tenminste tussen 300 v.C.
en 250 n.C. We zien hoe het georganiseerd was, hoe de
rekrutering verliep, hoe de 44 legioenen en de kampen eruit
zagen, welke materialen er allemaal nodig waren, hoe de
bevoorrading verliep. We krijgen ook een overzicht van de
Punische oorlogen, de zeeslagen, de burgeroorlogen en de
Gallische oorlogen. Lange tijd had Rome enkel een landleger,
maar door de oorlogen tegen Carthago moest men ook een vloot
uitbouwen. Vanaf 250 n.C. werden de Romeinen oorlogsmoe en
lieten ze hun vijanden, de Germanen, toe in hun leger.
Beoordeling
De auteurs slagen er perfect in om korte, inleidende teksten te
combineren met heldere schema’s, die voor elke lezer duidelijk
zijn. Hun boek maakt een moeilijke wereld transparant. In korte
tijd krijg je enorm veel informatie en die is heel mooi
voorgesteld.
Ik mis wel enkele thema’s: kunst, literatuur, filosofie,
wetenschap en sport: daar mogen ze nog een apart boek aan
wijden.
De kaft is veel te slap: een leraar moet ermee kunnen werken in
de klas. De pagina’s ontbreken dikwijls: dat verwacht je niet in
een boek vol cijfers. Op p. 33 staan de steden van Germania
Inferior en Gallia met hun Latijnse en hun huidige naam, maar
bij Colonia Ulpia Traiana ontbreekt de naam Xanten. Ik vond
slechts één drukfoutje: Numibië (p. 67) moet Numidië zijn (nu
Noordoost-Algerije).
De doelgroep dan: iedereen die interesse heeft voor de klassieke
oudheid en vooral de leraren en professoren die nu een massa
schema’s aangereikt krijgen waarmee ze hun leerlingen en
studenten kunnen tonen hoe het Romeinse Rijk functioneerde.
©Jef Abbeel, oktober 2021
www.jefabbeel.be