Catherine Merridale, Lenin in de trein. De reis naar de
revolutie. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, A’dam / Pelckmans,
Kalmthout, 2016. 288 p., kaarten, foto’s, noten, register. ISBN
978 90 468 2125 1; € 24,99.
Lenin in de trein
De Russische revolutie is 100 jaar oud en daar worden we wekelijks aan herinnerd door de nieuwe boeken. Merridale(°1959) is ex-fellow traveller, ex-hoogleraar in Londen en nu fulltime schrijver. Ze deed de reis over die Lenin in april 1917 ondernam van Zwitserland door Duitsland, Zweden en Finland naar Sint-Petersburg / Petrograd, ze verbleef in dezelfde appartementen en ze doorzocht ook de archieven van de plaatsen die Lenin aandeed. De reis van 3.000 km duurde acht dagen, de Fransen en de Britten waren ervan op de hoogte, maar ze konden weinig ondernemen want Lenin had de volledige steun van de Duitsers. .
Inhoud
Lenin in de trein
De schrijfster vertelt de geschiedenis van de revolutionaire beweging vanaf 1900, met toppers zoals Lenin en Trotski en minder bekende spelers zoals de Joden Alexander Helphand / Parvus en Jakov Fürstenberg, die Lenin aan het nodige geld hielpen.
Lenin was in 1916 met zijn vrouw in Zürich neergestreken, las
daar op 1 jaar 148 boeken en 232 artikelen in het Engels, Frans
en Duits en schreef daar ook een essay van 120 pagina’s : “Het
imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme”. In 1903
had hij een breuk veroorzaakt in de Russische beweging tussen
bolsjewieken en mensjewieken.
In 1917 waren de tekorten aan graan en ander voedsel in
Petrograd zo groot , dat er op 27 februari een revolutie
uitbrak. In de arbeiderswijken bereidden de bolsjewisten een
gewapende staatsgreep voor. De tsaar gaf vanuit het front het
bevel om de opstand neer te slaan. Er werd een Voorlopige
Regering gevormd, met als voorzitter Georgi Lvov, een Moskouse
filantroop. Kerenski werd minister van justitie. Tsaar Nicolaas
II trad af op 2 maart. Rusland werd een republiek.
De Voorlopige Regering kondigde amnestie af voor alle politieke
ballingen, schafte de censuur en de doodstraf af, voerde
vrijheid van pers en algemeen kiesrecht in: nooit was Rusland zo
vrij als in die maanden. Lenin vernam dat allemaal in Zürich en
had enkel interesse in de amnestie voor ballingen. De rest zou
hij weer afschaffen.
Na vele intriges, wist hij de Duitsers te overhalen om hem en
dertig kompanen in een trein met extraterritoriaal statuut, naar
Rusland te sturen, om daar de revolutie te ontketenen en een
einde te maken aan de oorlog. De eerste contacten dateerden al
van mei 1915 : Alexander Helphand was zijn tussenpersoon. Hij
zorgde voor veel geld, in ruil voor informatie over de toestand
in Rusland.
Alle documenten over die collaboratie met de Duitse vijand, zijn
half november 1917, drie weken na de staatsgreep, door de
bolsjewieken vernietigd. Of bijna alle : in de jaren ’90 is er
één document teruggevonden waaruit de omvang van de collaboratie
blijkt (Le Vif, 17.02.2017).
Die treinreis begon op 27 maart (9 april volgens onze kalender)
en wordt tot in de kleinste puntjes beschreven, dus ook met veel
onnodige details, zoals de regels voor het roken en de
bezienswaardigheden onder weg. In de havenstad Sassnitz namen ze
het stoomschip naar Zweden. Ondertussen waren andere
bolsjewieken uit Siberië gearriveerd in Sint-Petersburg, o.a.
Kamenev en Stalin op 12 maart. Zij hadden de Februarirevolutie
dus gemist. En Stalin zat niet op de trein van Lenin, wat
vervalste schilderijen later wel suggereerden. Trotski probeerde
van New York terug te keren naar Rusland, over zee, maar dit
werd door de Britten (tijdelijk) tegengehouden. In Petrograd
kreeg de Sovjet ondertussen meer prestige dan de Voorlopige
Regering. In Malmö aten Lenin en co in het dure hotel Savoy en
namen ze de trein naar Stockholm.
Ondertussen werden in Petrograd op 23 maart de slachtoffers van
de Februarirevolutie begraven : 1382, onder wie 869 soldaten.
900.000 mensen woonden deze begrafenis bij en zongen de
Russische versie van de Marseillaise. Elke avond was er wel
ergens een meeting met toespraken tegen de regering, die zich
verplicht voelde de oorlog verder te zetten, zeker nu ook de VSA
de oorlog had verklaard aan Duitsland.
In Stockholm arriveerde de trein op 31 maart / 13 april. Een
chic comité verwelkomde de reizigers. Ze mochten in een mooi
hotel overnachten en er werd ook nog geld voor hen ingezameld.
Lenin kocht er nieuwe schoenen en een nieuw pak. Dan reisden ze
verder naar Tornio aan de poolcirkel. Aan de grens werd Lenin
urenlang ondervraagd, maar de minister van justitie liet weten
dat de nieuwe democratische regering al zijn staatsburgers weer
binnenliet. Nadien zou dat de ondergang van de regering worden.
De man die Lenin binnenliet (Rugen), werd daarna door Lenin als
dank ter dood veroordeeld.
Lenin bleef zijn harde lijn verdedigen: geen steun aan de
Voorlopige regering, geen samenwerking met andere partijen.
Andere bolsjewieken zoals Molotov en Kamenev wilden wel
samenwerken met de mensjewieken en de oorlog verderzetten.
Op 3(16) april werd Lenin door de bolsjewieken goed ontvangen in
het Finlandstation, hoewel iedereen wist dat hij met de hulp van
de vijand naar Rusland was gekomen. In het Stadspaleis gaf hij
een donderpreek aan zijn kameraden, omdat ze voor de Voorlopige
Regering waren. Ze dachten dat Lenin gek was geworden. En zijn
leuze “Brood, vrede en grond” bestond al weken voordat Lenin
opdaagde. Zijn dictaten werden verworpen. Maar Lenin herhaalde
ze in de Pravda van 7 april: de Aprilthesen, in 579 woorden. En
hij hield vol, tegen iedereen in: er mocht maar één macht zijn,
de Sovjet, onder leiding van Lenin. Deze kreeg stevige
financiële steun van de Duitsers, waarmee hij het haalde,
volgens Kerenski. Dit kan kloppen, maar het is moeilijk te
bewijzen.
In juli 1917 maakte de regering Kerenski het schandaal van de
geheime financiering door Duitsland bekend in Petrograd. Gevolg:
Lenin en Zinovjev moesten tijdelijk naar Finland vluchten , uit
vrees voor een proces voor landverraad. In augustus 1917 werden
de twee ervan beschuldigd Duitse agenten te zijn, die met Duitse
miljoenen de Pravda en hun activiteiten overeind hielden.
Het laatste hoofdstuk gaat over het appartement van de
Alliloejevs, de familie van Stalins tweede vrouw
Nadja(1901-1919-1932). Lenin zocht er zijn toevlucht in juli
1917. Later werd het een bedevaartsoord. In 1938 maakte Stalin
er een museum van. Daar hangt het schilderij dat op de kaft van
dit boek staat: de aankomst van Lenin. Stalin zat niet in die
trein, maar is er later aan toegevoegd door schilder Sokolov
(1875-1953). De andere treinreizigers zijn door Stalin
geliquideerd, omdat ze teveel wisten.
De auteur vermeldt het handelsverdrag tussen de Britten en de
Sovjets van 1921, maar ze vergeet het vredesverdrag van
Brest-Litovsk, dat Lenin en Karl Radek in maart 1918 sloten met
de Duitsers en waarin Lenin zijn schulden aan Duitsland
terugbetaalde met vrede en veel gebiedsverlies. En de
schrijfster vergeet ook het geheime verdrag van Rapallo, waarin
de Sovjets en de Duitsers afspraken dat de Duitsers, tegen de
bepalingen van Versailles in, wapens en gevechtsvliegtuigen
mochten vervaardigen op Russisch grondgebied, in ruil voor
Duitse hulp aan de industrialisatie van Rusland.
Ze vertelt wel dat Lenin in 1918 tienduizenden safes van banken
liet leegroven, wat 500 miljoen roebel opbracht of 250 miljoen
dollar(231). Ze zegt er niet bij wat hij ermee deed.
Trouwe medewerkers van Lenin zoals Sjljapnikov, die kritiek
durfden uiten, werden ongenadig uit de weg geruimd. Stalin
overtrof hem hierin: Trotski, Karl Radek, Zinovjev, Fritz
Platten, Kamenev, Soechanov, Yakov Fürstenberg en eindeloos vele
anderen werden tussen 1937 en 1940 geliquideerd. En
Kroepskaja(+1939), de vrouw van Lenin, werd monddood gemaakt.
Meer geluk hadden de mensen die tijdig naar Parijs of Brussel
waren gevlucht: Georgi Lvov, Michail Teresjtsjenko, Pavel
Miljoekov, Alexander Kerenski en anderen; ze verloren hun bezit,
maar bleven in leven. Kerenski vluchtte in 1940, net voor
Hitlers komst, verder naar de VSA, waar hij memoires schreef,
weliswaar in verschillende versies.
Het mausoleum van Lenin is een belediging aan de miljoenen die
door zijn schuld gedood zijn. Met de glasnost van Gorbatsjov
kwam heel geleidelijk een einde aan heel veel leugens. We zijn
benieuwd hoe Rusland dit jaar de 100° verjaardag zal herdenken:
een groot feest zal het niet worden.
Beoordeling
De auteur heeft grondig en vooral geduldig onderzoek verricht.
Ze heeft de reis van Lenin helemaal overgedaan, de archieven van
de spoorwegen doorzocht, geslapen en gegeten op de plekken waar
Lenin dat gedaan had. Ze heeft ook de memoires doorgenomen van
vele Russische revolutionairen zoals Trotski, Miljoekov,
Kerenski, Soechanov e.a. Ook in haar noten(247-269) staan soms
interessante zaken, zoals haar kritiek op de “Russian History
Atlas” van Martin Gilbert, die een foute kaart geeft van Lenins
reis. Ze geeft ook een degelijke en geannoteerde lijst van
aanbevolen boeken(270-273). Het register bevat zowel personen
als zaken.
Zoals hierboven aangestipt, ontbreken er een paar verdragen, de
enige vrije verkiezingen waarbij Lenin slechts 25 % haalde en
die hij dus annuleerde. Verder ook de moord op de tsarenfamilie,
de syfilis die Lenin opgedaan had in Genua en die zijn
hersenbloedingen allicht bespoedigd heeft. Ik mis ook een
chronologisch lijstje met de voornaamste feiten van
1917-1922/24.
Omgekeerd is ze bij momenten zeer langdradig en vertelt ze
eindeloos vele onbeduidende details, b.v. over de moord op
Raspoetin, die hier niet ter zake doet, de Britse spion Hoare
(1880-1959) die in 1916 naar Petrograd trok om toe te zien of de
Russen zich hielden aan het handelsembargo tegen Duitsland en of
er met Lenin een handelsverdrag kon worden gesloten, het
appartement waarin Lenin in april-mei 1917 verbleef enz. De
auteur onderzocht ook te weinig de omvang van de financiële
collaboratie met Duitsland. Ze kan wel spannend en humorvol
vertellen.
Jef Abbeel,maart 2017