Vladimir Fédorovski, Dictionnaire amoureux de Saint-Pétersbourg.
Editions Plon, Paris, 2016. 642 p., tekeningen, chronologie,
bibliografie. ISBN 978-2-259-24845-7; € 25.
Sint-Petersburg
Sint-Petersburg is een prachtige stad aan de Neva, met een relatief korte geschiedenis(°1703), maar een heel intense: er is op korte tijd heel veel gebouwd en heel mooi, het werd de culturele hoofdstad van Rusland, de geschiedenis kreeg er een totaal nieuwe wending met de revoluties van 1917, de weerstand tegen de nazi’s was heroïsch en duurde bijna 900 dagen. De meeste schrijvers, dichters, componisten, wetenschappers, balletdansers, veelal Joden, leefden en floreerden hier.
Inhoud
Sint-Petersburg
De Oktoberrevolutie greep ook hierop in: het ballet moest volks zijn, het Mariinsky-theater ook. Dit boek is alfabetisch opgesteld. Een chronologische volgorde zou beter zijn. Het eindigt wel met een chronologie van 1703 tot 2000. Blijkbaar is er na 2.000 niets meer gebeurd. De gouden tijd was in de eerste helft van de 19° eeuw, met Poesjkin, Tsjechov, Tsjaikovski, Lermontov, Gogol en Tolstoi.
De grootste welvaart kende de stad op het einde van de 19° eeuw
tijdens minister Witte en de industriële revolutie. In 1890
waren er 1 miljoen inwoners, in 1910 was dat 2 miljoen. Voor de
eerste keer in de geschiedenis keek de westerse wereld naar
Rusland, dat op 10 jaar tijd (1902-1912) groeide van 139 naar
171 miljoen.
We bespreken hier enkele toppers. Achmatova(1889-1966) was voor
velen de beste Russische dichteres. Ze was bevriend met
Modigliani, maar mocht van Stalin en zijn opvolgers niet meer
publiceren. Haar zoon Lev Goemilev en haar tweede man vlogen de
goelag in.
Tsaar Alexander I (1801-1825) was veeltalig en sprak beter Frans
dan Napoleon, die hij langdurig ontmoette in Tilsit en Erfurt.
Napoleon dacht dat Apollo voor hem stond. Hij vroeg zijn zus ten
huwelijk, maar dat mislukte zowel bij de eerste als bij de
tweede. Alexander liet een Franse architect een zuil voor hem
bouwen en de Sint-Isaakkathedraal, op 2 na de grootste van
Europa. In december 1825 kwamen officieren tegen hem in opstand:
de dekabristen. Ze eisten een grondwet, maar kregen zware
straffen: vijf werden opgehangen, honderden werden naar de
zoutmijnen in Siberië verbannen.
Alexander II, de tsaar-bevrijder, schafte in 1861 de
lijfeigenschap af en ook de censuur. Zijn verkoop van Alaska was
een vergissing. Wellicht was hij de grootste tsaar, maar hij
werd er niet voor beloond: zeven aanslagen mislukten, de 8° was
dodelijk. Op zijn bloed werd een kathedraal gebouwd. Zijn
opvolger Alexander III voerde weer een strenger beleid.
De bekendste dichter was Alexander Blok, die o.a. het geweld van
de Oktoberevolutie en de instorting van de oude wereld beschreef
in zijn gedicht “De Twaalf”. Die twaalf waren bandiet-apostelen,
die plundering en moord installeerden aan de Neva. Hij wou
emigreren, maar kreeg geen visum en stierf dan aan ziekte en
wanhoop.
Een volgend artikel gaat over de culturele hoofdstad:
Moskovieten verwijten SPB dat het geen echte Russische stad is:
de naam klinkt te Duits, ze ligt aan de rand van het rijk bij de
Baltische landjes die ook meer Duits zijn, de bevolking was
altijd te kosmopolitisch, de meeste monumenten hebben Italiaanse
en Franse architecten.
Catharina II (1762-1796) zette haar man opzij en liet hem
vermoorden. Zij correspondeerde met Diderot en Voltaire,
veroverde de toegang tot de Zwarte Zee op de Turken, had veel
liefdesaffaires met legerleider Potemkin en anderen, kreeg in
1764 van een Duitse koopman 225 schilderijen van Hollandse en
Vlaamse meesters, haalde er nog vele honderden naar de
Hermitage. Helaas verkocht Lenin er een pak aan Armand Hammer en
Stalin aan Andrew Mellon. Nu telt het museum 3 miljoen
kunstwerken, waarvan slechts 5% te zien zijn.
De contrarevolutie van 1991 ging gelukkig niet gepaard met veel
geweld: de nucleaire wapens werden niet gebruikt. Paus Johannes
Paulus II noemde dat het mirakel van de 20° eeuw. Gorbatsjov was
meermaals gewaarschuwd en reageerde hautain: het zijn maar
middelmatige figuren. Jeltsin hield de coup tegen en kreeg het
volk achter zich, Gorbatsjov verloor het. Fedorovski hoorde toen
bij de entourage van Jeltsin. Toen Sobtsjak uit Moskou
terugvloog naar Leningrad, stond Poetin daar klaar met een
militie om te verhinderen dat de KGB hem zou oppakken. Hij werd
later goed beloond door burgemeester Sobtsjak en door Jeltsin,
die samen de coup en de SU ongedaan maakten. Poetin zegt nu dat
de verdwijning van de SU de grootste tragedie en geopolitieke
ramp van de 20° eeuw was.
Dostojevski was een pessimistisch schrijver, die getekend werd
door veel ongeluk in zijn familie en in 1849 als lid van een
revolutionaire organisatie gedeporteerd werd naar “het huis der
doden” in Siberië. Nadien schreef hij zijn grote romans en
voorspelde hij de ondergang van Rusland in 1917. Elisabeth,
dochter van Peter de Grote, haalde Rastrelli binnen om “het
Palmyra van het Noorden” nog mooier te maken met
barokpaleizen(Tsarskoje Selo, Peterhof), bruggen en lanen.
De moord op Kirov (1 dec.1934) is nooit opgehelderd. Stalin was
jaloers op zijn vriend, die veel populairder was. Maar de
archieven bevestigen niet dat hij bevel gaf tot de moord. Het
was wel de aanleiding tot zijn Grote Terreur: 48.000 of 6 % van
de 680.000 gefusilleerden waren van Leningrad, hoewel de stad
maar 2 % van de bevolking telde. Stalin pakte de stad hard aan,
ook tijdens de 2° W.O.
Dan gaat het over de broer van Lenin, met wie alles begon: in
1887 probeerde hij de tsaar te vermoorden. Lenin zwoer toen de
tsarenfamilie uit te moorden. Fedorovski leidt zijn bijnaam af
van de rivier de Lena, maar zijn vrouw Kroepskaja wist de
herkomst zelf niet en zijn biograaf Sebestyen twijfelt er ook
aan. Fedorovski beweert dat Lenin verantwoordelijk is voor 25
miljoen doden(271): dat lijkt mij overdreven, net zoals de
totale menselijke kost van Lenin en zijn opvolgers: “125
miljoen”(589).
De recentste biografen Sebestyen en Courtois houden het voor
Lenin bij 9 miljoen, wat nog veel teveel is en in Rusland nog
altijd niet aangeleerd wordt. Het Mariinsky-theater, in 1860
genoemd naar Marie, dochter van tsaar Alexander II, was in de
19° eeuw één van de symbolen van de stad, met schitterend
ballet, totdat de bolsjewieken de controle overnamen. Zij
beschouwden ballet als een nutteloze erfenis van de bourgeoisie.
Hun nieuw publiek van arbeiders, soldaten en matrozen snapte
niets van die dans. De beste dansers zoals Diaghilev en Nijinski
emigreerden naar het Westen. Pas in 1988 kon het theater
herleven.
De Russische avant-gardekunst ontstond uiteraard in SPB en niet
in Moskou: Tatlin, Malevitsj en anderen exposeerden daar. In
1917 geloofden zij in de revolutie. In 1919 opende daar het
eerste museum van moderne kunst ter wereld. Malevitsj werd
directeur. Stalin maakte een einde aan de bloei.
Nicolaas II werd tsaar tegen zijn zin. Tijdens zijn kroning
verongelukten 1389 personen in de chaos. In maart 1917 werd hij
afgezet, in juli 1918 vermoord met heel zijn gezin. Lenin had
dat beslist, Sverdlov bracht het besluit over naar de plek van
de moord, Joerovski voerde ze uit met huurlingen. De SU vertelde
altijd andere versies.
De witte nachten: daarvoor moet je op het juiste moment daar
zijn, tussen 15 juni en begin juli. Dan zijn de dagen zo lang en
de nachten zo kort dat de avond overgaat in dageraad en de zon
niet ondergaat. Dat mag ook wel na een lange winter van 8
maanden.
De Ochrana (1881-1918) werd opgericht n.a.v. de vele betogingen
en aanslagen. In 1918 werd ze vervangen door de Tsjeka, die veel
groter en gruwelijker was.
De Jood Alexander Helphand of Parvus vanwege zijn volume (150
kilo) was de uitvinder van de wereldrevolutie, een idee dat
Trotski overnam. Hij regelde de treinrit van Lenin naar
Petrograd in april 1917 en kreeg van de Duitse vijand nog een
pak geld erbij. Nadien liet Lenin hem vallen en vernietigde hij
alle documenten die getuigden van zijn collaboratie met de
Duitsers.
Peter de Grote verplichtte de Russen om te verwestersen, liet de
stad SPB bouwen (braaf genoemd naar de heilige apostel Petrus),
begon met kunst te kopen in Italië en Duitsland, wat de
tsarina’s na hem verder zetten. Van de 342 bruggen in SPB zijn
sommige ook echte kunstwerken.
Poesjkin, grote verleider, grote Rus en grootste dichter,
sneuvelde helaas al jong in een dom duel met een concurrent voor
zijn vrouw. De auteur zegt : op 27 januari(464). Hij vergeet het
jaartal: 1837.De volgende held is Vladimir Poetin. Hij groeide
op in armoede, werd na zijn studies hoofd van de KGB in Dresden,
later kabinetschef van Sobtsjak, dan opvolger van Jeltsin. Hij
heeft zich omringd met Medvedev en andere mensen uit SPB.
De Protocollen van de Wijzen van Zion(1901) zijn een vervalsing,
waarin beweerd werd dat Joden en vrijmetselaars de wereld zouden
domineren. Ratsjkovski, de baas van de Ochrana zorgde voor de
inspiratie, Golovinski schreef de tekst. Antisemitisme was al
aanwezig in SPB tijdens Catharina II, Alexander III versterkte
de numerus clausus: het maximum aantal Joden in het onderwijs
etc. Aan de universiteit van SPB daalde hun aantal toen van 14 %
in 1887 naar 7 % in 1902. Gevolg: Joodse jongeren kozen voor de
revolutie. Hitler misbruikte de protocollen en in de Arabische
landen worden ze nu nog altijd uitgegeven.
De Siberische boer, genezer, vrouwenloper en voorspeller
Raspoetin krijgt ook de nodige aandacht. Hij tutoyeerde en kuste
de tsaar en zijn vrouw. Prins Joessopov vermoordde hem.
Rastrelli was de grote architect van SPB. De ene keer zegt
Fedorovski dat Elisabeth hem binnenhaalde, de andere keer is het
Peter de Grote. Tijdens Peter de Grote bouwde hij zijn eerste
winter- en zomerpaleis in hout, met 200 en 160 kamers. Tijdens
Elisabeth deed hij dat nog eens over in steen en bouwde hij ook
Peterhof met zijn fonteinen, Tsarskoje Selo, het Smolnyklooster
en de mooie, barokke Sint-Andreaskerk in Kiev.
De revolutie van 1905 werd voorafgegaan door de vernederende
nederlaag tegen Japan. Pope Gapon, tegelijk agent van de
Ochrana, organiseerde een grote vreedzame betoging voor meer
loon en een achturige werkdag. Het leger schoot erop los: “96
doden en 333 gewonden”, volgens de officiële cijfers, honderden
doden volgens de betogers. Dan volgden de oprichting van sovjets
en revolutionaire partijen, de opstand van de Potemkin en vooral
de beslissende 1° W.O. De profetische Raspoetin was (samen met
dichteres Hippius) één van de weinigen die de tsaar waarschuwde
om niet mee te doen aan de oorlog. SPB werd Petrograd: dat klonk
minder Duits. De oorlog werd een catastrofe: meer dan 2 miljoen
doden, tekorten aan alles, een inflatie van 300 %. In februari
1917 brak een spontane volksopstand uit bij – 40 °: de aanvoer
van graan en brandstof was onmogelijk. 150.000 personen
betoogden, één schoot op de politie, die bleef lang inactief,
soldaten begonnen te muiten, ze bevrijdden gevangenen, roofden
40.000 geweren en 30.000 revolvers, lynchten politiemannen, het
volk begon te plunderen, de elitetroepen van de kozakken kozen
de kant van de revolutie. Deze was dus niet vreedzaam: dat was
een mythe. In Petrograd vielen 1500 doden(529). De auteur
vergeet nog de doden in Moskou en elders. Op 2 maart werd een
Voorlopige Regering gevormd. De voorzitter van de Doema en drie
generaals eisten het aftreden van de tsaar. Hiermee eindigde de
Romanov-dynastie. De Voorlopige Regering voerde allerlei
vrijheden in, o.a. dat de bannelingen mochten terugkeren.
Trotski en Lenin moedigden de bevolking aan om de rijken te
plunderen. De onbekwame Kerenski greep niet in: hij had de
oproerkraaiers kunnen uitschakelen. Een echte staatsgreep was
niet meer nodig: de Voorlopige Regering verkeerde al in
doodstrijd. De sovjet-propaganda, John Reed en filmmaker
Eisenstein maakten een mythe van niets. In de nacht van 24 op 25
oktober vielen de bolsjewieken het Winterpaleis aan, na een
schot van de Aurora. De Voorlopige Regering werd aangehouden,
behalve Kerenski, die op weg was naar het front. In het paleis
werden vrouwen verkracht, dure wijn uitgezopen, maar er vielen
op dat moment geen doden. Nadien vielen er miljoenen tijdens de
Rode Terreur, de Burgeroorlog, de hongersnood, Stalins
collectivisatie en grote terreur.
Het beleg van Leningrad door de nazi’s had als doel dit centrum
van bolsjewisme en joodse intelligentsia, de wieg van de
revolutie en het symbool van het Slavisch genie helemaal van de
kaart te vegen. 900 dagen werd de stad met 2,5 miljoen inwoners
afgesloten van de rest van het land. Fabrieken en transport
vielen stil bij gebrek aan brandstof. De inwoners kregen 110
gram brood per dag. De bevoorrading verliep via het bevroren
Ladogameer. De helft stierf van de honger. Stalin stond vijandig
tegenover deze stad van politieke en culturele oppositie. Toen
de Duitsers de paleizen rondom de stad verlieten, plunderden en
vernielden ze die. De gestolen kunstwerken hebben ze nadien wel
grotendeels teruggegeven. De restauratie kostte veel geld en
tijd. Pas in 1989 vroeg Gorbatsjov om een lijst op te maken van
de 1,25 miljoen slachtoffers. Memorial is daar nog mee bezig.
De Slavofielen vreesden dat de opgelegde Europeanisering de
Russische identiteit zou bedreigen, terwijl de Westersgezinden
meenden dat Rusland zijn achterstand enkel kon inhalen door te
leren van het westen. Over dit onderwerp verscheen in 2017 de
degelijke studie van Michel Niqueux, “L’Occident vu de Russie”.
Stolypin, premier van 1906 tot 1911, was volgens Fedorovski en
Pipes de bekwaamste Russische staatsman van de 20° eeuw. Hou wou
Rusland hervormen en had de revolutie kunnen voorkomen, maar hij
werd vermoord door een anarchist in de opera van Kiev in
aanwezigheid van heel de tsarenfamilie en van de regering.
Met de Oktoberrevolutie verdween ook het moderne, Europese SPB.
De bolsjewisten haalden 24,5 % bij de enige verkiezingen van
november 1917, maar ze grepen alle macht en roofden ook het geld
uit de banken. Ze verplaatsten de hoofdstad naar Moskou en
vernietigden de mythe van SPB, dat bijna een dode stad werd.
Tijdens de burgeroorlog van 1919-1921 ontvluchtte meer dan de
helft van de bevolking de terreur en miserie van de stad; de
hongersnood doodde tientallen duizenden. In 1924 veranderde
bovendien de naam in Leningrad. Raspoetin had in 1916 de moord
op de tsarenfamilie voorspeld plus stromen van bloed over
Rusland: het kwam helaas uit. Fedorovski citeert Alexander
Yakovlev, de ideoloog van de perestrojka, die zegt dat het
totalitaire regime in Rusland 125 miljoen slachtoffers maakte
tussen 1917 en 1985 (589): dat is wel het hoogste cijfer dat ik
ooit gelezen heb, twee à drie keer zo hoog als vele anderen
zeggen. En dan moet men het dodental van de 2° W.O. er ook
bijtellen, dat in Rusland steeg met de jaren: tijdens Stalin
leerde men “12 miljoen”, in 2017 verkondigde de Doema “42
miljoen”.
Het boek eindigt met schrijver Zochtsjenko, succesvol tot 1953,
dan in ongenade bij Stalin, en gestorven in 1954.
Fedorovski heeft alweer een heel boeiend boek geschreven, in
prachtig en vloeiend Frans, over een stad die hij door en door
kent en bemint. Behalve de aangehaalde dodenaantallen, is het
moeilijk er een fout in te vinden, behalve een drukfoutje:”1798”
op p. 570 moet 1698 zijn. Hij zegt niet altijd duidelijk wie de
grote paleizen gebouwd heeft: Peter de Grote, Elisabeth of
Catharina.
Bij de grote persoonlijkheden mis ik de Joodse dichteres en
schrijfster Zinaida Hippius(1869-1945), met haar “Peterburgse
Dagboeken”(1914-1919) en “De schittering van woorden”. Zij was
een intellectueel en artistiek buitenbeentje en waarschuwde de
tsaar tevergeefs voor de 1° W.O.
In de uitsluitend Franstalige bibliografie staan vele werken uit
de jaren 1920-1930, die wellicht nergens meer te krijgen zijn.
Jef Abbeel, febr. – maart 2018