Joshua Yaffa. Tussen twee vuren. Buigen of barsten onder het
regime van Poetin. ISBN 978-90-003-5610-2. Uitgeverij Lannoo,
Tielt, april 2020. Vertaling van ‘Between two Fires’ door
Margreet de Boer en Martine Both.Kaart, bronnen, register, 399
p., € 26,99
Tussen twee vuren. Buigen of barsten onder het regime van Poetin
Yaffa is een Amerikaans-Joodse journalist, die in 2001 naar Sint-Petersburg trok om er Russisch te leren en van 2012 tot 2017 in Moskou verbleef als correspondent voor The New Yorker en andere toonaangevende kranten en weekbladen. Hij reisde door Rusland en interviewde vele Russen, van wie hij er in dit boek zeven portretteert. Zijn kernvraag was hoe ze het Poetinisme overleven, welke compromissen ze sluiten, hoe ze schipperen bij hun ethische keuzes. Ze zijn allemaal trots op hun moederland, ze zijn gehoorzaam, maar ze gebruiken de staat ook voor hun nobele doelen.
Inhoud
Tussen twee vuren. Buigen of barsten onder het regime van Poetin
Overlevingsmechanisme
Het
overlevingsmechanisme van de Russen dateert al van in de
Sovjettijd: de homo sovieticus was tegelijk vindingrijk en
passief, wantrouwig en onverschillig. Met Gorbatsjov kwam er een
beperkte verandering. Toen Poetin in 2000 aan de macht kwam,
bedacht socioloog Levada de term ‘schipperende mens’ en schreef
hij: ”De Russische schipperende mens tolereert dat hij misleid
wordt, sterker nog hij misleidt zichzelf. Hij zoekt naar gaatjes
in het systeem en ontduikt de regels” (p. 19).
En lang voor Levada sprak Poesjkin al over de ‘schipperende
horige’, die in zijn slavernij toch voortdurend zijn meester te
slim af was (p. 21). De meeste Russen zijn geen Stalin en ook
geen Solzjenitsyn. Dat geldt trouwens niet enkel voor de Russen.
Na de teleurstellingen van de jaren 90 herstelde Poetin de macht
van de staat en bijna alles kwam onder zijn direct bevel: tv,
oliemaatschappijen, rechtspraak, orthodoxe kerk (p. 21). De
geheime dienst speelt hierin ook een rol, maar die wordt in dit
kader niet genoemd. De olieprijs steeg, de lonen
verdrievoudigden, Poetin kreeg in de peilingen van Levada een
waardering van boven de 80%. Ook trotse en briljante Russen zijn
ervan overtuigd dat ze hun mooie doelen enkel kunnen bereiken in
samenspraak met de staat. Als je de fondsen van de
(kwaadaardige) staat gebruikt voor iets goeds, ben je dan slecht
bezig? Velen zitten dus tussen twee vuren, zoals de titel van
het boek zegt.
Staatstelevisie
Het eerste portret is van Konstantin Ernst, °1961, de zeer
succesvolle regisseur van Kanaal 1, die op 31 december 1999 de
afscheidstoespraak van Jeltsin mocht filmen, waarin Jeltsin als
eerste in de geschiedenis van Rusland vrijwillig afstand deed
van de macht en vergiffenis vroeg voor zijn falen. Tijdens
Gorbatsjov besprak Ernst al problemen op tv zoals de corruptie,
het falen in Afghanistan, waardoor hij de mensen dwong erover na
te denken. Maar in 1996 zette hij zich met zijn tv-zender
volledig in voor de herverkiezing van Jeltsin: hij was dus
staatsdienaar geworden. En vanaf 2000 voor Poetins informatie en
desinformatie: blijkbaar had hij al zijn principes overboord
gegooid. Ernst maakte de Poetins-shows en -mythes steeds
indrukwekkender, inclusief de leugens i.v.m. de Koersk in 2000,
de terreur in Beslan in 2004 en het niet tonen van de protesten
van Navalny. In 2014 mocht hij ook de openings- en slotceremonie
van de Olympische Winterspelen regisseren. Tegelijk maakte hij
films die ook in Amerika succes kenden, zoals Night Watch. En
documentaires over onderwerpen die anders niet aan bod kwamen
zoals de wandaden van het Stalinisme.
Kortom, Ernst is zeer loyaal aan Poetin, maar mag dan ook dingen
realiseren die anderen niet doen. Hij vindt het geweldig dat hij
zoveel miljoenen mensen kan beïnvloeden.
Tsjetsjenië
Het tweede personage is de Tsjetsjeense Heda Saratova. De Russen
hebben de Tsjetsjenen nooit volledig kunnen onderwerpen en in
1944 liet Stalin hen deporteren naar Siberië. In 1957 mochten ze
van Chroesjtsjov terugkeren. De eerste Tsjetsjeense oorlog
(1995-1996) was geëindigd met een wapenstilstand. De tweede
(1999-2009) was zeer wreed en kostte vele doden in beide kampen.
Russische troepen hielden ‘zuiveringsacties’, waarbij ze mensen
oppakten en doodmartelden. Saratova bezorgde in 1999 beelden van
gruweldaden aan Westerse journalisten en ngo’s, waardoor ze haar
leven in gevaar bracht.
Toen Tsjetsjeense terroristen aanslagen begonnen te plegen in
Russische steden, droeg Poetin de macht over aan Kadyrov, eerst
aan vader Achmat, dan aan zoon Ramzan. Nu heerst in Tsjetsjenië
de sharia in plaats van het Russisch recht. Na de moord op
Politovskaja (2006) en een andere mensenrechtenactiviste
(Estemirova) door aanhangers van Kadyrov, concludeerde Saratova
dat ze moest samenwerken met … Kadyrov om iets te verwezenlijken
en om te overleven (p. 117).
De Islamitische Staat was een probleem voor Tsjetsjenië: 4.000
Tsjetsjenen sloten zich erbij aan in Irak of Syrië. Hun vrouwen
en kinderen volgden. Kadyrov en Saratova proberen hen terug te
halen, deels met succes. Voor de homo’s neemt zij het helaas
niet op: ze sluit zich aan bij Kadyrov, die hen laat oppakken en
martelen. Soms worden ze gedood door hun eigen familie, die
homo’s erger vinden dan terroristen (p. 137)! Saratova besluit:
in Tsjetsjenië kun je enkel iets goeds doen als je de kant van
de macht kiest (p. 144).
Orthodoxe kerk
Vervolgens toont Yaffa aan hoe goed patriarch Kirill opschiet
met Poetin, die hij een godswonder noemt. Kerk en staat gingen
zelden zo goed samen. In heel de orthodoxe kerk durfde maar één
pastoor hier kritiek te uiten: Pavel Adelgejm/Adelheim uit
Pskov. In de Sovjettijd had hij al drie jaar concentratiekamp
gekregen voor het heropbouwen van zijn kerk en daar had hij zijn
rechterbeen verloren door een bewust ongeval. In de jaren 90
kreeg hij ook tegenstand van zijn orthodoxe oversten, die hem
telkens zijn parochie afpakten en degradeerden. Van patriarch
Kirill lekte uit dat hij een duur horloge heeft van 30.00
dollar, een nog veel duurder luxeappartement en voor 1 miljoen
dollar zeldzame boeken. Uiteindelijk werd de kritische Adelheim
in 2013 vermoord door een zenuwzieke of pseudo-zenuwzieke, die
hij in zijn huis had opgevangen.
Krim
Het derde portret is van Oleg Zoebkov, een Rus die op de Krim
grote dierentuinen heeft en die zich zorgen maakte om het
anti-Russisch karakter van de Maidan-protesten. Poetin vreesde
dat Oekraïne voor de NAVO zou kiezen en bezette de Krim, waar de
Russische marinebasis Sebastopol ligt. Zoebkov was aanvankelijk
blij met de annexatie en met het referendum: de opkomst was 83%
en daarvan stemde 97% voor Rusland. Een andere bron, de
Mensenrechtenraad van Poetin, sprak over een opkomst van 30 à
50%, van wie 50 à 60% voor Rusland stemde (p. 209). Voor Poetin
was de annexatie een succes: zijn populariteit steeg tot 86% (p.
211).
Maar de Krim was afhankelijk van Oekraïne voor elektriciteit en
water. In 2015 werd de elektriciteit gesaboteerd, zodat de
bewoners (en de dierenparken) zonder stroom zaten. Oekraïne had
ook de toegangswegen afgesloten. Zoebkov kon dus geen 450 kilo
vlees per dag aanvoeren voor zijn dieren. Bovendien werd hij
gepest door Aksionov, de leider van de Krim-republiek, en door
Poklonskaja, de hoofdofficier van justitie. In één jaar tijd
moest hij 157 keer voor een rechter verschijnen. Als hij opnieuw
mocht stemmen, zou hij voor Oekraïne kiezen. Daar kon hij alle
problemen oplossen met een knipoog of wat cash geld, in Rusland
waren/zijn de verstikkende regeltjes onuitputtelijk.
Yaffa vertelt ook over de Krim-Tataren, die in 1944 door Stalin
naar Siberië verbannen werden en die na de annexatie soms
constateerden dat jonge mannen verdwenen, gemarteld en gedood
werden.
Goelag
Zo komt Yaffa bij de vroegere kampen en meer bepaald Perm-36,
waar ook veel dissidenten terecht kwamen. In 1988 mocht de
laatste gevangene het kamp verlaten en in 1995 opende het museum
Perm-36. Maar zeker sinds 2014 wordt de Stalin-repressie weer
geminimaliseerd, met als nepargument dat ‘de doelstellingen
rechtvaardig waren’ (p. 267). Gevolg: het Perm-museum moest
voortaan aantonen dat ‘de Goelag een wapen was in de strijd
tegen de nazi’s’ (p. 269). Dat klopt hoegenaamd niet: de Goelag
bestond al 10 jaar eerder en bleef nog 40 jaar nadien bestaan.
Donbas en Syrië
De Russische interventies in Oost-Oekraïne en Syrië mochten niet
ontbreken. Deze laatste was en is niet enkel gericht tegen IS,
maar ook tegen milities die Assad omver willen werpen en ze
moest ook dienen om van Rusland weer een belangrijke speler te
maken in het Midden-Oosten en in de wereld (p. 286). Elizaveta
Glinka, een idealistische arts, organiseerde humanitaire missies
naar beide gebieden en kreeg daarvoor een prijs uit de handen
van Poetin. Zowel zij als Michail Fedotov, de voorzitter van de
Mensenrechtenraad van het Kremlin, gebruikten de staat voor hun
goede doelen. Ze kregen kritiek van liberale Russen, die hen
verweten dat ze zo het regime steunden. Dokter Liza kwam helaas
om in 2016 bij een vliegtuigcrash op weg naar Syrië.
Cultuur
Ook de culturele wereld kan niet zonder de staat: de ruim 600
grote theaters zijn voor 70% afhankelijk van staatssubsidie. De
staat en de oude garde in de kunst bemoeien zich dan ook graag
met de inhoud, zeker sinds Poetin in 2012/2014 een
conservatievere koers begon te varen en als het vertoningen zijn
met naaktscènes of experimentele kunst. Alle regels omtrent wat
mag als wat verboden is, zijn opzettelijk vaag. Een gunsteling
van de staat kan morgen uit de gratie vallen en opgepakt worden
‘wegens fraude’. Regisseurs zoals Serebrennikov en directeurs
van theaters kregen huisarrest ‘wegens verduistering van geld’.
Conclusie
De auteur besluit: bij moeilijke morele keuzes zijn er Russen
die proberen de staat te bedriegen, anderen schipperen en
sluiten een compromis met de overheid en plukken daar de
vruchten van. Hij heeft begrip voor hen: de Russische overheid
is zo machtig, dat je met haar moet samenwerken om ze een beetje
te veranderen.
Volgens Yaffa zal de ontevredenheid over Poetin toenemen: in
2000 was de economie voor 25% in handen van de staat, in 2019 is
dat voor 60 à 70%; tussen 2014 en 2019 daalde het inkomen met
15%; het vertrouwen in de staatstelevisie daalde met 30% tot
onder de 50%; de verhoging van de pensioenleeftijd werd door 89%
afgewezen (p. 360). Navalny heeft veel aanhangers bij de
jongeren, maar Poetin nog veel meer: 86% (p. 362)! De meeste
jongeren zijn pragmatisch. Wat hen interesseert, is welvaart, op
reis gaan, lekker eten, een auto. Dus niet de politieke
oppositie.
Het is dus nog lang niet afgelopen met Poetin en de schipperende
mens.
Beoordeling
De auteur maakt het de lezer niet gemakkelijk. Ook hij of zij
wordt verplicht na te denken over ethische vragen. En menigeen
zou hetzelfde doen als de schipperende Russen. De portretten die
hij tekent, zijn boeiend, maar te lang. Een woordenlijst met
begrippen zoals siloviki en migalka ontbreekt, maar via het
degelijke register zijn ze wel vlug terug te vinden. Op de kaart
(p. 8-9) staan veel te weinig plaatsnamen en zeker niet de
moeilijke zoals Bachtsjysaraj, die je niet in elke atlas vindt.
Er staan nogal wat drukfouten in. Ik citeer er enkele: zoon van
(een) oude vertrouweling (p. 68); alle mogelijk_ verklaringen
(p. 81); langbouw (p. 101); ‘twee jaar na de moord’ : moet drie
jaar zijn (p. 187); een pijnlijk_ slag (p. 190); Aksjonov i.p.v.
Aksionov (p. 207 e.v.); Oerkraïne (p. 239); oprichte krant:
opgerichte krant (p. 266); moordernaars (p. 266); vlucht 17:
vlucht MH17 (p. 303); seperatisten (p. 305); Kremin i.p.v.
Kremlin (p. 308); Jesjov i.p.v. Jezjov (p. 328); Gorky i.p.v.
Gorki (p. 331). Duizend roebel is € 13 i.p.v. ‘30’ (p. 293). En
31 december 1999 was niet ‘het einde van het millennium’ (p.
39): dat was pas op 31 december 2000. Bij een tweede druk mag de
uitgever dus wat aanpassingen doorvoeren.
Maar al deze details maken het boek niet minder boeiend. Het
helpt ons de politieke cultuur in Rusland beter te begrijpen.
Jef Abbeel, mei 2020
www.jefabbeel.be