Edwin Trommelen (2020). Rusland in 101 wodka-etiketten.Een bonte biografie van een land & zijn bewoners. ISBN 978 90-880-3106-9 / Uitgeverij Lias, Amsterdam/Agora, Aalst, maart 2020 / 224 p. , foto’s, noten, bibliografie, 19,99 euro

Rusland in 101 wodka-etiketten

Vooraf even dit: ondergetekende drinkt geen alcohol en weet dus niets over wodka, maar de schrijver weet er alles over. Het boek gaat vooral over Russische cultuur, geschiedenis, gewoontes, waarbij deze etiketten als kapstok fungeren. De etiketjes zijn kleine kunstwerken, de meerwaarde zit vooral in de achtergrondverhalen.
De veelzijdige auteur, ervaringsdeskundige en op de hoogte van alle facetten van het leven in Rusland, geeft eerst wat uitleg over de schrijfwijze van de eigennamen en het Cyrillische alfabet.

Rusland in 101 wodka-etiketten. Een bonte biografie van een land & zijn bewoners


De 101 etiketten vertellen veel over de leefwijze van de Russen: hun geschiedenis, muziek, ruimtevaart, politiek, economie, sport, godsdienst, keuken. Behalve Russische, zijn er ook Poolse, Hongaarse, Duitse, Nederlandse en Amerikaanse wodka-etiketten bij.


Enkele voorbeelden: er zijn etiketten over de kozakken, die Siberië veroverden. Nu zijn ze nog met 3 miljoen. En de Koeban-kozakken hebben niets te maken met Cuba. De jeugd wil niet meer in de dorpen blijven wonen, die lopen dus leeg. Elk Rus heeft drie namen en als je Poetin beleefd aanspreekt, doe je dat met ‘Vladimir Vladimirovitsj’: zijn voor- en vadersnaam. Sommige etiketten zijn gewijd aan grootse prestaties, zoals de aanleg van het Witte Zee-Oostzeekanaal, weliswaar door 150.000 dwangarbeiders in 1931-1933. Grote personen worden niet vergeten: Tsjaikovski, Mendeljev, Poesjkin, Catharina de Grote, Generalissimus Stalin … De Joden evenmin, want zij speelden een heel grote rol in de Russische cultuur, wetenschap, kunst en schaakwereld. De wodka met de naam Gorbatsjov verwijst niet naar de bekende ‘Secretaris-Mineraal’, maar naar een zekere Leo Gorbatsjov, wodka-fabrikant, die in 1918 uit Sint-Petersburg naar Berlijn vluchtte. Het is niet de enige ‘exil-wodka’. Ook de Raspoetin is verwarrend: op het etiket staat de ongeschoolde gebedsgenezer, die zoveel invloed had op de laatste tsarina, maar de tekst gaat over de dorpsschrijver en grondlegger van de Siberische ecologische beweging Valentin Raspoetin (1937-2015).


We krijgen ook uitleg over het schoolsysteem, de moeilijke taal en grammatica, de komsomol (1918-1991), de legerdienst, het mooie Georgië met zijn lekkere keuken (en zijn zonen Stalin en Beria), de kalender, nationale feestdagen, landschappen, rivieren, taiga, toendra, goelag, patriottisme, gastvrijheid, berjozka’s, Tataarse invloeden, verloren gegane tradities en symbolen, verdwenen en nog bestaande automerken, Alaska dat in de 18-19de eeuw Russisch was, het pochen met rijkdom door de nieuwe rijken, de drang om de grootste te zijn en de grootste gebouwen neer te zetten.


Beoordeling
Ik heb zeer genoten van deze cultuurgeschiedenis, de aangename verhalen, de ervaringen van de schrijver in alle delen van Rusland, een land dat wij, enkel met het verstand, niet kunnen begrijpen.
Soms zie ik niet het verband tussen het etiket en het verhaal dat volgt, zoals op p. 86-87: het verhaal gaat over dieren, niet over die Chaski-wodka. Of p. 204-205: het gaat over sprookjes en niet over de zavalinka, de wal rond een boerderij.


De auteur zegt niet hoeveel de gemiddelde Rus nu drinkt en evenmin hoeveel extreme drinkers er zijn en welke gevolgen dit heeft voor hun levensverwachting, die bij de mannen een stuk lager ligt dan bij de vrouwen: 65,6 jaar tegenover 77,3 jaar voor de vrouwen (Index Mundi).


Trommelen zegt dat de SU in de medaillespiegel van de Olympische Spelen meestal boven de VSA eindigde (p. 81), maar dat moeten we nuanceren: de VSA haalden veel meer medailles: 2.827 tegenover 1.204 voor de SU en 546 voor Rusland is samen 1.750.


Twee keer zegt hij dat Poetin de implosie van de SU de ‘grootste’ catastrofe van de 20ste eeuw noemde. Dat klopt niet volledig: hij noemde ze een heel grote catastrofe. WO II was allicht een nog grotere ramp. Toch zou hij blij moeten zijn met de val van de SU: anders was hij nog lang een onbekende ambtenaar van de KGB in Dresden gebleven en zou hij nooit de macht (en de rijkdom) hebben gehad die hij nu heeft.
Een kaart met de vele plaatsnamen ontbreekt. Ik had een atlas nodig om plaatsen zoals Boerjatië, Akmolinsk, Izjevsk, Tsjerski, Tsjoekotka te kunnen situeren.


Soms stootte ik ook op een fout: de Cubacrisis was niet in ‘1963’ (p. 31 en 107), maar in 1962. ‘Moter’ (p. 40) schrijf je motor, ‘trans-Siberische’ (p. 183) met een hoofdletter in ‘Trans’, ‘Ligatsjova’ als Lichatsjova (een directeur van de voormalige ZIL-autofabriek).
Medvedev is hier (p. 199) nog premier tot 2024, maar hij is al op 16 januari 2020 vervangen door Michail Misjoestin.


De bibliografie is uiteraard selectief. Bij het socialistisch realisme had de catalogus mogen staan van de grote tentoonstelling daarover: ‘Agitation zum Glück. Sowjetische Kunst in de Stalinzeit’, Kassel, 1994.
Maar los van deze details is het een prachtig en inspirerend boek, echt om van te genieten, al dan niet met de gepaste drank erbij. Het geeft ons een ruimere en meer genuanceerde kijk op een land dat in onze media meestal en zeker de laatste jaren vooral negatief aan bod komt. Zelfs bij hun coronavaccin Spoetnik V heeft het westen zijn twijfels.

© Jef Abbeel januari-februari 2021 www.jefabbeel.be