Hella Rottenberg. Z. Hoe Poetin Rusland weer groot wilde maken.
Uitgeverij Alfabet, Amsterdam/VBKU, Antwerpen, oktober 2022.
Paperback,20 X 12 cm, 190 pagina’s, noten, € 19,99. ISBN
978-90-213-4192-7.
Z. Hoe Poetin Rusland weer groot wilde maken
Een opmerking vooraf: het Russisch/Cyrillisch heeft geen letter ‘Z’. Toch gebruiken ze die letter in deze oorlog voor “Za pobedoe”: voor de overwinning (of za rodinoe: voor het vaderland). Hella Rottenberg is journaliste en medeoprichter van ‘Raam op Rusland’. Ze beschrijft hoe in 1991 ineens 25 miljoen etnische Russen als minderheden belandden in republieken die zich wilden losmaken van de Russische overheersing.
Inhoud
Z. Hoe Poetin Rusland weer groot wilde maken
De
overgang naar een kapitalistische markteconomie en naar
democratie leidde in Rusland (en in Oekraïne, n.v.J.A.) tot
chaos, armoede en banditisme. Er was wel een ongekende vrijheid
van meningsuiting en van reizen.
Poetin maakte een einde aan de anarchie, de koopkracht ging
omhoog tot 2008. In 2014 was de populariteit van Poetin aan het
dalen en de volksopstand in Oekraïne joeg hem angst aan. De
Russen kregen toen al te horen dat de politieke omwenteling in
Oekraïne in feite een staatsgreep van neonazi’s was. Met
Russische hulp probeerde Donbas zich af te scheiden. De Russen
jubelden toen de Krim geannexeerd werd: Rusland zou weer groot
worden.
In 2022 bereidde Poetin zijn bevolking voor op de oorlog met een
speech vol haat en leugens over de Oekraïners. De inval was
voorspeld door Amerikaanse militaire analisten zoals Michael
Kofman (p.27-28). De overmacht leek te groot: Cherson werd al na
één dag al ingenomen. De Russen hoopten Kiev binnen 3 dagen in
te nemen en Zelensky te liquideren. Ze dachten dat de bevolking
hen massaal zou verwelkomen. De FSB had de invasie voorbereid en
collaborateurs aangeworven. De inname van Kiev zou vlot
verlopen. Poetin dacht aan de Krim, die 8 jaar eerder zonder
verzet en zonder bloedvergieten was veroverd. Nochtans had de
Russische kolonel buiten dienst Chodarjionok 3 weken eerder
gewaarschuwd dat de Oekraïners Moskou haatten, dat ze het
Russische leger nergens zouden verwelkomen met brood, zout en
bloemen en dat het Westen niet zou meevechten, maar wel moderne
wapens zou leveren aan Oekraïne (p.35-36).
Na 8 jaar strijd tegen de separatisten in de Donbas, was het
Oekraïense leger veel beter voorbereid op een oorlog. Poetin
vergiste zich ook in Zelensky: hij weigerde te vluchten en bleef
de bevolking moed inspreken. Poetin luisterde volgens Russische
waarnemers ook niet meer: hij beschouwt zichzelf als een
staatsman met een missie, door God uitverkoren (p. 37).
Raadslieden die Poetin vertrouwt zijn Joeri Kovaltsjoek en
Nikolaj Patroesjev, allebei zeer antiwesters en geobsedeerd door
complottheorieën (p. 39-41).
Op 21 februari 2022 erkende Poetin de provincies Loegansk en
Donetsk als onafhankelijke staten. Op 24 februari kondigde hij
dan zijn ‘Speciale Militaire Operatie’ aan, een term die minder
erg klinkt dan oorlog, want oorlog doet de Russen denken aan WO
II. Dimitri Moeratov, hoofdredacteur van de Novaja Gazeta,
durfde nog te zeggen dat het een oorlog was en dat ze zich
daarvoor schaamden. De redactie vluchtte naar Riga. Duizenden
mensen die tegen de oorlog betoogden (‘Njet Vojne’) werden in de
cel gegooid: op 10 maart waren er al 13.000 arrestaties in 140
steden (p. 51-53). Als reactie op die betogers kwamen in Moskou
200.000 opgetrommelde Russen bijeen om ‘de Russen in Oekraïne te
bevrijden van de neonazi’s en van de genocide in de Donbas’ (p.
58-59). De oorlogsmisdaden in Boetsja etc. pasten blijkbaar bij
de ‘denazificatie’ (p. 70). Wat denazificatie inhield, bleek uit
een artikel dat op instigatie van het Kremlin verscheen:
Oekraïne moest volledig gezuiverd worden met 25 jaar dwangarbeid
en heropvoeding onder Russisch toezicht (p.71-72).
Poetin wilde Oekraïne onderwerpen om geen democratie aan zijn
grenzen te krijgen. In 2011 en 2012 was hij al geschrokken van
de massale demonstraties tegen de vervalste verkiezingen in
Rusland. En in 2020 door de grootschalige protesten tegen de
vervalste herverkiezing van Loekasjenko in Belarus (p. 74).
Een korte oorlog tegen Oekraïne moest Poetins populariteit weer
opkrikken zoals in 2014 met de annexatie van de Krim was
gebeurd. Het zou hem een plaats in de geschiedenis geven. De
diepere oorzaak van de oorlog is de identiteitscrisis: wat is
Rusland zonder Oekraïne? Jeltsin ging er al van uit dat Oekraïne
zich op den duur met Rusland zou herenigen. Schrijver
Solzjenitsyn pleitte al in 1990 voor een ‘Russische Unie’ van
Rusland, Belarus, Oekraïne en Noord-Kazachstan. Enkel
West-Oekraïne, dat tot 1939 bij Polen en Oostenrijk hoorde,
mocht onafhankelijk zijn. En Doegin, een ultrarechtse ideoloog
met veel invloed op Poetin, verkondigde al in 1997 dat “een
soeverein Oekraïne een oorlogsverklaring tegen Rusland betekende
en een invasie van Russisch grondgebied.” (p. 97). Volgens
Poetin heeft Oekraïne geen eigen geschiedenis, geen taal, geen
cultuur, enkel een dialect (p. 99).
Hij ontkent hoe de Oekraïners zichzelf zien: 92% stemde in 1991
voor onafhankelijkheid. Zelfs de etnische Russen stemden met 55%
voor, Donetsk en Loegansk zelfs met 83%! Oekraïne gaf in 1994
zijn kernwapens aan Rusland in ruil voor garantie op
soevereiniteit. Poetin beval om het land niet enkel te
denazificeren en te demilitariseren, maar ook om de taal en
cultuur te vernietigen: scholen in bezet gebied werden gezuiverd
van Oekraïense boeken en symbolen.
Als Oekraïners aan hun familie in Rusland meldden dat
ziekenhuizen, scholen en woonwijken massaal gebombardeerd werden
en worden, gelooft men ze niet. De meeste Russen geloven enkel
de officiële media die beweren dat de beelden uit Boetsja ‘nep’
waren.
Na 5 maanden oorlog telde Rusland volgens Amerikaanse en Britse
inlichtingendiensten al 15 à 20.000 doden, meer dan in
Afghanistan in 10 jaar (15.000). Om de gelederen aan te vullen,
werden dan contract-soldaten aangeworven: zij krijgen € 3.000
per maand, driemaal het gemiddeld salaris en vele malen het
povere salaris van de arme regio’s (p. 119-122).
Rottenberg schetst ook wat er sinds 1990 fout ging. In 2000-2003
was Poetin heel Europa- en NAVO-gezind. Maar in 2004 moest de
Oekraïense president Janoekovitsj na verkiezingsfraude zijn
plaats afstaan aan de Europagezinde Joesjtsjenko. Dan kwam Bush
met zijn (uitdagend) antiraketschild in Polen en Roemenië. In
2007-2008 viel Poetin voor het eerst hard uit tegen de
uitbreiding van de NAVO, tegen de belofte van Bush dat Georgië
en Oekraïne er ook nog bij mochten en tegen de erkenning door
het Westen van Kosovo ten nadele van bondgenoot Servië.
In augustus 2008 viel hij binnen in Georgië, dat al na 5 dagen
verslagen was. Vanaf 2012 verhoogde hij fors de
defensie-uitgaven: in 2000 bedroegen ze 9,2 miljard $, in 2021
was dat maal zeven: 66 miljard.
Rottenberg schetst de redenen van Poetin voor zijn invasie:
persoonlijke, nl. machtsbehoud en een plek in de geschiedenis;
binnenlandse, nl. de identiteitscrisis van Rusland en Rusland
weer groot maken; de geopolitieke: Amerika moet rekening houden
met de kernmacht Rusland.
De oorlog van 2022 verliep niet zoals gewenst en op de
Shanghai-top in Samarkand (15 september 2022) lieten de leiders
van Oezbekistan, Kirgizië en Tadzjikistan hem wachten, Xi
Jinping en Modi lazen hem de les. Kazachstan vroeg China om
bescherming en kreeg die (p. 162-164).
Door de sancties wordt Rusland steeds afhankelijker van China en
dreigt er een lange recessie en technologische achteruitgang. Al
voor de mobilisatie waren een half miljoen hooggeschoolde Russen
geëmigreerd, daarna volgden nog honderdduizenden (p. 166-167).
De ‘denazificatie’ van Oekraïne bezorgde Zelensky een
heldenstatus, de ‘demilitarisering’ werd gecounterd door
Amerikaanse en Europese wapens, het uitwissen van Oekraïne als
natie zorgde ervoor dat het Russisch bijna verdween en dat de
Oekraïense taal en cultuur een enorme impuls kregen. De
‘bevrijding van de Donbas’ leidde tot de vlucht van vele
Russischtaligen. In plaats van de NAVO weg te duwen en te
verkleinen, kwamen Finland en Zweden erbij.
In september organiseerde Poetin een mobilisatie en
nep-referenda in 4 Oekraïense regio’s, waar twee derde van de
bevolking gevlucht was. De vorige mobilisaties dateerden van
1914 en 1941: in volle oorlog dus. Nu vluchtten in een week tijd
al 200.000 mannen naar het buitenland!
Beoordeling
Hella Rotenberg heeft een knap boek geschreven over de
geleidelijke verslechtering van de relaties tussen Rusland en
het Westen en over de aanloop naar en het verloop van de oorlog.
Ze countert duidelijk de motieven die Poetin aanhaalt om oorlog
te voeren en toont aan hoe hij en zijn groot leger tot nu toe
mislukt zijn. Ze toont ook duidelijk dat de grote meerderheid
van de Russen helaas achter Poetin blijft staan.
Ze had iets meer aandacht mogen schenken aan het verzet van de
Russischtalige Oekraïners (40% in 2012, 15% vandaag) tegen de
promotie van de Oekraïense taal (behalve op de lagere scholen,
waar nog wel in het Russisch mag worden onderwezen), de
weigering van het land om neutraal te worden en de geschonden
belofte van de Amerikanen om de NAVO ‘not one inch’ uit te
breiden, wat de schrijfster een dubieus verhaal noemt. Het boek
boeit van het begin tot het einde.
Een paar detailopmerkingen: Taras Sjevtsjenko werd niet
‘verbannen’ (p. 101), maar moest 10 jaar in het leger met
schrijfverbod; het boek van Catherine Belton (p. 187) is ook
beschikbaar in het Nederlands; voor de lezers die geen Russisch
kennen, had men de Russische titels in de noten (p. 176-190)
mogen vertalen. En voor de anderen had ze die in cyrillisch
schrift mogen zetten. Samengevat: zeer aanbevolen.
© Jef Abbeel, november 2022,
www.jefabbeel.be