Bron 5
Maarten Luther |
Johannes Calvijn |
Tijdens de late Middeleeuwen waren
allerlei misbruiken in de katholieke Kerk
binnengedrongen. Het gewone volk was nog wel
diep-gelovig, maar richtte zijn godsvrucht te veel op
uiterlijke praktijken, aflaten en
relikwieënverering.Veel priesters en kloosters leefden
niet meer in armoede. Een grondige hervorming in de kerk
drong zich op. Die werd ingeluid door Maarten Luther
(1483-1546) in Duitsland en verspreidde zich in de
eerste helft van de 16de eeuw over grote delen van
West-Europa. In de Nederlanden verwierf de protestantse
leer van de Zwitser Johannes Calvijn (1509-1564) veel
aanhang. Zijn predikanten kwamen in groten getale via de
zuidergrens Vlaanderen binnen en wonnen veel aanhangers
met hun zogeheten "hagepreken". Vanwaar die naam? Uit
angst voor repressie van de overheid , verstopten de
predikanten zich met hun volgelingen achter hagen en
bomen, onder bewaking van een eigen gewapende militie.
De verspreiding van het
protestantse gedachtengoed
werd nog versneld door
- De ketters die waren uitgeweken naar de
Noordelijke Nederlanden en naar Engeland (o.m. Norwich en het havenstadje Sandwich) en, na een
opleiding, via de havens van Nieuwpoort en
Grevelingen terugkeerden om het nieuw geloof uit
te dragen in hun Vlaamse geboortestreek
- de liedjeszangers met hun opruiende
gezangen, boeken, en pamfletten op markten en
pleinen
- de openlijke steun van vele leden van de
lagere adel
- de toneelspelen van de Rederijkerskamers,
sterk aangetrokken door het Humanisme, een
geestelijke stroming die zei dat de gelovige
niet moet luisteren naar het gezag van de Kerk
maar naar de eigen kritische geest en naar de
bijbel.
Keizer Karel V |
Plakkaat |
Om de oprukkende protestantse
Reformatie vaardigde de Habsburgse keizer Karel V
(1515-1555) vanaf 1521 een aantal strenge plakkaten uit
(open brieven, gewaarmerkt door zijn stempel). Op
ketterse activiteiten, zoals het kopen of verkopen van
verboden boeken, het prediken van "het nieuw geloof",
het herbergen van "ketters" enz. stonden zware straffen,
tot de dood "met den zweerde" of "metten viere"
(brandstapel). Toch slaagde de Inquisitie (= een deels
kerkelijke, deels burgerlijke rechtbank) er niet in het
protestantisme met tak en wortel uit te roeien.
een verboden
hagepreek
Vanaf 1560 werd het heel onrustig in het Westkwartier,
dat de zuidwestelijke hoek van het graafschap Vlaanderen
omvatte, met zeven kasselrijen, die naar hun hoofdplaats
genoemd werden: Veurne, Ieper, Waasten, Belle,
Sint-Winoksbergen, Cassel en Broekburg. De wegen werden
onveilig. De bedevaarten werden stopgezet en er kwamen
geen pelgrims meer langs in het Gasthuis Ten Bunderen.
Voornamelijk bij de arme textielarbeiders rond
Nieuwkerke, Dranouter, Wulvergem en Kemmel vond de leer
van Calvijn een vruchtbare voedingsboden. De toenemende
onrust en ellende aldaar zou uitmonden in de fameuze
Beeldenstorm in onze gewesten. Er waren verscheidene
oorzaken.
- religieuze oorzaken.
De Beeldenstorm was vooral een radicale
godsdienstige beweging. De plaatselijke
geestelijken, die de parochies tot dusver stevig in
handen hadden, verloren stilaan hun greep op de
situatie. Overigens was hun levenswandel niet
alrtijd even stichtend en hun rijkdom stak de ogen
uit. De Calvinisten waren gewonnen voor een radicale
terugkeer naar de bijbel en gekant tegen de
sacramenten, de hele aflatenhandel, de verering van
heiligen, de beelden en versierselen in
kerkinterieurs en kloosters.
- politieke oorzaken. De tegenstelling
tussen rijk en arm, tussen de gewone wevers en de
kapitaalkrachtige grote ondernemers. Die
(klassen)strijd tegen de machtige rijken had
automatisch zijn weerslag op de rijkdommen van de
kerk.
- sociaal-economische oorzaken. Vooral de
teloorgang van de bloeiende lakennijverheid deed het
ongenoegen hoog oplaaien. De ellendige
sociaal-economische omstandigheden waarin het volk
leefde werden nog vergroot door de zeer strenge
hongerwinters van 1564 en 1565, die de graanprijzen
de hoogte injoegen.
De Beeldenstorm brak los halfweg
augustus 1566 na "hagepreken" in Hondschoote, Belle (Bailleul)
en Steenvoorde, ten zuiden van de huidige
Belgisch-Franse grens. Deze hysterische uitbarsting van
geweld raasde maandenlang uit over het hele Westkwartier.
Woedende "Bosgeuzen" plunderden honderden kerken,
kloosters en kapellen en sloegen daarbij alle religieuze
beelden, versierselen, kunstwerken en liturgische
voorwerpen stuk.
Ook het gasthuis Ten Bunderen moest
het ontgelden. Alles
werd gedestrueert ende verbrant", lezen we in de
kloosterkronieken. De 7 zusters sloegen op de vlucht,
met onbekende bestemming.
Bron:
http://www.nieuwsbronnen.com/tenbunderen/beeldenstorm.html
|