|
De weg naar het Avondland
Jan Leyers, Canvas & VPRO, 2011 - elfdelige
televisiereeks, 3 Dvd’s - speelduur: ca. 445 minuten - diverse talen
gesproken; Nederlandse ondertitels.
In
de elfdelige reeks De weg naar het Avondland volgt Jan Leyers
het spoor van de mensheid: van Ethiopië, waar we (volgens de huidige
wetenschappelijke inzichten) allen vandaan komen, tot in Duitsland en
België.
Filosoof, muzikant en documentairemaker Jan Leyers (1958) staat garant
voor een bepaald soort televisieprogramma’s, waarvan er in ons
taalgebied helaas bijzonder weinig op de buis verschijnen: uitvoerig,
langzaam in plaats van schichtige cameravoering zodat je goed kunt
volgen. Kortom: beklijvende, intelligente televisie met
actualiteitswaarde (en vaak meer dan dat), waaraan je wat hebt.
Eerst met de elfdelige reeks (en begeleidend boek) De schaduw van
het kruis (2002), waarvoor hij per motor het traject overdeed van
de eerste Kruistocht, van Bouillon naar Jeruzalem. De reeks kon op heel
wat (gerechtvaardigde) kritiek rekenen vanuit historische hoek, omdat
hij in navolging van Runciman en Terry Jones zeer negatief en vaak
ongenuanceerd staat tegenover de kruisvaarders (1). Persoonlijk vond ik
anderzijds een aantal anekdotes bijzonder leerrijk, onder andere hoe het
oudste jodenkerkhof in Europa (Worms) ontsnapte aan de verwoesting door
de nazi’s dankzij … Heinrich Himmler, Reichsführer SS!
Dan volgde De weg naar Mekka (2007), van Andalusië in Spanje
over Marokko, Algerije, Libië enz. tot nabij de heilige stad (omdat
‘ongelovigen’ Mekka niet mogen betreden). En nu dus De weg naar het
Avondland (2011). Elke Dvd-reeks is snel gevolgd door een ruim
bemeten boek en elk van die boeken heeft een behoorlijke plaats
ingenomen op de lijst van non-fiction bestsellers, tussen de
onvermijdelijke kookboeken in, die de laatste jaren de lijsten teisteren
tot mijn grote ergernis. Ze vormen geen doorslag van de
filmdocumentaire, maar leveren meer achtergrond en info bijvoorbeeld
over de problemen allerhande van de filmmakers die in de uitzendingen
zelf niet zo uitvoerig aan bod konden komen (2). Bij de talrijke
gesprekken is het opvallend hoe Leyers door zijn sympathieke houding (en
ongetwijfeld dito uiterlijk) zijn partners weet te verleiden tot soms
verregaande en voor ons steeds belangwekkende uitlatingen.
Ook de televisiereeksen op Dvd kennen een meer dan gewoon succes. Zo
kocht ik deze reeks tegen een zeer zacht prijsje in een actie van het
ruim verspreide weekblad Knack.
De weg naar… in de titels staat daar niet zomaar toevallig. De
televisiereeksen zijn telkens een volwaardige uitwerking van het
queeste-motief, sinds de Odyssea van Homeros reeds het
thema van de reis als groei naar kennis en inzicht. De reis waarvan
niemand onveranderd terug thuiskomt.
In De weg naar het Avondland confronteren de situaties en de
talrijke gesprekspartners onderweg ons wel zeer dwingend met ons westers
waardensysteem … of juist het ontbreken daaraan. En blijkt het dat
mensen in voor ons afgelegen of achterlijke streken vaak een ruimere
blik op de realiteit hebben dan je zou verwachten. Om slechts één
voorbeeld te noemen: de jonge lagere priester in het middeleeuwse
Lalibela (Ethiopië) die duidelijk beseft welke dodelijke dreiging
uitgaat van de opdringende westerse technologie en het begeleidende
materialisme voor zijn oeroude spirituele cultuur.
Inhoud
Disc 1. Aflevering 1 - 4
Deel 1. ETHIOPIË
De tocht begint in het Nationaal Museum van Ethiopië. De spectaculairste
vondst hier is het skelet van Lucy, een vrouw die meer dan drie miljoen
jaar geleden door de Ethiopische savanne dwaalde en volgens
wetenschappers één van de belangrijkste schakels in de evolutietheorie
vormt. Tot zijn verbazing stelt Jan vast dat de gids van het museum en
de aanwezige studenten helemaal niet in de evolutietheorie geloven en
bij het creationisme zweren!
In de onherbergzame laagvlakte van de Danakil bezoekt hij een dorp van
de Afar, een herdersvolk dat even trots als taai blijkt.
De volgende ochtend arriveert Jan aan het zoutmeer van de Danakil,
officieel de heetste plek van de wereld. Bij een temperatuur van 46
graden Celsius en zonder enige vorm van beschutting hakken zoutwerkers
grote plakken zout uit de bodem. Verder van de westerse beschaving kan
je nauwelijks komen, en toch stuit Jan hier op toestanden die hem als
westerling heel vertrouwd overkomen: een bezittende en werkende klasse
en de ene etnische groep die zich superieur voelt aan de andere.
De werkers zijn namelijk Tigray. Zij doen hier al het werk, terwijl de
Afar toekijken en de opbrengsten inpikken.
De route loopt verder langs Bekoji, een bergstadje met een unieke
kwaliteit: nergens anders ter wereld worden zo veel hardloopkampioenen
geboren. Jan woont een oefensessie bij. Tussen de fabelachtige
rotskerken van Lalibela vertelt een Ethiopische priester waarom hij zich
door de oprukkende westerse beschaving bedreigd voelt.
Deel 2. ETHIOPIË & SOEDAN
Terug naar Addis Abeba en bezoek aan een gemeenschap van rastafari's.
Zij zijn de discriminatie in het Westen ontvlucht en hebben in Ethiopië
hun ware roeping gevonden. Op een bouwwerf leert Jan dat het niet langer
de Europeanen, maar de Chinezen zijn die in Afrika de lakens uitdelen.
Langs het uitgestrekte Tana-meer gaat de reis gaat naar het noorden van
Soedan, dat Arabisch en islamitisch is. In de hoofdstad Khartoem heeft
Jan een afspraak met Hassan al-Turabi, de man die Osama bin Laden in de
jaren negentig naar Soedan haalde. Aan de universiteit van Khartoem
volgt hij een les Chinees.
Deel 3. SOEDAN & EGYPTE
In Khartoem bezoekt Jan de beruchte Moskee van de Martelaren, waar een
sjeik hem verzekert dat het verdorven Westen ten dode is opgeschreven.
De tocht gaat verder naar het hoge noorden van Soedan, waar unieke
tempels en piramiden er godverlaten bij liggen. Jan daalt af in een
graftombe van een Nubische farao. In de Nubische dorpen langs de Nijl
blijkt het leven sinds de tijd van de farao's nauwelijks veranderd. De
ploeg steekt de grens met Egypte over en trekt naar Aswan, waar de bouw
van de befaamde Aswandam het leven van de mensen volledig overhoop
haalde.
Deel 4. EGYPTE
In Luxor leert Jan van een taxichauffeur hoe je een politieagent moet
omkopen. Jan ontmoet George Matta, een gepensioneerde ingenieur. George
kan zich herinneren dat de Egyptenaren in de jaren zestig droomden van
welvaart en vooruitgang. Maar van dat optimisme blijft vandaag bitter
weinig over. Corruptie en een gebrek aan democratie doen George
verlangen naar een Egyptische Stalin, een nieuwe sterke farao.
(Ondertussen werd de oude dictator Moebarak in de lente van 2011
verdreven door het aanhoudend volksprotest in Caïro. Doch daarvan was
ten tijde van deze opnamen nog geen sprake.)
Bij aankomst in Caïro vallen vooral de uitgestrekte wijken in aanbouw
op. De stad barst langs alle kanten uit haar voegen. Maar in Caïro is
nog iets vreemds aan de hand. Hoewel er (minstens) acht miljoen mannen
en evenveel vrouwen wonen, kunnen de geslachten elkaar alsmaar
moeilijker vinden en blijven steeds meer mensen ongetrouwd. Een jonge
apothekeres vertelt over haar ervaringen. In een beautysalon stelt Jan
vast dat het Egyptische schoonheidsideaal erg van het westerse
verschilt. Seksuologe Heba Kotb vertelt waarom jongens wel, en meisjes
niet mogen masturberen. Jan bezoekt het bedoeïenendorp Al-Sayed, waar
nog wordt getrouwd en gevrijd zonder dat er seksuologen of
zelfhulpboeken aan te pas komen.
Disc 2. Aflevering 5 - 8
Deel 5. ISRAËL.
Midden in de Negevwoestijn ligt het graf van David Ben Goerion, die in
1948 Israëls eerste premier werd. De plek is vandaag een bedevaartsoord
voor burgers en soldaten. Israël werd gesticht door joden die uit Europa
en Amerika kwamen en een veilige haven wilden creëren voor alle joden
van de wereld. Maar wat blijft van die droom nog over?
De eerste joodse pioniers creëerden een nieuwe vorm van samenleven: de
kibboets. De kibboets was een gemeenschap waarvan de principes haaks
stonden op die van het kapitalistische Westen. Maar ook in de kibboets
doen modernisering en individualisering hun intrede.
Jeruzalem, voor de joden de eeuwige en ondeelbare hoofdstad van Israël.
De joodse immigranten die de afgelopen decennia in Jeruzalem
neerstreken, hebben heel andere motieven dan de pioniers van de
kibboetsen. De nieuwkomers zijn niet gevlucht voor vervolgingen of
discriminatie, maar claimen dit land omdat het hen door de Bijbel werd
beloofd. En ga met zulke mensen maar een redeneren om tot redelijke
oplossingen te komen!
Jan ontmoet Rabbi Kleiman. Die is ervan overtuigd dat alle joden ter
wereld genetisch verwant zijn en probeert met genetica aan te tonen dat
het land van Israël aan de joden toekomt. Daarna maakt Jan kennis met de
Israëlische historicus Shlomo Sand. Deze beweert dat het joodse volk
helemaal niet bestaat. Volgens hem zijn het joodse volk en de
ballingschap verzinsels en is de terugkeer van de joden naar Israël
niets anders dan een vorm van kolonisatie.
In Tel Aviv krijgt Jan een heel ander gezicht van Israël te zien: jong,
seculier en hedonistisch. Hij zoekt Oz Almog op, een flamboyant
socioloog die vreest dat het unieke joodse karakter van Israël aan het
verdwijnen is. Almog leg ook uit waarom Israël onbetwistbaar een westers
land is en waarom de zionistische droom op een nachtmerrie is
uitgedraaid. Dan naar Hebron, waar een heel kleine groep van enkele
honderden fanatieke fundamentalistische joden leeft tussen
honderdduizenden Palestijnen, goed bewaakt door het leger. Hier noemt
Leyers zijn gesprekspartner verontwaardigd een leugenaar, waar die de
grove onwaarheid verkoopt dat België een antisemitisch land is.
DEEL 6. TURKIJE
Leyers is aangekomen in het land van de Koerden in het diepe zuidoosten
van Turkije. De Koerden wonen hier al sinds de oudheid. Ze zijn een
trots volk en doen er alles aan om hun eigen taal en cultuur te
beschermen en beschouwen de Turken als vreemde bezetters. Zelfs gewoon
maar uitkomen voor je Koerdische identiteit was hier lange tijd bij wet
verboden. In Diyarbakir, de oudste stad in de Koerdische regio, ontmoet
Jan burgemeester Abdullah Demirbash die er openlijk durft voor uit te
komen dat hij een Koerd is.
In een drukke volkswijk zoekt Jan Medya op, een 10-jarig meisje dat de
strijd op een heel eigen manier voert. Elke dag geeft Medya Koerdische
les aan haar vriendjes uit de buurt, iets wat bij wet verboden is.
Diyarbakir maakt op vele gebieden grote veranderingen door. Geweld tegen
vrouwen was lange tijd een taboe-onderwerp, maar wordt nu stilaan
bespreekbaar. Jan heeft een afspraak met Ömur. Zij werkt voor een
organisatie die vrouwen bewust maakt van hun rechten en hen helpt hun
situatie te verbeteren. Volgens Ömur zijn de hardnekkige patriarchale
structuren de grootste vijanden van de ontvoogding.
‘s Anderendaags trekt Leyers verder naar Erzurum in het noorden van
Turkije. In deze stad hield de vader des vaderlands Ataturk kort na de
eerste wereldoorlog een beroemd congres waar hij zijn visie op het
nieuwe Turkije uiteen zette. Ataturk wilde dat zijn onderdanen hun
traditionele Aziatische levensstijl opgaven en als Europeanen gingen
leven. Maar sommige tradities blijken erg hardnekkig. Op een stoffig
veld aan de rand van Erzurum komt de plaatselijke Djiridclub samen.
Djirid is de oudste sport in Turkije en gaat terug tot de
vechttechnieken die de Turkse nomadische stammen in de middeleeuwen uit
Centraal Azië meebrachten.
DEEL 7. ARMENIË - GEORGIË
Armenië, een land op de grens tussen Azië en Europa. Bijna 70 jaar lang
was Armenië een Sovjetrepubliek. In 1991 scheurde het zich los van
Moskou en werd het onafhankelijk. Armenië is een jonge staat, maar het
Armeense volk heeft een lange en tragische geschiedenis.
Op een heuvel die over de hoofdstad Jerevan uitkijkt, staat het
genocidemonument, dat de zwartste bladzijde uit de Armeense geschiedenis
herdenkt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen in het Osmaanse Rijk
anderhalf miljoen Armeniërs om het leven. De Turken beschouwden de
christelijke Armeniërs als handlangers van de westerse geallieerden en
besloten hen te elimineren.
De genocide zelf is in Armenië een blijvend trauma, maar bijna net zo
erg vinden de Armeniërs dat de Turken niet willen erkennen dat het om
volkerenmoord ging.
In Armenië duurt het nooit lang voor je op een gevoelig symbool van de
Armeense natie stuit. Als Jan op de markt in Jerevan om zich heen kijkt,
lijkt het alsof schilders hier maar één onderwerp hebben: de berg
Ararat.
Volgens de legende strandde de ark van Noah na de Zondvloed op de
Ararat. Noah en zijn familie waren de enige overlevenden en bevolkten de
aarde weer van nul af aan. Daarom beschouwen de Armeniërs zichzelf als
het oudste volk ter wereld en de Ararat als een heilige berg. Met de
Armeense heilige berg Ararat is er één probleem: hij ligt niet meer in
Armenië. Sinds de grens zeventig jaar geleden werd hertekend, bevindt de
Ararat zich op het grondgebied van erfvijand Turkije. Net over de grens.
De volgende dag steekt Jan de grens met Georgië over. Hij komt aan in
Akhalkalaki, een stadje dat er even vreemd uitziet als klinkt. In de
lobby van het hotel ontmoet hij Tsiala Aslanyan, een 23-jarige
journaliste. Tsiala laat ons kennismaken met een vreemd plaatselijk
gebruik. Het meisje van je dromen kidnappen om er vervolgens mee te
trouwen is in deze uithoek van Georgië namelijk doodnormaal.
AFLEVERING 8.
Op weg naar het Avondland trekt Jan door Georgië, een voormalige
Sovjet-republiek in de Kaukasus. In Georgië worden
tientallen talen gesproken waarvan sommige tot de oudste van de
wereld behoren en waarvan sommige met uitsterven zijn bedreigd. Een van
die talen is het Udi. Jan trekt naar een dorpsschool waar de onderwijzer
een eenzame strijd voert om het Udi van de ondergang te redden.
In de buurt van de hoofdstad Tbilisi heeft Jan een afspraak met vader
Lazare, de woordvoerder van het hoofd van de Georgische kerk. Georgië
maakt moeilijke tijden door. Het land zit economisch aan de grond en
leeft op gespannen voet met buurland Rusland. De Georgiërs zouden zich
graag van de Russische invloed onttrekken en volwaardige Europeanen
worden, maar de poort naar het Westen blijft voorlopig dicht. Een dalend
geboortecijfer en een jonge bevolking die wegtrekt, zorgen voor
pessimisme.
De volgende ochtend trekt Jan verder naar Gori, een provinciestadje ten
westen van Tbilisi. Van Gori zou nooit iemand gehoord hebben als hier
niet de beroemdste Georgiër aller tijden geboren was. Jozef Stalin
schopte het van schoenmakerszoon tot secretaris-generaal van de
communistische partij en stond bijna 30 jaar aan het hoofd van de
Sovjet-Unie. Stalin maakte van zijn land een supermacht, maar voerde een
schrikbewind en liet miljoenen van zijn onderdanen gevangen zetten,
deporteren of terechtstellen.
In het Stalinmuseum van Gori vind Jan over die wandaden echter niets
terug. Hier is vadertje Stalin nog altijd de held van de natie. Ook voor
Valeri, een vaste bezoeker. Hij vertelt vol nostalgie over Stalins
grootste verwezelijkingen, de industrialisering van de Sovjet-Unie en
zijn overwinning op nazi-Duitsland. Valeri neemt Jan mee naar het
centrale plein van Gori waar nog steeds een standbeeld van Stalin staat.
Hij toont Jan de sporen van recent vandalisme. Wanneer enkele jongeren
opduiken, ontstaat er een stevige discussie over de verdiensten en
wandaden van Stalin.
Dan krijgt Jan spectaculair nieuws. Zijn tolk Sofia heeft een afspraak
geregeld met Jacob Dzjoegashvili, de achterkleinzoon van Jozef Stalin.
Jacob verdedigt de erfenis van Stalin met vuur. Hij is er van overtuigd
dat Stalin vermoord werd en dat de Sovjet-Unie vernietigd werd door een
zeer goed geplande agressie.
Daarna trekt Jan verder naar Wolgograd, het vroegere Stalingrad. Met een
indrukwekkende militaire parade herdenken ze daar de overwinning op
nazi-Duitsland. De oud-strijders lopen fier door de straten en worden
door alle toeschouwers bedankt voor hun inzet voor het vaderland. Het
patriottisme blijkt bij de jonge generatie Russen nog even sterk
aanwezig te zijn als bij de ouderen.
Disc 3. Aflevering 9 - 11.
Aflevering 9. RUSLAND & OEKRAÏNE
In deze aflevering gaat het onder meer over de erfenis van Lenin en
Stalin, de Russische huwelijksmarkt, het nieuwe optimisme in de
voormalige Sovjetstaat en de babyboom die daarvan het gevolg is.
Jan is gearriveerd in Wolgograd, in het diepe zuiden van Rusland. Lenin
kijkt nog altijd uit over de Wolga, maar de revolutie is hier allang
dood en begraven. Aan de voet van zijn standbeeld wordt alleen naar de
toekomst gekeken. Volgens de legende brengt deze plek geluk, en alle
trouwers in Wolgograd komen hiernaartoe. In Rusland wordt vandaag fors
getrouwd, en het demografische resultaat is navenant. Het land kent
sinds kort een ware babyboom.
Jan vertrekt met de trein naar de voormalige Sovjetrepubliek Oekraïne.
Odessa, een havenstad aan de Zwarte Zee, was een van de bases van de
Sovjetmarine. Bij de beroemde Potemkintrappen maakt Jan kennis met
kapitein Erlen Baileys, die 20 jaar lang officier was op een
Sovjetduikboot. Er wordt vandaag veel geld verdiend in Odessa, en het
moet rollen.
‘s Anderendaags trekt Leyers verder door het hart van Oekraïne. Dit is
het “land van de zwarte aarde”, een van de vruchtbaarste gebieden van
Europa en ooit de graanschuur van de Sovjet-Unie. Dit deel van Oekraïne
is altijd een streek geweest van kleine zelfstandige boeren, die niet
houden van inmenging van bovenaf en gewend zijn alles onder zichzelf te
regelen. Een houding die hen onder het bewind van Stalin duur kwam te
staan.
Begin jaren dertig van de vorige eeuw besloot Stalin alle
landbouwgronden te collectiviseren. Hij sloot het hele gebied hermetisch
af en hongerde de Oekraïners langzaam uit. In het meest vruchtbare deel
van Europa stierven in jaren tijd meer dan drie miljoen mensen de
hongerdood. Een getuige van die catastrofe, Maria Guz, vertelt hoe ze
verschillende familieleden in de hongersnood verloor.
Aflevering 10. OEKRAÏNE - POLEN
Op zijn traject door Oekraïne en Polen wordt Jan geconfronteerd met de
bewogen geschiedenis van beide landen, maakt hij kennis met een
rondreizende Madonna en ziet hij hoe de ‘vooruitgang’ niet veel geluk
heeft gebracht voor de Roma-zigeuners.
Jan is aangekomen in Lviv, een charmante stad in het westen van
Oekraïne. In dit deel van Europa zijn de grenzen talloze keren
verschoven en herschikt. Ooit lag Lviv in Polen. Tot Stalin aan het
begin van de Tweede Wereldoorlog dit gebied bij de Sovjet-Unie inlijfde.
De inwoners van Lviv werden massaal gedeporteerd maar overal in de stad
vind je nog sporen van het katholieke Poolse verleden. Op de
begraafplaats van Lviv vallen de vele Poolse namen op. Elke dag komen
Poolse toeristen en scholieren hier de graven van hun voorouders
opzoeken. Van de begraafplaats trekt Jan naar de universiteit van Lviv.
Hij heeft er een afspraak met historicus Yaroslav Hrytsak. Professor
Hrytsak vertelt dat de twintigste eeuw voor de Oekraïners één lang
verhaal van gruwel en rampspoed was. Van de start van WO I tot aan het
einde van WO II stierven de helft van de mannen en een kwart van de
vrouwen een gewelddadige dood.
Vijftig kilometer ten westen van Lviv ligt de grens met Polen, de poort
naar Europa. Nauwelijks twintig jaar geleden was dit nog een verre
vreemde wereld, weggestopt achter een ijzeren gordijn.
Het Poolse dorp Theofilov beleeft een hoogdag met de komst van de
legendarische icoon van de zwarte Madonna van Chestochova, de
beschermheilige van Polen. De Zwarte Madonna reist voortdurend door het
land en verblijft elke dag in een ander dorp. De Polen beschouwen het
als een unieke eer om haar te mogen ontvangen. Tijdens de processie
ontmoet Jan Father Chung, een Chinees die in Maleisië werd geboren.
Tijdens zijn studies in Engeland kwam hij in contact met een Poolse
priester die hem bekeerde tot het katholicisme. Polen is nu zijn
spirituele thuis geworden.
Jan bezoekt het voormalige concentratiekamp van Auschwitz. In het
nabijgelegen Krakau, dat tot de Tweede Wereldoorlog een bloeiende joodse
gemeenschap had, ontmoet hij Zofia Radzikowska. Zij werd in de joodse
wijk van Krakau geboren en was vier jaar toen de oorlog uitbrak.
Eeuwenlang trokken de Romazigeuners vrij rond door Polen. Sinds de jaren
zestig moeten ze een vaste verblijfplaats hebben, maar veel vooruitgang
heeft hen dat niet opgebracht. In de Romagemeenschap van Kielce is
iedereen werkloos en gaan kinderen niet of nauwelijks naar school. Met
zijn Roma-tolk Marta Gabor wordt Jan uitgenodigd bij Jan en Helena
Paczkowski. Zij herinneren zich de tijd dat de Roma vrij rondzwierven en
van niemand afhankelijk waren.
Aflevering 11. DUITSLAND - NEDERLAND - BELGIË
Jan is heel Polen doorgetrokken en nadert de grens met Duitsland. Het
laatste Poolse dorp voor de grens is Ozinow Dolny. Het is een
merkwaardige plek. Ozinow Dolny telt 200 inwoners en 150 kappers. De
meeste klanten zijn Duitsers die de grens oversteken omdat je haar laten
knippen hier zo goedkoop is. Met Andrea en Bernt, twee voormalige
Oost-Duitsers, praat Jan over de veranderingen sinds de eenmaking van
Duitsland. Niet elke verandering blijkt een verbetering te zijn.
Jan steekt de grens over en trekt naar Berlijn, de hoofdstad van het
eengemaakte Duitsland. In de geschiedenis van het Avondland heeft
Duitsland voor unieke artistieke hoogtepunten en ongeëvenaarde politieke
dieptepunten gezorgd.
Eén van de somberste aller Duitsers was de historicus en filosoof Oswald
Spengler. Die publiceerde begin vorige eeuw De Ondergang van het
Avondland. Het boek laat zich eenvoudig samenvatten: we maken de laatste
dagen van de Westerse beschaving mee. Vlakbij de Brandenburger Tor heeft
Jan een afspraak met Rolf Hochhuth, toneelschrijver en kenner van Oswald
Spengler.
De Berlijnse wijk Kreuzberg is sinds de jaren ’60 een magneet voor
kunstenaars, studenten en linkse activisten. Tegelijk is het een van de
meest multiculturele buurten van Berlijn. Jan maakt kennis met Karin
Seiffert. Karin kwam als idealistische twintiger in Kreuzberg wonen en
is nog even geëngageerd als toen. In haar atelier beschildert ze poppen
en borden die ze in betogingen met zich meedraagt. Karin heeft voor elke
heikele kwestie een pop en voor elk probleem een oplossing.
Jan zet zijn reis voort naar Nederland, decennia lang het gidsland en
grote voorbeeld voor alle progressieven in Europa. Maar die tijd is
voorbij. Rotterdam was de eerste Nederlandse grootstad waar, 10 jaar
geleden, een nieuw rechts discours de kop opstak en doorbrak. Jan
ontmoet Dries Mosch, gemeenteraadslid voor Leefbaar Rotterdam, de partij
die door wijlen Pim Fortuyn op de kaart werd gezet. Dries laat Jan zien
wat er in zijn stad verkeerd loopt. De eerste halte is een opvangcentrum
voor drugsverslaafden.
Zonder ongelukken wordt Rotterdam in 2012 de eerste Europese grootstad
waar meer allochtonen dan autochtonen wonen. Dries neemt Jan mee naar de
Afrikanerwijk, waar de etnische samenstelling van de bevolking de
afgelopen tijd volledig is veranderd. In de hele wijk wonen nog amper 15
Nederlandse gezinnen. Zij voelen zich in de steek gelaten en leggen uit
waarom zij, vroegere communisten, nu voor Wilders stemmen. Na het relaas
van de laatste blanke wijkbewoners legt Jan zijn oor te luisteren bij
enkele gekleurde medemensen. Tot zijn grote verrassing pleiten ook zij
voor een forse aanpak.
De reis eindigt in Antwerpen, waar Jan een allerlaatste afspraak heeft.
Hundé Dhugassa is een Ethiopiër, die drie jaar geleden om politieke
redenen wegvluchtte uit zijn geboorteland en in België terechtkwam.
Hundé kijkt met grote ogen naar onze samenleving. Aan het eind gooit
Hundé Jan dezelfde vraag voor de voeten als die waarmee hij aan de weg
naar het Avondland begon.
Noten
* Op de
website van Canvas vind je een heel pakket materiaal over de
uitzendingen. We kunnen niet garanderen dat deze informatie lang ter
beschikking blijft. Zolang dat wel het geval is tref je er
videofragmenten, een korte inhoud, fotoreportages en - in de
samenvattingen - heel hele reeks links naar achtergrondinformatie. We
hebben in bovenstaande tekst exemplarisch een zo’n link bewaard, in
aflevering 8, over de talen van Georgië.
1. Over de kruistochten, zie op deze site verder nog:
Terry Jones,
De Kruistochten (Crusades) (BBC, 1995).
The Crusades. The Crescent & the Cross (History Channel,
2005).
Thomas Asbridge,
De Kruistochten. De strijd om het heilige land, Antwerpen,
Standaard Uitgeverij - Het Spectrum, 2010, 784 blz.
2. De schaduw van het kruis, Leuven, Van Halewyck, 2002, 359
blz.
De weg naar Mekka. Een ontdekkingsreis door de moslimwereld,
Leuven, Van Halewyck, 2007, 472 blz.
De weg naar het Avondland, Leuven, Van Halewyck, 2011, 477 blz.
Jos Martens
9 juni 2011
|