Histoforum |
||||
The battle of the Bulge | ||||
Battle of the Bulge (Het Ardennenoffensief)
Tijd en ruimte: Europa, december 1944.
Regisseur: Ken Annakin (The Longest Day)
Acteurs: Henry Ford (Kiley), Robert Shaw (Hessler), Robert Ryan (generaal
Grey), Dana Andrews (kolonel Pritchard), Terry Savalas (sergeant Guffy),
Charles Bronson en vele anderen.
Inhoud
December 1944. Westelijk front. In het noorden drijft het Achtste Leger
van Montgomery de Duitsers terug, in het zuiden rukt Pattons Derde Leger
op naar de Rijn. In het midden, in de Belgische Ardennen, hergroeperen
zich uitgeputte Amerikaanse divisies in een rustige sector.
Een licht verkenningsvliegtuig volgt een Duitse stafauto. In het
vliegtuig de Amerikaanse kolonel van de inlichtingendienst, Kiley (rol
van Henry Ford). Hij neemt een foto van de Duitse inzittende, kolonel
van de pantsertroepen Hessler (rol van Robert Shaw). De chauffeur van
Hessler raakt in paniek en vlucht de wagen uit. IJzig kalm roept de
kolonel hem terug, maar zet eerst de motor af: “Benzine is bloed, Conrad.”
Profetische woorden!
In een totaal verwoeste stad stapt Hessler binnen in een enorme
ondergrondse commandopost. De bevelvoerende generaal brengt hem op de
hoogte van Hitlers plannen voor een tegenoffensief in de Ardennen, en
vertrouwt hem het bevel toe over een SS-divisie splinternieuwe
Königstiger-tanks (Konings-tijger).
Bij het buitenkomen worden ze in de gang overvallen door een Amerikaans
commando. Dit blijken geen Amerikanen te zijn, doch Amerikaans sprekende
Duitsers, die in Amerikaans uniform achter de linies zullen gedropt
worden voor het offensief begint. (Authentiek: in werkelijk een speciale
afdeling, geleid door de roemruchte SS-er Otto Skorzeny, die de
Italiaanse dictator Mussolini uit gevangenschap bevrijdde.) Hoeft het
gezegd dat dit volledig indruist tegen de Conventie van Genève?
Ondertussen arriveerde Kiley met zijn foto’s op het divisiehoofdkwartier
in Amblève. Hij irriteert zijn oversten met zijn achterdocht over een
komend Duits offensief, waarin zij absoluut niet geloven. Zij dreigen
hem over te plaatsen naar een bureaubaantje in Washington.
Kiley laat zich niet afschrikken en rijdt naar het front. Dit laat ons
toe kennis te maken met een alerte sergeant in een veroverde bunker
(vertolkt door Charles Bronson), de sjoemelende tanksergeant Guffy, die
goed op weg is rijk te worden op de zwarte markt (Terry Savalas alias
‘Kojak’) en diverse G.I.’s die maar één zaak in het hoofd hebben: het
naderende kerstfeest.
Kolonel Hessler maakt kennis met zijn tankbemanningen: “Jongens,
allemaal jongens!” Onder hen slechts hier en daar een veteraan,
herkenbaar aan zijn decoraties. Maar de ‘jongens’ zijn fit, goed
geoefend en fanatiek. Een van hen zet stampend met de rechtervoet het
strijdlied van de Panzers in en allen vallen in, ook de cynische Hessler
en zijn chauffeur. (Een van de scènes die in slechts enkele minuten het
best de mentaliteit van de SS typeert: fel, strijdlustig en lang nog
niet verslagen!)
16 december. De Amerikanen in hun bunker worden onzacht uit hun
kerstdromen gewekt. Een ontzagwekkend colonne Koningtijgers ratelt aan
door de bossen. Onze sjoemelende tanksergeant gaat eveneens zonder
dralen de strijd aan. Maar bazooka’s (antitankwapens) en tankkanonnen
hebben nauwelijks uitwerking op de machtige Tigers, zelf van dichtbij!
De Amerikanen trekken overhaast terug. Achter de linies zorgen de als
Amerikaanse MP’s (Militaire Politie) vermomde Duitse para’s voor de
nodige verwarring: zij hebben de wegwijzers omgedraaid en leiden de
vluchtende soldaten richting Malmédy, in plaats van naar Amblève. Ze
beletten ook het opblazen van de strategisch zo belangrijke brug over de
Our, de enige die sterk genoeg was om de zware Tigers te kunnen dragen.
In de buurt van Malmédy wordt een grote groep vluchtelingen
krijgsgevangen genomen, samengedreven op een besneeuwd veld en met
mitrailleurs afgemaakt. (Authentiek: de beulen waren SS-ers uit een
voorhoede van de gevechtsgroep van Obersturmbannführer (kolonel) Peiper,
wat in de film niet vermeld wordt.)
Hessler rukt onder dwang van een strak tijdschema met zijn Tigers
meedogenloos op naar Amblève. Te zijner eer moet gezegd dat hij geschokt
is wanneer een Amerikaanse gevangene (Charles Bronson) hem over het
bloedbad bij Malmèdy vertelt. De Amerikanen besluiten Amblève te
verdedigen, omdat Kiley generaal Grey verteld heeft van het wanhopige
tekort aan benzine bij de Duitsers. De Amerikaanse Shermantanks zijn
absoluut geen partij voor de Panzers. “Net of je met tennisballen
gooit,” zegt de sjoemelende Guffy. Maar de Tiger blaast wel zijn
geschutskoepel af en vernield zijn geschut. En dan heeft hij nog geluk
gehad: de Shermans lijden afschuwelijke verliezen. Doch Hessler krijgt
door dat het de bedoeling is zijn brandstof uit te putten en splitst een
kleine colonne Panzers af om een reusachtig benzinedepot te veroveren.
Dat is ondertussen al bezet door de valse M.P.’s. Toevallig stoot Guffy
met zijn beschadigde tank in de buurt van de opslagplaats op een klein
groepje vluchtelingen. Onder hen een overlevende luitenant van de
slachting bij Malmèdy. Hij ontmaskert de valse M.P.’s, die sneuvelen in
het daarop volgende gevecht. In het depot is ook de gewonde Kiley
aanwezig, neergestort in de mist met zijn verkenningsvliegtuigje. Dit
onwaarschijnlijk samenraapsel weet de superieure vijand te stoppen: ze
gebruiken volle bezinevaten als overmaatse molotovcocktails. Hessler
komt om in de vlammen. Zijn mannen moeten hun trotse Tigers en al hun
materiaal achterlaten. Zij vertrekken voor een grimmige tocht te voet,
terug naar Duitsland.
Dit berust op echt gebeurde feiten, zoals de
Amerikaanse historicus John Toland (1912-2004) vermeldt in zijn boek
De slag in de Ardennen 1944
(Baarn, Hollandia, 1983). Het overkwam de ‘Kampfgruppe’ van
Obersturmbannführer Peiper, echter bij het begin van de campagne op 18
december, nabij Stavelot. Ik citeer. Het marktplein van Stavelot werd verdedigd door een compagnie infanterie en een sectie tankdestroyers, onder bevel van majoor Paul J. Sollis. Om vier uur 's morgens waren ze Stavelot binnengerukt met de opdracht: verdedig de stad tot de 30ste Divisie uit het Noorden arriveert. Sollis hield de op hem afgestuurde sectie Duitse tanks anderhalf uur in bedwang en vernietigde nog eens twee tanks. Toen de Duitsers zich posteerden voor een frontale aanval. gaf hij order terug te trekken. Zijn resterende twee tankdestroyers rolden in oostelijke richting langs de hoofdweg naar het twaalf kilometer verder gelegen Malmédy. Sollis en zijn infanteristen haastten zich over een slingerende bergweg naar het noorden. Vele kilometers verder werd zijn jeep aangehouden door een Belgische officier. "Langs heel deze weg is motorbrandstof opgeslagen!" De officier vertelde opgewonden dat hij en een handvol burgers de enige beschermers van dertien miljoen liter van deze kostbare vloeistof waren. Nog terwijl ze stonden te praten, hoorde Sollis het zware geronk van Duitse tanks onderaan de berg. Hulpeloos keek hij om zich heen. Hij had geen anti-tank kanonnen meer... alleen maar een aantal uitgeputte infanteristen. Terwijl de tanks met oorverdovend lawaai de berg op kwamen, kreeg Sollis plotseling een inval. Binnen een paar minuten hadden zijn mannen en de Belgen blikken benzine in een lange rij schuin over de weg geplaatst. Juist toen de eerste tank, een Panter, in zicht kwam, werd de benzine aangestoken. De Panter probeerde om de vlammen heen te rijden, wankelde op de rand van een diepe afgrond, retireerde haastig voor de vlammende wegversperring en keerde terug. De hem volgende veertien tanks draaiden eveneens en daar er hier geen gevaar voor 'Kampfgruppe' Peiper scheen te dreigen, ronkten ze terug naar Stavelot. Zich er niet van bewust dat zijn tanks bijna een enorme hoeveelheid brandstof hadden bemachtigd, voldoende om hem tot ver over de Maas te brengen, rukte Jochen Peiper naar Trois Ponts op. Het was nu 11.30 in de morgen. (De slag in de Ardennen 1944, p. 31-32)
Dit
intermezzo is misschien het meest beslissende moment uit de hele
veldtocht. Na vijf dagen van felle strijd viel Obersturmbannführer
Peiper compleet zonder brandstof. Hij moest al zijn rijdend materieel
achterlaten en zich met de enkele honderden mannen, die hem waren
overgebleven te voet door de sneeuw een weg terug banen, voortdurend
belaagd door geallieerde vliegtuigen.
Extra’s
The filming of “Battle of the
Bulge”
(duur: 9,35 minuten) De twee korte films bij ‘Extra’s’ zijn gemaakt in de tijd dat de film gedraaid werd; een echte ‘Making of’ was in 1964 nog niet gebruikelijk. Eerst maken we kennis met de Duitse historische adviseur, die indertijd persoonlijk bij de verbitterde gevechten van het offensief betrokken was. Helaas zijn er hier geen onderschriften en is de commentator niet in staat een enkele Duitse naam behoorlijk uit te spreken. Uit de context kunnen we afleiden dat het gaat om luitenant-generaal Meinrad von Lauchert, toentertijd bevelhebber van de 2de SS-pantserdivisie, behorend tot het 2de SS-pantserkorps van generaal Bittrich. Bittrich ontmoetten we reeds in de Slag bij Arnhem, waar de Britse parachutisten het ongeluk hadden totaal onverwacht pal op zijn divisie terecht te komen, die zich louter bij toeval daar bevond om te herstellen van de verliezen in Normandië. (Zie bij de bespreking van Een brug te ver)
Verder leren we dat er duizenden echte figuranten werden ingeschakeld
(in een tijd zonder computeranimatie kon dat niet anders) en dat al de
tanks en het andere materieel authentiek waren. Uit het interview met
Robert Shaw (rol van Hessler) lees ik tussen de regels door dat de film
meer dan drie maanden opnames kostte in Spanje, gedeeltelijk in de
winter, gedeeltelijk in de zomer. Dan zou het kunnen kloppen: het
Spaanse leger gebruikte veel Duits materieel en de Duitse Königtiger was
zowat de beste tank uit de Tweede Wereldoorlog. Amerikaanse Shermans
werden op dat ogenblik nog in veel Europese legers ingezet (o.a. in
België). In de film zien we een aantal Sherman ‘Vuurvlieg’-tanks, een
van de laatste en beste versie van deze pantser.
Voor de opnames werd volgens de commentator een deel van ‘Amblève’ terug
opgebouwd. Hiervoor moeten een aantal echte Ardennenstadjes model hebben
gestaan.
History Recreated
(duur: 8 minuten): bestaat uit een interview met Shaw, de enige Brit aan
Duitse zijde; alle anderen waren authentieke Duitsers (die meestal
Engels spreken).
Historische waarde: documentaire versus bioscoopfilm Het Ardennenoffensief is voor de Amerikanen: the Battle of te Bulge, Bastogne, generaal Mc Auliffe en “Nuts”. (Bulge betekent: uitstulping, McAuliffe was de bevelhebber van de 101ste Airborne Divisie (die we reeds ontmoetten in Band of Brothers en Een brug te ver.
Nuts, noten, getikt, “val dood”, of nog oneerbiediger: “de ballen”, was
het bijzonder laconieke antwoord dat hij de Duitse onderhandelaar meegaf
op diens verzoek tot overgave.)
Natuurlijk kunnen Bastogne en “Nuts” hier niet ontbreken, maar zij komen
slechts enkele minuten in beeld. In die zin is de titel van de film een
commercieel getinte misleiding van het publiek. Alle aandacht gaat
immers naar de slag om het denkbeeldige stadje Amblève, dat model kan
staan voor een massa gelijkaardige operaties in Sankt Vith of Stavelot.
(Er is in België een rivier de Amblève, maar geen stad met dezelfde
naam. In het uitgestrekte en diepe rivierdal zijn dagenlang hardnekkige
en bloedige gevechten geleverd.) ‘Battle of the Bulge’ hoort thuis in het korte rijtje belangrijke reconstructiefilms over de Tweede Wereldoorlog dat in de jaren 1960 werd gedraaid, samen met 'De Langste Dag', ‘Een brug te ver’ , 'Battle of Britain' (1969) en als sluitstuk 'Tora! Tora! Tora!' (1970)
Het geeft een merkwaardig gevoel als je je realiseert dat de tijd waarin
deze films gedraaid werden dichter lag bij de feiten van WO II dan bij
onze eigen tijd! Maar de tijd was er rijp voor: genoeg historische
documenten en betrouwbare boeken voorhanden, voldoende overlevenden
beschikbaar als adviseur of acteur, en vooral -denk ik- nog voldoende
authentieke vliegtuigen, tanks en noem maar op om te kunnen gebruiken
vooraleer ze zouden worden afgedankt en naar de schroothoop verwezen.
Nogmaals: computeranimatie voor aanpassing en vermenigvuldiging van
voertuigen en troepen lag nog minstens drie decennia in de toekomst!
Alles wat daar voor op het witte doek kwam, waren B-films, actiefilms,
met geallieerde superhelden en Duitse superschurken.
Stuk voor stuk zijn de vermelde speelfilms massaproducten, gedraaid met
een enorm budget en met een internationale plejade van sterren. Ook toen
was dat nodig voor commercieel succes: de gigantische investering in
mankracht, materiaal, tijd en geld moet ook winst opleveren voor de
producers. Trouwens, de grote sterren stonden zowat in de rij om te
mogen meespelen, na het succes van ‘De
Langste Dag’. (‘Battle of the
Bulge’heeft niet toevallig dezelfde regisseur als ‘De
Langste Dag’: Ken Annakin.) Het leverde alle betrokkenen niet alleen
een aardige gage op, maar verleende hun tevens een aureool van
patriottisme, zonder de naambekendheid met het oog op volgende rollen te
vergeten.
Doch, wat is de waarde als historische film? We vermeldden al dat deze film fictieve personages in een fictieve veldslag ten tonele voert. Bij de aftiteling waarschuwen de producer en regisseur uitdrukkelijk dat ze verscheidene acties en personen hebben gecondenseerd, maar dat het geschetste oorlogsbeeld correct is. Klopt dat? (Een goede introductie in deze problematiek vind je in het internetartikel van prof. De Wever, Speelfilms als medium in de geschiedenisles).
Het is een blijvende discussie onder historici, zeker als ze leraar
zijn: documentaire versie fictiefilm als bron voor
historische
beeldvorming.
Niet zo toevallig zag ik vlak na elkaar ‘D-Day
tot Berlijn’
en deze ‘
Bij de bespreking van de inhoud, hierboven, verbond ik reeds een aantal
fragmenten uit de speelfilm met de werkelijk gebeurde feiten.
In de werkelijke wereld van december 1944 verwachtte niemand een Duitse
tegenaanval. Niemand? Het hoofd inlichtingen van Pattons Derde Leger,
veel meer naar het zuiden, dacht er anders over, net als kolonel Kiley
in de film. Anders dan Kileys oversten, luisterde Patton wel naar hem.
Hij liet zijn staf plannen ontwerpen om zijn divisies 90% te laten
zwenken naar het noorden. Als Eisenhower hem op de bijeenkomst van de
bevelhebbers in Verdun op 19 december, in volle crisis, vraagt hoeveel
tijd hij nodig heeft om een dergelijk ingewikkeld tactisch manoeuvre uit
te voeren, antwoordt hij: “Zodra je hier met me klaar bent!” En op
Eisenhowers korzelige reactie dat hij ernstig moet blijven, repliceert
hij andermaal: “Op 21 december (dus amper twee dagen later) kan ik met
drie divisies aanvallen.” (Scène, gebaseerd op letterlijke documentatie,
nagespeeld in ‘D-Day tot Berlijn’,
deel 2.) Niemand geloofde hem. Ditmaal was het echter geen grootspraak
van de flamboyante Patton, die nooit om een overdrijving of twee
verlegen zat. Eén telefoontje naar zijn staf was voldoende om de
troepenbewegingen binnen het uur op gang te brengen!
Maar dat en de bevrijding van Bastogne, valt buiten het kader van de
speelfilm, ondanks de titel.
Didactische tips Voor wie met dit boek wil werken in een ruimere leereenheid rond Tweede Wereldoorlog en nazisme, verwijzen we naar: Myriam Paquet & Jos Martens, ‘Tweede Wereldoorlog. Een multimediale vakoverschrijdende leereenheid…’
Houd er rekening mee dat sindsdien op deze site heel wat meer boeken en
films zijn besproken, die eventueel ook kunnen ingeschakeld worden. Het
lijkt me in ieder geval interessant woord en beeld met elkaar te
confronteren. Zie: films over de Tweede Wereldoorlog en op de
site van de VVLG in de rubriek ‘Historische films en DVD’s’
In elke klas heb je wel enkele leerlingen die erg geïnteresseerd zijn in
het verloop van de Tweede Wereldoorlog of in aspecten daarvan. Buiten de
hierboven genoemde bronnen zijn er tientallen en tientallen rijkelijk
geïllustreerde reeksen voorhanden in elke openbare bibliotheek. Zeer
bruikbaar blijven de Standaard
Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in zes dikke delen
(Antwerpen - Amsterdam, Standaard Uitgeverij, 1978 2de druk)
en de reeks De Tweede
Wereldoorlog van uitgeverij Lekturama (Rotterdam, 1978), die niet
minder dan 24 delen telt. Je kunt die geïnteresseerde leerlingen of
studenten, liefst vrijwilligers, een scriptie laten maken die ze
achteraf aan de klas voorstellen (bijvoorbeeld met dia’s in PowerPoint
of door gebruik te maken van filmfragmenten, aan elkaar gelast door hun
persoonlijke commentaar).
In verband met deze film is het beslist interessant een bezoek te brengen aan het Bastogne Historical Center. Informatie op de website in het Frans en Engels, niet in het Nederlands! Brochures en gidsen wel in het Nederlands.
Voor een degelijk bezoek heb je toch al gauw minstens twee uur nodig.
Houd er rekening mee dat niet iedereen voldoende belangstelling kan
opbrengen voor krijgsgeschiedenis, zoals we mochten ervaren. Mijn eerste
bezoeken aan Bastogne gebeurden in het kader van meerdaagse
schooluitstappen. Achteraf hebben we dat herhaald met uitsluitend
geïnteresseerde vrijwilligers, leerlingen zowel als volwassenen. En dat
viel heel wat beter mee! Jos Martens |