Histoforum

    Khartoum

laatste wijziging: 11-08-2012

 

Khartoum - Gr.- Britt. 1966 - DVD: 2004 - speelduur: 130 minuten- Engels - ondertiteling in 8 talen, waaronder Nederlands. 

acteurs: Charlton Heston (Charles Gordon), Laurence Olivier (de Mahdi), Richard Johnson (kolonel Stewart), Ralph Richardson (William Gladstone), Nigel Green (generaal Wolseley) 

Regie: Basil Dearden 

Genre: plicht, koloniale oorlog, religieus fundamentalisme.  

Tijd en ruimte: Engeland & de Soedan, 1883 - 1885. 

Inhoud 

Op 3 november 1883 werd in de Soedan een Egyptisch leger van 10.000 man uitgeroeid door de slecht uitgeruste, maar fanatieke volgelingen van Mohammed Ahmed, de Madhi (Verlosser). De Egyptenaren stonden onder bevel van een ingehuurde kolonel van het Brits-Indische leger, William Hicks. Een vernietigende slag voor het Britse prestige. De kranten en de publieke opinie in Engeland eisten wraak. Maar ernstiger was dat de derwisjen van de Madhi nu beschikten over een massa buitgemaakte moderne geweren en artillerie. Khartoum, de hoofdstad van de Soedan werd bedreigd. Gladstone, de Engelse premier, was echter niet geneigd zich in militaire avonturen te storten. Als ‘gebaar’ stuurde hij generaal Gordon, hoewel die net van Stanley een opdracht voor de Belgische koning Leopold II in de Kongo had aangenomen, naar Egypte. In Khartoum werd Gordon, de reeds legendarische voormalige gouverneur-generaal van de Soedan, als een redder ingehaald. De stad werd belegerd door de derwisjen en afgesneden van de buitenwereld. Gordon kon zijn opdracht om de Egyptenaren en Europeanen te evacueren niet meer vervullen. Ongewapend en alleen vergezeld van zijn lijfknecht zocht hij de Madhi op in diens kamp: een confrontatie tussen twee markante persoonlijkheden, die beiden geloofden dat zij een goddelijke zending hadden. 

Gordon zendt zijn onderbevelhebber, kolonel Stewart, naar het noorden. Die slaagt erin veilig majoor Kitchener en diens symbolisch groepje soldaten te bereiken. Maar eens in Engeland is Gladstone niet te vermurwen om substantiële hulp te zenden. Stewart keert terug naar Khartoum. Ondertussen eist de publieke opinie in het moederland steeds luider dat een Engels leger Gordon zou gaan redden. Wolseley, Engelands beroemdste generaal, vertrekt met voldoende troepen naar Egypte. Hij treuzelt veel te lang met het formeren van de expeditie. Ondertussen zakt het waterpeil van de Nijl. Op 26 januari 1885 veroveren de derwisjen in een enkele stormloop Khartoum. Tegen de uitdrukkelijke bevelen van de Mahdi in wordt Gordon gedood en zijn hoofd op een lans gestoken. Slechts twee dagen later arriveert het ontzettingsleger onder Wolseley. Twee dagen te laat!   

Bespreking 

Net als de recentere film The Four Feathers (2002) behandelt Khartoum de madhistenoorlog in de Soedan. En net als in deze film zijn plicht en eer belangrijke thema’s. De uitwerking is nochtans heel verschillend. Ondanks zijn uiterlijk van een conventionele actiefilm met spectaculaire massascènes en grote sterren is Khartoum meer dan dan. Centraal staat de psychologische botsing van twee enigmatische hoofdpersonen, beiden buitengewone karakters die ver boven de middelmaat uitsteken. Beiden lijken wel elkaar spiegelbeeld, gedreven door het geloof in hun eigen zending. In een van de twee persoonlijke ontmoetingen -historisch meer dan twijfelachtig- zegt Gordon aan de Mahdi: “Jij bent dezelfde als ik.” Ook fysiek lijkt Heston op de bewaarde portretten van Gordon; het portret dat van de Madhi bestaat is waarschijnlijk getekend naar een mondelinge beschrijving, dus minder zeker.  

Die fysieke gelijkenis geldt evenzeer voor een aantal andere personages, o.a. Ralph Richardson, die Gladstone vertolkt. Zo is ook de dood van Gordon een filmsiche weergave van een in die tijd gemaakte illustratie die in veel kranten en tijdschriften verscheen. Alleen houdt Gordon op het schilderij een revolver in de lrechterhand en draagt hij zijn oosters kromzwaard in de schede

De cynische Engelse politiek van Gladstone is treffend getekend. “Engeland een Zending in Egypte? Het Suezkanaal, ja!” Alleszins bewerkte de dood van Gordon de politieke val van Gladstone (wat in de film niet meer aan bod komt.) 

Vermelden we nog dat de film gedeeltelijk in Egypte is opgenomen en dat het landschap en de monumenten knap, doch ook functioneel in beeld komen, om het verhaal boven de eigen tijd uit te tillen. De film opent met de piramiden, de tempels van Luxor en de eeuwige Nijl. Als Wolseley zich bij Kitchener voegt, is dat aan de voet van Aboe Simbel. De film toont unieke beelden van Aboe Simbel nog op zijn oorspronkelijke plaats en de Kolossen van Memnon in het wassende water; waarschijnlijk een van de allerlaatste overstromingen van de Nijl, vooraleer de Assoeandam het eeuwenoude verschijnsel voorgoed zou beletten. 

Didactische verwerking 

Algemene opdrachten, zie:

Martens, J., Speelfilms en geschiedenis. Didactisch verwerkingsmodel.

of:

Van Oudheusden, J., Historische film. Opdrachten.

In een lessituatie lijkt het me aangewezen enkele fragmenten te kiezen, wat gemakkelijk is door de verdeling in hoofdstukken. Ik opteer voor een vijftal sequenties:

- de nederlaag van Hicks bij het begin van de film en de daaropvolgende toespraak;

- een scène die de cynische politiek van Gladstone duidelijk maakt, bijvoorbeeld de eerste kennismaking;

- een scène die de enigmatische persoonlijkheid van Gordon belicht;

- de eerste ontmoeting tussen Gordon en de Mahdi (hoewel die hoogstwaarschijnlijk onhistorisch is). 

Waardeverduidelijking: enkele vragen, vertrekkend van die laatste scène over het gevaar van religieus fundamentalisme bij leiders (Bin Laden, Bush(?), Cromwell) of van onbuigzame (niet-religieuze) ideologische overtuiging (Hitler, Stalin, Mao). Laat de leerlingen zelf voorbeelden aandragen en bespreek in groepjes of in plenum.

Verder kun je de studenten de onderstaande historische achtergrond bezorgen. 

Historische achtergrond 

Gordon of Karthoum 

Het is geen gemakkelijke taak een ingewikkelde en langdurige situatie duidelijk uiteen te zetten in enkele regels. Alles draait rond de inmenging van de Europese mogendheden in Egypte, voornamelijk Frankrijk en Engeland. In 1869 voltooide de Fransman Ferdinand de Lesseps (1805-1894) het Suezkanaal, dat de Middellandse Zee verbond met de Rode Zee. Ondanks de buitenlandse aandeelhouders had de Egyptische staat zich diep in de schulden gestoken voor dit reuzenwerk. In 1876 ging Egypte failliet. Frankrijk en Engeland namen de controle over het land over. Omwille van binnenlandse problemen haakte Frankrijk af en de Engelsen bezetten het land, dat in naam onafhankelijk bleef. Ondertussen was Egypte bezig aan een expansie in zuidelijke richting, waarbij de Soedan aangehecht werd. In 1874 werd de Engelsman Gordon gouverneur van de Soedanese provincie Equatoria. (De filmscène, waarin de heerser van Egypte, de khedive, hem een jaarsalaris van 6000 pond aanbiedt en hij slechts 2000 pond aanvaardt, is authentiek, doch hoort bij deze eerste ambtsperiode en niet bij de episode rond de belegering van Khartoum.) Hij bestreed heftig de slavenhandel en breidde het Egyptische gezag uit tot op ongeveer 100 kilometer van het Victoriameer. In 1879 legde Gordon zijn functie neer, uit onvrede met de Engelse politiek in Egypte. 

Charles George ‘Chinese’ Gordon (1833-1885) was in Engeland een volksheld, een van die buitengewone excentrieke figuren die tot de publieke verbeelding spraken, zoals het Victoriaanse tijdvak er meer heeft voortgebracht. Zijn leven bestond uit heldendaden in dienst van het Empire en goede werken voor het moederland. Hij leefde een kuis en christelijk bestaan, vreesde God en luisterde alleen naar zijn oudere zuster. Hij stortte zich met tomeloze energie in tal van wanhopige missies en zag nog kans die tot een goed einde te brengen ook. Afgezien van zijn omstreden liefde voor sterke drank (brandy & soda, B & S een terugkerend motief in de film), was zijn enige zwakte, althans uit hedendaags perspectief, kettingroken (de film-Gordon zie je echter nooit roken). Hij kwam uit een militaire familie en nam dienst bij de Royal Engineers. Hij nam deel aan de Krimoorlog en de Britse verovering van Peking. Daarna trad hij in dienst van de Chinese regering, die bedreigd werd door de Taiping-rebellen Als rechtstreeks gevolg van het vernederende Verdrag van Nanking (1842) en de inmenging van de Europese mogendheden na de beschamende Opiumoorlog (1839-1842) nam in China het verzet tegen de ‘vreemdelingen’ en het bestuur van de Qing-dynastie in de 19de eeuw steeds scherpere vormen aan. De Taiping-opstand (1850-1864) eiste 20 miljoen doden ( tweemaal meer dan de Eerste Wereldoorlog) en leidde bijna tot de val van de dynastie. Gordon deed de oorlogskansen keren: hij won 33 veldslagen tegen de rebellen. Vandaar zijn bijnaam ‘Chinese Gordon’. 

Meer over deze historische episode, zie op deze site: Waldseemuller en de geboorte van Amerika.

Deel 2: Zengh He en de Opiumoorlog en Mentale ommekeer. 

Zo was de situatie toen in 1881 Mohammed Ahmed opstond en verklaarde dat hij de Verlosser, de Mahdi was. Zijn volgelingen verpletterden alle Egyptische legers die tegen hen werden uitgezonden en veroverden in verrassend korte tijd grote delen van het land. In 1883 versloegen zij een nieuw Egyptisch leger, onder een Britse bevelhebber, kolonel Hicks, de episode waarmee de film opent. Het werd geen slag, maar een slachting. Van de 10.000 Egyptenaren overleefden slechts 250 soldaten het bloedbad. Ook Hicks sneuvelde.  

Gordon werd teruggeroepen om de evacuatie van de Soedan te leiden. Hij vertrok, met volledige steun van de Engelse regering. Maar Gordon koesterde zijn eigen agenda: hij beschouwde zich als gouverneur-generaal en vestigde zich in Khartoum. Khartoum werd omsingeld door de mahdisten. De stad viel viel op 26 januari 1885 en Gordon werd gedood en zijn hoofd afgehouwen. De weerslag in Engeland was enorm. De publieke opinie krijste hysterisch om wraak. (Wesseling 1991:91) 

Kitchener en de slag bij Omdurman 

Nadat een Engels expeditieleger onder Wolseley te laat kwam om Gordon te ontzetten, bleef het enkele jaren stil in Europa. De Mahdi stierf op 22 juni 1885, veertig jaar oud. Onder zijn opvolger, de khalifa Abdulahi (die even optreedt in de film), kende de nieuwe staat een ongelooflijke expansie naar alle windstreken, tot de mahdisten in het westen op een andere expansieve staat stuitten, de Kongo-Vrijstaat van de Belgische koning Leopold II. Twee jaar na Gordons dood hadden de mahdisten zich stevig gevestigd en heerste de khalifa over een rijk ter grootte van half Europa. 

In 1892 werd de Engelse generaal Kitchener benoemd tot sirdar, opperbevelhebber van het Egyptische leger. In 1896 belastte de Engelse regering hem met de herovering van de Soedan en de leiding van de Engels-Egyptische troepenmacht. 

Eind augustus arriveerde hij bij Omdurman, de westelijke voorstad van Khartoum. Nadat een eerste aanval van de mahdisten was afgeslagen begon de slag, op 2 september 1998, bij het aanbreken van de dag. Om 11.30u borg Kitchener zijn verrekijker op en constateerde dat ‘the enemy had been given a good dusting’. Dat was goed gezien. Er waren 11.000 mahdisten gedood en 16.000 gewond. Het Engels-Egyptisch leger telde 48 doden en 382 gewonden. De machinegeweren hadden hun nut weer eens bewezen en daarmee de juistheid van Hilaire Bellocs onvergetelijke distichon:

            Whatever happens, we have got

            the Maxim gun and they have not

De doodskist van de Mahdi werd geopend, zijn hoofd afgehakt en als aandenken gestuurd naar een neef van generaal Gordon, zijn nagels werden gebruikt als souvenir. De rest werd verbrand. De khalifa vluchtte, en sneuvelde een jaar later. (Wesseling 1991: 312) 

Kitchener zou pas veel later de bijnaam “de slachter krijgen”. Dat was toen hij als opperbevelhebber in de Eerste Wereldoorlog verantwoordelijk gehouden werd voor de gigantische verliezen in absurde loopgrachtoffensieven. Doch nu gold het geen derwisjen meer, maar blanke, Britse soldaten.

Nog steeds siert de poster veel studentenkamers, waar hij oproept, priemende ogen boven martiale snor, de wijsvinger naar de toeschouwer: “Enlist now!”. 

Churchill als ooggetuige bij Omdurman 

Winston Spencer Churchill (1879-1965), de latere Britse oorlogsleider tijdens W.O. II, maakte de Slag bij Omdurman mee als jong cavalerist en (clandestiene) journalist. Het scheelde geen haar of hij was niet in staat geweest het na te vertellen! De sectie waarbij hij oorspronkelijk zou ingedeeld worden, leed zware verliezen tijdens een charge met de blanke sabel. Een uitvoerig verslag van zijn ervaringen publiceerde hij in My Early Life (1930), grotendeels een herhaling uit zijn The River War (1899). Nog steeds een spannend verhaal in een onnavolgbare stijl vol Britse onderkoelde humor! En een getuigenis van de branie en het onverantwoorde huizenhoge superioriteitsgevoel van de Engelsen. 

Hier volgt, enigszins ingekort, zijn verslag, in eigen vertaling en met eigen tussentitels.

De oorlog? Een pleziertochtje op de Nijl

Alles was een en al opwinding in Abassiyeh Barracks [het verzamelkamp]. Twee eskadrons waren reeds vertrokken, stroomopwaarts langs de Nijl naar het zuiden. De andere twee zouden de volgende ochtend volgen. … Een sectie van een der eskadrons was voor mij gereserveerd. Maar door de vertraging van mijn aankomst was ze aan een andere officier toevertrouwd. Tweede luitenant Robert Grenfell was erin geslaagd dit commando te verwerven. Hij was vertrokken vol enthousiasme. Op de basis geloofde iedereen dat we te laat zouden arriveren voor de slag. … “Bedenk eens hoe fortuinlijk ik ben”, schreef Grenfell aan zijn familie. “Hier commandeer ik de afdeling die voor Winston [Churchill] bestemd was, en wij zijn de eersten om te vertrekken.” Toeval is onophoudelijk in actie in onze levens, maar we kunnen zijn uitwerking zelden scherp van tevoren onderscheiden. Het draaide erop uit dat zijn detachement praktisch in mootjes gehakt werd in de charge die het regiment uitvoerde in de slag van 2 september [tegen de derwisjen] en de moedige jonge aanvoerder sneuvelde. … Het transport van het regiment 1400 mijlen tot in het hart van Afrika verliep met de snelheid, vlotheid en stiptheid die in deze dagen alle maatregelen van Kitchener kenmerkten. We werden per trein overgebracht naar Assioet, vandaar met raderstoomboten tot Aswan. We leidden onze paarden rond de cataract [stroomversnelling] bij Philae; scheepten weer in op andere stomers bij Shellal; reisden vier dagen tot Wadi Halfa; en van daar trokken we 100 mijlen doorheen de woestijn via de schitterende spoorweg, wiens voltooiing het lot van de macht der derwisjen had bezegeld.

Exact 2 weken nadat ik Caïro verlaten had arriveerden we in het hoofdkamp, waar de wateren van de Atbara in de machtige Nijl vloeiden. De tocht was verrukkelijk. De uitstekende schikkingen voor ons comfort, het vrolijke gezelschap, de nieuwe en levendige scènes die voorbij stroomden, de opwinding en gedachteloze vrolijkheid waarmee iedereen uitkeek naar de naderende veldslag en de rol die wij -het enige Brits cavalerieregiment in de legermacht – zouden spelen, dat alles samen maakte de tocht tot een aangename ervaring. 

(Churchill, W., My Early Life, Londen, Fontana Books, 1972, 8ste druk, p. 174-175.) 

Omdurman 2 september 1898 

Het is niet mijn bedoeling een algemeen verslag te geven van de Slag bij Omdurman. …

Ik zal het verloop van de slag kort weergeven voor zover dat nodig is om mijn eigen ervaring te kunnen volgen.

Het hele leger van de Khalifa [de opvolger van de Mahdi], ongeveer 60.000 man sterk, rukte op in slagorde vanuit hun kamp, kwam over de top van de helling die de twee legers tot dan toe voor elkaar verborgen had gehouden en golfde massaal neer in het zachtjes afhellend amfitheater en de arena waarin, de rug tegen de Nijl, Kitcheners 20.000 man schouder aan schouder stonden opgesteld om hen op te wachten.

Antiek en modern in confrontatie! De wapens, tactieken en fanatisme van de Middeleeuwen botsten door een buitengewoon anachronisme op de organisatie en de uitvindingen van de negentiende eeuw. 

Het resultaat was geen verrassing. Terwijl de afstammelingen van de Saracenen de lange zachte hellingen afdaalden die leidden naar de rivier en hun vijand, ontmoetten ze het geweervuur van twee en een halve divisie getrainde infanterie, twee rijen diep in gesloten orde opgesteld en ondersteund door de onophoudelijke salvo’s uit minstens 70 kanonnen op de rivieroever en in de kanonneerboten. Onder dit vuur stokte de hele aanval op ongeveer 700 yards van de Brits-Egyptische slaglinie, met een verlies van misschien zes- of zevenduizend man hunnerzijds.

Maar het derwisjenleger beschikte over zo’n 20.000 geweren, in alle maten en gewichten, van de meest verouderde vuursteenmusketten tot de meest moderne. De speerdragers konden niet verder. Maar de geweerschutters lieten zich op de grond vallen en begonnen een onregelmatig, ongericht doch aanzienlijk vuur op de donkere lijn van doornhaag waarachter de onzen stonden. Nu begonnen ze voor de eerste keer verliezen te veroorzaken onder hun tegenstrevers: in de korte tijdsspanne dat de fusillade duurde vielen misschien een tweehonderd slachtoffers onder de Britse en Egyptische troepen. 

(Churchill, W., My Early Life, Londen, Fontana Books, 1972, 8ste druk, p. 192)

In de overtuiging dat de slag voorbij was, liet Kitchener zijn vijf brigades zwenken in de richting van Omdurman, om zo de derwisjen af te snijden van hun basis en voorraden. Het 21ste Lansiers [waartoe Churchill behoorde] vormde het uiteinde van zijn linkerflank, vlak tegen de Nijl. Bij hun opmars stootten de lansiers op een troep derwisjen.  

Eindelijk een kans voor de langverhoopte charge met de blanke sabel! Dat was de enige gedachte in alle geesten sinds we Caïro verlaten hadden. Vanzelfsprekend zou er een charge komen! In de dagen, voor de Boerenoorlog [tegen de blanke Afrikaanssprekende Boeren in Z.-Afrika, 1899-1902] had de Britse cavalerie nauwelijks iets anders geleerd. Hier was duidelijk de gelegenheid voor een charge!

Zij galoppeerden echter recht in een hinderlaag van ettelijke duizenden fanatieke derwisjen, die plotseling te voorschijn sprongen uit een terreinplooi waarin ze verborgen hadden gelegen. Churchills afdeling was de voorlaatste op de rechterflank van de linie, en overklaste de linkerflank van de vijand bijna. Omwille van een schouderkwetsuur, gevolg van een polo-ongeval, moest hij zijn sabel ruilen voor zijn pistool; een splinternieuwe automatische Mauser met een magazijn van 10 patronen. Dit betekende zijn redding: hij schoot zich een weg door de vijandelijke massa. De sectie links van hem werd door de kromzwaarden van de derwisjen letterlijk in mootjes gehakt. 

Nu konden we zien hoe weinig nut het veelgeroemde Arme Blanche had. De derwisjen hadden hun gewonden meegenomen en alleen de lichamen van dertig of veertig dode vijanden bleven achter. Tussen hen in lagen de lijken van meer dan twintig lansiers, onherkenbaar verhakkeld en verminkt.

Op een totaal van 310 officieren en manschappen had het regiment in amper twee of drie minuten vijf officieren en 56 man aan doden en gewonden verloren en 120 paarden – bijna een kwart van zijn sterkte. 

Dat waren mijn lotgevallen in deze roemruchte episode. Het komt zelden voor dat cavalerie en infanterie op zo’n manier op elkaar botsen. Ofwel houdt de infanterie het hoofd koel en schiet de cavaleristen neer, ofwel verbreken ze hun rangen en worden op de vlucht neergemaaid of aan de speren geregen. Maar de 2 of 3.000 derwisjen die tegenover het 21ste Lansiers stonden in de uitgedroogde rivierbedding bij Omdurman waren niet in het minst bang voor cavalerie.

Hun geweervuur was gericht genoeg om de charge een halt toe te roepen, maar ze hadden ongetwijfeld vaak ruiters het hoofd geboden in de oorlogen met Abessinië [het huidige Ethiopië]. … Ze waren vertrouwd met de beproeving van de charge. Dat was het soort strijd dat ze door en door kenden. Wat meer is, het was een gevecht met gelijke wapens, want ook de Britten streden met zwaard en lans, als in de dagen van weleer. 

(Churchill, W., My Early Life, Londen, Fontana Books, 1972, 8ste druk, p. 201)

Leeswerk 

Churchill, W., My Early Life, Londen, Fontana Books, 1972, 8ste druk (1ste druk: 1930), 382 blz. - verfilmd als Young Winston. 

Churchill, W., The River War. The Reconquest of the Sudan, Londen 1960 (1ste druk 1899).

Lindqvist, S., Exterminez tous ces brutes. L’odyssée d’un homme au coeur de la nuit et les origines du génocide européen, Le serpent à plumes, 1998.

Wesseling, H., Verdeel en heers. De deling van Afrika 1880 - 1914, Amsterdam, Bert Bakker, 1991, 521 blz.

Romans

Wilbur Smith

Karl May

  • Mensenjagers

  • In het land van de Mahdi

  • Het einde van de slavenjagers, Weert, uitg. Kadmos, 1990.

Jos Martens

     
 

Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum

Google
Search WWW Search histoforum.digischool.nl

     
 

© Albert van der Kaap, Enschede
1998-2004.

kaap@home.nl