Histoforum

    Kingdom of Heaven

laatste wijziging: 28-07-2012

 

Maria Rosseels, Wacht niet op de morgen

Leuven, Davidsfonds/ Clauwaert, 1996, 570 blz.; eerste druk:1969

Tijd en ruimte: Outremer (Palestina, de kruisvaarderstaten), ca. 1180.

Doelgroep: Tweede Fase

Thematiek: religieuze en culturele verdraagzaamheid versus intolerantie.

Inhoud

De hoofdpersoon, Gilles de Malle, wordt in de tweede helft van de twaalfde eeuw op jonge leeftijd in een klooster geplaatst. Daar leidt hij een vredig bestaan, totdat hij Gerard de Ridevorde ontmoet, een idealist die een rijk van liefde en vrede wil stichten in het Beloofde Land. Ze vertrekken naar Jeruzalem, waar ze verkeren in de kringen van het hof van de koning van Jeruzalem. Uiteindelijk beleven ze de nederlaag van de christelijke ridders tegen Saladin en de val van Jeruzalem in 1187.

Tegen het fascinerende decor van veldslagen, vriendschappen, door wraakzucht of trouw gedreven ridders, schijnheilige of oprechte geestelijken en vooral eindeloze intriges projecteert Rosseels de geestelijke ontwikkelingsgang van haar hoofdfiguur. Die weet het eerst heel zeker: joden en islamieten zijn vijanden van de christenen, en dus voor het hellevuur bestemd. Hoe langer hij echter met moslims en hun hoogstaande moraal in contact is, en hoe meer hij met de ideeën van de joodse arts Mattanjah Ben Todah geconfronteerd wordt, hoe meer hij aan zijn oorspronkelijke visie gaat twijfelen. Deze arts laat hem Jezus als mens ontdekken, als een jood die tot dezelfde God bad als de huidige joden. Uiteindelijk gelooft Gilles wel dat in Jezus de beloften vervuld zijn, maar acht hij de andere godsdiensten toch niet minder dan de zijne. 

Bespreking 

‘Wacht niet op de morgen’ (1969), een van de hoogtepunten in het werk van Rosseels, speelt in de twaalfde eeuw, toen de christenen andermaal vanuit het westen naar het Heilig Land trokken om de kruisvaarderstaten in Outremer tegen de dreiging van de weer opdringende moslims te verdedigen. 

Hoewel Maria Rosseels in interviews herhaaldelijk benadrukte dat ze niet over het verleden schreef, maar hedendaagse thema’s behandelde tegen een historische achtergrond, is deze roman historisch zeer goed onderbouwd. ‘Wacht niet op de morgen’ speelt in het Heilig Land, vlak voor Saladin Jeruzalem verovert, dezelfde periode die ook het decor vormt voor de film ‘Kingdom of Heaven’ (2005). 

In deze roman gaat het om de vraag naar de zin van het lijden. Hoe kan Christus beweren dat ons geen haar gekrenkt zal worden zonder de wil van de Vader, als Boudewijn IV, de dappere koning-knaap, langzaam moet wegteren aan melaatsheid? Ook al is de roman gesitueerd in een historisch decor, toch is de problematiek ervan tegelijkertijd heel actueel. ‘Ik ben wie ik ben, maar wie ben ik?’ is de vraag waarmee Gilles voortdurend worstelt. In Outremer, door heel wat verschillende rassen en religies bevolkt, speelt ook de kwestie van de coëxistentie. Net als in Rosseels’ roman ‘Ik was een kristen’ zijn de christenen het meest onverdraagzaam en onwrikbaar, spijkerhard overtuigd van het eigen gelijk. Gilles legt elk fanatisme af en sticht voor alle gezindten een leprozerie. Hij wil niet meer passief wachten op de morgen (der verrijzenis), gesterkt door Gods aanwezigheid. 

Ook het lijden van zijn enige vriend, Boudewijn, de koning van Jeruzalem, stort zijn zekerheden in een crisis. De afschuwelijke aftakeling van deze melaatse wordt werkelijk indrukwekkend beschreven. Hij komt na allerlei vormen van opstand en onbegrip ten slotte toch met Job (39:37) tot onderwerping: „Ik leg mijn hand op mijn mond.” Voor Gilles is wat hij vroeger geleerd had omtrent de verrijzenis van het vlees nu „te gewoon, te menselijk uitgedrukt. Het zal wel onmogelijk zijn iets zinvols te zeggen over dingen die geheel buiten onze vertrouwde werkelijkheid liggen.” Er blijft niets over dan het: „Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp.”  

Via dit schema (van zekerheden die in een bepaalde situatie omvergeworpen worden, maar waaruit ten slotte toch een hopen, een verwachten ontstaat) verlopen meer boeken van Rosseels. Dat ze Gilles in het Jeruzalem van de twaalfde eeuw plaatst, is natuurlijk te verklaren uit het feit dat de drie godsdiensten daar voortdurend met elkaar worden geconfronteerd (Lessing deed hetzelfde in ”Nathan der Weise”); maar ook lijkt ze zo op een constante in de menselijke problematiek te wijzen, door de eeuwen heen. In dat licht is het ook begrijpelijk dat haar twaalfde-eeuwers soms zinnen in de mond nemen die enige bekendheid met de twintigste-eeuwse theologie verraden.  

In ”Wacht niet op de morgen” –een aan Psalm 130 ontleende titel– loopt Gilles' twijfel aan zijn oude zekerheden uit op een blijvend stellen van vragen die niemand kan beantwoorden, een angst dat de dood toch „het einde van onze existentie” is. In deze twijfel en onzekerheid blijft alleen het handelen over, de naastenliefde. Voor Gilles in de leprozerie die hij gesticht heeft voor zowel joden, moslims als christenen. „Alles wat ik in het leven heb geleerd, verlangd, verwacht, vereerd en bemind, herken ik in het gelaat van de melaatsen van Aïn Sha’ir. Wat ik hier doe, is weinig; doch dat weinige doe ik met grote liefde.”  

God ís er, maar verschijnt ons als een fata morgana. Onze taak ligt in de liefde hier en nu. De opmerking dat Rosseels hier een paar stappen te ver gaat en dat ze zo nogal wat antwoorden voorbijloopt, is gemakkelijk gemaakt; het blijft dan echter wel zaak om de vraag die het boek oproept, namelijk hoe doorleefd ónze zekerheden zijn, dieper te doordenken.  

Didactische verwerking 

Algemeen 

De recente film ‘Kingdom of Heaven’ (2005) behandelt dezelfde thematiek in dezelfde tijd en ruimte. Zo sterk zelfs, dat ik soms de indruk had dat het scenario een bewerking was van de roman van Maria Rosseels! Een vergelijking tussen boek en film bewijst dat een boek veel geschikter is voor het uitwerken van rijke ideeën, motieven en thema’s. De film loopt te vlug, laat geen tijd voor de broodnodige reflectie. Zeker hier verdrinken de ideeën in de stomende actietonelen. 

In het verleden (voor de film er was) hebben wij in een vijfde of zesde jaar als ‘meesterproef literaire competentie’ herhaaldelijk een uitvoerige vakoverschrijdende leereenheid opgezet vanuit deze roman. We verdeelden de klas in werkgroepen, waarvan elk een historische roman uitwerkte. De opdrachten bij ‘Wacht niet op de morgen’ vind je hieronder. De telkens uitvoerige scriptie werd geëvalueerd door de leraar Nederlands op de literaire componenten, door de leraar geschiedenis op de historische. Samen gaven zij dan een eindoordeel voor het geheel. Op een afzonderlijke mondelinge toets werden de groepsleden ondervraagd over hun werk en deze quotering telde mee voor het eindexamen. 

Uiteraard is de film bijzonder geschikt om fragmenten te laten gebruiken als illustratie van enkele onderdelen van de roman. 

Toentertijd konden wij onmogelijk voorzien dat de thematiek van het boek (en nu van de film) zo pijnlijk opnieuw in de actualiteit zou komen met de opkomst van zowel het moslimfundamentalisme als gelijksoortige strekkingen binnen het christendom en jodendom. Er is dus zeker een uitvoerige ronde waardeverduidelijking aangewezen.

Wie minder ervaring heeft met deze manier van werken verwijzen wij naar Concreet werken met historische romans in de klas.  

Zeer interessant aanvullend materiaal zit in de eerste delen van de BBC – televisieserie ‘De Kruistochten’ (1995- heruitgezonden 2005), gepresenteerd door Terry Jones (o.a. over bewapening, de houding van de Byzantijnen, het bloedbad in Jeruzalem).

MAALOUF, A., Rovers, christenhonden, vrouwenschenners. De kruistochten in Arabische kronieken, Utrecht-Antwerpen, Kosmos, 1986.

Je kunt, zoals wij deden, groepjes een aangepaste zoekopdracht op het Web laten uitvoeren via referentielijst. Zo kom je tot volgende collectie aan sites die over de kruistochten handelen.

Kruistochten: internetartikel:

http://icloniis.fsw.leidenuniv.nl/walhain/Eindexamen/Level_3/Cse/Europa/ARTIKEL.HTM

Op de website Dwalen door de Middeleeuwen vind je onder de letter K een hele reeks belangrijke sites over de kruistochten.

The Crusades and the Rise of Islam

Catholic Encyclopedia on the Crusades

Crusader and Ayyubid Period (1099-1250)
– met inbegrip van informatie over vooraanstaande personages, kledij en voedsel uit die periode.

Crusades: A Defensive Gesture
– verdediging van de christelijke rol in de kruistochten.

Eugene III: Summons to A Crusade, Dec 1, 1154 – uit the Medieval Source Book.

Innocent III: Summons to A Crusade, 1215

The Crusades: verzameling links naar bronnenmateriaal op het web.

Opdrachten

A. Verhaaltechnisch

1. Bouw een skelet op van het verhaal en verklaar aan de hand hiervan de structuur van het boek. (Telkens de bladzijden aangeven.)

In welke mate is hier sprake van structurele of constructiemotieven?  Vind je zwakheden in de verhaalstructuur? Stel een tijdsgrafiek op van het verhaal.

2. Geef de verhouding tussen directe en indirecte karakterisering voor: Gilles de Malle, Gerard van Ridevorde, Mattanjah Ben Todah, Boudewijn, Saleh-ed-Din. (Telkens de bladzijden aangeven.)

3. Geef de functie van Gilles de Malle voor de structuur van het boek.

4. Schilder een beeld van Jeruzalem na de eerste kruistochten. Gebruik tekstcitaten.

Hoe is de verhouding tussen christenen en andersdenkenden in Outremer? Geef natuurlijk de nodige illustratieve fragmenten. (Telkens de bladzijden aangeven.)

5. Hoe is de verhouding tussen de christenen en de andersdenkenden in Outremer? Geef illustratieve passages. (Telkens de bladzijden aangeven.)

B. Historisch

1. Bouw een gemotiveerde beoordeling op van de voorstelling der historische gebeurtenissen, die M. Rosseels hier behandelt. Gebruik hiervoor historische documentatie. (Zie de bijlagen.)

2. Schets kort het verloop van de andere kruistochten. (Zie de bijlagen en de referentiewerken in de lijst hierboven.)

3. Tracht aan de hand van de historische atlas een beeld te schetsen van de machtsverschuivingen in Outremer, ten tijde van de kruistochten.

4. Geef een overzicht van de door M. Rosseels vermelde christelijke vorsten en hun rol in de strijd om Outremer.

C. Algemene Beoordeling

1. M. Jansens zegt in zijn recensie van “Wacht niet op de morgen” in D.W.B.: “De roman is een dwarsdoorsnede van de hedendaagse christelijke geloofsbeleving.”* Verklaar dit aan de hand van het boek. Tekstfragmenten geven!

2. Zet vanuit de vorige vraag uiteen welk soort roman dit boek is en verklaar het centraal motief ervan. Kan je derhalve Jansens bijtreden als hij dit boek “een levensboek” noemt?

3. Jansens noemt het evenzeer de “Bildungsgeschichte” van Gilles als een historische constructie. Geef een overzicht van de evolutie in Gilles’ denken en breng dit in verband met het centrale motief.

4. Verklaar de titel “Wacht niet op de morgen” vanuit het verhaal en vanuit de ideologische background die Rosseels hier behandelt. (cfr. Jansens)

5. Verduidelijk in dit verband de betekenis van het steeds terugkerende Aïn Sha’ir. Toets dit aan de aanvankelijke titel van het boek: “Tot in der eeuwigheid. Amen”

6. Situeer Maria Rosseels als schrijfster in onze Vlaamse literatuur.

*JANSSENS, M., ‘Wacht niet op de morgen’- een getuigenis, in: Dietsche Warande en Belfort, nr. 115, 1970, p. 285-288.

Jos Martens

 

     
 

Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum

Google
Search WWW Search histoforum.digischool.nl

     
 

© Albert van der Kaap, Enschede
1998-2004.

kaap@home.nl