Community Geschiedenis                                                                Histoforum

    recensies deel 1   deel 2   deel 3   deel 4   deel 5   deel 6  

Tolerantie en actief pluralisme. De afgewezen erfenis van Erasmus, More en Gillis

G. Vanheeswijck

Kapellen, Pelckmans - Kampen, Klement, 2008, 112 blz. 

Inhoud 

Tot ik dit boek begon te lezen kende ik Pieter Gillis alleen wegens een brief die hij in 1517 aan Erasmus schreef om de geograaf Nikolaus Kratzer te introduceren (1). En van zijn portret door Quinten Metsys. Deze Antwerpse stadssecretaris bleek heel wat meer in zijn mars te hebben. Ofschoon zelf geen vooraanstaand humanist, speelde hij toch een belangrijke rol in de netwerken van de humanisten. Blijkt nu dat Metsys in 1517 in feite een dubbelportret schilderde, een tweeluik met Gilis en Erasmus dat de twee humanisten aan hun wederzijdse vriend Thomas More aanboden. 

Sedert enkele jaren maakt de term actief pluralisme opgang in Vlaanderen. Hij werd gemeengoed nadat de toenmalige voorzitter van de socialistische partij, Steve Stevaert, in 2005 een boek publiceerde met de titel Ander geloof. Naar een actief pluralisme in Vlaanderen. Auteurs met diverse levensbeschouwelijke achtergronden kwamen in dit boek aan bod en lieten hun licht schijnen over de rol van het actief pluralisme in de uitbouw van een tolerante maatschappij.

Maar wat betekent de term actief pluralisme?

Vooraleer over te gaan naar de humanisten, behandelt de auteur kort de middeleeuwse tolerantie. Petrus Venerabilis (ca. 1092-1156), abt van Cluny, bood Bernardus van Clairvaux aan de Koran te lezen in Latijnse vertaling, om zo de Arabische cultuur te leren kennen, maar die vergewaardigde zich niet eens te antwoorden. In maart 1146 riep Bernardus te Vézelay, in aanwezigheid van de Machtigen uit Frankrijk en Vlaanderen, op tot de Tweede Kruistocht, die zou uitlopen tot een totale mislukking en een ware ramp (2). Op het einde van de 12de eeuw herontdekt Europa, juist door contacten met de Arabische cultuur, het denken van Aristoteles. Nu stonden de christelijke theologen voor de uitdaging om de Bijbelse visie in overeenstemming te brengen met de Griekse filosofen, die er op het eerste gezicht helemaal mee in tegenspraak waren.

De geschiedenis leert ons dat degenen die proberen tolerantie te prediken via kennis en argumentatie nagenoeg altijd tot het verliezende kamp behoren. Een ontluisterende gedachte! Toch is er een verschil met de hedendaagse opvatting van tolerantie. Hun opvatting beoogde geen erkenning van de andere godsdienst als inhoudelijk evenwaardig. Ze wilden alleen hun eigen opvattingen niet opleggen via geweld, maar via woord en redenering (p. 21). 

Vijfhonderd jaar geleden introduceerden de humanisten van de renaissance, Erasmus, More en Gillis een concept van redelijkheid, dat zich afkeerde van de middeleeuwse methode van theologisch en filosofisch denken, maar nog niet was vastgelopen in de zekerheid van de moderne rationaliteit. Die humanistische houding van redelijkheid en verdraagzaamheid heeft het evenmin gehaald. Na hun dood brak de hel los.  

Het meest sprekende voorbeeld voor ons vormen de gebeurtenissen rond de scheiding van de Nederlanden. De erasmiaanse houding van Willem van Oranje en zijn medestanders werd weggeveegd door religieuze fundamentalisten van beide zijden. Met tachtig jaar bloedvergieten als gevolg (J.M.).(3)

De levensbeschouwelijke twisten tussen katholieken en protestanten werden al die tijd ook elders uitgevochten in wrede godsdienstoorlogen. In 1648, met de Vrede van Westfalen, werd een moegestreden Europa levensbeschouwelijk verkaveld. Daarmee werden niet alleen de bloedbaden maar ook de inhoudelijke discussies tussen de twistende partijen stilgelegd. Europa predikte voortaan een vorm van passief pluralisme.

Er zijn talloze redenen waarom dit model van passief pluralisme lange tijd behoorlijk heeft gefunctioneerd. De belangrijkste is dat velen tot het besef waren gekomen dat geen enkele idee of levensbeschouwing belangrijk genoeg is om er mensen voor uit te sluiten of te doden. Uit angst voor de gevolgen van de strijd rond ideeën, werd deze ideeënstrijd ingeperkt door middel van privatisering en verzuiling en werd zo de inhoudelijke discussie tenslotte lamgelegd.

Het actief pluralisme wil juist de inhoudelijke confrontatie aangaan. Het neemt niet langer vrede met de drooglegging van de levensbeschouwelijke discussie. Enerzijds deelt het de opvatting van het passief pluralisme dat het belang van ideeën wordt overdreven, als men er mensen voor uitsluit. Anderzijds is het gevoelig voor de kracht van levensbeschouwingen, die mee vorm geven aan de uitbouw van een samenleving en daarom om verdere reflectie vragen. Juist vanuit deze gevoeligheid wil het actief pluralisme de inhoud van de verschillende levensbeschouwingen met elkaar vergelijken, de geschiedenis van hun evolutie bestuderen en de rol die zij spelen in de uitbouw van de samenleving opnieuw onder de aandacht brengen. 

Bespreking 

Een boek als dit bespreken, levert steevast problemen op. Een korte inhoud volstaat immers niet. Voor een behoorlijke recensie moet je de volledige argumentatie van de auteur volgen. Dat betekent, bij een goed geschreven werk, dat je in feite praktisch het hele boek moet weergeven, wat uiteraard onmogelijk is. Hoewel … bedoeling van een recensie is natuurlijk dat je niet alleen een idee krijgt waarover het besproken werk gaat, maar dat je het zo mogelijk ook volledig gaat lezen.

Eerst een kleine kritiek: Erasmus pleitte voor verdraagzaamheid binnen de christenheid. Tegenover moslims en in het bijzonder de Turken was hij heel wat minder verdraagzaam (4). Hierin verschilt hij toch wel van die andere grote humanist, zijn vroegere student Nicolaes Cleynaerts (Diest 1493 - Granada 1542) (5). 

Om actief pluralisme te verwezenlijken is onder meer de inzet vanwege invloedrijke individuen nodig. Vanheeswijck voert Amoz Oz op als voorbeeld. Geen toeval dat de kritische Israëlische schrijver van onder meer ‘Hoe genees ik een fanaticus(De Bezige Bij, Amsterdam, 2007.) in mei 2008 terecht een eredoctoraat xontving aan de Universiteit Antwerpen. De laudatio werd uitgesproken door… Vanheeswijck.  Zie Bijlage 1.)

In zijn essay Hoe genees je een fanaticus komt Oz tot de paradoxale vaststelling dat de fanaticus meestal een 'onzelfzuchtig schepsel' is, een altruïst: 'De fanaticus wil uw ziel redden, hij wil u verlossen, hij wil u bevrijden van zonde, van dwaling, van het roken, van uw geloof of van uw ongelovigheid, hij wil uw eetgewoonten verbeteren of u van uw drink- of stemgedrag genezen. De fanaticus geeft heel veel om u. Hij valt u voort­durend om de hals omdat hij zo veel van u houdt, en anders grijpt hij u wel bij de strot omdat u niet te verlossen blijkt. En topografisch gezien zijn om de hals vallen en bij de strot grijpen toch al nagenoeg dezelfde handelingen. In beide gevallen is de fanaticus meer geïnteresseerd in u dan in zichzelf, om de doodeenvoudige reden dat de fanaticus heel weinig zelf of helemaal geen zelf heeft.' 

De fanaticus heeft helemaal geen zelf; hij gelooft immers dat hij vanuit een neutraal standpunt de ander moet bevrijden van de ballast van zijn of haar traditie en overtuiging, die hij natuurlijk of onvoorstelbaar stompzinnig of hopeloos achterhaald of extreem gevaarlijk vindt.

[…] De fanaticus heeft geen humor!

(p.86)

De auteur ziet tevens een belangrijke rol weggelegd voor de universiteiten. Hij onderscheidt twee tegengestelde hedendaagse concepten: de ‘university of excellence’ versus de ‘university of thought’. De eerste is het toonaangevende concept geworden en nog steeds in opmars. Het is de universiteit van de internationale ranglijsten, de visitatiecommissies, de publicatiedwang voor wetenschappers, de meetbare resultaten; kortom en enigszins karikaturaal geformuleerd: de universiteit als kennisfabriek. De tweede is de actief pluralistische universiteit die mensen wil aanzetten tot brede reflectie en kritisch nadenken over de maatschappij, waartoe kennis ons moet leiden, welk soort kennis relevant is en moet doorgegeven worden (p. 100). Aan de universiteit van Leuven probeert men in die richting te werken sinds 1994, met de ‘Lessen voor de eenentwintigste eeuw’, een multidisciplinaire lezingenreeks, waarin professoren vanuit hun vakspecialisme komen spreken voor studenten uit zeer diverse richtingen (J.M.)(6). 

Zelfs als hij met profetische gaven was gezegend, had Vanheeswijck niet kunnen voorspellen dat de controverse tussen ‘university of excellence’ versus ‘university of thought’ precies aan deze oudste universiteit van de Nederlanden zou losbreken, nog voor de inkt op zijn boek goed droog was! Zijn essay werd brandend actueel in december 2008, toen bekend raakte dat het mandaat van rector Marc Vervenne niet zou verlengd worden, wegens ‘managementtekorten en gebrek aan leiderschap’. Daarop barstte een heftige polemiek los in de kranten en universitaire tijdschriften, waarbij alle geledingen van de universiteit en daarbuiten zich niet onbetuigd lieten. De spits werd afgebeten door de jonge, internationaal gerenommeerde Alzheimerspecialist prof. Bart De Strooper met een ongewoon scherp artikel in verschillende kranten, dat hij herhaalde in Campuskrant. Begin januari 2009 hadden al 1750 personeelsleden van de KU Leuven een petitie getekend tegen de evaluatieprocedure die leidde tot de niet-verlenging van Vervennes mandaat. Zij drongen aan op een terugkeer naar algemene rectorverkiezingen en vragen ‘een universitas-profiel voor de rector, dat krachtdadig bestuur niet hoeft uit te sluiten’. Het is duidelijk dat de discussie de grenzen van die ene universiteit ver overschrijdt en dat de huidige beheerders dit boekje niet gelezen hebben!

Didactische tips

Eventueel leveren de links in de voetnoten aanvullend materiaal op, zowel voor persoonlijk gebruik van geïnteresseerden buiten het onderwijs als voor gebruik in lessen geschiedenis, godsdienst, staatsburgerlijke opvoeding…

Hetzelfde geldt voor de bijlagen. Wie die laat lezen vindt hierin nogmaals stof tot relevante vragen en tot actualisering. 

Het hele boek lezen is in een lessituatie natuurlijk uitgesloten. Je kunt citaten nemen en die gebruiken voor waardeverduidelijking. 

- Amoz Oz stelt in zijn essay eveneens: “De fanaticus heeft geen humor.” Wat zou hij daarmee kunnen bedoelen?

- Actief pluralisme lijkt eerder een wensdroom dan een realiteit. Overal ter wereld worden we (in toenemende mate?) geconfronteerd met intolerantie, fundamentalisme, censuur. Geef en/of zoek zoveel mogelijk actuele voorbeelden op. Geef plaats en omstandigheden. 

Internationale site van Amnesty International. Je kunt dan desgewenst doorklikken naar de site van je nationale afdeling.

Noten

1. Martens, J., Waldseemüller en de geboorte van “America, dl. 3. Holbeins “De Franse gezanten”, 07 Netwerken. In de schoot van de Universiteit Antwerpen is in 2004 het Centrum Pieter Gillis opgericht om het actief pluralisme inhoudelijk verder uit te bouwen. 

2 Zie hierover: Bauer, R., In het teken van verzoening. Brief van Petrus Venerabilis…, Tielt, Lannoo, 1991 en het voortreffelijke jeugdboek van Thea Beckman, De gouden dolk. Rotterdam, Lemniscaat, 1982, 232 blz. - recente herdruk en Maria Rosseels, Wacht niet op de morgen, Leuven, Davidsfonds, Leuven, 1996.
Uitvoerige bespreking met didactische tips voor beide boeken. 

3. Zie op deze site: de uitgewerkte leereenheid: Willem van Oranje op dvd  en het vierluik: De moord op Willem van Oranje, De Beeldenstorm, Balthasar Gerards en Wilhelmus.

4. Voor het eerste, zie Martens, J., De keerzijde van de renaissance in: De conquistadores: wereldveroveraars met oogkleppen. Voor het tweede: Desiderius Erasmus, De Turkenkrijg, Ad. Donker, 2005.
Maar misschien was zijn normale tolerantie niet opgewassen tegen de bloedige expansie van de Osmanen?

 5. Kort artikel over Cleynaerts, op de Joos de Rijcke-site.

6. Lessen voor de eenentwintigste eeuw, fraai uitgegeven door Universitaire Pers Leuven en Davidsfonds, sinds 1995.

Jos Martens

     
 

Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum

Google
Search WWW Search histoforum.digischool.nl