artikelen over geschiedenis didactiek

Goed onderwijs

In discussies over goed en modern onderwijs gaat het tegenwoordig bijna altijd over de inzet van technologie. Merkwaardig, vroeger ging die discussie bij mijn weten nooit over het gebruik van schoolbord of stencils. Dat waren simpelweg zaken die je gebruikte om goed onderwijs mogelijk te maken. Nieuwe (technologische) ontwikkeleingen maken meer mogelijk, maar dat is dan ook alles. De discussie over wat goed onderwijs is behoort te gaan over twee vragen, wat is een goede docent en wat is een goed leerplan?

Wat is goed onderwijs

Goed onderwijs is afhankelijk van slechts twee factoren, de docent en het leerplan.

Wat is een goede docent?

Een goede docent...

  • * verstaat zijn vak. Hij beschikt over een gedegen kennis van de inhoud van zijn vak en over vakdidactische en pedagogische kennis en vaardigheden.

  • ;
  • * is gedreven. Hij straalt enthousiasme uit voor zijn vak en is gedreven;

  • * neemt zichzelf, maar voor zijn leerlingen serieus. Hij is oprecht geïnteresseerd is het verbeteren van de leerprestaties van elke individuele leerling.

  •  

Dit betekent dat een goede docent geen 'sage on the stage' is, noch een 'guide on the side', maar een 'meddler in the middle'. Hij is de spin in het web van het leren van de leerlingen. Hij is een bemoeial die zich met de leerling verantwoordelijk weet voor diens ontwikkeling.

Wat is een goed leerplan?

    Een goed leerplan...

  • * bevat een visie op het vak en op elk onderwerp dat aan de orde komt. Deze visie wordt vertaald in concrete leerdoelen (eindtermen) die consistent en coherent zijn en die sturing geven aan de leeractiviteiten van de leerlingen. Leerlingen moeten deze leerdoelen uiteraard begrijpen en er, waar mogelijk, invloed op hebben.

  • * is opgebouwd uit leeractiviteiten die zinvol bijdragen aan het bereiken van deze leerdoelen.

  • * bevat toetsen die leerlingen inzicht geven in hun vorderingen, in hun sterke en zwakke punten. Formatieve verdienen daraom de voorkeur boven summatieve toetsen. Deze toetsen zijn vanzelfsprekend consistent met de leerdoelen en leeractiviteiten.

  • Is dat alles?

    Ja in principe is dat alles. Als aan de voorwaarde van een goede docent en een goed leerplan is voldaan, kun je je vervolgens een aantal andere vragen stellen. Bijvoorbeeld vragen over gepersonaliseerd leren. Pas als je duidelijk een duidelijk beeld hebt van de kwaliteit van docent en leerplan, kun je nagaan in hoeverre gepersonaliseerd leren bij een vak als geschiedenis wenselijk en mogelijk is.

     

    Kennis kun je bijvoorbeeld heel goed toetsen met behulp van een computer, niet alleen goed, maar zelfss veel beter. Toetsenbanken en herhaling tot je minimaal 80% beheerst. De troostend bedoelde opmerkingvolgende keer beter na het behalen van een vier behoort dan tot het verleden.