Histoforum      Lesmateriaal      Toetsmateriaal      Vakinformatie      Magazine    

Killer 'apps': the ideas that propelled the west to world domination

Net als Patricia Crone heeft ook Niall Ferguson, hoogleraar geschiedenis aan o.a. Harvard, zich beziggehouden met de vraag waarom het westen zo'n dominante positie in de wereld inneemt. Onderstaande zijn  vijf, wat hij noemt , Killer apps.

Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org      

Civilization: The West and the Rest

Killer 'apps': the ideas that propelled the west to world domination 

1. Wedijver: In de vijftiende eeuw was China de meest beschaafde samenleving in de wereld, terwijl Europa nog een achter gebleven gebied was (backwater). Maar toen veranderde de zaken en tegen het eind van de achttiende eeuw kon Adam Smith opmerken  dat China lang was blijven stitstaan. Wat was er gebeurd? Volgens Ferguson leidde de gefragmenteerde politieke structuur in Europa tot wedijver en werd Europeanen aangemoedigd om mogelijkheden/uitdagingen te (onder)zoeken in verre landen. China, dat in toenemende mate een 'eiland' werd  stagneerde daarentegen.

2. Wetenschap: De 16e en 17e eeuw was de tijd van de wetenschap, met een buitengewoon groot aantal doorbraken. Deze revolutie was, schrijft Fergusont, "volgens elke wetenschappelijke standaard geheel Europees". In de islamitische wereld legde het clericalisme de verspreiding van kennis aan banden, terwijl in Europa, geholpen door de drukpers, de reikwijdte van de wetenschap zich drastisch uitbreidde. Uiteindelijk leidden doorbraken in de wetenschap tot verbeteringen van wapens, die verder het voordeel van het Westen verder versterkten.

3. Bezit: Waarom bleek het rijk dat de Engelsen in de 17e eeuw in Noord-Amerika vestigden uiteindelijk zo veel succesvoller dan dat van de Spanjaarden in Zuid-Amerika een eeuw eerder? Dit komt, volgens Ferguson, omdat de Engelse kolonisten een specifiek concept van op grote schaal verspreide eigendomsrechten en democratie meebrachten, geërfd van John Locke. Dit bleek een veel beter recept voor succes dan het Spaanse model van geconcentreerde rijkdom en autoritarisme.

4. Moderne wetenschap: Volgens Ferguson was de moderne geneeskunde de meest opmerkelijke "killer application" van het westen. Door de Westerse medische vooruitgang in de 19e en 20e eeuw steeg de levensverwachting over de hele wereld, waaronder de koloniën. Vooral de Fransen brachten, grotendeels door hun verheven opvatting van hun keizerlijke missie, aanzienlijke verbeteringen in de volksgezondheid in het westen van Afrika, waarbij ze effectieve vaccinaties tegen ziekten zoals pokken en gele koorts ontwikkelden.

5. Consumptie: De dominantie van het westen over de rest van de wereld was niet te danken aan het gebruik van geweld. Het kwam ook, zoals Ferguson aantoont, door de (vrije) markt. De industriële revolutie in de 18e en 19e eeuw in Groot-Brittannië schiep een model voor een consumptiemaatschappij die onweerstaanbaar bleek, zoals, bijvoorbeeld, zichtbaar wordt in de westerse kledingstijl die in de hele wereld navolging kreeg. Toch is er een paradox: hoe was het mogelijk dat een economisch systeem bedoeld om oneindige keuze te bieden leidde tot een zo homogeniserende mensheid?

6. Arbeidsethos: Zoals Max Weber een eeuw geleden stelde was het protestantisme een vorm van christendom die hard werken aanmoedigde (en net zo belangrijk, voegt Ferguson toe, lezen en sparen) aangemoedigd. Het is geen toeval, zegt hij, dat de verminderde betekenis van religie in Europa er toe heeft geleid dat de Europeanen steeds meer de "nietsnutten van de wereld"  werden (terwijl de meer religieuze Amerikanen hardwerkende mensen werden). Interessant is dat Ferguson ook meent dat China's omhelzing van het harde werken mede het gevolg is van de verspreiding van het protestantisme daar.


Zie ook de verklaringen van Patricia Crone

Referentie

Ferguson Niall (2011) Civilization: The West and the Rest

 

 

 

 

 

web analytics
 

 Niall Ferguson


 Civilization: The West and the Rest


 Verwante artikelen

Copyright:  Albert van der Kaap, 2011