artikelen over geschiedenis didactiek

Het Marshallplan

Redeneren over en met bronnen die betrekking hebben op het Marshallplan.

Redeneren over en met bronnen over het Marshallplan

Word-versie van inleiding en opdrachten

 

Er werd nogal eens smalend gesproken over trucjes met bronnen, als het ging over historische vaardigheden. Men zag het werken aan vaardigheden dan als een soort l'art pour l'art, als een doel in plaats van als een middel. Maar kunnen werken met historische bronnen is een belangrijke vaardigheid om historisch te kunnen denken en redeneren. En altijd heeft dat denken natuurlijk betrekking op historisch inhouden. Anders wordt het inderdaad een leeg trucje, bijvoorbeeld als een leerling standaard als antwoord op welke vraag over betrouwbaarheid kan antwoorden: De bron is niet betrouwbaar want de auteur ervan was niet bij de gebeurtenis aanwezig.

Bij redeneren over en met historische bronnen moeten leerlingen informatie uit een of meer bronnen gebruiken om een antwoord te geven op een historische vraag, om een conclusie te kunnen onderbouwen of om een uitspraak of stelling te kunnen onderbouwen. Werken met bronnen zet de leerlingen aan tot kritisch denken, tot historisch oordelen over en/of reflectie op historische gebeurtenissen.

Redeneren over bronnen

Om te beginnen moet de leerling beoordelen of de bron hiervoor bruikbaar is. Dit is het geval als deze relevante, betrouwbare en, waar van belang, representatieve informatie biedt:

Relevantie
De leerling moet nagaan welke informatie de bron biedt voor het onderzoek biedt, maar ook, en dat is vaak veel lastiger, welke informatie de bron niet biedt. Het antwoord op de laatste vraag leidt er toe dat de leerling op zoek gaat naar bronnen die de benodigde, maar ontbrekende, informatie bieden.

Betrouwbaarheid
Om de betrouwbaarheid van de informatie vast te stellen moet de leerlingen antwoord geven op een aantal vragen en voor iedere vraag afzonderlijk bepalen of het antwoord van belang is voor de betrouwbaarheid van de informatie voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Lang niet altijd kun je overigens een antwoord op alle vragen vinden en ook dan moet je beoordelen in hoeverre dat van belang is.
• Wie heeft de bron gemaakt.
• Wat is het perspectief/belang van de maker van de bron.
• Waarom is de bron gemaakt
• Wat is het voor soort bron
• Waar is de bron gemaakt.

Representativiteit
Hoewel zeker niet eenvoudig is het soms wel van belang na te gaan in hoeverre de bron representatief is voor iets of iemand.

Redeneren met de bron

Pas als de vragen naar relevantie, betrouwbaarheid en representativiteit beantwoord zijn kan de leerling gaan redeneren met de informatie uit de bron. Dus een antwoord geven op de historische vraag, een conclusie trekken of een stelling onderbouwen of juist ontkrachten. Hierbij verwijst hij uiteraard niet alleen naar de bron, maar verwerkt hij ook zijn oordeel over de betrouwbaarheid en representativiteit ervan.

Hieronder staat een aantal voorbeelden van opdrachten die een getrainde en ervaren leerling aan zou moeten kunnen. Alle voorbeelden hebben betrekking op het Marshallplan. In een toeleidingstraject moet de leerling leren welke stappen hij moet zetten en moet internaliseren, om uiteindelijk zover te komen. Hieronder staan daarom telkens ook een voorbeeld van een opdracht die leerlingen hierbij helpen.

 

 

Opdrachten


Marshallplan 1

Marshallplan 2

Marshallplan 3

 

Analyseren van spotprenten

Op Histoforum staat een artikel over het analsyeren van spotprenten

 

PowerPoint Presentatie

Deze ppt over het Marshallplan kunt u gebruiken om klassikaal uitleg te geven over het analyseren van spotprent. Ook de ppt over het Verdrag van Versailles is voor dit doel gemaakt.

 

Uitgebreide versie van opdracht 3

Een uitgebreide versie van opdracht 3 over het Marshallplan vindt u in de rubriek spotprenten op Histoforum (inloggevens voor docenten beschikbaar).


 


t