Milton, G., Roeselare, Roelarta Books, 2008, 282 blz., 10 euro, Engelse origineel 2002.

Samoerai William

In het jaar 1600 bereikte William Adams als eerste Engelsman Japan, na een verschrikkelijke reis van bijna twee jaar, doorheen de Straat van Magallanes.

Hij was piloot (navigator) op het Hollandse schip De Liefde, enige overblijvende van een vloot van vijf. Zijn verhaal fascineerde me sinds ik met hem kennismaakte in 1976 via de roman Will Adams, Heer van de Gouden Waaier van Christopher Nicole. Die belangstelling werd kort daarna aangewakkerd door Shogun van James Clavell, waarvan de hoofdfiguur Blackthorne duidelijk geïnspireerd was op Adams. De verfilming van dit boek in de gelijknamige televisiereeks, kluisterde in 1980 zowat de hele wereld aan de buis.

 

Giles Milton onderzocht zoveel mogelijk de originele documenten. Dat viel zowel mee als tegen. Adams en zijn mensen lieten een onverwacht grote schat aan materiaal achter over hun verblijf in Japan. Hun brieven en logboeken berusten in de Britisch Library. Hij ontdekte echter dat gedrukte edities als Richard Cocks’ kleurrijke dagboek, in 1883 door de Victoriaanse auteur sterk werd gekuist. Gelukkig voor ons beperkt hij zich niet tot de Engelsen in Japan, maar schetst hij een ruim panorama van de Europese expansie in het Verre Oosten vanaf ca. 1500. Hij sluit het boek af met een degelijke becommentarieerde bibliografie per hoofdstuk en een behoorlijke index, wat tot mijn gloeiende ergernis in Nederlandse uitgaven nog steeds teveel blijft ontbreken.

Historische achtergrond

Adams belandde in een voor Europeanen legendarisch land. China en Japan fascineerden Europa reeds eeuwen, sinds de vermelding van het mysterieuze Cipangu en Cathay bij Marco Polo, begin 14de eeuw.

Dit was een samenleving met een oververfijnde levensstijl. De correcte knoop in een zijden touw was even belangrijk als de beheersing van de vechtsporten. Een maatschappij ook van gruwelijke folteringen voor misdadigers en later voor christenen, van schoonheid en dood, met de kersenbloesems als symbool voor de samoerai en de kortstondigheid van het leven. Waar een samoerai kon wenen om een vallend bloemblaadje, maar zonder verpinken het hoofd afhakte van een dove theeverkoper die niet diep genoeg boog. Ongetwijfeld hebben we hier te doen met een meervoudig gelaagde cultuur: een samenleving met eeuwenlang bloedige burgeroorlogen. En even ongetwijfeld vormden de talloze rituelen in de omgangsvormen een sublimatie, een tegengewicht voor al dat bloed.  

Het begin van onze 17de eeuw viel voor Japan samen met een nieuwe era. In 1600 versloeg Iëjasoe, het hoofd van de Tokugawa-clan, zijn tegenstanders in de slag bij Sekigahara. Deze periode is ons relatief vertrouwd door de reeds vermelde televisiereeks Shogun en zoals Akira Kurosawa ze meesterlijk verfilmde in Kagemusha (1980) en Ran (1985).  Adams’ kanonnen speelden een rol in de beslissende slag, die Iëjasoe het shogunaat opleverde, het opperleenheerschap onder de goddelijke keizer, de Mikado. Adams bouwde in opdracht van de shogun een Japanse zeevloot uit en bracht het tot daimyo, bevelhebber over samoerai. En toen hij in 1620 stierf, was hij de meest geëerde Europeaan in het land.  Het nieuwe sterke gezag van de shogun zou een radicale ommekeer betekenen voor de verhouding met de Europeanen. In 1543 bereikten de eerste Portugezen Japan. Het volgende jaar reeds kregen de Japanners enkele Portugese lontmusketten in handen. De mij tot nu toe onbekende leveranciers krijgen in dit boek een gezicht. Een van hen was de avonturier Fernão Mendes Pinto, die ik leerde kennen via de roman van Magda van den Akker, Het China van Gaspar, (1989) en wiens bijna ongelooflijke Peregrinação ondertussen door Arie Pos in het Nederlands is vertaald als Pelgrimsreis (1992). 

Een jaar later hadden de Japanners die vuurwapens niet alleen perfect gekopieerd, maar het oorspronkelijk ontwerp reeds gevoelig verbeterd. Om ze dan drie eeuwen lang ongewijzigd te laten. Samoerai haatten vuurwapens. Haakbusschutters waren meestal laaggeplaatste soldeniers, die in slechts enkele maanden konden opgeleid worden, terwijl de vorming van samoerai jaren intensieve training vergde. De ironie van de geschiedenis wil dat Iëjasoe juist dankzij het toen al stevig ingeburgerde westers wapentuig de overhand kon halen op al zijn rivalen.  Zes jaar na de eerste Portugezen arriveerde de beroemde jezuïet Franciscus Xaverius, die een aanvang maakte met de missionering. De jezuïeten na hem vestigden een religieus monopolie, dat zij angstvallig verdedigden tegen andere kloosterorden. En niet ten onrechte.

 

Hun visie week immers sterk af van de gebruikelijke Eurocentrische. Zij beschouwden de Japanners niet als heidense barbaren, maar hadden het grootste respect voor hun cultuur. Die houding wierp snel vruchten af. Tegen de tijd dat Iëjasoe stierf, in 1616, telde Japan reeds minstens 400.000 christenen.  

 

In de goede halve eeuw na 1543 en voor 1600 leek een intensieve uitwisseling tussen Japan en Europa op gang te komen. De jezuïeten stuurden in 1582 jonge christelijke samoerai naar Europa. In 1584 arriveerden zij in Lissabon. In Rome werden ze ontvangen door paus Gregorius XIII, die kort daarna overleed. In 1585 woonden zij de inhuldiging bij van Sixtus V. Overal waar ze kwamen verwekten ze opschudding en bewondering. In 1586 vertrokken ze weer uit Lissabon. Pas in 1590 waren ze weer in Nagasaki. Zij brachten westerse muziekinstrumenten als de luit en westerse muziek mee terug, wat in hun thuisland eveneens erg in de smaak viel. Ook westerse mode werd korte tijd een rage bij de hoogste standen. 

 

Overal verschenen verslagen over het verloop van hun reis. Om een idee te geven van hun impact:tussen 1551 en 1600 zijn in de Zuidelijke Nederlanden alleen al niet minder dan 85 werken gepubliceerd met betrekking tot Japan. Over de vordering van de bekeringen met daarbij gegevens over de Japanse cultuur volgen minstens elf boeken (Nambankunst 1989:39; Thomas 2009: 134). 

 

Maar het zou niet lang meer duren voor de ijzeren vuist van de shogun hieraan een einde stelde. Hij hield van elke voorname daimyofamilie enkele leden als gijzelaar in zijn hoofdstad Edo (het latere Tokio). En bij onderlinge oorlogjes of opstand: hoofd eraf.  

Oranda: de Nederlanders in Japan 

De opvolgers van Iëjasoe moesten niets hebben van het christendom, dat ze beschouwden als een agent van buitenlandse politieke inmenging. Zij trachtten deze vreemde religie volledig uit te roeien. In 1637, toen de Portugese missionarissen reeds uit het land gezet waren, kwamen de christenen in opstand rond Nagasaki. Als represaille werden toen 37.000 mensen op de meest wrede wijze omgebracht. Schepen van de calvinistische Hollanders hielpen de shogun om de ‘paapse’ opstand te onderdrukken. Eén voor één gaven de Europeanen hun factorijen op.

 

Doch ook de Hollanders ontkwamen niet aan de toorn van de shogun. Nu Adams hen niet meer kon verdedigen, werden ze Hirado uitgegooid en mochten ze alleen nog wonen op het piepkleine eilandje Deshima in de baai van Nagasaki. Hoewel ze onbeduidende handel mochten blijven drijven, werden ze nauwlettend in de gaten gehouden en werd hun verboden om contact met Japanners te hebben. (Meer hierover in Martens 2001.)

 

Het Land van de Rijzende Zon was beland in een periode die bekend staat als sakoku, het gesloten land. Het had genoeg van de lastige buitenlanders en hun bittere bloedige oorlogen. Na een eeuw van contact sloot Japan zijn vensters naar de buitenwereld en liet het geen handelslui meer tot zijn winstgevende markten en steden toe. De paar zeelieden die erheen durfden te varen, of de pech hadden dat ze er schipbreuk leden, werden gearresteerd, gemarteld en gedood. 

 

Het duurde meer dan tweehonderd jaar voordat Engelsen en anderen weer voet zetten op Japanse bodem. Toen ze ten slotte terugkeerden en de pagoden en tempels van Tokio verkenden, ontdekten ze tot hun verbazing dat de naam William Adams nog steeds in het hele land beroemd was. Ze kregen het geweldige verhaal te horen over zijn carrière aan het hof: hoe hij woordvoerder en adviseur was geweest, leraar en orakel. Zijn titel, landgoed en bijzondere vriendschap met de shogun hadden een diepe en blijvende indruk op de Japanners gemaakt. Als teken van hun achting voor Anjin Sama, Heer Loods, hadden ze een wijk in Tokio ter ere van hem Anjincho genoemd.

 

Ook hadden zij zijn naam in hun gebeden bewaard. In de heilige duisternis van de tempel Jodoji, niet ver van waar William Adams ooit een huis bezat, verzamelde zich een keer per jaar een groep gelovigen om zijn nagedachtenis te eren. Ze kozen de Jodoji voor hun bedevaart omdat dit de plek was waar Adams, naar verluidde, zijn gebeden zei.

 

Tweehonderd jaar eerder had Adams deemoedig voor het pantheon van goden gestaan. Nu kwamen groepen mensen tussen geflonker van lampen en kaarsen samen om Anjin Sama - de zeeman van Limehouse - te eren. Terwijl wierook de lucht zwaar maakte en klokken klingelden in de schemering, baden ze voor de ziel van samoerai William (p. 266). 

Meer documentatie

Films 

 

Kagemusha ( 1980)

Ran (1985)

Shogun (1980

 

Non fiction

 

Fernão Mendes Pinto, Pelgrimsreis, Baarn, de Prom, 1992, 680 blz. Vertaling uit het Portugees van Peregrinação: Arie Pos.

 

Feitorias. Kunst in Portugal ten tijde van de Grote Ontdekkingen, Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, 1991.

 

Fleming, F., Tokoegawa-Japan, in: De macht der monarchie. 1600-1700. (Time-Life wereldgeschiedenis), Time-Life, 1990, p. 9-33.

 

In het spoor van de Liefde. Japans-Nederlandse ontmoetingen sinds 1600, Rotterdam, Museum voor Volkenkunde, 1986, 201 blz.

 

Martens, J., Japan: het Land van de Rijzende Zon, in: De conquistadores: wereldveroveraars met oogkleppen, Joos de Rijcke - site, 2001 Knop: Eeuw van Joos.

 

Martens, J., Een maritieme wereldgeschiedenis: Cuyvers, L., De ontdekking van het Oosten, Tielt, Lannoo, 2005, 223 blz. + DVD (4delige tv-reeks). 

 

Nambankunst. De Portugezen in Japan, Brussel, Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, 1989, 175 blz.

 

Oranda. De Nederlanden in Japan (1600-1868), Brussel, Generale Bank, 1989, 239 blz.

 

Samurai, Brussel, Gemeentekrediet, tentoonstellingscatalogus, 1984.

 

Thomas, W. & E. Stols (red.), Een wereld op papier. Zuid- Nederlandse boeken, prenten en kaarten in het Spaanse en Portugese wereldrijk (16de - 18de eeuw), Leuven - Den Haag, Acco, 2009, 479 blz.

 

Van Opstall, M. e.a., Vier eeuwen Nederland-Japan, Lochem, De Tijdstroom, 1983, 64 blz. 

 

Romans 

 

James Clavell, Shogun, Laren, Luitingh, 1975, 632 blz.

 

Christopher Nicole, Will Adams, Heer van de Gouden Waaier, Leiden, Sijthoff, 1974, 399 blz.

 

Chris Bradford, De jonge samoerai. De weg van de krijger, Amsterdam, Mynx, 2009; 256 blz.  

 

Magda van den Akker, Het China van Gaspar, Leuven, De Clauwaert, 1989

 

Jos Martens