Elizabeth M. Rees, De koopmansbruid. Tielt: Lannoo, 2006, 245 p. Oorspronkelijke titel: The Wedding. An Encounter with Jan Van Eyck. New York: Watson-Guptill Publications, 2005. Uit het Engels vertaald door Sylvia Vanden Heede.

Een jeugdboek over Jan van Eyck

IIedereen kent het schilderij ‘Portret van het echtpaar Arnolfini’ van Jan van Eyck. Dit werk behoort tot de hoogtepunten van de kunstgeschiedenis. Over de totstandkoming van het schilderij en de betekenis ervan heeft de Amerikaanse auteur Elizabeth M. Rees een boeiende jeugdroman geschreven: De koopmansbruid. Het meeslepende verhaal achter Jan van Eycks beroemde schilderij van het echtpaar Arnolfini. Dit leermiddel bevat vragen en opdrachten bij de lectuur van het boek voor de leerlingen en achtergrondinformatie voor de leerkracht. Het is zowel geschikt voor klassikaal gebruik als voor zelfstudie en afstandsleren.

.

De koopmansbruid

Leerlingenmateriaal

 

Inhoud

Een ‘Woord vooraf’, een ‘Nawoord’, 23 ongenummerde hoofdstukken en een ‘Tijdlijn van het leven van Jan van Eyck’ (Voor de overzichtelijkheid nemen we in de vragen en opdrachten de nummering van de hoofdstukken in de Engelstalige editie over). Op de cover van de Nederlandstalige editie staat een detailfoto en een ondertitel: ‘Het meeslepende verhaal achter Jan Van Eycks beroemde schilderij van het echtpaar Arnolfini’.


Het boek is gebaseerd op het Portret van het echtpaar Arnolfini, een schilderij van Jan van Eyck, dat tot de beroemdste werken uit de kunstgeschiedenis behoort en dat zich bevindt in de National Gallery in London. Tijdens de lectuur moet men het schilderij voor ogen houden en het af en toe gaan bekijken.


Wie was Giovanni Arnolfini?

Op grond van onderzoek slaagde men erin om het schilderij in verband te brengen met een bankiersfamilie uit Lucca, die zakelijke betrekkingen met Vlaanderen onderhield en daar door verschillende familieleden werd vertegenwoordigd, onder meer door Giovanni Arnolfini. Die naam kan echter verwijzen naar twee Giovanni’s, die allebei leden van de familie Arnolfini waren. Lange tijd werd gedacht dat de afgebeelde personen Giovanni di Arrigo Arnolfini en zijn vrouw Giovanna Cenami waren. Ze hadden mekaar in Parijs leren kennen, maar ook de familie van Giovanna (Jehanne) Cenami kwam oorspronkelijk uit Lucca. Giovanni di Arrigo Arnolfini installeerde zich voor 1421 in Brugge, woonde in de buurt van Van Eyck en genoot als financier van de Bourgondische hertog Filips de Goede veel aanzien. Er werd ook gedacht dat het schilderij ter gelegenheid van hun verloving of huwelijk was gemaakt en het werd zelfs geïnterpreteerd als een geschilderde trouwakte. Maar uit archiefstukken is gebleken dat dit echtpaar pas in 1447 trouwde.


Bron van de illustratie


Van Eyck schilderde ook een portret, waarvan men aanneemt dat het de minder bekende neef van Giovanni di Arrigo Arnolfini voorstelt, nl. Giovanni di Nicolao Arnolfini. (Zie afbeelding.) Het gaat hier duidelijk om dezelfde man als die op het dubbelportret. Hij was in 1426 getrouwd met Constanza Trenta, die een familieband met de Medici’s had. Giovanni woonde ook in Brugge, was textielhandelaar en vertegenwoordigde ook de familiezaken in Vlaanderen. Constanza stierf in 1433, zodat het schilderij mogelijk vanwege haar nagedachtenis een jaar na haar overlijden werd besteld.


Elizabeth M. Rees volgt het recente wetenschappelijk onderzoek niet en baseert haar boek op de eerste interpretatie. Volgens haar gaat het hier om een portret van Giovanni di Arrigo Arnolfini en zijn vrouw Giovanna Cenami en werd het schilderij naar aanleiding van hun huwelijk in 1434 gemaakt. Aangezien de schrijfster ons in de eerste zin van het boek al meedeelt, dat het gaat om ‘een verzonnen verhaal’, kunnen we haar dat niet kwalijk nemen. Bovendien gaat het hier om een raadselachtig schilderij met een stoutmoedig beeldconcept en een overvloed aan details die voor verschillende interpretaties vatbaar zijn. Volgens mij wordt daaraan door het boek volledig recht gedaan. Grote kunstwerken, zowel plastische als literaire, worden gekenmerkt door meerduidigheid en de mogelijkheid om ze op verschillende manieren te interpreteren. Ook de wijze waarop Elizabeth M. Rees het unieke schilderij interpreteert, lijkt me volkomen verantwoord.



Bron van de illustratie.

Dit is het Portret van Giovanni di Nicolao Arnolfini, een portret in olieverf dat door Van Eyck op paneel werd geschilderd omstreeks 1438. De afgebeelde persoon is Giovanni di Arrigo Arnolfini, die vanaf 1421 in Brugge verbleef als lakenhandelaar. In 1461 werd hij benoemd als raadgever van Filips de Goede en in 1462 werd hij opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies. Het gaat hier wellicht om dezelfde man die afgebeeld wordt op het Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw uit 1434. Volgens het meest recente wetenschappelijk onderzoek moet de afgebeelde persoon op het schilderij Het portret van het echtpaar Arnolfini dan ook Giovanni di Nicolao Arnolfini zijn en niet diens neef Giovanni di Arrigo Arnolfini.

De interpretatie van het schilderij Portret van het echtpaar Arnolfini
Het schilderij werd vroeger ook genoemd: ‘Hymne aan de echtelijke trouw’, omdat het als de symbolische uitbeelding werd beschouwd van het christelijk huwelijk met zijn sacraal en sacramenteel karakter. Het is een soort ‘geschilderde huwelijksakte’, d.w.z. de uitbeelding van de huwelijksbelofte. Die huwelijksbelofte zou natuurlijk ook al gegeven kunnen worden bij de officiële verloving. Daarom zou dit volgens sommigen ook een verlovingsportret kunnen zijn, maar eigenlijk maakt dit niet zoveel uit, omdat het verschil tussen huwelijk en verloving in die tijd niet groot was. Een priester hoefde namelijk ook bij het huwelijk niet aanwezig te zijn.


Ik herinner eerst even aan de basiskenmerken van middeleeuwse kunst. Het gaat altijd om een combinatie van realisme en symboliek. Met realisme bedoel ik: de precieze uitbeelding van de zichtbare werkelijkheid. Met symboliek bedoel ik: de verwijzing naar een hogere, onzichtbare werkelijkheid. Wat zien we hier eigenlijk?


We zien een rijkelijk ingericht interieur, dat duidelijk een slaapkamer is. Daarin staan een man een vrouw in wat je hun mooiste outfit zou kunnen noemen. De man draagt een donkerblauw onderkleed, waarvan de mouwen met galon (versierde strook) zijn afgeboord en aan de pols dichtgesnoerd. Daarboven draagt hij een purperen mantel, die onderaan, aan de hals en aan de brede mouwuitsnijdingen afgeboord is met bont. Op het hoofd heeft hij een donkere vilten hoed met een brede rand. Aan zijn voeten draagt hij een soort zwarte schoen-sokken. Links naast zijn voeten staan zijn trippen of patijnen, ook buitenschoenen of modderschoenen genoemd, met een dikke houten zool en een lederen riem. Trippen werden gedragen in de erg vervuilde straten van de middeleeuwse steden. Aan de wijsvinger van zijn rechterhand draagt hij een ring. Zijn linkerhand steekt hij uit naar de vrouw, met de handpalm naar boven.


De vrouw staat ongeveer op dezelfde hoogte als de man. Ze draagt een sierlijk hoornkapsel (twee zijwaartse hoorns, overspannen met een netje), waarover een witte hoofddoek met een kanten rand. Ze draagt een blauw damasten onderkleed (damast is een stof waarin figuren geweven zijn). Daarboven draagt ze een wijd kleed (een zogenaamde houppelande) in groen fluweel, dat aan de ronde halsuitsnijding en aan de mouwen is afgeboord met hermelijn, een kostbare bontsoort. Het kleed is fel gefronst onder de mouwopening. Het heeft een zeer hoge taille, met een rode band om het middel en een lange sleep die sierlijk op de vloer gedrapeerd is. Met haar linkerhand trekt ze het lange kleed omhoog en ze legt die hand op haar gezwollen buik. Ze draagt enkele juwelen: twee fijne gouden kettinkjes aan de hals en twee ringen aan de linkerhand. Haar rechterhand legt ze, met de handpalm naar boven, in de gestrekte linkerhand van de man. De man en de vrouw leggen dus zacht de handen in mekaar in een statische plechtige houding.


Wat is nu de symbolische betekenis van dit realistische tafereel?


1. De man en de vrouw hebben zich op hun best uitgedost. Ze hebben ook hun schoenen uitgedaan (de man zijn trippen of houten sandalen, de vrouw haar rode slippers). Dit is voor hen een plechtig moment, een belangrijke gebeurtenis. Het uitdoen van de schoenen heeft een symbolische, sacrale betekenis. Denk aan het boek Exodus, waarin God zegt tegen Mozes: ‘Trek uw schoenen uit, want de plaats die gij betreedt, is heilig’.


2. Ze leggen de handen in mekaar en sluiten daarmee een verbond. De handen in mekaar leggen betekende in de middeleeuwen: een verbintenis aangaan, een contract afsluiten. Dat heeft een juridische betekenis: het legt rechten en plichten vast. Het verbond, de verbintenis, is hier het huwelijk. Het huwelijk is de verbintenis tot liefde, tot lichamelijke liefde (daarnaar verwijst het bed) en een belofte om voor mekaar te zorgen (daarnaar verwijst het tedere gebaar van de in mekaar gelegde handen). Juridisch werd dit in de middeleeuwen uitgedrukt in de ‘fides manualis’: de vereniging van de handen als teken van trouw. De man bevestigt die verbintenis met een andere juridische daad: de opgeheven rechterhand die een eed aflegt. Dit is de ‘fides levata’: de man zweert plechtig dat hij de verbintenis zal nakomen.


3. De huwelijkssluiting hoefde in de middeleeuwen niet te gebeuren in een kerk. Dat kon ook in een privéruimte, zoals hier een slaapkamer. Er moesten wel twee getuigen bij zijn om de overeenkomst een openbaar karakter te geven. Die twee getuigen zijn hier inderdaad aanwezig. In de spiegel kunnen we dat zien. Dat ze echt aanwezig zijn als getuigen en niet toevallig, wordt ons duidelijk gemaakt door de tekst: ‘Johannes de Eyck fuit hic’, d.w.z. ‘Jan van Eyck was hierbij’. De schilder noemt zichzelf een getuige. Hij is dus één van de twee personen in de spiegel. Door deze tekst maakt hij zijn aanwezigheid publiek kenbaar en bevestigt hij de juridische geldigheid van dit huwelijk.


4. Het gebeuren speelt zich af in een slaapkamer. Dit is een realistische weergave van een slaapkamer in een huis van de rijke burgerij. Maar de plaats heeft ook een symbolische betekenis. Deze kamer is een heilige bruiloftskamer, de plaats waar de man en de vrouw hun heilige taak van een kroost verwekken zullen vervullen. Typisch voor het huwelijk is ook de belofte van levenslange trouw. Daarnaar verwijst niet alleen de ring aan hun vingers, maar ook het hondje, dat een symbool is van deze trouw.


5. Het concept van het huwelijk werd in 1215 tijdens het 4de concilie van Lateranen theologisch en kerkrechtelijk geformuleerd: het huwelijk is een sacrament, dat man en vrouw tot de dood verbindt en dat als doel heeft in liefde vruchtbaar te zijn. Dat vruchtbaarheidsdoel wordt symbolisch uitgedrukt door de gezwollen buik van de vrouw. Die geeft niet aan dat de vrouw nu al zwanger is, maar verwijst naar de realiteit die in de toekomst wordt nagestreefd, nl. kinderen ter wereld brengen. Op het hoofdeinde van het bed staat bovendien een houten beeldje van de heilige Margaretha en ook dat verwijst naar het moederschap: Margaretha is namelijk de patrones van de huwelijksvruchtbaarheid en van de aanstaande moeders. Ze worden meestal afgebeeld met een draak aan haar voeten. (Sommige kunsthistorici vestigen er ook de aandacht op dat de ‘zwangerschapshouding’ in de 15de eeuw mode was. Men vond een vooruitstekende buik mooi en liet zich dus, of men nu in verwachting was of niet, zo afbeelden. Een dergelijke ‘zwangerschapshouding’ ziet men ook op de afbeelding van Eva op het retabel van het Lam Gods. Vrijwel alle vrouwen op de schilderijen van de Vlaamse Primitieven hebben ‘bolle buiken’.)


6. In de luchter brandt maar één kaars. Die kaars verwijst om te beginnen naar een realiteit: het feit namelijk dat de bruid een brandende kaars droeg als ze de kerk binnenging voor een kerkelijke huwelijksplechtigheid. Maar de kaars heeft ook een symbolische betekenis: ze verwijst naar het goddelijk Licht, nl. Christus. Christus heeft door zijn boodschap van liefde een goddelijke betekenis aan het huwelijk gegeven. Die sacrale betekenis werd door het concilie van Lateranen officieel geproclameerd: het huwelijk is een sacrament en het christelijk huwelijk plaatst de mens in een dubbele liefdesrelatie: de liefde tot elkaar en de liefde tot God.


7. En zo komen we bij het object dat een sleutelbetekenis heeft in het schilderij en dat onze interpretatie bevestigt, namelijk de bolle spiegel. De spiegel heeft een centrale plaats op het schilderij, vlak boven de in mekaar gelegde handen. De realiteit is dat de spiegel de hele kamer weerspiegelt en alle aanwezige personen. Maar de spiegel heeft ook een symbolische betekenis. In de middeleeuwse kunst in het algemeen weerspiegelt de spiegel de hele schepping van God en de geschiedenis van de mensheid of de ‘speculum historiale’, de bedoeling van God met zijn schepping. De geschiedenis wordt door de middeleeuwer beschouwd als een heilsgeschiedenis, een tocht van de mens naar het heil, naar het eeuwige geluk in de hemel. Het schilderij geeft deze heilsgeschiedenis weer op symbolische wijze. De mens is door God geschapen in een paradijselijke toestand. Maar het kwaad of de zonde sloop in de mens en op die manier werd de mens van God verwijderd. Maar God liet de mens niet los: hij stuurde zijn zoon naar de aarde om het verbond met de goddelijke liefde te herstellen. Door zijn menswording, kruisdood en verrijzenis heeft Christus de mens verlost van het kwaad en de weg naar het paradijs opnieuw geopend. Dit keerpunt in de geschiedenis van de mensheid wordt afgebeeld rondom de spiegel in tien medaillons, ronde paneeltjes, die staties van de kruisweg weergeven.

 


Bron van de illustratie

8. Op het schilderij krijgt het huwelijk een plaats in de heilsgeschiedenis. De menselijke liefde is een weerspiegeling van de goddelijke liefde en door het christelijk huwelijk neemt de mens deel aan de goddelijke heilsgeschiedenis. Maar ook de schepping en de zondeval zijn symbolisch aanwezig in het schilderij. De bloeiende heester die zichtbaar is door het open raam symboliseert de oorspronkelijke paradijselijke toestand van de mens. En de appel op de vensterbank symboliseert de zondeval. Al die symbolen verwijzen naar de heilsgeschiedenis en bevestigen dat de menselijke liefde door het sacrament van het huwelijk een afspiegeling is van de goddelijke liefde.


Nog enkele details:
Links van de spiegel hangt een gebedssnoer uit bergkristal, een voorloper van de paternoster, en rechts bij de leuning van de zetel, een handborsteltje. Die verwijzen samen naar de verplichting ‘ora et labora’, bid en werk. Het gebedssnoer is ook een typisch verlovingsgeschenk van een bruidegom aan zijn verloofde. Het kristal symboliseert zuiverheid, de deugden van de bruid en haar plicht om trouw te blijven.


Het hemelbed is het belangrijkste meubel in de kamer. Het kon in de winter in een knus kamertje veranderd worden door middel van de zware gordijnen, niet alleen voor de intimiteit, maar vooral voor de warmte. Nu zijn de gordijnen weggeschoven en opgeborgen in een zak van dezelfde stof. Het rood symboliseert de passie van de huwelijksliefde.


Het raam is alleen bovenaan voorzien van glas; het onderste deel is open. Het glazen gedeelte bestaat uit dik cirkelvormig glas dat lijkt op flessenbodems, met groene, dunne ruitvormige stukken daartussen. De houten luiken zitten aan de binnenkant. Ze staan hier open, om licht binnen te laten.
Op de grond, tussen het echtpaar en naast het bed ligt een oosters tapijt. Kostbare tapijten speelden in deze tijd een rol als onmisbare statussymbolen voor de vorsten en de hogere standen.

jan.uyttendaele@gmail.com

Bibliografie
T.-H. Borchert (2008), Jan van Eyck. Köln: Taschen.
R. Cumming (1996), Kunst uit de doeken. Brussel: De Morgen.
R. De Keyser (1995), ‘Beroemde kunstwerken in het geschiedenisonderwijs. Het Arnolfini-dubbelportret door Jan van Eyck, 1434’. In: Geschiedenis in de klas, 15de jaargang, nr. 44.
J. Martens, ‘Van Eycks "Het echtpaar Arnolfini" als informatiebron’ en/of http://histoforum.net/arnolfini/ Zie: Averbode/Amsterdam: Altiora/Ploegsma.
G. Snyder (1960), ‘Het Arnolfini-portret’. In: Streven, 13de jaargang.
J. Uyttendaele, ‘De troubadours: lesidee’.

Vragen en opdrachten voor de leerlingen.

Meer lessuggesties met docenten en leerlingenmateriaal over de middeleeeuwen van Jan Uyttendaele.