Jo Claes, Een tragisch verhaal, Antwerpen/ Amsterdam, Houtekiet, 2019, 384 blz. -, ook als e-boek.

Moord en oude muziek

Proloog


Voor Leuvense studenten of oud-Lovanienses is elk nieuw boek van Jo Claes puur plezier.
Tenminste als je graag thrillers leest. De setting is altijd Leuvens en heeft altijd ergens banden met de aloude Alma Mater en met het verleden, de geschiedenis.

.

Moord en oude muziek


‘In de romans van Jo Claes is Leuven meer dan de achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt. Halfleeg en ingedommeld tijdens de zomermaanden, overbevolkt en chaotisch tijdens het academiejaar, fungeert de stad als een haast schizofrene omgeving die het hoofdpersonage het ene moment op de zenuwen werkt en het andere tot rust doet komen. Wie de stad een beetje kent, ziet voor zijn geestesoog de personages door de straten lopen alsof een film zich ontrolt. Maar ook voor wie nooit een voet in Leuven heeft gezet, bieden de rake beschrijvingen van de historische binnenstad met haar middeleeuwse stratenpatroon, haar eindeloze reeks studentenkroegen en haar academische instellingen een uitstekend middel tot kennismaking met deze eeuwenoude universiteitsstad’. Op de meeste van zijn covers staan foto’s van Leuvense monumenten. Dat is een van de grote charmes van romans.

Ondertussen is dit reeds het dertiende boek met de Leuvense hoofdinspecteur Thomas Berg. Je zou de indruk krijgen dat Leuven niet alleen de oudste universiteit van de Nederlanden herbergt (gesticht 1425), maar tevens een ware ‘moordstad’ is (1).
Zo passeerden al een aanslag op een rector de revue, een diefstal van gouden munten tijdens de opgravingen van Sagalassos (Turkije), gevolgd door moord; een reeks racistische haatmoorden; een seriemoordenaar die zich spiegelt aan de standbeelden in de stad; een moord in het Heilig Hartinstituut in Heverlee …

Inhoud

Ditmaal is het verband met de universiteit zelfs meervoudig.
Het verhaal start op 4 juni. Het is de heetste junimaand in eeuwen. Tenminste zo lijkt het voor hoofdinspecteur Thomas Berg. Hij zucht en zweet onder een loden zon. Tot zijn groot genoegen ziet hij dat Koning Oidipous van Sofocles (496-406 v. Chr.) als eerste op het programma staat van de Leuvense stadsschouwburg in de Bondgenotenlaan.
Ooit speelde hij als zeventienjarige een bijrolletje in een schoolopvoering van het stuk.
Het eeuwenoude Oidipous, ‘de tragedie der tragedies’ is gedoemd het leidmotief te worden in deze geschiedenis – vandaar ook de titel van het boek. De opvoering is al op 10 juni. Nog voor Berg een ticket kan boeken, krijgt hij bericht van een lichaam in een vijver van de nabijgelegen eeuwenoude Parkabdij te Heverlee (gesticht in 1129).

De dode is Marcel Heymans, professor muziekgeschiedenis aan de KU Leuven. Zelfmoord op het eerste gezicht. Of toch niet? Heymans heeft de avond tevoren ruzie gehad met zijn collega en leeftijdsgenoot Boudewijn Teniers. Zij verschilden van mening over een kostbaar zeldzaam boekje, klaarblijkelijk een tweede exemplaar van Het Leuven Chansonnier, een piepklein en uniek liedboekje uit ca. 1475, 12 bij 8,5 cm groot, ongeveer de afmeting van een pakje sigaretten, het kleinste nu toe bekende meerstemmige chansonnier, dat toevallig in 2014 aan de oppervlakte kwam bij de veiling van een erfenis (2).
‘Twee identieke vijftiende-eeuwse handschriften van hetzelfde liedboek is simpelweg uniek. Tot nu toe is er geen enkel ander voorbeeld bekend’.

Een Mechelse antiekhandelaar biedt de vondst te koop aan voor 210.000 euro.
Berg denkt dat de dood van Heymans hiermee te maken heeft, omdat hij de transactie tegenhield. Hij twijfelde aan de echtheid en vreesde voor een vernuftige vervalsing, hoewel het boekje onderzocht is door Patrick Olieslaghers ‘zowat de best boek- en papierrestaurateur van het land’ en authentiek bevonden qua uiterlijke kenmerken van perkament, inkt enz. …
Hij wilde de aankoop tegenhouden omdat Herman Lateur, professor aan de Leuvense faculteit letteren en specialist laatmiddeleeuwse Latijnse teksten een paar onregelmatigheden in de teksten had ontdekt.

Is de professor daarom vermoord? Of is de hoge levensverzekering het motief? Zijn tweede vrouw, Mieke, musicologe aan het internationaal gerenommeerde Lemmensinstituut (ook in Leuven) is immers twintig jaar jonger, daarbij gaan er geruchten dat ze een verhouding heeft. Ze is lid van het toneelgezelschap dat de tragedie van Sophocles opvoert, ze speelt zelfs de hoofdrol, hoewel ze daarvoor eigenlijk te jong is.

Een andere erfgename is Esther, de dochter van de vermoorde. Dan is er nog haar echtgenoot Marc Teniers, vioolbouwer. Muziek blijft opduiken in het verhaal. Net als het beeld La dame au cochon op het terras van de Kaminsky aan de Tiensepoort, het café waar Thomas Berg herhaaldelijk verzeild raakt. De beeldengroep door Liliane Versluys (uit 2006) is duidelijk geïnspireerd op Pornokratès, het beruchte schilderij van Félicien Rops (zie de kaft).

Helaas voor de speurder is het aantal verdachten legio. Het lukt Berg maar niet om de moordenaar te vinden. Iedereen lijkt te liegen, zowel de hoofdrolspelers in de discussie over het liedjesboek als de mensen van het toneelgezelschap. Als hij dan eindelijk denkt de dader te kennen, komt hij tot de onthutsende vaststelling dat hij even blind is geweest als Oidipous. Pas dan slaagt hij erin om de maskers te doen vallen en krijgt de zaak een bijzonder tragische ontknoping.

Epiloog

In zijn Nawoord openbaart Jo Claes wat waarheid en verdichting is in het verhaal. De informatie over de (ondertussen wereldberoemde) Alamire Foundation, het Huis van de Polyfonie en het Het Leuven Chansonnier is waarheidsgetrouw.
Hij koppelt zijn thriller aan twee steeds weerkerende motieven: Het Leuven Chansonnier en Oidipous Rex. Een ware vondst!

Het Leuven Chansonnier is een perkamenten manuscript van 12 op 8,5 centimeter. Ongewoon klein, wat er op wijst dat het niet bedoeld was om uit te musiceren, maar om thuis te lezen. De band is van karton, met brokaat bekleed. Er staan 50 polyfone composities in uit de periode 1450-1460. Elk neemt zowat 2 folio’s in beslag, samen ruim 90 bladzijden.

 


Leuven Chansonnier.

Koorboeken waren doorgaans zeer grote en loodzware folianten, bestemd voor een groep er omheen geschaarde zangers. Het boekje bevat ook twaalf voorheen onbekende liederen in het Oudfrans en Latijn, waarvan de herkomst niet kon achterhaald worden. Ook tien van de twaalf liedteksten zijn volledig nieuw voor de onderzoekers. Uit deze periode zijn wereldwijd slechts zes vergelijkbare chansonniers bekend. Er is inderdaad een facsimile vervaardigd door de Alamire Foundation en Davidsfonds, zoals de roman van Claes vermeldt.

Ondertussen is een cd met de liederen opgenomen door het Sollazzo Ensemble, dat ermee op tournee ging tot in New York.
Zeer kleine getijdenboeken (gebedenboeken voor leken) uit dezelfde tijd komen wél meer voor. Om er slechts 2 te noemen: het gelijktijdige van Engelbert van Nassau, 14 x 10 cm en het Hennessy-getijdenboek, ca. 1535 door Simon Bening, de laatste grote Vlaamse miniaturist.

Claes’ moordverhalen vormen een a-typische reeks. Als je wil vergelijken met de detectives op televisie, dan eerder met Hinterland (speelt in Wales) of het Scandinavische The Bridge en niet met de talloze hyperkinetische oppervlakkige Amerikaanse reeksen. Het verhaal komt meestal traag op gang. Zijn hoofdpersonage past perfect in de sfeer. Hij studeerde twee jaar theologie en daarna pas criminologie, corrigeert regelmatig de tussentaal van zijn ondergeschikten, citeert klassieke mythen, zorgt telkens ruimschoots voor de nodige historische achtergrondinformatie, kookt graag … en draait volledig op de cafeïne van talloze espresso’s.

Noten

1. Daarover vind je meer dan voldoende op de website van de auteur, met een lang interview, recensies door verschillende auteurs uit diverse tijdschriften, met per boek de foto’s plus toelichting van de huizen en monumenten die er een rol in spelen enz. Website van de auteur. 

2. Meer over Het Leuven Chansonnier.

Op de website van de Alamire Foundation kan men het handschrift online raadplegen

en Late handschriften.

Vlaamse Miniaturen

Jos Martens, september 2019