Histoforum

    Alexander

laatste wijziging: 11-08-2012

 

The Rise of Sharpe

3 dvd’s, duur: 303 minuten - televisiereeks, Groot-Brittannië, Granada, 1993-1994; Dutch Filmworks, 2006 - Engelse originele versie, alleen Nederlandse ondertitels 

Tijd en ruimte: Napoleontische periode, Portugal en Spanje, 1809-1812.

Acteurs: Sean Bean (Sharpe; Boromir in Lord of the Rings; Troy); Brian Cox (Troy, The Constant gardener); Pete Posthlewaite (Troy, Braveheart); Assumpta Serna (Teresa).

Sharpe’s Rifles (1993) 

Deze televisieserie is gebaseerd op de boeken van Bernard Cornwell met Richard Sharpe in de hoofdrol en gaat over zijn avonturen tijdens de oorlog van Arthur Wellesley tegen Napoleon in Spanje. Twee van deze romans zijn besproken op deze site: Sharpe’s tijger en Sharpe’s triomf.

1809. Napoleon is meester over zowat heel Europa. In Spanje heeft hij zijn broer Joseph op de troon geplaatst. Een klein Brits expeditiekorps is geland in Portugal en heeft de Fransen verslagen bij Vimeiro en Oporto ingenomen. Nu maken de Britten zich klaar om de grens met Spanje over te steken.

Op zijn ochtendritje te paard wordt Sir Arthur Wellesly, bevelhebber van de Engelse expeditiemacht, aangevallen door enkele Franse cavaleristen. Zijn paard wordt onder hem gedood en zelf raakt hij gewond. Het bliksemsnelle optreden van sergeant Richard Sharpe, toevallig in de buurt, redt hem. Sharpe schakelt drie Fransen uit, maar krijgt zelf een sabelhouw over de rug. Als beloning promoveert Wellesley hem ter plekke tot luitenant, een officiersrang. Dergelijke promotie “uit de rangen” werd door andere officieren (meestal van voorname afkomst) met argwaan bekeken. Zij kochten namelijk hun rang. 

De Engelsen zitten in financiële problemen: de krijgskas is compleet leeg, het geld voor de soldij is op! Majoor Hogan, vertrouweling van Wellesley en hoofd van de geheime dienst, overtuigt Wellesley om Sharpe uit te zenden op een belangrijke missie achter de vijandelijke linies. Daar ergens zwerft James Rothschild (van de befaamde joodse bankiersfamilie) rond met de nodige bankwissels om de Britten uit de nood te helpen. Sharpe krijgt orders een afdeling van het 95ste Rifles te vervoegen en op pad te gaan. Hij merkt al dadelijk dat ook de gewone soldaten niets moeten hebben van een officier die geen “echte gentleman” is. 

Reeds de eerste dag worden ze aangevallen door een detachement Franse cavalerie, dat zowat de hele Britse afdeling uitmoordt. Op Sharpe en een zestal manschappen na, die op verkenning waren uitgezonden. Vanuit de heuvels moeten zij machteloos toezien. Sharpe slaagt erin nog twee gewonden te redden en enkele Fransen geluidloos te doden. Vanuit de struiken worden ze echter op hun beurt in de gaten gehouden door twee mysterieuze Spanjaarden, een man en een jonge vrouw. Als de Britten overnachting vinden in een boerderijtje, schenkt de stervende kapitein Murray zijn zwaard aan Sharpe. Het komt tot een hevige knokpartij tussen Sharpe en sergeant Harper, een bonkige Ier.

Sharpe en de South Essex bij Talavera

De vechtpartij wordt onderbroken door de aankomst van de Spanjaarden, die een groep guerrillero’s blijken te zijn, onder leiding van de jonge vrouw. Zij verenigen hun krachten en beloven de guerrillero’s te begeleiden tot Casa Antigua, het dorp van de graaf van Matamoro, de man in het gezelschap, die een geheime missie moet uitvoeren. Tijdens de tocht komen Sharpe en de jonge aanvoerster nader tot elkaar. Zij heet Teresa, een aristocrate van wie de hele familie door de Fransen is vermoord en die hen daarom een onverzoenlijke haat toedraagt. 

Als ze Casa Antigua bereiken blijkt het dorp uitgemoord door de Fransen. Harper, in de boeien geslagen wegens het gevecht met zijn meerdere, Sharpe, wacht met enkele guerrillero’s buiten het dorp bij het paard dat een kist met de geheimzinnig last van de graaf draagt. Twee Fransen dagen op, in gezelschap van een burger, die de leiding lijkt te hebben. Ze doden de guerrillero’s en de burger belooft Harper (nog steeds geboeid als deserteur) een ruime beloning met overtocht naar Amerika, als hij de kist overdraagt. De Ier weigert en doodt twee Fransen. De burger verdwijnt onverrichterzake. In het dorp treffen ze majoor Hogan en een koets met een stelletje zonderlinge methodistische zendelingen. 

Eindelijk bereiken ze Torrecastro, niet met een kist goud doch met een eeuwenoude last, die het dorp en heel Spanje in opstand zal brengen.

Maar eerst komt er nog een afrekening tussen de graaf en de helper van de Fransen, die zijn broer blijkt te zijn. Die broer behoort tot de grote groep van Fransgezinde Spanjaarden, aanhangers van de ideeën van de Verlichting. Zij hopen Spanje te bevrijden uit de klauwen van zijn achterlijke leiders. In een ultieme krachtmeting worden de Fransen uitgeroeid. Op de torenspits wappert de duizendjarige gonfalon (banier) van Santiago Matamoros (de Morendoder)… 

Sharpe en zijn scherpschutters keren terug naar het hoofdkwartier, met James Rotschild, die in vermomming met hen mee was gereisd. De Engelsen zijn gered. Sharpe en Teresa moeten afscheid nemen van elkaar. Maar aan zijn vroegere tegenstander Harper houdt Sharpe een vriend voor het leven over. 

Sharpe’s Eagle (1993) 

Bij de start van het verhaal haalt Harper zijn beroemde helende vleeswormen uit een beenwonde van Sharpe.

Luitenant Sharpe en zijn groepje Rifflemen worden toegevoegd aan de South Essex van kolonel Simmerson. Simmerson, een ongelooflijke snob en zijn fatterig neefje, luitenant Gibbons, kijken neer op gewone soldaten en zijn verlekkerd op geselen, “om de discipline te handhaven.” In de staf vinden we nog majoor Lennox, een oudere officier die voortdurend vernederd wordt door Simmerson; luitenant Berry, vriendje van Gibbons en de Amerikaanse kapitein Leroy. Leroy is een schatrijke planter uit Virginia, een van de vele loyalisten, die omwille van hun trouw aan de Engelse koning George III moesten uitwijken na de overwinning van de opstandelingen van Washington. In hun gezelschap ook de mooie Portugese weduwe, gravin Josefina Lacosta, die het hof gemaakt wordt door Gibbons. 

Wellesley stuurt het regiment uit om een brug over een rivier op te blazen aan de Spaanse grens. Hij stelt de Riflemen van Sharpe onder het gezag van majoor Hogan, die belast is met de taak. Onderweg ontmoeten zij Teresa en haar guerrillero’s. Bij de brug laat de arrogante Simmerson zich in de val lokken door een kleine Franse patrouille. Met veel vertoon trekt een deel van de South Essex de brug over … en wordt in de pan gehakt door een afdeling Franse cavalerie die vanuit een hinderlaag aanvalt. Sharpe en zijn scherpschutters weten erger te voorkomen. De laffe Simmerson laat achter hun rug de brug in de lucht vliegen. Onder de stervenden is majoor Lennox. En tot overmaat van ramp hebben de Fransen het koningsvaandel van het regiment buit gemaakt. Lennox vraagt Sharpe ervoor te zorgen dat op zijn graf een keizerlijke adelaar zal komen, “Een adelaar, door de hand van Bonaparte zelf aangeraakt.” 

Terug in Talavera probeert Simmerson zich door bluf uit de slag te trekken tegenover Wellesley en majoor Lennox de schuld voor het debacle in de schoenen te schuiven. Maar dat lukt niet. Wellesley is niet vergeten dat Lennox paniek wist te bedwingen in het 78ste regiment Highlanders tijdens zijn grootste moment: de slag bij Assaye. (Beschreven in de roman Sharpe’s triomf).

Tot grote razernij van de arrogante kolonel wordt Sharpe kapitein van zijn lichte compagnie. Berry, de vriend van Simmersons neef, ontdekt dat Josefina Lacosta geen geld heeft om haar dienstboden te betalen en wil haar smadelijk uit het kamp laten jagen. Sharpe voorkomt dat. De Amerikaan Leroy leent hem heel discreet en ridderlijk geld voor Josefina. Teresa kiest eveneens haar kant en draagt Sharpe op haar te beschermen. 

Op een verkenningstocht probeert Berry, Sharpe te doden. Maar dat kost hem zelf het leven. ’s Anderendaags begint de bloedige slag bij Talavera. Simmerson slaat op de vlucht bij de eerste salvo’s. Sharpe en Leroy voorkomen paniek en brengen een grote Franse colonne tot stilstand. Sharpe raakt nogmaals gewond. Maar op het graf van de dode Lennox planten zij de buitgemaakte Franse adelaar. Helaas moet Sharpe andermaal afscheid nemen van zijn Teresa. 

Deze aflevering valt gedeeltelijk tegen in vergelijking met het gelijknamige boek uit 1981, het eerste van de hele reeks (dat ik dan nog maar alleen ken uit de verkorte Reader’s Digestversie uit 1983). Hierover meer bij de bespreking.  

Sharpe’s Company (1994) 

In 1812 staat Wellesley, nu burggraaf Wellington, op het punt om Spanje te veroveren, na een strategische terugtocht naar Portugal in de voorafgaande jaren. “Gebruikmakend van het feit dat Napoleon in het noorden werd beziggehouden,” zegt de commentaar. Hiermee doelt hij op Napoleons noodlottige veldtocht naar Rusland. Hiertoe moet Wellington de twee belangrijke grensforten, Badajoz in het zuiden en Ciudad Rodrigo in het noorden veroveren. Ciudad Rodrigo komt als eerste aan de beurt. Tijdens de bestorming raakt kolonel Lawford zo zwaar verwond dat Sharpe en Harper zijn arm moeten afhakken met een zwaard. Lawford overleeft hun ingreep, maar zijn militaire loopbaan is ten einde. Dat is slecht nieuws voor Sharpe: Lawford was Sharpes beschermer, sinds zij samen in de kerkers van de Tippoo zaten, waar hij Sharpe in drie maanden leerde lezen en schrijven. (Beschreven in Sharpe’s tijger

Het Britse expeditieleger ontvangt tenslotte de broodnodige versterkingen uit het moederland. En kijk, wie duikt daar op in hun gelederen: de diabolische sergeant Hakeswill, de oude aartsvijand van Sharpe. Nog steeds sergeant, nog steeds sadistisch al zijn energie stekend in het pesten van mensen, het likken naar boven en het schoppen naar zijn ondergeschikten. Daarbij ontpopt hij zich tot een stelende ekster, die het hele kamp leegplundert, zonder dat iemand hem op heterdaad kan betrappen. 

Richard Sharpe ziet eindelijk na jaren zijn geliefde Teresa terug. Zij is dodelijk beangst voor de naderende belegering van Badajoz. Sharpe verneemt van haar dat hij een dochter heeft, en die verblijft bij haar familie in Badajoz!

Teresa reist naar Badajoz, om voor haar dochter te zorgen … en te werken voor de Engelse geheime dienst. Haar haat tegen de Fransen is nog steeds niet bekoeld. Eigenhandig doodt ze een Franse officier. Met veel moeite slaagt ze erin de plannen van de versterking uit de stad te smokkelen. Maar de infame Hakeswill krijgt een papier in handen, waarop haar adres beschreven is.  

Na een lange belegering wordt Badajoz ingenomen in een nachtelijke bestorming die op een bloedbad uitloopt voor de Britten. Hakeswill dringt binnen in het huis van Teresa en gijzelt haar. Sharpe weet haar te bevrijden, doch Hakeswill ontkomt. Hij voegt nog een moord op een Britse soldatenvrouw toe aan zijn palmares en verdwijnt. 

Bespreking 

Cornwell is razend populair in de Angelsaksische wereld. Zodanig zelfs, dat een re-enactmentgroup is opgericht rond “zijn” 95ste Regiment Rifles, het eerste Engelse regiment dat met Bakergeweren was uitgerust in plaats van Brown Bess musketten. Niet alleen dat: op aandringen van de talloze fans en na stapels lezersbrieven werd de romanheld Sharpe ook de held van een televisiereeks, met Sean Bean (Boromir in The Lord of the Rings) in de hoofdrol. Of liever: van een hele reeks televisiereeksen! In het totaal 14 seizoenen lang! Een eerste groep afleveringen is uitgezonden van 1993 tot en met 1997. In 2004 zijn opnieuw twee afleveringen gemaakt die op het scherm kwamen in 2006. Aan de dvd’s met de televisieafleveringen wijden we afzonderlijke recensies, naarmate zij hier te lande verkrijgbaar zijn. Voorlopig hebben wij alleen de drie afleveringen van The Rise of Sharpe gevonden, uitgezonden in 1993 en 1994. Een tweede reeks met drie afleveringen uit 1997 is gebundeld onder de titel Sharpe's Revenge. Zodra we ze in handen krijgen, zullen we ze hier eveneens bespreken. 

 

Aanvankelijk was Bernard Cornwell, de auteur van de Sharpe-verhalen niet zo gecharmeerd van Sean Bean als vertolker van zijn held: het uiterlijk van acteur kwam niet overeen met Cornwells voorstelling van Sharpe. Om maar een punt te noemen: Bean is kleiner dan Sharpe in de romanbeschrijving. Het feit dat de verhaallijn op de televisie afweek van de romans, speelde vermoedelijk ook mee. Waarschijnlijk was het de bedoeling om niet meer dan één seizoen te verfilmen. Later kwam hij meer en meer onder de indruk van Beans acteursprestaties en deed zich een kruisbestuiving voor: Cornwell ging een aantal romans schrijven, geďnspireerd door de vertolking op het kleine scherm! 

In het Nederlandse taalgebied is Cornwells voornamelijk (of uitsluitend?) bekend van drie lijvige delen van De kronieken van de krijgsheren. Een sage van Koning Arthur.

Zijn Sharpe-verhalen schijnen ten onrechte minder aan te slaan. Volgens de gegevens op Internet zouden alleen twee boeken, Sharpe’s tijger en Sharpe’s triomf, in het Nederlands vertaald zijn. Dat klopt niet helemaal. Mijn allereerste, zeer toevallige kennismaking, in een tweedehands boekhandel dan nog, was Sharpe’s Eagle (1981), vertaald als De Franse Adelaar in een verkorte Reader’s Digest versie (1983), tevens het eerste boek dat Cornwell schreef over Sharpe. Het leverde het scenario op voor de tweede aflevering van dit eerste televisieseizoen. 

Voor de verdere bespreking spitsen we onze aandacht vooral toe op Sharpe’s Eagle, omdat we hier boek en film kunnen vergelijken. 

Tijdens het kijken wordt al vrij snel duidelijk wat het leidmotief van de film en de hele serie is. Sharpe is de eigenzinnige, integere hoofdpersoon die dwarsgezeten wordt door op geld en/of macht beluste tegenstanders. Hij moet zich uit de situatie zien te redden en de uitkomst van deze poging is op voorhand al duidelijk. Deze voorspelbaarheid wordt zo nu en dan geforceerd bereikt door personages impulsieve en weinig geloofwaardige keuzes te laten maken. 

Voor het stereotype verhaal zijn ook stereotype karakters nodig en daar zit de film dan ook vol mee. Hoewel Sharpe's personage ook vrij oppervlakkig is, weet Sean Bean toch te overtuigen als de norse en gesloten man die de veldslagen wil winnen en vooral: overleven.  

Laten we even exemplarisch een scčne uit dit boek vergelijken met de film?

Hoofdstuk 5 

Het was een chaos. Vier minuten geleden hadden er nog zestienhonderd Britse en Spaanse infanteristen keurig in het gelid gestaan, nu hadden de meesten het op een lopen gezet in de richting van de brug: musketten, ransels, alles dat hun tempo zou kunnen vertragen werd afgeworpen. De Franse kolonel verstond zijn vak. Hij stuurde een paar van zijn mannen er op uit om de in paniek vluchtende menigte naar het slagveld bij de brug te drijven. Andere ruiters werden ingezet tegen de restanten van het Britse carré, een groepje mannen dat de strijd wanhopig rond het vaandel voortzette, maar Sharpe zag verderop nog meer cavaleristen staan: de Franse reserve, die elk moment de aanval kon komen versterken.

Het had geen zin om de brug te verdedigen. De woelige menigte die trachtte daar een veilig heenkomen te zoeken schermde de brug voldoende af van de Fransen. Sharpe schatte dat zo'n duizend man bezig waren pogingen te doen zich in een ruimte te persen die net breed genoeg was voor een ossenkar. De Fransen konden zich met geen mogelijkheid een weg hakken door zo'n enorme barričre van beenderen en vlees. In plaats daarvan hielden ze de paniek gaande, zodat de mannen geen kans kregen zich opnieuw op te stellen en hun achtervolgers te lijf te gaan. Sharpe zag een Fransman die de vluchtende soldaten opgewekt voortdreef met het plat van zijn zwaard, maar de meer ervaren chasseurs wachtten tot ze op gelijke hoogte waren met hun slachtoffer en haalden dan achterwaarts uit naar het onbeschermde gezicht. Sharpe draaide zich om.

Voor hem uit werd echt gevochten. De vaandels van de South Essex wapperden nog, maar de mannen eromheen waren gedwongen geweest een kring te vormen, en hielden de sabels en hoeven van zich af met zwaarden en bajonetten. Het was een wanhopige strijd. De Fransen hadden het grootste deel van hun manschappen ingezet tegen dit kleine groepje. Ze mochten dan geen kans hebben om de brug in te nemen, hier in die dodelijk beangste kring mannen bevond zich nog mooiere buit: de vaandels. Het slagveld te kunnen verlaten met een buitgemaakt vaandel betekende voor de Fransen een roemrijke aftocht, en de chasseurs probeerden met woeste verbetenheid het Britse verzet te breken. De South Essex vocht wanhopig terug, opgezweept door de fanatieke vastbeslotenheid om hun vaandels te behouden. De vaandels kwijtraken was de ergste schande die er bestond. 

pagina's 180 – 181

Dit toont duidelijk het verschil tussen de twee media: boek en film. Om veldslagen en massascčnes te creëren in een roman, heb je slechts papier en pen (of tekstverwerker) nodig; voor film lukt dat niet zo goed zonder een menigte figuranten, tenzij je computeranimatie kunt inschakelen, zoals in Lord of the Rings. Maar dat bestond in 1993 nog niet. 

Voor de meeste gevechtsscčnes zijn veel te weinig middelen ingezet. In bovenstaande sequentie slechts een veertigtal soldaten in plaats van zestienhonderd Britse en Spaanse infanteristen en een kleine groep Fransen in plaats van 400 man, twee volledige regimenten cavalerie. Dit past eerder in een Vlaamse verfilming van De Leeuw van Vlaanderen dan bij een Engelse televisieserie, waar we beter gewend zijn!

Een zelfde opmerking geldt voor de slag bij Talavera, die zowat de climax van de film had moeten zijn. En handige beeldregie kan niet alle tekorten aan manschappen en materiaal verdoezelen. 

Voordeel van het visuele medium zijn de beelden van grandioze landschappen en niet te vergeten: de knappe Ierse muziek en de authentieke soldatenliederen (die echt uit de beschreven tijd stammen). 

Pas in Sharpe’s Eagle ontmoeten we een eerste zinspeling op het Indisch verleden van Richard Sharpe, zoals we dat kennen uit Sharpe’s tijger en Sharpe’s Triomf in de persoon van majoor Lennox en de zinspeling op de slag bij Assaye. 

Historische achtergrond 

In 1808 trekt een Frans leger Spanje binnen en annexeert Napoleon het grondgebied van zijn onwillige bondgenoot. Prompt breekt het volksverzet uit. Francisco Goya zal dit later vereeuwigen in zijn schilderijen en tekeningen. Bekend zijn “De tweede mei 1808.”, met een menigte die in Madrid de Mammelukken aanvalt, de vroegere tegenstanders van Napoleon, die hij als lichte cavalerie had overgehouden aan zijn veldtocht in Egypte; en het hallucinante “3 Mei 1808. Fusillade op de Montańa del Principe Pio,” met de terechtstelling van gevangen opstandelingen door een Frans vuurpeloton. Vooral dit laatste schilderij heeft enorm veel invloed gehad op latere schilders onder meer door zijn impressionistische penseelvoering. Manet nam het tot voorbeeld voor zijn “Terechtstelling van keizer Maximiliaan” (1867, verschillende versies) door Mexicaanse soldaten van Benito Juarez; Picasso hernam het thema in zijn “Bloedbad in Korea” (1951), waar de strakke lijn van het executiepeloton een rij robots is geworden. Beiden, zowel Manet als Picasso hebben trouwens heel wat thema’s van Goya hernomen. 

Op 4 december 1804 bestijgt Napoleons broer, Joseph de Spaanse troon. Het volksverzet mondt al spoedig uit in een genadeloze guerrilla (het woord betekent “kleine oorlog” en stamt uit deze strijd). Aan beide zijden worden onnoemelijke wreedheden gepleegd. Francisco Goya zal ze vereeuwigen in zijn aangrijpende, meesterlijk getekende cyclus Los desastres de la guerra. Zij zijn, net als de boven besproken schilderijen, een aanklacht en een beklemmende kritiek op de zinloze wreedheid van het krijgsbedrijf. 

Zoals de romans van Cornwell evoceren ook de films een voor ons totaal onbekende episode uit de geschiedenis van het Napoleontisch tijdvak. Waterloo zal ook de minst geďnteresseerde leerling en ex-leerling vertrouwd in de oren klinken. Maar de Spaanse veldtocht, waar Napoleons imperium de eerste, onherstelbare klappen kreeg is voor de meesten van ons volkomen terra incognita, onbekend gebied. 

Wellesleys zegetocht begint in Portugal, met de verovering van Oporto in 1809. Het Britse expeditiekorps bevrijdt zo heel Portugal uit de greep van Napoleon. Deze gebeurtenissen vormen het begin van Sharpe’s Rifles. Dan trekt Sharpe met Wellesley Spanje binnen. Hier behalen de Britten hun duur bevochten overwinning op maarschalk Victor bij Talavera (juli 1809), waar Sharpe ‘zijn’ adelaar buitmaakt en tot kapitein bevorderd wordt. In 1812 volgt dan de beslissende inname van Badajoz, die het onderwerp uitmaakt van de derde film, Sharpe’s Company. Wellesley (1769-1852), ondertussen burggraaf Wellington (later veldmaarschalk; na Waterloo hertog), trekt in augustus 1812 als overwinnaar Madrid binnen. Goya (weer hij) schildert zijn portret, tegenwoordig in National Gallery in Londen. In 1813 verdrijft Wellington de Fransen definitief.  

De Franse bezetting veroorzaakt een tragische historische tweespalt in Spanje. Enerzijds had je onder de intellectuelen een vrij grote groep aanhangers van de ideeën van de Verlichting, die de Fransen als bevrijders inhaalden; anderzijds de grootgrondbezitters en het gewone volk, de ‘patriotten’, die de wettige monarchie wilden herstellen en de Fransen verdrijven. Zij werden gesteund door de almachtige katholieke kerk, die helaas in Spanje nog een heel stuk achterlijker was dan elders. (Dit is geen anti-katholieke opmerking, maar jammer genoeg een objectieve historische vaststelling!) De afloop is gekend: de monarchie komt terug, Spanje verzinkt voor meer dan een eeuw in armoede en obscurantisme, onder de knoet van grootgrondbezitters en kerk. Dit leidt in 1936 tot de overwinning van het linkse Volksfront en vervolgens tot een drie jaar durende, zeer bloedige burgeroorlog, beslist in het voordeel van de rechtse generaal Franco. Franco vestigt een fascistische dictatuur, die pas eindigt bij zijn overlijden in 1975. Ondertussen werd het land na 1960 eindelijk de 20ste eeuw en meer welvaart binnengevoerd door het succes van de costas in het massatoerisme. Na Franco’s dood werd Spanje weer een constitutionele monarchie onder koning Juan Carlos. 

De auteur

Toen Bernard Cornwell in 1979 een succesvolle carričre als televisieproducent en redacteur opgaf, deed hij dat om te gaan schrijven over een onderwerp waarin hij zich al meer dan zeven jaar grondig had verdiept; het resultaat was een serie boeken over de avonturen van een soldaat in de Napoleontische oorlogen. De Franse Adelaar is de eerste roman in deze serie en de hoofdfiguur. Richard Sharpe, kan aanspraak maken op de titel van de meest interessante romanfiguur die in jaren zijn intrede heeft gedaan in de literaire wereld. 

En de reden waarom hij begon te schrijven is een zeer romantische. Terwijl hij als Head of Current Affairs Television voor de BBC in Noord-Ierland in Belfast werkte, ontmoette hij de Amerikaanse Judy. Zij kon wegens familiale omstandigheden onmogelijk naar Engeland verhuizen. Dus volgde Cornwell haar naar de VS. Omdat hij geen Green Card, een permanente verblijfsvergunning, kreeg begon hij te schrijven, waarvoor hij die vergunning niet nodig had. Bernard en Judy huwden in 1980, zijn nog steeds gehuwd, leven nog steeds in de States en hij is nog steeds bezig met te schrijven over Sharpe.  

Cornwell werd in 1944 in Londen geboren. Zijn belangstelling voor de Napoleontische tijd dateert al uit zijn jeugd. toen hij met veel plezier de boeken van C.S. Forester uit de Homblower-reeks las. Daarna raakte hij geboeid door Wellingtons veldtochten. Hij beschouwt Wellington als de grootste generaal die Engeland ooit heeft gehad en hij hoopte altijd dat iemand een serie boeken zou schrijven over de avonturen van een soldaat die te vergelijken zouden zijn met de belevenissen op zee van Horatio Hornblower. Toen dat niet gebeurde besloot hij het zelf te doen. Hij begon met het lezen van alles wat er maar over het onderwerp te vinden was. Vervolgens verhuisde hij naar New Jersey in de Verenigde Staten om te gaan schrijven. Hij nam maar liefst 146 boeken over de Napoleontische oorlog in Spanje en Portugal mee! Richard Sharpe beschikt over een fysieke moed die Bernard Cornwell hem benijdt; zijn (Cornwells) slechte gezichtsvermogen was er de oorzaak van dat hij zijn ambities voor een militaire loopbaan moest opgeven, wat echter niet wil zeggen dat hij de oorlog niet van nabij kent. Als televisiejournalist heeft hij onder vuur gelegen in Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Ierland en het is niet toevallig dat twee belangrijke figuren in De Franse Adelaar leren zijn. Beiden zijn gebaseerd op mensen die Cornwell ontmoette toen hij in Belfast werkte. 

Cornwell plande een tiental boeken over Sharpe en Wellington, aanvankelijk over de Spaanse campagne tegen de Fransen, dan over Waterloo. Dan volgden prequels in India, tenslotte sequels, ook in India. Het werden er uiteindelijk in het totaal tot nu toe (begin 2007) 23! 

Ondertussen heeft Cornwell nog heel wat andere romans op zijn actief, waarmee je kunt kennismaken op zijn officiële website. Zijn karakteruitdieping mag dan misschien niet altijd wereldklasse zijn, op het gebied van militaire tactieken en de beschrijving van veldslagen is Cornwell een grootmeester. Onderschat dit niet: het is net dit terrein waarop de meeste historische avonturenverhalen falen. En waar de televisieverfilmingen van zijn romans te kort schieten Hij munt uit door de grondige research die aan elk van zijn boeken ten grondslag liggen. Hierop zullen we bij elke roman en elke film terugkomen. 

Wij hebben geprobeerd Canvas (het tweede net van de Vlaamse openbare omroep) te  overhalen om de televisiereeks met Sean Bean in opvolging van de Hornblower - reeks uit te zenden. Helaas, tot nu toe zonder resultaat. 

Buiten de Sharpe-films, die pas nu in ons taalgebied te koop komen, zijn ons geen andere speelfilms over de oorlog in Spanje bekend.

Jos Martens

     
 

Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum

Google
Search WWW Search histoforum.digischool.nl