artikelen over geschiedenis didactiek

Arbeidsdeling

Voor een project was ik bezig met het toewijzen van belangrijke begrippen aan kenmerkende aspecten. Een van die begrippen was arbeidsdeling en dat leverde meteen problemen op.

Arbeidsdeling

Ik had het begrip arbeidsdeling toegewezen aan het kenmerkend aspect 'de eerste stedelijke gemeenschappen', maar een collega bracht daarin verandering, zij wees het toe aan 'het ontstaan van landbouw en landbouwssamenlevingen'. Ik begon te twijfelen en besloot hulp te vragen. Aan een aantal archeologen in Nederland en België stuurde ik een maailtje met de volgende vraag:

Intuïtief ben ik geneigd het begrip arbeidsdeling te koppelen aan het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen, maar mogelijk vond er toch al voor die tijd in landbouwssamenlevingen arbeidsdeling plaats. Ik moet u bekennen dat ik het antwoord niet weet. Kunt u mij helpen?

 

Een eerste antwoord volgde snel:

 

Een korte vraag, maar niet zo eenvoudig te beantwoorden. Als u onder arbeidsdeling het structureel opdelen van een productieproces in subprocessen, of opdelen van hoofdtaken in subtaken verstaat, dan zal dat eerder aan complexere samenlevingsvormen (vroege staten, stedelijke gemeenschappen) gekoppeld moeten worden.

 

Dit antwoord bevestigde mijn oorspronkelijke keuze, maar de kous was hiermee niet af, want de archeoloog ging verder:

Maar de verdeling van arbeid/taken zal zeker eerder hebben bestaan. Onder jager-verzamelaars worden (en naar we aannemen werden) taken verdeeld onder bijvoorbeeld mannen en vrouwen. Zo is jacht meestal een aangelegenheid van mannen en het verzamelen van plantaardig voedsel of het vangen van kleinere dieren een aangelegenheid van vrouwen (en kinderen). Het schoonmaken en prepareren van dierenhuiden is meestal weer een aangelegenheid van vrouwen. Ook zijn er etnografische voorbeelden van arbeidsdeling bij de bouw van blokhutten door jager-verzamelaars: mannen houden zich bezig met het zwaardere constructiewerk en vrouwen en kinderen verzamelen mos en dennetakjes voor het dichten van wanden en de dak- en vloerbedekking.

 

Uit dit tweede deel van het  antwoord zou je moeten concluderen dat arbeidsdeling noch geplaatst diende te worden bij de 'eerste stedelijk gemeenschappen' , noch bij de 'eerste landbouwsamenlevingen', maar bij 'jagers-verzamelaars'. Toch is dat maar zeer de vraag, want zoals uit het antwoord blijkt moet er verschil gemaakt worden tussen arbeidsverdeling en arbeidsdeling (zie kader). 


Arbeidsverdeling vs arbeidsdeling

Arbeidsverdeling: het verdelen van arbeidstaken tussen personen (of organisaties, institututen).
Arbeidsdeling: het opsplitsen van taken of arbeid. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen maatschappelijke arbeidsdeling en technische arbeidsdeling. Bij maatschappelijke arbeidsverdeling worden hoofdtaken verdeeld in subtaken, bij technische arbeidsdeling worden ook die subtaken verdeeld in eenvoudige handelingen. Dit maakt specialisatie mogelijk, waardoor een grotere efficiëntie bereikt kan worden.

Aan welk kenmerkend aspect je het begrip arbeidsdeling ook toevoegt, veel belangrijker is dat er sprake was van een voortschrijdend proces, het verleden is tenslotte geen statisch geheel.  De genoemde archeoloog sluit zijn antwoord dan ook af met:


Wel zal de mate waarin arbeidsdeling is opgetreden zijn toegenomen met de ontwikkeling van meer complexe en gespecialiseerde technologieën (ook in landbouwsamenlevingen), waarbij meer schakels in een productieproces zijn ontstaan. Wanneer dat precies het geval was is moeilijk te zeggen; het is natuurlijk een glijdende schaal waarop zich dit afspeelt (of afspeelde). In onze hedendaagse maatschappij is dat natuurlijk zeer ver doorgevoerd en heeft arbeidsdeling geleid tot vergaande regulering van processen en hiërarchische structuren; die bestonden zeker ook in de middeleeuwen, de Romeinse tijd en andere vroege staatsvormen met stedelijke gemeenschappen.

Zoals u ziet, geen eenduidig en eenvoudig antwoord. Ik hoop echter dat u hiermee verder komt.




Arbeidsverdeling binnen een groep in het Stenen Tijdperk (schilderij van Viktor Vasnetsov , 19e eeuw)


Ik wilde het antwoord op de vraag wanneer er voor het eerst sprake was van arbeidsdeling nog wat scherper proberen te krijgen en stuurde nog een mail waarin ik om te beginnen mijn oorspronkelijke vraag wat aanscherpte,  Ik meldde dat we bij geschiedenis bij arbeidsdeling vooral denken aan de situatie waarbij niet iedereen zich met de voedselproductie bezig hield, waardoor er niet alle verschillen in 'beroepen' ontstonden, maar ook verschillen in sociale en politieke status. En ik vroeg vervolgens of dit zich ook al voordeed in een vroege landbouwsamenlevingen, waarin nog geen stadvorming had plaatsgevonden? De archeoloog antwoorde:

Op basis van uw toelichting op het gebruik van het begrip in het schoolvak geschiedenis zou ik inderdaad zeggen dat onder vroege landbouwgemeenschappen waarschijnlijk ook arbeidsdeling optrad. Zo was de winning van vuursteen in mijnen bij Rijckholt (Zuid-Limburg) en de productie van vuurstenen bijlen en grote klingen/messen (tussen ca. 4000 en 3500 v. Chr.) het werk van specialisten, maar het is de vraag of zij daaraan een dagtaak hadden. Ook in andere gebieden zien we dat de productie van grote bijlen en messen of dolken het werk werd van specialisten; het 'huis-tuin-en-keukengereedschap' werd in principe door iedereen vervaardigd. In de periode van de vuursteenmijnen verschijnen ook zgn. 'aardwerken' die worden geïnterpreteerd als centrale plaatsen waar groepen uit de wijde omgeving elkaar ontmoetten. Ook zien we dat voorwerpen over grote afstanden (300-400 km) werden verhandeld of uitgewisseld. Er zal dan ook een zekere sociale gelaagdheid zijn geweest.

Dit antwoord werd bevestigd in de reactie van een andere archeoloog, die het begin van arbeidsdeling bovendien nog veel vroeger plaatst:


Een heel interessante kwestie die u daar aanhaalt en waar ik zelf ook wat onderzoek naar gedaan heb in de context van nomadische populaties. Het klassieke model is inderdaad een associatie met het fenomeen van de urbane samenleving. Ik ben er echter van overtuigd dat de evolutionaire oorsprong van dit sociale systeem veel verder in de tijd terug ligt en dat het een kenmerk was van de eerste echt moderne mensen (in de culturele zin van het woord), bij de aanvang van wat we het Jong-Paleolithicum noemen. Op nederzettingen van ongeveer 50,000 jaar oud die wij met onze groep in de Nijlvallei hebben opgegraven, vinden we toch wel sterke argumenten om dit idee op empirische grond te verdedigen. Er is bijvoorbeeld een duidelijke tendens tot individuele specialisatie in de productie van stenen werktuigen.

Ik bleef toch nog met een paar vragen zitten en stuurde de tweede archeoloog een vervolg mailtje:


Was er, volgens u, ook bij gemeenschappen van jagers en verzamelaars al sprake van verschillen in sociale status en macht? Ik vraag me bovendien af of er, anders dan via historische analogie, 'bewijs' is voor taakverdeling en specialisatie in heel vroege samenlevingen. Hoe kun je, bijvoorbeeld, zien dat er bij de productie van stenen werktuigen sprake is van specialisatie. Hebben makers hun 'handtekening' achter gelaten?

 

Het antwoord luiide:

Dat eerste punt is cruciaal maar archeologisch heel moeilijk aan te tonen. Vandaar dat ik het voornemen heb om terug te gaan graven op de site van Nazlet Khater 4 in Egypte, het enige grafveld ter wereld uit die periode. In het ene graf dat we daar in der tijd hebben opgegraven kwam in elk geval een bijgave (in oudere graven onbekend), die als statussymbool geïnterpreteerdzou kunnen worden. Wat het tweede betreft, ze hebben inderdaad hun handtekening achtergelaten, bij wijze van spreken. Via een bepaald analytisch systeem kunnen we in die producties individuele stijlen herkennen. Een blinde test van de methode, waarbij moderne ervaren steenbewerkers een aantal producties leverden werden door de analyse in kwestie met 100% succes aan de juiste producent toegeschreven.


Verdeling van arbeid volgens het Marxistisch woordenboek

Arbeid dient ter voldoening van de menselijke behoeften. Oorspronkelijk was deze praktisch uitsluitend sociaal opgevat (bv. de ganse stam zorgde voor voedsel, vuur, woning). Hierdoor echter bleef de productie beperkt (de volledige productie werd verbruikt of: productie = consumptie). Allerlei omstandigheden (bv. systematische vruchtbaarmaking van gronden; gebruik van vuur en metaal) veroorzaken een specialisatie, d.w.z. een verdeling van de arbeid (bv. volgens geslacht, leeftijd of kundigheden). Deze laat een grotere productiviteit toe en is de oorzaak van de primitieve accumulatie van goederen. Hierbij rijst echter onmiddellijk het probleem: voor wie zijn de geaccumuleerde goederen? Wie zal dit sociaal overschot (= wat de voortbrengers zelf niet verbruiken) ten nutte maken? De handelaar!(-> ruil).

https://www.marxists.org/nederlands/woordenboek/a/arbeidsdeling.htm