Links
Histoforum Examen
Examen
Veel gestelde vragen en antwoorden over het schoolexamen.
Vragen en antwoorden over het schoolexamen
1. Gelden de thema's van domein C ook nog vanaf 2012 (vwo) en
2013 (havo)?
2. Waaruit bestaat het verschil tussen havo en vwo in het
schoolexamenprogramma?
3. Hoeveel tijd moet ik aan elk tijdvak besteden?
4. In welke volgorde zal ik de tien tijdvakken behandelen?
5. Wanneer en hoe komen de thema's aan bod?
6. Wanneer en hoe behandel ik domein D?
7. Zal ik domein B herhalen in de laatste periode van het
examenjaar?
8. Hoe bepaal ik de weging van de schoolexamen toetsen?
9. Wanneer beginnen met schoolexamentoetsen?
10. Moeten schoolexamentoetsen in het laatste schooljaar
zwaarder meetellen dan schoolexamens in voorexamenjaren?
11. Moet het schoolexamenprogramma voor alle leerlingen
hetzelfde zijn?
12. Mag ik domein B ook toetsen in het schoolexamen?
13. Mag ik nog steeds praktische opdrachten geven?
14. Vanaf wanneer is de verlichting van het havoprogramma van kracht?
15.
Wat is er wettelijk geregeld m.b.t. het schoolexamen?
1. Gelden de thema's van domein C ook nog vanaf 2012 (vwo) en
2013 (havo)?
Ja, het examenprogramma is niet gewijzigd. Zie voor suggesties
over het integreren van domein A, B en C (en eventueel D) de
handreiking op de website van SLO.
Bron:
Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
Terug
2. Waaruit bestaat het verschil tussen havo en vwo in het
schoolexamenprogramma?
Vwo-leerlingen moeten in het schoolexamen een groter aantal
thema´s bestuderen dan havo-kandidaten (domein C). In het kader
van het thema ´geschiedenis van de rechtsstaat en van de
parlementaire democratie´ moeten vwo-leerlingen - naast datgene
wat geldt voor havo- én vwo-kandidaten - ´belangrijke denkers
noemen en hun opvattingen over de relatie tussen staat en
onderdanen´.
Daarnaast moeten vwo-leerlingen in de domeinen A en B een aantal
vaardigheden van meer reflectieve aard beheersen die de
havokandidaten niet hoeven te beheersen (zie eindtermen 1, 3, 4,
5 en 8, de cursief gedrukte gedeelten). Daarnaast moeten
vwo-leerlingen met betrekking tot eindterm 8, die gaat over de
algemene kennis van tijdvakken en over de betekenis van die
kennis van tijdvakken voor het heden, naast de eisen die gelden
voor havokandidaten: uitleggen dat de betekenis die aan
tijdvakken wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en
omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.
Dat houdt in dat vwo-kandidaten zich moeten realiseren dat de
betekenis van tijdvakken voor het heden niet voor eens en voor
altijd vaststaat, maar dat die kan veranderen afhankelijk van de
positie van waaruit naar het verleden gekeken wordt. Ook dit is
een inzicht van meer reflectieve aard.
Terug
3. Hoeveel tijd moet ik aan elk tijdvak besteden?
Het antwoord op deze vraag hangt van verschillende factoren af.
Een van de belangrijkste is waarschijnlijk die van de verdeling
van de vragen over de periodes op het centraal examen, of beter
gezegd van het aantal punten dat leerlingen per periode kunnen
behalen.
Bij de verhouding tussen het percentage scorepunten dat besteed
wordt aan de niet gespecificeerde kenmerkende aspecten en de
historische contexten wordt voor zowel havo als vwo gedacht aan
35%: 65% met een marge van + of - 7%.
Bron:
Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
Terug
4. In welke volgorde zal ik de tien tijdvakken behandelen?
Het ligt waarschijnlijk erg voor de hand om de tijdvakken te
behandelen in chronologische volgorde, dus van tijdvak 1 t/m
tijdvak 10. Er kan echter reden zijn om hiervan af te wijken,
bijvoorbeeld als domein D behandeld wordt in leerjaar 4 in
samenwerking met of afstemming met maatschappijleer. In dat
geval kan het zinvol zijn te beginnen met tijdvak 8. Ook zijn er
collega's die er juist bewust voor kiezen om te beginnen met de
twintigste eeuw in klas vier. Argument daarbij is o.a. dat je,
met oudere leerlingen, dieper kunt ingaan op de eerste
tijdvakken.
Bron:
Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
5. Wanneer en hoe komen de thema's aan bod?
In het kader van Domein C moeten op havo twee en op vwo
respectievelijk vier (E&M) en vijf (C&M) thema's behandeld
worden. Dit kan op verschillende manieren en op verschillende
momenten in de de leerjaren vier, vijf (en zes). Men kan er
bijvoorbeeld voor kiezen om eerst de oriëntatiekennis van één of
meer tijdvakken te behandelen en vervolgens een thema. Dit thema
kan, als verdieping, betrekking hebben op de behandelde leerstof
of over een heel ander onderwerp gaan. Een andere mogelijkheid
is om de oriëntatiekennis te behandelen in de vorm van een
(diachronisch) thema. Een optie is ook om de hele
oriëntatiekennis, of een deel ervan, te behandelen in de vorm
van overkoepelende thema's, waarin u oriëntatiekennis, thema's
en eventueel een historische context en/of domein D integreert.
Bron:
Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
6.
Wanneer en hoe behandel ik domein D?
Gezien de periode waarop het onderwerp 'De geschiedenis van de
rechtsstaat en de parlementaire democratie' (domein D)
betrekking heeft, ligt het misschien voor de hand om dit
onderwerp te behandelen na of gelijktijdig met de tijdvakken 8
t/m 10. Het is echter ook goed denkbaar dat het onderwerp wordt
behandeld in afstemming met maatschappijleer. Domein B
(rechtsstaat) en domein C (parlementaire democratie) van dat vak
hebben betrekking op de werking van democratie en rechtsstaat.
In dat geval ligt behandeling in leerjaar vier (havo/vwo) of
vijf (vwo) waarschijnlijk meer voor de hand.
Bron:
Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
Terug
7. Zal ik domein B herhalen in de laatste periode van het
examenjaar?
Domein B wordt waarschijnlijk in verschillende, zo niet alle
leerjaren behandeld. Het lijkt dan ook voor de hand te liggen
om, in de periode direct voorafgaand aan het examen, tijd te
besteden aan herhaling. Maar mogelijk is herhaling minder
noodzakelijk of kan volstaan worden met minder tijd als er
tijdens schoolexamen toetsen cumulatief getoetst wordt.
Bron:
Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
8. Hoe bepaal ik de weging van de schoolexamen toetsen?
De weging van de diverse schoolexamens is, sinds 2007, niet meer vastgelegd en wordt overgelaten aan de sectie. In de nieuwe handreiding staan overwegingen die u bij uw keuze kunt betrekken.
Bron: Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
9. Wanneer beginnen met schoolexamentoetsen?
Schoolleidingen vinden het soms niet wenselijk om in het begin
van de tweede fase al schoolexamentoetsen af te nemen. Voor het
vwo gaat het dan om het vierde leerjaar en voor het havo om de
eerste helft van het vierde leerjaar. Sommige
geschiedenisdocenten delen deze opvatting, bijvoorbeeld omdat de
instroom in havo 4 zeer divers is. Volgens anderen is de
overgang van klas drie naar vier ook voor vwo-leerlingen
moeilijk. Om die reden verdient het misschien aanbeveling ook op
het vwo niet te snel te beginnen met schoolexamentoetsen.
Als er in een bepaalde periode geen schoolexamen toetsen gegeven
mogen worden, terwijl er wel schoolexamenstof wordt behandeld
zijn er verschillende opties. De toetsen in de eerste periodes
tellen alleen als proefwerk, de toets in de laatste periode telt
als schoolexamentoets en gaat over de tot dan toe behandelde
stof. In een schoolexamentoets in het begin van het vijfde
leerjaar (vwo) of de tweede helft van het vierde leerjaar bevat
een schoolexamentoets (ook) de daarvoor behandelde leerstof.
Bron:
Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
Terug
10. Moeten schoolexamentoetsen in het laatste schooljaar
zwaarder meetellen dan schoolexamens in voorexamenjaren?
Op deze vraag is geen eenduidig antwoord te geven. Leerlingen
moeten, zo zou men kunnen redeneren, de mogelijkheid hebben om
de cijfers, behaald in de voorexamenjaren, op te halen in het
examenjaar. Omdat de instroom in 4-havo zeer divers is, het gaat
niet alleen om leerlingen uit 3-havo (3 vwo), maar ook uit
4-vmbo/tl met of zonder geschiedenis in hun pakket, kan men er
aan denken om de eerste toetsen minder zwaar mee te laten
tellen. Verder is de overgang van klas drie naar klas vier voor
veel leerlingen (ook op het vwo) niet eenvoudig. Ook dit pleit
ervoor de schoolexamentoetsen in het begin niet te zwaar te
laten wegen.
Een argument voor een gelijke weging van alle toetsen zou kunnen
zijn dat de toetsen in de loop van de jaren moeilijker worden en
het, om die reden, niet nodig is toetsen in het examenjaar
zwaarder mee te laten tellen. Verder zou men van mening kunnen
zijn dat de prestatiedruk in alle leerjaren dezelfde moet zijn
of dat het voor de transparantie van het schoolexamen goed is
als er niet teveel verschil bestaat tussen de weging van
afzonderlijke toetsen. Het is lastig te motiveren waarom de ene
toets voor 3% meetelt en de andere voor 30%.
Bron: Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
11. Moet het schoolexamenprogramma voor alle leerlingen
hetzelfde zijn?
Nee, het bevoegd gezag kan ervoor kiezen onderdelen te
examineren die niet voor alle leerlingen hetzelfde zijn.
Bron:
Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
Terug
12. Mag ik domein B ook toetsen in het schoolexamen?
Ja, het is de sectie die bepaalt of de oriëntatiekennis ook
wordt getoetst in het schoolexamen.
13. Mag ik nog steeds praktische opdrachten geven?
Ja. Sinds 2007 zijn er geen vormvoorschriften meer voor het
schoolexamen. De sectie bepaalt dus zelf de vorm van de
schoolexamentoetsen. Naast schriftelijke toetsen kunnen dat
bijvoorbeeld mondelinge toetsen, presentaties of praktische
opdrachten zijn.
Bron:
Nieuwe handreiking schoolexamen geschiedenis havo/vwo
14. Wanneer gaat de verlichting van het havoprogramma in?
De verlichting van het havoprogramma geschiedenis is van kracht vanaf het scholjaar 2016-2017. Lees het meest recente nieuws over de verlichting van het havo-programma op Examenblad.nl