artikelen over geschiedenis didactiek
Beter worden in geschiedenis
Geschiedenis is een moeilijk vak. Het gaat namelijk niet om het uit je hoofdd leren van jaartallen en historische feitjes, maar om historisch denken en redeneren en dat is niet gemakkelijk. Maar je kunt het wel leren. Op deze pagina's staan tips om steeds beter te worden in geschiedenis.
Inhoud
Bron en vraagstelling
Je kunt je alleen een goed beeld krijgen van het
verleden als je aan dat verleden vragen stelt,
historische vragen. Historische vragen zijn vragen
waarin je op zoek gaat naar verklaringen voor
gebeurtenissen en ontwikkelingen, naar de gevolgen van
gebeurtenissen. Vragen ook waarin je onderzoekt wat er
in de loop van de tijd is veranderd en wat hetzelfde is
gebleven. Maar ook vragen naar waarom mensen gedaan
hebben wat ze gedaan hebben.
Het antwoord op de al deze vragen vind je in historische
bronnen, in brieven, dagboeken en verslagen, maar ook in
gebouwen, foto's, tekeningen of in grafieken en
tabellen.
Wat moet je kunnen?
Je moet historische vragen kunnen bedenken en in
historische bronnen naar antwoorden op die vragen kunnen
zoeken. De informatie die je in bronnen hebt gevonden
moet je kunnen beoordelen op bruikbaarheid,
betrouwbaarheid en representativiteit (een bron is
representatief als deze voor meer gevallen of meer
personen geldt)
Je kunt …
• een historische vraag bedenken over een onderwerp en
daarbij onderscheid maken tussen de volgende vraagtypen:
o beschrijvende
o verklarende
o vergelijkende
o waarderende (evaluatieve) vragen
• uit bronnen informatie selecteren voor het
beantwoorden van de vraag en daarbij nagaan of de
bronnen:
o bruikbare informatie bieden
o betrouwbare informatie bieden
o een representatief beeld geven
• uitspraken doen over het verleden en die ondersteunen
met argumenten (ontleend aan bronnen).
Betrouwbaarheid van bronnen
Om de betrouwbaarheid van een bron voor het beantwoorden
van een vraag te kunnen beoordelen moet je redeneren
over en met de bron.
Redeneren over bronnen
Bij redeneren over bronnen stel je allerlei vragen over
de bron, Hoewel je altijd moet proberen een antwoord op
al deze vragen te vinden, zul je merken dat dit niet
altijd mogelijk.
• Wie is de auteur van de bron?
o Welke functie had hij of welke rol speelde hij?
o Was hij ooggetuige van de gebeurtenis waarover hij
schrijft?
o Over welke informatie kon hij beschikken?
• Wanneer is de bron gemaakt?
o Is de bron gemaakt ten tijde van de gebeurtenis of pas
(veel) later?
• Waar is de bron gemaakt?
o Is de bron gemaakt in de directe omgeving van de
gebeurtenis?
• Wat is het voor soort bron?
o Dagboek
o Brief
o Krantenartikel
o Feitelijk verslag
o Officieel document
Redeneren met bronnen
Als je de vragen over de bron hebt proberen te
beantwoorden, ga je onderzoeken welke informatie de bron
biedt en, wat soms minstens zo belangrijk is, welke
informatie ontbreekt. Is dat omdat de maker van de bron
niet over meer informatie beschikte of heeft hij of zij
misschien bewust bepaalde informatie weggelaten?
• Doel van de bron
o Met welk doel is de bron gemaakt (om te informeren, om
te overtuigen of is er sprake van propaganda?
o Voor welk publiek is de bron gemaakt?
• Bruikbaarheid van de bron
o Voor welke vraag of onderdeel van een vraag biedt de
bron informatie?
• Betrouwbaarheid van de bron
o Is er reden om aan de betrouwbaarheid van de bron te
twijfelen. Heeft de auteur bijvoorbeeld redenen om de
zaken anders voor te stellen dan ze in werkelijkheid
waren?
• Representativiteit van de bron
o Is de informatie in de bron representatief voor de
hele groep waarop de informatie betrekking heeft?
Hoe word je hierin steeds beter?
Je wordt steeds beter in het stellen van vragen en het
verwerken van informatie uit bronnen als je er vaak mee
oefent en daarbij steeds dezelfde vragen aan de bronnen
stelt.
Can do statements:
Ik kan:
- bronnen verzamelen die bruikbaar zijn voor het
beantwoorden van een onderzoeksvraag;
- gegevens uit bronnen selecteren voor het
beantwoorden van een vraag;
- feiten van meningen onderscheiden in bronnen;
- inschatten over hoeveelheid informatie de maker kon
beschikken;
- informatie in bronnen beoordelen op betrouwbaarheid;
- informatie uit bronnen beoordelen op representativiteit;
- interpretaties herkennen in bronnen;
- aangeven of er (verwachte) informatie in een bron
ontbreekt;
- rekening houden met de omstandigheden waaronder een
bron tot stand kwam.
Ik hou: Op onderstaande pagina's staat welke vaardigheden je per
leerjaar moet beheersen. Je kunt ze downloaden via de
rechtermuisknop.
- rekening met de persoon van de maker van de
bron;
- rekening met het doel waarmee de bron is
geschreven;
- rekening met het publiek voor wie de bron
bedoeld was.