artikelen over geschiedenis didactiek
Beter worden in geschiedenis
Geschiedenis is een moeilijk vak. Het gaat namelijk niet om het uit het hoofd leren van jaartallen en historische feitjes, maar om historisch denken en redeneren en dat is niet gemakkelijk. Maar je kunt het wel leren. Op deze pagina's staan tips om steeds beter te worden in geschiedenis.
Inhoud
Historische verklaringen: oorzaak en gevolg
Een van de vragen die je bij geschiedenis heel vaak stelt is de waarom-vraag. Waarom vond een gebeurtenis of ontwikkeling plaats? Waarom deed iemand wat hij deed? Bij geschiedenis ben je dus voortdurend op zoek naar verklaringen. Maar je zoekt niet alleen naar oorzaken van iets, je kijkt ook naar gevolgen. Gevolgen die zelf ook weer de oorzaak kunnen zijn van nieuwe gebeurtenissen en ontwikkelingen.
Je moet verklaringen kunnen geven voor gebeurtenissen en
ontwikkelingen en de gevolgen ervan kunnen beschrijven.
Hoe word je hierin steeds beter?
Je wordt hierin steeds beter als je ...
• In historische processen (of in bronnen) verschillende
oorzaken kunt herkennen en die ook kunt uitleggen en
daarbij kunt aangeven of het gaat om:
o belangrijke of minder belangrijke oorzaken
o culturele (religieuze), sociale, politieke of economische
oorzaken;
o incidentele of structurele oorzaken
o intentionele oorzaken (was dit de bedoeling van de actie?)
o noodzakelijke of voldoende voorwaarden
• historische processen (of in bronnen) verschillende
gevolgen kunt herkennen en die ook kunt uitleggen en
daarbij kunt aangeven of het gaat om:
o belangrijke of minder belangrijke gevolgen
o culturele (religieuze), sociale, politieke of economische
gevolgen;
o bedoelde of onbedoelde gevolgen
o gevolgen op korte of lange termijn
Als je in teksten op zoek gaat naar verklaringen voor gebeurtenissen en ontwikkelingen kunnen allerlei woorden je helpen bij het vinden van oorzaken en gevolgen.
Let op: soms zijn oorzaken en gevolgen in een tekst veel minder duidelijk te herkennen omdat bijvoorbeeld bovenstaande (werk)woorden ontbreken. De oorzaken zitten dan meer verstopt in de tekst.
Werkwoorden die
gebruikt worden om
oorzaken aan te geven die een gebeurtenis of
ontwikkeling mogelijk maken (maar niet per se
noodzakelijk zijn):
• Beïnvloeden
• Ondersteunen
• Bijdragen aan
• Bevorderen
Werkwoorden die
duiden op beslissende oorzaken:
• Leiden tot
• Veroorzaken
• Bepalen
• Betekenen
Structuurwoorden of
signaalwoorden die verwijzen naar oorzaken en/of
gevolgen:
o Omdat
o Doordat
o Daarom
o Aangezien
o Door
o Dus
o Zodat
o Om
o Want
o Zo(doende)
Zelfstandige
naamwoorden:
o Oorzaak
o Gevolg
o Reden
o Voedingsbodem
o Invloed
Can do statements:
Ik kan:
- structurele van incidentele oorzaken
herkennen en onderscheiden;
- onderscheid maken tussen politieke,
economische, sociale en culturele oorzaken;
- het belang van oorzaken wegen (minder
belangrijke van belangrijke oorzaken onderscheiden).
Ik kan:
- bedoelde van onbedoelde gevolgen onderscheiden;
- het belang van gevolgen wegen (belangrijke van minder belangrijke gevolgen
onderscheiden);
- de schaal van gevolgen wegen;
- de duur van de gevolgen aangeven.
Op onderstaande pagina's staat welke vaardigheden je per leerjaar moet beheersen. Je kunt ze downloaden via de rechtermuisknop.
Examenjaar
Referenties