Lesmateriaal

Brugge in de middeleeuwen

Brugge in de middeleeuwen is een lessenserie over leven en werken in Brugge in de periode 1300-1500.

Handel in Europa

 

John Smith stond vroeg op. Hij knoopte snel zijn wollen vest dicht, at een snee brood en ging de deur uit. Hij was niet de enige die zo vroeg uit de veren was. Het was al aardig druk in de straten van Brugge. Zijn kamer lag niet ver van de Grote Markt. Daar werd vandaag markt gehouden en de kooplui waren al druk bezig met het uitstallen van hun koopwaar. John zou later op de dag nog wel op de markt komen, maar eerst had hij andere dingen te doen. Iedere keer als er een nieuwe lading wol was binnenkomen, bezocht hij een aantal mogelijke kopers.

Een van hen was de Vlaming Jacob van Gent. Maar het waren niet alleen Vlamingen aan wie John Smith zijn wol verkocht. Nee, er waren in Brugge ook veel kooplieden uit andere landen, die wol kochten. Uit hun eigen land brachten ze zelf ook producten mee om in Brugge te verkopen en van het geld dat zij daarmee verdienden kochten ze producten die ze in hun eigen land goed konden verkopen.


Deze kaart geeft de vijf richtingen aan waarin de zogenaamde 'actieve' Vlaamse handel in de twaalfde en dertiende eeuw verliep.

Zo was er Marcello Bennotti, een Italiaan. Hij verkocht specerijen in Brugge en van de opbrengst kocht hij ruwe wol en laken. De wol verkocht hij dan later weer in Venetië. Ook Jantje van Noordwijk, een Hollandse handelaar uit Leiden, was een goede klant van John Smith. Hij verkocht Hollands vlees en nam dan ruwe wol mee terug naar Holland.

Vanuit allerlei landen in Europa kwamen er handelaren naar Brugge. Je kon er van alles krijgen. Voor wijn of zout moest je bij de Fransen zijn. Voor zuidvruchten kon je terecht bij de Spanjaarden of Italianen en voor tropische producten uit Afrika bij de Portugezen. Maar de meeste kooplieden kwamen uit Duitsland. De Duitsers, ook wel 'Oosterlingen' genoemd, verkochten linnen en bier uit Duitsland, graan uit de landen rond de Oostzee en hout uit Rusland.


De beurs van Brugge
Het natiehuis van de Genuezen, het huis ter Beurse, het huis Ter Oude Beurse (in gebruik door de Venetianen) en het natiehuis van de Florentijnen. (gravure uit A. Sanderus, 'Flandra Illustrata', 1641)


John Smith was de hele dag druk in de weer en het lukte hem al een aardig deel van de wol kwijt te raken. Hij had dan ook een goede bui toen hij aan het eind van de middag de markt opliep. Nog een paar van zulke dagen en hij had de hele lading verkocht! Op de markt bleef hij staan bij een kraampje waar wijn werd verkocht. De verkoper, François Millet, was een goede vriend van hem. John kende hem al sinds zijn eerste bezoek aan Brugge. 'Hoe gaan de zaken', François?' 'Ik mag niet klagen. Wil je een glas van de nieuwste wijn? Hij is vandaag net aangekomen?' 'Graag'. François schonk twee glazen vol en keek hoe John Smith de wijn proefde. 'Heerlijk! Ik neem wat flessen mee als ik terug ga naar Engeland.' 'Denk je dan nu al aan teruggaan? Gaan de zaken zo goed?' Zo stonden de vrienden een tijdje te praten. Intussen werd het al wat minder druk op de markt en François besloot het voor vandaag voor gezien te houden. John stelde voor samen wat te gaan eten in de Gouden Leeuw.


De afbeelding hierboven is een deail uit een schilderij van Hans Memling (1474-1479). Alle in Brugge ingevoerde wijn moest met deze indrukwekkende en door mankracht aangedreven kraan uit de schepen worden gelost. Het 'vergieren' of meten met de wijnroede was het voorrecht van de broeders van het Sint-Janshospitaal.

Op de weg daarheen kwamen ze Friedrich Wolff tegen. Hij kwam uit Danzig en handelde in een onmisbaar product, graan. Bijna bij iedere maaltijd werd brood gebruikt en in pap, die veel werd gegeten, zaten ook allerlei granen verwerkt. In Vlaanderen zelf werd niet genoeg graan verbouwd om de steeds groeiende bevolking van Brugge van voedsel te voorzien. Vooral uit het gebied rond de Oostzee kwam veel graan. Danzig was daar een van de grootste handelssteden.


 

  •  

    u