Lesmateriaal
Brugge in de middeleeuwen
Brugge in de middeleeuwen is een lessenserie over leven en werken in Brugge in de periode 1300-1500.
Middeleeuws Brugge en de handel
Brugge en de handel
Download hier de opdrachten in Word!
In de tweede helft van de middeleeuwen was Brugge
een van de belangrijkste handelssteden van West-Europa.
Dat was niet toevallig. Brugge lag erg gunstig. De stad
was goed bereikbaar via de zee. Zij lag wel
landinwaarts, maar was door een watergeul (het Zwin)
verbonden met de zee. Tot in de twaalfde eeuw konden
zelfs grote zeeschepen tot in Brugge komen. Daarna was
de situatie echter iets veranderd.
Reconstructiekaartje van het gebied rondom Brugge in
de 11e en 12e eeuw
Door verzanding van het Zwin was de vaargeul
smaller en ondieper geworden. Hierdoor konden steeds
meer schepen niet verder komen dan het plaatsje Sluis.
In Sluis werd de lading overgeladen op platte schuiten,
die Brugge nog wel konden bereiken. Om te verhinderen
dat mensen in Sluis zelf de koopwaar gingen verhandelen
voerde Brugge in 1323 een 'stapel' in. Dat wil zeggen
dat alle koopwaar die in Sluis binnen kwam naar Brugge
moest worden vervoerd en alleen daar verhandeld mocht
worden. Nog later werd ook Sluis steeds moeilijker
bereikbaar. Veel handelaren besloten toen met hun wol
naar andere steden te gaan.
Onderstaande opdrachten gaan over de handel in de late
Middeleeuwen. Voor het maken van de opdrachten maak je
gebruik van bovenstaande inleiding en een aantal
bronnen:
*
Een verhaal over wolhandelaar John Smith. Deze John
Smith heeft niet echt bestaan, maar er woonden en
werkten veel handelaren, zoals Smith, in Brugge. Zij
kwamen uit alle windstreken. Zie tekst 1 en
tekst 2.
Een website over een koopman die wel echt geleefd heeft,
Anselmus Adornes, afkomstig uit Genua. (Klik op 'Zijn
leven' en op 'Start: zijn leven')
* Kaartjes van Vlaanderen.
Opdracht 1
Hoewel de producten die de William Stonor vervoerde voor
Brugge bestemd waren, voer het schip niet helemaal naar
Brugge. Waarom niet? Gebruik de inleiding en
dit
filmpje.
Opdracht 2
Lees bovenstaande inleiding en verklaar de zin: 'zonder
Zwin, geen Brugge'. Bekijk voor je antwoord ook
dit
filmpje.
Opdracht 3
Er waren verschillende mensen in Brugge die geld
verdienden aan de handel. Maak met behulp van
het
verhaal en de website een lijstje van mensen met
beroepen in Brugge die hun geld met de handel
verdienden. Kijk voor je antwoord ook op de website
Anselmus Adornes bij de kraan op het kraanplein (klik op
'zijn leven' en op 'start: zijn leven' en loop door de
stad)
Opdracht 4
Ook de stad Brugge verdiende aan de handel, bijvoorbeeld
aan de tol. Elke handelaar moest in het Tolhuis voor de
invoer van zijn producten tol (belasting) betalen. Hoe
werd de tol voor de invoer van wijn berekend? Kijk voor
je antwoord ook op de website
Anselmus Adornes. (kilik
in de taakbalk op Tolhuis)
Opdracht 5
Kooplieden uit heel Europa handelden in Brugge. Welke goederen werden in Brugge verhandeld uit: Engeland, Schotland, Spanje, Italië, De Duitze Hanze en Frankrijk. Kijk voor je antwoord ook op de website Anselmus Adornes.
Opdracht 6
Welke producten werden door de Bruggelingen uitgevoerd?
Kijk voor je antwoord ook op de website Anselmus
Adornes.
Lees onderstaande tekst en maak daarna de opdrachten 7
t/m 10. Gebruik ook de website
Anselmus Adornes. (kilik
in de taakbalk op Beursplein)
Vanaf ongeveer 1100 neemt de handel in West-Europa toe
en daarmee ook het aantal steden. Bijvoorbeeld langs de
handelsas Nederlanden-Italië. De jaarmarkten in
Champagne worden een plaats waar Italiaanse en Vlaamse
handelaars elkaar ontmoeten. Elk gebied heeft zijn eigen
munt en daarom moet de geldwisselaar, nu bankier
genaamd, voor betalingen die contant gebeuren, de
wisselkoers tussen munten van verschillende landen
bepalen.
Maar niet alles wordt contant betaald. Voor betalingen
op termijn ziet een nieuw betaalmiddel het licht: de
'lettera di pagamento', een voorloper van onze
wisselbrief. Dit is een schuldbekentenis waarbij
bijvoorbeeld een Italiaanse handelaar zich verplicht op
een afgesproken datum het verschuldigde bedrag te
betalen aan een handelaar uit Antwerpen, ofwel op een
volgende jaarmarkt, ofwel aan een Italiaanse bankier,
die dit bedrag moet overmaken aan de bankier van de
handelaar uit Antwerpen.
Naar een gravure uit A. Sanderus, 'Flandria Illustrata',
1641
Het huis in het midden is het natiehuis van de Genuezen.
Rond 1700 werd de gevel veranderd in een klokvormige
gevel. Rechts ervan staat het ter Beurse
Opdracht 7
a. Waar komt de uitdrukking 'met klinkende munt betalen'
vandaan?
b. Waar komt de uitdrukking 'zwart geld' vandaan?
c. Waar komt de naam 'beurs' vandaan?
d. Wat zijn wissels?
Opdracht 8
Welke steden hadden een loge in Brugge? Waarom waren die
loges belangrijk voor handelaren?
Opdracht 9
Om zich te ontspannen brachten de kooplieden graag een
bezoek aan een badstoof. Kun je een badstoof vergelijken
met een badhuis of een zwembad? Gebruik voor je antwoord
de website
Anselmus Adornes ( (kilik in de taakbalk op
Badstoof)
Opdracht 10
Brugge voerde, zoals je kunt lezen in de inleiding, in
1322 het 'stapel' in. In 1355 kreeg Dordrecht het
stapelrecht op alle rivierhandel in Zuid-Holland. Waarom
was dit stapelrecht voor beide steden zo belangrijk?