Histoforum      Lesmateriaal      Toetsmateriaal      Vakinformatie      Magazine    

SixPack

De SixPack is een onderzoeksgerichte opdracht waarbij de informatie in veel gevallen afkomstig zal zijn van internet. Maar ook andere bronnen, zoals boeken, krantenartikelen en interviews komen in aanmerking. De SixPack is enerzijds gebaseerd op de webquest zoals die in 1995 werd ontwikkeld door de Amerikaan Bernie Dodge en anderzijds op het informatievaardigheden concept van de Big6.

Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org      

Opdracht

Een brugklasleerling krijgt opdracht een werkstuk te maken over een historisch onderwerp, waarbij hij moet kiezen uit een lijst met onderwerpen.Veel meer wordt hem niet verteld. Hij moet zelf hoofd- en deelvragen bedenken, bronnen voor zijn onderzoek zoeken, informatie zoeken en verwerken en de resultaten van zijn onderzoek (schriftelijk) presenteren.

De conclusie:

De Franse revolutie heeft vele nadelen maar ook een aantal voordelen.
Zo is er een nieuwe guillotine ontworpen.
Deze speelde echter een grote rol in de Franse revolutie.
Het zorgde niet alleen voor de ca. 50000 onthoofden mensen.

bron: werkstuk over de guillotine

De vraag is of deze docent zich realiseert dat hij aan een brugklasleerling in feite eenzelfde soort opdracht geeft als aan een leerling van vijf havo of zes vwo die een profielwerkstuk moet maken.

Natuurlijk heeft de docent niet dezelfde verwachtingen van het onderzoek en zal hij aan het eindresultaat niet dezelfde eisen stellen, maar in feite is de opdracht even open en ongedefinieerd en daarmee in principe even moeilijk als een profielwerkstuk.
 
Deze leerling koos voor zijn historisch onderzoek de guillotine als onderwerp. Op het eerste gezicht een tamelijk compacte opdracht die goed te overzien is. Maar is dat ook zo? Hij had de opdracht gekregen zelf hoofd- en deelvragen te bedenken. Maar hoe bedenk je een goede hoofdvraag? Hij had weliswaar een bepaald beeld bij een guillotine, hij had er wel eens een afbeelding van gezien en wist dat het een valbijl was, maar is dat voldoende om een goede, onderzoekbare hoofdvraag te formuleren? Al snel werd het deze leerling duidelijk dat hij over onvoldoende kennis van de historische context beschikte om een goede hoofdvraag te kunnen bedenken. Ook had hij geen kennis van de verschillende soorten onderzoeksvragen: beschrijvende, verklarende, vergelijkende en evaluatieve vragen. En niemand had hem ooit geleerd hoe je bij een hoofdvraag deelvragen moet bedenken.

Welk doel of welke doelen streeft de docent na die leerlingen een dergelijke opdracht geeft? Wil hij dat de leerlingen inhoudelijke kennis opdoen over een willekeurig historisch onderwerp of wil hij dat de leerlingen leren hoe zij een onderzoek moeten opzetten en uitvoeren? Als het laatste het geval is, heeft hij zich dan afgevraagd of een dergelijke open opdracht de beste manier is om de leerlingen te leren hoe zij onderzoek moeten doen? Heeft hij zich afgevraagd of het om een moeilijke opdracht gaat? Heeft hij nagedacht over de vraag hoe je een leerlijn maakt van in moeilijkheidsgraad opklimmende opdrachten? De taakdefinitie is misschien wel het belangrijkste onderdeel van elke onderzoeksopdracht. In de taakdefinitie bepaalt de docent doel en zin van de opdracht. Hij geeft concreet vorm aan zijn leerplankundige doelstellingen. Zowel in webquests als in SixPacks moet de opdracht niet alleen haalbaar zijn, maar leerlingen ook motiveren en uitdagen en het denken van leerlingen stimuleren. Dat stelt hoge eisen aan het ontwerp.

In ons voorbeeld koos de docent in feite voor de moeilijkste vorm van onderzoek doen, namelijk die waarin de onderzoeker alles zelf moet doen. De onderzoeksvraag is niet gegeven, de leerling moet zelf bepalen welke bronnen hij nodig heeft en waar hij die kan vinden, en een stappenplan ontbreekt. Hij moet zelf kiezen hoe hij de resultaten van zijn onderzoek gaat presenteren (het moet een 'werkstuk'zijn) en eisen aan de presentatie zijn niet vermeld. Over evaluatie wordt helemaal niet gesproken.

Doel van de opdracht

De docent had er ook voor kunnen kiezen om zelf een (enkelvoudige) onderzoeksvraag te formuleren, één waarvan hij zeker weet dat deze ook echt voor de leerlingen onderzoekbaar is. Maar als het zijn doelstelling was om leerlingen te leren hoofd- en deelvragen te formuleren had hij, zeker bij een onderwerp als de guillotine, de leerlingen waarschijnlijk beter een goed gekozen, informatieve, tekst kunnen voorleggen met de opdracht naar aanleiding hiervan een hoofd- en één of meer deelvragen te bedenken. Ook had hij eisen kunnen stellen aan de hoofdvraag, bijvoorbeld dat het moest gaan om een beschrijvende, verklarende, vergelijkende of evaluatieve hoofdvraag.

Het zelf bedenken van een goede, onderzoekbare, hoofdvraag is alleen mogelijk als je al redelijk wat basiskennis van het onderwerp hebt. Daarom leent het ene onderwerp zich hiervoor beter dan het andere. Het onderwerp hunebedden zal de meeste leerlingen waarschijnlijk niet voor grote problemen stellen als zij zelf vragen moeten bedenken (mogelijk geldt dit niet voor leerlingen wier wieg niet in Nederland stond). Wel zal het dan vooral gaan om eenvoudige, voor de hand liggende vragen als: wat zijn hunebedden, wie heeft ze gemaakt, hoe werden ze gebouwd en waarom. Zonder meer diepgaande kennis zal een leerling niet snel een vergelijkende of evaluatie vraag stellen.

Als de leerlingen nog niet over veel kennis over het onderwerp beschikken is het goed hen eerst expliciet opdracht te geven een inleidend artikel te geven of hen een meer open opdracht te geven zich eerst in te lezen in het onderwerp alvorens een onderzoeksvraag te bedenken.

Of de leerlingen nu zelf hoofd- en deelvragen moeten bedenken of deze aangereikt krijgen, in beide gevallen is het goed om de leerlingen expliciet te vragen de kennis die zij al van het onderwerp hebben op een systematische manier in beeld te brengen. Een mindmap (woordspin) is daarbij slechts een van de vele mogelijkheden . Deze stap is noodzakelijk om vervolgens helder te krijgen welke informatie er (nog) nodig is om de deelvragen en tenslotte de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Met andere woorden de leerling moet zijn informatiebehoefte vaststellen. Zeker in de lagere leerjaren is het zinvol om daarvoor in de opdracht aanwijzingen te geven. In de hogere leerjaren kunnen deze aanwijzingen steeds summierder worden om tenslotte geheel achterwege te blijven.

Deze aanwijzingen zijn niet alleen nodig voor een beter eindproduct, maar ook om de leerlingen inzicht te geven in wat er allemaal komt kijken bij het doen van onderzoek. Om te bereiken dat de leerlingen zich het onderzoeksproces op den duur helemaal eigen maken en internaliseren is het van belang dat zij leren elke onderzoeksstap te evalueren. Ook is het belangrijk dat zij inzien hoe belangrijk dit evalueren is. Onderzoek doen is tenslotte een competentie, die niet alleen bestaat uit kennis en vaardigheden, maar ook uit attitude. 

De opdracht

In de SixPack wordt de opdracht in algemene termen beschreven, waarbij ook duidelijk wordt gemaakt wat het eindproduct moet of kan zijn. De opdracht heeft betrekking op dimensie 2 van Marzano of op dimensie 3 van Marzano. In de onderdelen verwerven, verwerken, presenteren en evalueren krijgen de leerlingen, desgewenst, nadere aanwijzingen voor het maken van de opdracht.

Een goede opdracht voldoet in ieder geval aan de volgende criteria:

Het eindproduct

De manier waarop de onderzoeksresultaten gepresenteerd worden is een belangrijk onderdeel van de opdracht. U kunt zelf een eindproduct bedenken, maar deze ook aan de leerlingen overlaten al naar gelang de doelstelling van de opdracht. Zie ook het onderdeel presenteren.

Attitude

Onderzoek doen is een competentie, die niet alleen bestaat uit kennis en vaardigheden, maar ook uit attitude. Een negatieve (of gemakzuchtige) houding t.o.v. het doen van onderzoek is vaak meer verantwoordelijk voor matige resultaten dan een gebrek aan kennis en/of vaardigheden. Niet voor niets dat in bedrijftsrainingen vaak wordt uitgegaan van en gestart met attitude. Daarna komen kennis en vaardigheden. Het is daarom belangrijk aandacht te besteden aan de houding van leerlingen en rekening te houden met  hun 'epistemological beliefs'.

Complexiteitsscan
Om de moeilijkheidsgraad van dit onderdeel van de SixPack in beeld te brengen kun je gebruik maken van de complexiteitsscan. Nadat je de scan voor elk onderdeel hebt ingevuld, krijg je op het werkblad RES een overzicht van de moeilijke onderdelen van de opdracht.
Blijkt de opdracht  als geheel te moeilijk voor de doelgroep, dan kunt u onderdelen ervan vereenvoudigen.

 De SixPack

 Onderdelen van de SixPack

Copyright:  Albert van der Kaap, 2011