artikelen over geschiedenis didactiek

Wacht niet op de morgen

Maria Rosseels. Wacht niet op de morgen
Leuven, Davidsfonds/ Clauwaert, 1996, 570 blz.; eerste druk:1969.
Tijd en ruimte: Outremer (Palestina, de kruisvaarderstaten), ca. 1180.
Thematiek: religieuze en culturele verdraagzaamheid versus intolerantie.
Waardering: *****/5

Wacht niet op de morgen

Jos Martens


Inhoud

De hoofdpersoon, Gilles de Malle, wordt in de tweede helft van de twaalfde eeuw op jonge leeftijd in een klooster geplaatst. Daar leidt hij een vredig bestaan, totdat hij Gerard de Ridevorde ontmoet, toen nog een idealist die een rijk van liefde en vrede wil stichten in het Beloofde Land (later grootmeester van de Tempeliers). Ze vertrekken naar Jeruzalem, waar ze verkeren in de kringen van het hof van de koning van Jeruzalem. Uiteindelijk beleven ze de nederlaag van de christelijke ridders tegen Saladin en de val van Jeruzalem in 1187. (Hierbij speelde Gerard de Ridevorde, samen met de nieuwe koning Guy de Lusignan en hun kortzichtige volgelingen een fatale rol.)

Tegen het fascinerende decor van veldslagen, vriendschappen, door wraakzucht of trouw gedreven ridders, schijnheilige of oprechte geestelijken en vooral eindeloze intriges projecteert Rosseels de geestelijke ontwikkelingsgang van haar hoofdfiguur. Die weet het eerst heel zeker: joden en islamieten zijn vijanden van de christenen, en dus voor het hellevuur bestemd. Hoe langer hij echter met moslims en hun hoogstaande moraal in contact is, en hoe meer hij met de ideeën van de joodse arts Mattanjah Ben Todah geconfronteerd wordt, hoe meer hij aan zijn oorspronkelijke visie gaat twijfelen. Deze arts laat hem Jezus als mens ontdekken, als een jood die tot dezelfde God bad als de huidige joden. Uiteindelijk gelooft Gilles wel dat in Jezus de beloften vervuld zijn, maar acht hij de andere godsdiensten toch niet minder dan de zijne.

Bespreking

‘Wacht niet op de morgen’ (1969), een van de absolute hoogtepunten in het werk van Rosseels, speelt in de twaalfde eeuw in de periode na de Tweede Kruistocht, toen de christenen andermaal vanuit het westen naar het Heilig Land trokken om de kruisvaarderstaten in Outremer tegen de dreiging van de weer opdringende moslims te verdedigen.

Hoewel Maria Rosseels in interviews herhaaldelijk benadrukte dat ze niet over het verleden schreef, maar hedendaagse thema’s behandelde tegen een historische achtergrond, is deze roman historisch zeer goed onderbouwd. ‘Wacht niet op de morgen’ speelt in het Heilig Land, vlak voor Saladin Jeruzalem verovert, dezelfde periode die ook het decor vormt voor de film ‘Kingdom of Heaven’.

In deze roman gaat het om de vraag naar de zin van het lijden. Hoe kan Christus beweren dat ons geen haar gekrenkt zal worden zonder de wil van de Vader, als Boudewijn IV, de dappere koning-knaap, langzaam moet wegteren aan melaatsheid? Ook al is de roman gesitueerd in een historisch decor, toch is de problematiek ervan tegelijkertijd heel actueel. ‘Ik ben wie ik ben, maar wie ben ik?’ is de vraag waarmee Gilles voortdurend worstelt. In Outremer, door heel wat verschillende volkeren en religies bevolkt, speelt ook de kwestie van de coëxistentie. Net als in Rosseels’ roman ‘Ik was een kristen’ zijn de christenen het meest onverdraagzaam en onwrikbaar, spijkerhard overtuigd van het eigen gelijk. Gilles legt elk fanatisme af en sticht voor alle gezindten een leprozerie. Hij wil niet meer passief wachten op de morgen (der verrijzenis), gesterkt door Gods aanwezigheid.

Ook het lijden van zijn enige vriend, Boudewijn, de koning van Jeruzalem, stort zijn zekerheden in een crisis. De afschuwelijke aftakeling van deze melaatse wordt werkelijk indrukwekkend beschreven. Hij komt na allerlei vormen van opstand en onbegrip ten slotte toch met Job (39:37) tot onderwerping. Voor Gilles is wat hij vroeger geleerd had omtrent de verrijzenis van het vlees nu „te gewoon, te menselijk uitgedrukt. Het zal wel onmogelijk zijn iets zinvols te zeggen over dingen die geheel buiten onze vertrouwde werkelijkheid liggen.” Er blijft niets over dan het: „Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp.”

Via dit schema (van zekerheden die in een bepaalde situatie omvergeworpen worden, maar waaruit ten slotte toch een hopen, een verwachten ontstaat) verlopen meer boeken van Rosseels. Dat ze Gilles in het Jeruzalem van de twaalfde eeuw plaatst, is natuurlijk te verklaren uit het feit dat de drie godsdiensten daar voortdurend met elkaar worden geconfronteerd; maar ook lijkt ze zo op een constante in de menselijke problematiek te wijzen, door de eeuwen heen. In dat licht is het ook begrijpelijk dat haar twaalfde-eeuwers soms zinnen in de mond nemen die enige bekendheid met de twintigste-eeuwse theologie verraden.

In ‘Wacht niet op de morgen’ – een titel ontleend aan Psalm 130 – loopt de twijfel van Gilles' aan zijn oude zekerheden uit op vragen die niemand kan beantwoorden, een angst dat de dood toch „het einde van onze existentie” is. In deze twijfel en onzekerheid blijft alleen het handelen over, de naastenliefde. Voor Gilles in de leprozerie die hij gesticht heeft voor zowel joden, moslims als christenen. „Alles wat ik in het leven heb geleerd, verlangd, verwacht, vereerd en bemind, herken ik in het gelaat van de melaatsen van Aïn Sha’ir. Wat ik hier doe, is weinig; doch dat weinige doe ik met grote liefde.”

God ís er, maar verschijnt ons als een fata morgana. Onze taak ligt in de liefde hier en nu. De opmerking dat Rosseels hier een paar stappen te ver gaat en dat ze zo nogal wat antwoorden voorbijloopt, is gemakkelijk gemaakt; het blijft dan echter wel zaak om de vraag die het boek oproept, namelijk hoe doorleefd ónze zekerheden zijn, dieper te doordenken.

‘Wacht niet op de morgen’ is niet alleen een schitterend historisch fresco, het is ook een veelzijdige, diepgaande roman over lijden en dood, over vriendschap, over fanatisme en verdraagzaamheid. Imponerend en gracieus; een meesterwerk.

Didactische verwerking

Algemeen

De film ‘Kingdom of Heaven’ (2005) behandelt dezelfde thematiek in dezelfde tijd en ruimte. Zo sterk zelfs, dat het soms de indruk wekte alsof het scenario een bewerking was van de roman van Maria Rosseels! Een vergelijking tussen roman en film bewijst dat een boek veel geschikter is voor het uitwerken van rijke ideeën, motieven en thema’s. De film loopt te vlug, laat geen tijd voor de broodnodige reflectie. Zeker hier verdrinken de ideeën in de stomende actietonelen.

In het verleden (voor de film er was) hebben wij in een vijfde of zesde jaar als ‘meesterproef literaire competentie’ herhaaldelijk een uitvoerige multimediale vakoverschrijdende leereenheid opgezet vanuit deze roman. Dit als het eindpunt van een werkwijze die over de zes jaren voortgezet onderwijs loopt. Vanaf het eerste jaar wordt in elke klas één historische roman besproken voor Nederlands én geschiedenis.
De uitwerking van het leerlingenwerk neemt over de hele periode zeer geleidelijk toe in complexiteit en moeilijkheidsgraad, om uit te lopen in deze ‘meesterproef’. De methode bewees even bruikbaar te zijn in lerarenopleiding, bachelor of master.

We verdeelden de klas in werkgroepen, waarvan elk een historische roman uitwerkte. De opdrachten bij ‘Wacht niet op de morgen’ vind je hieronder. De telkens uitvoerige scriptie werd geëvalueerd door de leraar Nederlands op de literaire componenten, door de leraar geschiedenis op de historische. Samen gaven zij dan een eindoordeel voor het geheel. Op een afzonderlijke mondelinge toets werden de groepsleden samen ondervraagd over hun werk en deze quotering telde mee voor het eindexamen. (Dit past tevens in een programma ‘mondeling examen leren afleggen’, dat eveneens geleidelijk start vanaf het derde jaar. En zijn nut bewijst in hoger onderwijs en universiteit, zoals we herhaaldelijk konden ervaren! Maar dat is een ander verhaal.)

Uiteraard is de film ‘Kingdom of Heaven’ bijzonder geschikt om fragmenten te laten gebruiken als illustratie van enkele onderdelen van de roman. Ook op YouTube zijn er voldoende bruikbare films en filmpjes te vinden, zelfs een volledige geschiedenis van de kruistochten in een reeks documentaires en opeenvolgende episodes.

Toentertijd konden wij onmogelijk voorzien dat de thematiek van het boek (en later van de film) zo pijnlijk opnieuw in de actualiteit zou komen met de opkomst van zowel het moslimfundamentalisme als gelijksoortige strekkingen binnen het christendom en jodendom. Rosseels’ roman heeft helaas na een meer dan een halve eeuw nog niets aan actualiteitswaarde ingeboet! Integendeel zelfs!
Er is dus zeker een uitvoerige ronde waardeverduidelijking aangewezen.

Toch even vermelden: een discussie onder studenten lerarenopleiding bachelor bij de bespreking van de film (zonder lezing van de roman). De geschiedenis is natuurlijk verlopen zoals ze verlopen is. Noodzakelijk zo? Zelfs al houden wij ons in geschiedschrijving verre van hypotheses “als wat? Dan…”
Kon in Palestina een christelijk rijk overleefd hebben tot in onze tijd toe, zonder de religieus-politieke onverdraagzame dwaasheden van de betrokken partijen in de besproken era? Recent (2015 en volgende jaren) zijn door IS een aantal zeer oude religieuze gemeenschappen praktisch volledig uitgeroeid in Irak en Syrië, christelijke kerken die vele eeuwen overleefd hadden in overwegend moslimgebieden, gemeenschappen van diverse denominaties waarvan zelfs de moslim-studenten nooit hadden gehoord, laat staan de Europeanen onder hen. Gevolgen voor onze actualiteit: christenen vluchtten naar Damascus en steunen de bloedige dictator Bachar al - Assad, omdat hij hen bescherming bood tegen de moordpartijen van IS.
En denk aan de Joodse staat Israël, die pas halfweg de vorige eeuw in opgericht.

Wie minder ervaring heeft met deze manier van werken vanuit literatuur, verwijzen wij naar Gelezen Tijd, in: Histoforum Magazine 2009.

Opdrachten

A. Verhaaltechnisch


1. Bouw een skelet op van het verhaal en verklaar aan de hand hiervan de structuur van het boek. (Telkens de bladzijden aangeven.)
In welke mate is hier sprake van structurele of constructiemotieven? Vind je zwakheden in de verhaalstructuur? Stel een tijdsgrafiek op van het verhaal.

2. Geef de verhouding tussen directe en indirecte karakterisering voor: Gilles de Malle, Gerard van Ridevorde, Mattanjah Ben Todah, Boudewijn, Saleh-ed-Din. (Telkens de bladzijden aangeven.)
Vergelijk de karaktertekening van Gerard (als grootmeester van de Tempeliers) en de ongelukkige Boudewijn in de film ‘Kingdom of Heaven’ met die in het boek. (Geef/beschrijf minstens 3 tekenende scènes – situeer in de film.)

3. Geef de functie van Gilles de Malle voor de structuur van het boek.

4. Schilder een beeld van Jeruzalem na de eerste kruistochten. Gebruik tekstcitaten.
Hoe is de verhouding tussen christenen en andersdenkenden in Outremer? Geef natuurlijk de nodige illustratieve fragmenten. (Telkens de bladzijden aangeven.)
Geef minstens twee scènes uit de film over hetzelfde onderwerp. Lees dan het fragmentje in Histoforum, Geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen, deel 2, over schaken en jacht.

B. Historisch

1. Bouw een gemotiveerde beoordeling op van de voorstelling der historische gebeurtenissen, die M. Rosseels hier behandelt.
2. Schets kort het verloop van de andere kruistochten, vooral de Eerste, Derde en Vierde.
Welke invloed had de verovering van Jeruzalem op het wereldbeeld van de tijdgenoten? Gebruik hiervoor historische documentatie. Bijvoorbeeld uit de bespreking van het Liber Floridus uit 1121  plus de recensie van de documentaire The Crusades. The Crescent & the Cross (2005).
Controleer en volg zo nodig ook de hyperlinks.

3. Tracht aan de hand van de historische atlas een beeld te schetsen van de machtsverschuivingen in Outremer, ten tijde van de kruistochten.

4. Geef een overzicht van de door Rosseels vermelde christelijke vorsten en hun rol in de strijd om Outremer.

C. Algemene Beoordeling

1. M. Jansens zegt in zijn recensie van “Wacht niet op de morgen” in Dietsche Warande en Belfort: “De roman is een dwarsdoorsnede van de hedendaagse christelijke geloofsbeleving (1). Verklaar dit aan de hand van het boek. Tekstfragmenten geven!

2. Zet vanuit de vorige vraag uiteen welk soort roman dit boek is en verklaar het centraal motief ervan. Kan je derhalve Jansens bijtreden als hij dit boek “een levensboek” noemt?

3. Jansens noemt het evenzeer de “Bildungsgeschichte” van Gilles als een historische constructie. Geef een overzicht van de evolutie in Gilles’ denken en breng dit in verband met het centrale motief.

4. Verklaar de titel “Wacht niet op de morgen” vanuit het verhaal en vanuit de ideologische background die Rosseels hier behandelt. (cfr. Jansens)

5. Verduidelijk in dit verband de betekenis van het steeds terugkerende Aïn Sha’ir. Toets dit aan de aanvankelijke titel van het boek: “Tot in der eeuwigheid. Amen”

6. Situeer Maria Rosseels als schrijfster in de Vlaamse literatuur.

Noot


1. JANSSENS, M., ‘Wacht niet op de morgen’- een getuigenis, in: Dietsche Warande en Belfort, nr. 115, 1970, p. 285-288. De droom van Aïn Sha'ir., Ons Erfdeel. Jaargang 13 - DBNL

Zoekwerk
Op Histoforum Magazine 2015 staat een PowerPoint plus syllabus van een nascholing met een schat aan materiaal: uitvoerige bronnen en uitgeteste tips voor didactische verwerking onder de titel Jihad zonder einde om het Heilig Land Pecunia non olet.

Zeer interessant aanvullend materiaal zit in de eerste delen van de BBC - televisieserie De Kruistochten (1995), gepresenteerd door Terry Jones (o.a. over bewapening, de houding van de Byzantijnen, het bloedbad in Jeruzalem).

Butler, Alan, De Tempeliers, Kerkdriel, Librero, 2013, 192 blz.

Catlos, Brian, Koningen, kruisvaarders en kaliefen. Geloof, macht en geweld ten tijde van de kruistochten en de jihad, Amsterdam/ Antwerpen, De Bezige Bij, 2015, 443 blz. – ook als e-boek. De heilige oorlog is niet van alle tijden (histoforum.net)

Jones, Dan, De Kruisvaarders. De strijd om het Heilige Land, Utrecht, Omniboek, 2019, 723 blz.

Maalouf, A., Rovers, christenhonden, vrouwenschenners. De kruistochten in Arabische kronieken, Utrecht-Antwerpen, Kosmos, 1986.

Blijvend probleem: in de diverse internetbijdragen de verdwenen sites, gevolg: dode hyperlinks

Jos Martens 9 juni 2023.


 

  •  

    u