Speelkwartier
Speelkwartier
Speelkwartier is een onderdeel van Histoforum waarin op ongeregelde momenten bijdragen verschijnen die ontleend zijn aan of inspelen op berichten in de actualiteit.
Inhoud
- Alle artikelen uit 2009
- Alle artikelen uit 2010
- Alle artikelen uit 2011
- Alle artikelen uit 2012
- Alle artikelen uit 2013
- Alle artikelen uit 2014
- Alle artikelen uit 2015
- Alle artikelen uit 2016
- Alle artikelen uit 2017
- Alle artikelen uit 2018
- Alle artikelen uit 2019
- Alle artikelen uit 2020
- Alle artikelen uit 2021
- Bijdragen in Speelkwartier
- Columns over onderwijs
Copernicus
In 1543 wordt het baanbrekende werk van Copernicus gepubliceerd
De revolutionibus orbium coelestium (Over de omwentelingen van
de hemellichamen) – toevallig hetzelfde jaar waarin De humani
corporis fabrica (Over de bouw van het menselijk lichaam) van
Andreas Vesalius het licht zag.
We hebben altijd geleerd dat Copernicus’ heliocentrisme geen
ingang vond door het conservatisme van collega’s astronomen en
vooral van de katholieke kerk.
Dat klopt niet helemaal. De geniale Leuvense hoogleraar Gemma
Frisius (1508-1555), leermeester van o.m. Mercator, Dodoens
e.a.) volgde het werk van Copernicus al jaren voor de publicatie
van De revolutionibus. Hij was een der allereerste aanhangers
van de Poolse geleerde in de Nederlanden en kende diens werk
grondig. Dat bewijzen de talrijke eigenhandige Latijnse glossen
(aantekeningen) in zijn persoonlijk exemplaar van de eerste
druk, bewaard in Leeuwarden en in 2008 te bewonderen op de
tentoonstelling gewijd aan Frisius in de Leuvense
universiteitsbibliotheek -en herhaaldelijk op deze site, o.m. in
Eeuwen op zoek naar de tijd (2018)
Ook Mercator bezat een exemplaar van het boek (thans in de
Glasgow University Library), even druk van glossen voorzien.
Het klopt absoluut niet dat De Revolutionibus nauwelijks door
iemand gelezen werd, zoals vaak is beweerd. De Amerikaanse
onderzoeker prof. Owen Gingerich spoorde in een zoektocht van
dertig jaar alle nog bestaande exemplaren op van de eerste en
tweede druk (1566). Hij kwam uit bij ongeveer 600 stuks, de
meeste zeer uitvoerig geannoteerd door de bezitters.
Waarschijnlijk behoorde Frisius tot de talrijke vooraanstaande
astronomen, die zonder moeite het heliocentrisme van de Pool
aanvaardden, maar problemen hadden met een aantal tekortkomingen
ervan (speciaal wat de cirkelvormige bewegingen van de planeten
betreft) – wat blijkt uit de overgrote meerderheid van de
aantekeningen. Dit laatste wordt in het onderwijs meestal niet
vermeld, wat een vervalst beeld oplevert over de impact van
Copernicus’ theorie.
Het zou duren tot Kepler en zijn ellipsvormige banen van de
planeten voor dit probleem kon opgelost worden.
Bron: Owen Gingerich, Het boek dat niemand las. In de voetsporen
van Nicolaus Copernicus, Amsterdam, Ambo/Anthos Uitg., 2004, 310
blz.