artikelen over geschiedenis didactiek
Leerdoelen
Wie bij het ontwerpen van onderwijs uitgaat van het Backward Design principe, begint met het formuleren van leer en/of toetsdoelen.
Inhoud
Generieke leerdoelen
Een ander voordeel van generieke leerdoelen is dat ze
leerlingen dwingen om elk onderwerp op een vergelijkbare
manier te bestuderen. Ze leren dat ze bij elk onderwerp
dezelfde vragen moeten stellen, ook al krijgen ze niet
altijd op alle vragen een antwoord. Voorbeelden van
generieke leerdoelen, zijn:
De leerling kan:
• oorzaken en gevolgen van gebeurtenissen en
ontwikkelingen (inhoud) beschrijven (gedrag);
• uitleggen (gedrag) welke rol de (in het lesmateriaal)
beschreven gebeurtenissen, verschijnselen,
ontwikkelingen en personen in dit onderwerp (inhoud)
hebben gespeeld;
• beschrijven wat, met betrekking tot dit onderwerp,
veranderd is en wat gelijk gebleven is;
• belangrijke gebeurtenissen, verschijnselen,
ontwikkelingen en personen die van belang zijn voor het
onderwerp met behulp van een tijdbalk ordenen;
• het onderwerp plaatsen in het juiste tijdvak/de juiste
tijdvakken en in de juiste periode (Prehistorie,
Oudheid, Middeleeuwen, Vroegmoderne Tijd of Moderne
Tijd).
1. Wie heeft of wie hebben de macht?
2. Over wie of wat hebben zij macht?
3. Waarom hebben zij macht? Waarop is macht gebaseerd
(geld, grond)?
4. Van wie is de macht afkomstig (legitimiteit van
macht)?
5. Om wat voor soort macht gaat het, politieke,
economische of kerkelijke macht?
Generieke leerdoelen bieden wel veel
minder mogelijkheden om, vooraf, te differentiëren. Deze
leerdoelen zijn immers in algemene termen geformuleerd
en voor alle leerlingen dezelfde. Differentiëren in de
toetsing blijft uiteraard wel mogelijk, bijvoorbeeld
door het aanbieden van opdrachten met een verschillende
moeilijkheidsgraad.
Generieke leerdoelen voor geschiedenis
In dit
excel-bestand zijn mogelijke generieke leerdoelen
beschreven voor verschillende niveaus. Deze leerdoelen
en de differentiatie naar niveau zijn keuzes van de
auteur
De vaardigheidsdoelen zijn zo beschreven dat deze zowel
kunnen worden gebruikt bij elke methode als voor
opdrachten bij bronnen. Deze laatste opdrachten zullen
voornamelijk door de docent zelf moeten worden gemaakt