artikelen over geschiedenis didactiek

Verschillend, of toch niet?

Vragen in het geschiedenisexamen hebben een heel verschillende vorm. Zo moeten leerlingen iets uitleggen, een conclusie onderbouwen of aantonen dat een uitspraak al dan niet juist is. Maar zijn deze vragen wel zo verschillend?

.

De ene vraag is de andere niet, of misschien toch wel?

 

Vwo-pilot-examen 2014 - eerste tijdvak

Zo op het eerste gezicht lijkt het of het geschiedenisexamen een rijk scala aan verschillende soorten vragen kent, een selectie:

 

 Leg uit ...

Ondersteun ...

Ontleen ...

Toon aan ...

 

Kijk je echter wat nauwkeuriger naar de vraagstelling, dan zie je dat er bij zeer veel vragen eigenlijk het zelfde wordt gevraagd. Zonder de vraag inhoudelijk te wijzigen kun je van de 30 vragen in het vwo-pilot-examen 2014 (eerste tijdvak) 15 zodanig herschrijven dat van leerlingen gevraagd wordt een stelling te onderbouwen aan de hand van de bron en/of op basis van eigen kennis.

 

Hieronder staat een bespreking van enkele van die vragen. Een volledig overzicht van de genoemde 15 vragen vindt u hier.

 

Vraag 4

 

Rond 417 beschrijft Paulus Orosius gebeurtenissen uit de recente geschiedenis van zijn vaderland Spanje, dat al eeuwenlang deel uitmaakt van het Romeinse Rijk:

In 406 staken de Alanen, Sueven, Vandalen en veel anderen met hen de Rijn over. Ze vielen Gallië binnen en ru
kten op tot aan de Pyreneeën. Omdat zij op dat moment nog werden tegengehouden door deze barrière, keerden zij op hun schreden terug en overspoelden de nabijgelegen provincies. Terwijl zij huishielden in Gallië, greep Gratianus, een inwoner van Brittannië, daar de macht. Hij werd vermoord en in zijn plaats werd Constantijn gekozen, een man uit de laagste rangen van het leger. Nadat hij zich de keizerlijke waardigheid had aangemati
gd, stak hij over naar Gallië. Misleid door bondgenootschappen met onbetrouwbare barbaren, berokkende hij de staat daar veel schade (...). Constantijn zond zijn zoon Constans naar Spanje. Met hem stuurde hij bepaalde barbaren mee, die ooit als bondgenoten waren aanvaard en in militaire dienst waren genomen. Zij werden belast met de bewaking van de bergpassen door de Pyreneeën. (...)  Zij verzaakten echter hun plicht. Ze lieten de passen onbewaakt en stelden de provincies van Spanje bloot aan de volkeren die rondzwierven in Gallië. Ze sloten zich zelfs bij hen aan. Nadat de volkeren een tijdje moordend hadden rondgetrokken, waarbij ze mensen en goederen veel schade toebrachten, verdeelden ze het land door middel van loting onder elkaar. Tot op heden  hebben ze het in hun bezit.

 

Gebruik  de bron

 
Een conclusie:
Uit dit bronfragment kun je concluderen dat de val van het Romeinse Rijk wordt veroorzaakt door zowel politieke als militaire ontwikkelingen binnen het Romeinse Rijk.


4p Ondersteun beide delen van de conclusie met de bron.

 

Je kunt deze vraag herformuleren als stelling:

 

Uit dit bronfragment kun je concluderen dat de val van het Romeinse Rijk wordt veroorzaakt door zowel politieke als militaire ontwikkelingen binnen het Romeinse Rijk.


Onderbouw deze stelling met een politiek en een militair argument.

 

De leerling moet telkens met een element uit de bron aangeven waardoor de politieke onrust en de militaire verzwakking plaatsvindt.

 

Vraag 5

 

Bron A

 

Fragment uit  De Geschiedenis van de Franken, tussen 573 en 591 geschreven door bisschop Gregorius van Tours, een van de machtigste mannen van zijn tijd. In het  fragment beschrijft hij de bekering van koning Clovis in 496:
De koningin liet de heilige Remigius (de bisschop van Reims) in het geheim bij zich komen. Ze smeekte hem het
woord van de verlossing aan de koning over te brengen. De bisschop verzocht Clovis om een persoonlijk onderhoud en drong er bij hem op aan in de ware God, de schepper van hemel en aarde, te geloven en zijn eigen afgoden op te geven (...). De koning antwoordde: "Ik heb u bereidwillig aangehoord, heilige vader. Er blijft echter een probleem. Het volk onder mijn bevel zal niet bereid zijn de oude goden op te geven. Toch zal ik naar mijn mensen toegaan en overbrengen wat u mij zojuist hebt  verteld." Clovis organiseer de een bijeenkomst, maar
door tussenkomst van de goddelijke macht riep heel het volk,  nog voordat de koning zijn mond kon opendoen, eensgezind uit: "We zullen onze sterfelijke goden verwerpen, vrome koning, en zijn bereid de onsterfelijke God waarover Remigius preekt te volgen." Het nieuws bereikte de bisschop . Hij was zeer verheugd en beval dat
de doopvont klaar moest worden gemaakt.


Bron B


In 602 vaardigt koning Ethelbert van Kent in Engeland een wet uit. Enkele jaren voordat deze wet wordt opgesteld, heeft een christelijke missie uit Rome Engeland  bereikt. Een fragment uit deze wet:

Schade toegebracht aan het bezit van Go d en de Kerk moet twaalfvoudig  worden gecompenseerd; aan het bezit
van een bisschop elfvoudig; aan het bezit van een priester negenvoudig;  aan dat van een diaken zesvoudig; aan
dat van een gewone geestelij ke drievoudig.  Verstoring van de vrede in een kerk moet tweevoudig worden vergoed; verstoring van een bijeenkomst ook tweevoudig.

 

Gebruik bron A en B

 

Missionarissen die Europa willen kerstenen, zoeken vaak de koning van  een gebied op om hem te bekeren.


2p Ontleen hiervoor uit elk van beide bronnen een verschillend motief.

 

Je kunt deze vraag herformuleren als uitspraak/stelling:

Missionarissen die Europa willen kerstenen, zoeken vaak de koning van een gebied op om hem te bekeren.

Ontleen aan elke bron een motief.

 

Vraag 6


Zelfs bij vragen over de betrouwbaarheid van een bron/bronnen kun je de vraag als stelling herformuleren. Bij de bronnen uit vraag 4 werd ook de volgende vraag gesteld.

 

Gebruik bron A en B

 
Stel: je doet onderzoek naar de rol van koningen bij de verspreiding van het christendom over Europa en je gebruikt deze twee bronnen. Je stelt vast dat de informatie uit de ene bron betrouwbaarder is voor je  onderzoek dan de informatie uit de andere bron.

 
2p  Geef met twee argumenten aan, welke bron de betrouwbaarste informatie  voor je onderzoek bevat.

 

Je kunt deze vraag ook als volgt formuleren.

 

Bron A (of bron B) is voor een onderzoek naar de rol van koningen betrouwbaarder dan bron B (of bron A).

 

Ontleen aan de bronnen twee argumenten waarom deze uitspraak/stelling juist is.

 

Vraag 9

 

Bron

 

In 1568 schrijft de Franse jurist Jean Bodin over de stijging van de prijzen in Europa:
Ik ben van mening dat de belangrijkste oorzaak van de stijging van de kosten van levensonderhoud, en om zo te zeggen de enige die tot op heden door niemand werd aangehaald, de overvloed is aan goud en zilver, die thans in dit koninkrijk groter is dan 40 jaar geleden. De Spaanse koning, meester over de nieuwe gebieden, heeft Spanje overstelpt (en niet alleen Spanje maar heel  Europa) met het goud en zilver, waaraan deze gebieden zo rijk zijn.

 

Gebruik de bron

 
De verklaring van Jean Bodin voor de stijging van de prijzen illustreert een kenmerkend aspect van de zestiende eeuw.


2p Toon dit aan.

 

Deze vraag heeft al de vorm van een stelling. Leerlingen moeten informatie uit de bron koppelen aan eigen kennis (van de kenmerkende aspecten). In plaats van toon dit aan, had de vraag dus ook kunnen luiden: ' Onderbouw de stelling door informatie uit de bron te koppelen aan eigen kennis'.

 

Vraag 2

 

Bron

 

Als een Grieks burger een ambt wil vervullen in de stadstaat Athene wordt hij gecontroleerd door de Raad, de bestuurders van de stad. Een fragment uit een vierde-eeuwse beschrijving van dit gebruik, de dokimasia: Wanneer ze je kwalificaties controleren,vragen ze eerst: "Wie is je vader en wat is je deme1)? Wie is je vaders vader, wie is je moeder, en wie is haar vader en wat is zijn deme?" Dan vragen ze de kandidaat (...) of hij familiegraven heeft en waar die zijn, of hij zijn ouders goed behandelt, of hij zijn belastingen betaalt en zijn dienstplicht heeft vervuld. Wanneer al deze vragen zijn gesteld, moet de kandidaat getuigen oproepen. Wanneer hij deze heeft opgeroepen, wordt er gevraagd: "Heeft iemand een beschuldiging in te brengen tegen deze man?" Als iemand hem ergens van beschuldigt, worden de aanklacht en de verdediging gehoord en vervolgens wordt de zaak, door middel van handopsteking, beslist door de Raad.

 

noot 1 een deme is een woonkern, een soort gemeente  
 

Gebruik de bron
Aan deze vragen kun je de voorwaarden ontlenen waaraan je moet voldoen om deel te mogen nemen aan het bestuur in Athene. Deze voorwaarden waren bedoeld om de Atheense democratie te beschermen.

 

4p  Leg dit uit door:

- aan de bron twee verschillende voorwaarden te ontlenen en

- bij elke voorwaarde aan te geven waardoor deze de Atheense democratie beschermt.



Je kunt deze vraag ook stellen in de vorm van een bewering/stelling:

Voorwaarden om deel te mogen nemen aan de Atheense democratie waren bedoeld om de Atheens democratie te beschermen.

- In het eerste deel van de vraag moeten leerlingen dan aan de bron twee argumenten ontlenen die de stelling ondersteunen.
- In het tweede deel moeten leerlingen deze argumenten vervolgens, op bais van eigen kennis toelichten.
 

In het menu rechts staat een aantal artikelen over examen-vragen.

 


  • u