Lesmateriaal
Brugge in de middeleeuwen
Brugge in de middeleeuwen is een lessenserie over leven en werken in Brugge in de periode 1300-1500.
De pest
De zwarte dood
Het verhaal gaat dat het allemaal is begonnen in 1346,
op de Krim. Daar, aan de kust van de Zwarte Zee,
eindigden in die tijd de karavanen van de Aziatische
kooplieden. Zij voerden producten uit het Verre Oosten
aan, die de Europeanen graag wilden hebben. Een aantal
Italiaanse handelaren had er een stad gesticht om
makkelijker handel te kunnen drijven.
In 1346 werd deze stad belegerd door een Aziatisch volk,
de Tartaren. Tijdens de belegering brak er onder de
tartaren een eigenaardige ziekte uit. Plotseling kreeg
één van hen hoge koorts, hij klaagde over hoofd- en
rugpijn en had last van rooddoorlopen ogen. In zijn hals
en onder zijn oksels ontstonden grote, etterende
zwellingen en er traden huidbloedingen op, die zijn huid
zwart kleurden. Bovendien hoestte hij de hele dag. Het
duurde niet lang of ook andere Tartaren kregen last van
dezelfde verschijnselen en al spoedig stierven de eerste
Tartaren de Zwarte Dood.
Toen de Tartaren bemerkten, dat de ziekte besmettelijk
was, slingerden ze de lijken van de slachtoffers met
katapulten binnen de stad. Het resultaat was dat ook de
Italianen door de ziekte besmet werden. In paniek
besloten de kooplieden de stad te verlaten en terug te
keren naar Italië. Maar natuurlijk namen ze de ziekte
mee naar Europa. En zo begon een van de grootste rampen
in de geschiedenis.
In Europa waren de eerste slachtoffers dus de Italianen,
maar het zou niet lang duren of de pest, zoals de ziekte
heet, bezocht ook Frankrijk en Engeland. En in 1350
waren Duitsland en de Scandinavische landen aan de
beurt. In de steden sloeg de pest het hardst toe. De
ziekte greep vooral om zich heen in de buurten waar de
arme mensen in kleine huizen, zonder stromend water,
dicht op elkaar woonden en waar het vuil gewoon op
straat lag.
In
de middeleeuwen waren de
mensen vertrouwd met de dood. Ook zonder de pest
stierven veel mensen jong. Vooral onder kinderen en
baby's was het aantal sterfgevallen altijd al hoog. Maar
wat nu gebeurde was te erg. De pest leek het einde van
de mensheid aan te kondigen. Wat was de oorzaak van deze
ellende? Hoe moesten zij de ziekte voorkomen? Waren er
geen geneesmiddelen?
De angst onder de bevolking werd groter en groter. Men
vermeed de huizen waarvan men wist dat er zich een zieke
bevond en de rijken vluchtten vaak zelfs de stad uit.
Het vertrouwen in artsen was niet erg groot. Net als
priesters, weigerden zij vaak de patiënten te bezoeken
uit vrees zelf besmet te worden. Zij schreven een
volstrekte isolatie van de zieken voor en lieten de
gestorvenen buiten de stad begraven. Maar uitbreiding
van de pest konden ze daarmee niet voorkomen. En van het
genezen van de zieken was al helemaal geen sprake.
Was de Zwarte Dood dan een straf van God, omdat de
mensen niet goed genoeg leefden? Psalmen biddend en
liederen zingend verzamelden zich groepjes mensen op de
voornaamste pleinen van de steden. Zij hoopten, door
zich tot God te richten, de gesel Gods, zoals zij de
ziekte noemde, af te kunnen weren. Door zichzelf en
elkaar tot bloedens toe met touwen op de ruig te slaan,
dachten zij aan de ziekte te kunnen ontsnappen. Maar de
vrijwillige martelingen deden het aantal slachtoffers
alleen maar toenemen.
Was het eten van fruit dan de oorzaak van de pest? In de
periode dat de epidemie in Europa heerste was het eten
van vruchten verboden. Maar ook dat hielp niet.
Toen de middeleeuwers maar niet achter de oorzaak van de
ziekte konden komen, gingen ze op zoek naar zondebokken.
Waren de Joden soms de schuldigen? Hadden die misschien
de stadsbronnen vergiftigd? Volgens de Bijbel waren de
Joden immers de moordenaars van Jezus Christus. Vooral
in Zuid-Frankrijk en Duitsland eisten de
Jodenvervolgingen, die volgden op de beschuldigingen,
veel slachtoffers. Maar natuurlijk maakten ook deze
vervolgingen geen einde aan de pest.
Tegelijk met alle besmette mensen, moeten ook talloze
ratten, die in de steden veel voorkomende 'huisdieren'
waren, gestorven zijn. Maar dat zij iets met de pest te
maken hadden, was de middeleeuwer niet bekend. Nu weten
wij, dat de pest eigenlijk een ziekte is van deze
knaagdieren. Maar op plaatsen waar mensen veel met
ratten in aanraking komen, kunnen ook mensen besmet
worden. Maar dit idee kwam toen niet bij de mensen op.
De pestepidemie teisterde Europa van 1347-1351. In deze
periode zijn er ongeveer 25 miljoen mensen omgekomen.
Dat was ongeveer een derde deel van de totale bevolking
van Europa. Ook later heeft de Zwarte Dood nog vaak veel
slachtoffers geëist. Tot in de achttiende eeuw kwam de
ziekte in Europa voor. Maar zo erg als in de veertiende
eeuw werd het gelukkig nooit meer.
Tussen 1347-1352 stierven in Europa ongeveer 25 miljoen
mensen aan de pest.
Geschatte bevolking in Europa in de periode 1000- 1352.
1000 38 miljoen
1100 48 miljoen
1200 59 miljoen
1300 70 miljoen
1347 75 miljoen
1352 50 miljoen