Beck, Annelies. Over het Kanaal. Breda, De Geus, (2011), 2014³, 315 blz. – ook als e-boek

Over het kanaal

Thematiek: Eerste Wereldoorlog, Belgische vluchtelingen in Schotland, groei naar volwassenheid, strijd voor vrouwenrechten en tegen uitbuiting.
Doelgroep: 14+ & volwassenen
Waardering: * * * */5

 


Over het kanaal

 

Inhoud


Toen de oorlog uitbrak, was Marie niet thuis. Haar vader en moeder hadden het onafwendbare niet afgewacht en planden een zomer in Schotland. Maries mening werd daarover niet gevraagd. Toen ze op de laatste dag van het schooljaar door haar ouders op de hoogte werd gebracht, waren twee kisten vol huisraad al verscheept. Een lange vakantie in een ander land, wat kon daar nu op tegen zijn?

 

Wat heeft haar ouders bezield? De oorlog blijft nog een tijdje uit. Marie weet nergens van, voor haar ouders is ze een kind, dat zoveel mogelijk moet beschermd worden tegen de slechte wereld. Overbeschermd. Al gauw blijkt dat hun verblijf in Schotland langer zal duren dan een paar weken. Voor het opgroeiende meisje is dit een schok, het einde van haar onbekommerde kindertijd.

Uit haar verhalen kun je afleiden dat haar familie welgesteld is en in België in een ruim huis woonde, naar de zee op vakantie ging…
Hier in Glasgow komen ze terecht in een benepen appartement in een niet zo ravissante buurt. En haar vader blijkt financieel afhankelijk van een glibberige Belgische zakenman, Zech-Dupont. Om een of andere reden is hun geld in België gebleven en slaagt haar vader er niet in om het naar Schotland te krijgen. Daarbij kent ze geen woord Engels: gegoede families in België spraken vlot Frans, maar Engels?

Ze tracht greep te krijgen op haar nieuwe leven, leert met vallen en opstaan de taal en maakt vrienden. Aanvankelijk zien we alles uitsluitend door de ogen van Marie. We weten dus wat zij weet, en dat is heel weinig, gezien de afschermende houding van haar ouders. Zelfs haar broer Charles blijft haar behandelen als een onmondig kind en schrijft speciaal voor haar vanuit het leger andere, zoetere brieven dan naar haar ouders. Langzamerhand komen er meer personen bij in het verhaal. Wanneer ze verloren gelopen is in een park, ontmoet ze Edith, een activiste voor vrouwenstemrecht en vrouwenrechten. Die brengt haar thuis en zal haar lerares Engels worden. In haar gezelschap is William Ballantyne, journalist en weduwnaar.

Dan barst de oorlog los. Tienduizenden Belgen arriveren in Glasgow, op de vlucht voor de Duitse invallers en hun wreedheden. De ‘poor little Belgians’ worden enthousiast en gastvrij ontvangen door de Glaswegians (1). Doch dat ebt na een paar maanden snel weg. Waar zien we dit nu nog, in de overgang van 2015 naar 2016 (“Wir schaffen das”)?

Hoe langer de oorlog duurt, des te minder de vluchtelingen op de solidariteit van de Glaswegians kunnen rekenen en hoe meer ze aan hun lot worden overgelaten. De Belgen zijn ver weg van thuis en de integratie mislukt: het maakt het leven van de expats nog eenzamer en moeilijker. De huurprijzen schieten de hoogte in, mensen worden uit hun huizen gezet door de huisjesmelkers en de Belgen krijgen de schuld daarvan.

Marie ontdekt inderdaad dat er ook in de Belgische gemeenschap profiteurs zijn die de ellende van hun landgenoten uitbuiten. Zwakkeren worden genadeloos uitgeperst, macht zonder gêne misbruikt. Terwijl honderdduizenden sneuvelen aan het front, wordt in Engeland ondertussen een sociaal bloedbad aangericht. Als William Ballantyne daarover in de krant wil schrijven, wordt hij telkens tegengewerkt door zijn hoofdredacteur. Tot hij de deur achter zich dicht trekt en naar het front gaat als oorlogscorrespondent. Geen vooruitgang, want nu vindt hij pas echte censuur: het thuisfront mag immers niet weten wat de werkelijke toestand is van de militairen in hun drekkige loopgraven.

Wanneer Maries broer Charles op het slagveld sneuvelt, dwingt dat haar om vroegtijdig volwassen te worden. Onder invloed van de omstandigheden ontwikkelt ze zich snel tot een sterke, zelfstandige jonge vrouw. Ze sluit zich aan bij de strijd van de activiste Edith en haar zwager, de journalist William Ballantyne. Langzamerhand treedt een zeker August Keppens, een schrijnwerker uit Aalst, meer op de voorgrond ( dit is de overgrootvader van de auteur). Marie raakt zelfs op hem verliefd, maar dat loopt op een sisser uit.

Als Maries vriendin Hortense Van Megroot door corruptie een uitkering misloopt waarop ze recht had, haar kind wordt afgenomen en ze uiteindelijk sterft, is dat de aanleiding voor Marie om zich tot de koning te wenden. In een emotionele brief klaagt ze het onrecht aan en smeekt om hulp. Haar schrijven zal de vorst nooit bereiken (2). De brief wordt onderschept in Londen en de consul roept haar op het matje. Marie wil echter niet buigen voor zijn dreigementen en evenmin voor de chantage van de machtige Zech-Dupont, de baas van haar vader. Die principiële houding komt haar duur te staan, want midden in de staking tegen de hoge huren, de rent strike, zet Zech-Dupont haar en haar familie op straat. Met de hulp van August Keppens vinden ze een nieuw appartement in een andere wijk, waar veel Belgische vluchtelingen wonen.

Bespreking

Annelies Beck weeft vakkundig de verschillende verhaallijnen tot een samenhangend geheel en slaagt erin om als terloops een massa historische informatie mee te geven, zonder pedant over te komen. Vooral de sfeerschepping, de mentaliteit en de problemen van de personages en hun omgeving, is bijzonder goed getekend.

Misschien ligt de grootste verdienste van Over het Kanaal wel net op dit vlak. Beck geeft in het nawoord aan welke elementen op feiten berusten en wat fictie is. En wat nadien de lotgevallen waren van haar personages. Uiteindelijk heeft zij zich ingeleefd in de persoon van Marie om het verhaal van de Belgische emigranten in Schotland van binnenuit te kunnen vertellen. Dat is het voordeel van een roman boven een zuiver historisch non-fictie relaas: de factor inleving.

De auteur heeft nooit kunnen bevroeden dat haar boek, geschreven in 2011, de volgende jaren helaas meer en meer aan actualiteit zou winnen, met een voorlopig hoogtepunt eind 2015 begin 2016. Dit is wel het akeligste gevoel dat je bij het lezen bekruipt. Weer zijn er honderdduizenden vluchtelingen, die oorlog, wreedheden, vervolgingen en dood proberen te ontvluchten, vanuit Iran en Afghanistan, Syrië en Irak (met de gruwelen van Assads vaatbommen en Islamitische Staat). In overvolle gammele rubberboten, uitgebuit door mensensmokkelaars, die hun nepzwemvesten aansmeren, steken ze de zee over, de korte afstand van Turkije naar de Griekse eilanden, en zo verder te voet naar het noorden, naar Duitsland, waar ze –net als de Belgen uit het verhaal eertijds- warm werden ontvangen. Maar niet voor lang. Andermaal een triomf van de harteloze bureaucratie, ook bij ons. Steeds meer landen grendelen hun grenzen af met hekken en prikkeldraad. De foto van één verdronken jongetje bracht de wereld in tranen. De avond voor ik dit schrijf, heeft de Turkse marine tientallen verdronken kinderen en hun ouders uit de golven opgevist. Het is een fait divers geworden, een enkel regeltje in het nieuws!

De auteur

Annelies Beck (Aalst, 25 juni 1973) studeerde Hedendaagse Geschiedenis in Gent en behaalde een master in Brazilian Studies aan de University of London.
In 2009 maakte ze als VRT-journaliste voor het Canvas-programma Verloren land een aflevering over haar overgrootvader. Daarin berichtte ze over de weinig bekende geschiedenis van de Belgische vluchtelingen in Groot-Brittannië gedurende de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de research voor deze documentaire stuitte ze op een brief van een zestienjarig meisje aan koning Albert I, die zo aangrijpend was dat de eigen familiegeschiedenis moest wijken. En niet alleen de focus verschoof, maar ook het genre. Was de reportage nog het werkstuk van de historica die Beck van opleiding is, nu drong zich fictie op. Het resultaat is het romandebuut Over het Kanaal, waarin ze het verhaal vertelt van Marie Claes.

Meer lezen:

Een spervuur van publicaties. 1914-2014. Voorstelling van een hele reeks boeken & didactische tips.

Vandeweyer, Luc, Koning Albert en zijn soldaten. Het Belgisch leger tijdens de Eerste Wereldoorlog (2014).

Dodendraad.

Van Clemen, Sam, Reisgids naar de Eerste Wereldoorlog (2014).

Verleyen, Misjoe & Marc De Meyer, Augustus 1914 - België op de vlucht, Antwerpen, Uitgeverij: Manteau, 2013, 232 blz. – ook als e-boek. Een analoog non-fictieverhaal over 6000 Belgische vluchtelingen die een hele fabriek bevolken: Musschoot, Dirk, Belgen maken bommen, Uitg. Lannoo, 2016, 159 blz.  – ook als e-boek.

Ernest Claes, Namen 1914 (Vlaamse Pockets nr. 54), Hasselt, Heideland 1962, 156 blz.


Ernest Claes, “Bei uns in Deutschland”, Tielt, Lannoo & Ernest Claesgenootschap, 1999, 247 blz.

Elisabeth Marain, De vluchtelingen (Cyclus der legenden 1), Amsterdam, Arena, 1994, 295 blz.

Noten

1. Op een bevolking van ca. 9 miljoen zijn er naar schatting meer dan 2 miljoen Belgen naar het buitenland gevlucht waarvan 1 miljoen naar Nederland, 300.000 naar Frankrijk en 250.000 naar Groot –Brittannië. De situatie in Nederland is vergelijkbaar met die in Glasgow (en vermoedelijk evenzeer in Frankrijk): aanvankelijk enthousiast onthaal, dat vlug weg ebt.

2. De brief van Marie werd door de auteur ontdekt in het Algemeen Rijksarchief in Brussel.


Jos Martens, januari 2016.