artikelen over geschiedenis didactiek

Ferdinand Verbiest (1623 – 1688). Astronoom en mandarijn van de keizer

Veerle de Vos. Alles onder de hemel. Ferdinand Verbiest en de ontdekking van China.
Kalmthout, Uitgeverij Pelckmans, 2023, 344 blz. – ook als e-boek
Waardering: * * * * */5

Ferdinand Verbiest (1623 – 1688). Astronoom en mandarijn van de keizer

 

Jos Martens

 

Geschiedenis is wat overblijft in de zeef
wanneer de eeuwen er doorheen zijn gelopen: een paar stenen,
wat letters op papier, enkele restjes stof.
(Hilary Mantel. Motto bij het boek van Veerle de Vos.)

 Een unieke persoonlijkheid



Inkijkexemplaar van het boek: begint met een beknopte tijdlijn van de Chinese geschiedenis.

De uitvoerige recensie van Jef Abbeel over dit boek Alles onder de hemel  geeft Jos Martens de mogelijkheid een alternatieve complementaire en ruim geïllustreerde versie te presenteren in onderstaand artikel – resultaat tevens van een decennialange fascinatie voor de uitzonderlijke figuur van de hoofdpersoon. Zoals gebruikelijk treedt hij hier en daar buiten het kader van het boek.



Een bezoek van China’s sterke man Xi Jinping aan de tentoonstelling Zoon van de hemel (over Chinese keizers) 2009, Paleis voor Schone Kunsten Brussel; een exclusief bezoek van een Belgische eerste minister en later door koning Boudewijn aan een eeuwenoud observatorium in Peking (Beijing); een merkwaardig voorwerp op de kaft van een misdaadroman … Wat hebben ze gemeenschappelijk?
De unieke figuur naar wie de straat vernoemd is, enkele meters achter mijn woning: Ferdinand Verbiest. Wie was hij?


De hemelglobe voor het Leuvense Atrechtcollege is een exacte replica van het instrument dat Ferdinand Verbiest in 1673 tekende aan het keizerlijk hof in China. Driehonderd jaar na Verbiests overlijden schonk de Chinese overheid deze replica aan de Leuvense universiteit, manueel vervaardigd volgens de oorspronkelijke technologie. Op 2 juni 1989 werd de globe ingehuldigd. Daags nadien rolden de tanks over het Tian’anmenplein om studentenmanifestaties voor meer democratie met geweld te onderdrukken, en nog een paar dagen later werd de globe het decor voor een stille protestactie van Leuvense studenten.

In China klinkt de naam Verbiest ook vandaag nog als een klok. Daarover Noël Golvers van het Leuvense Verbiest Instituut: “Er komen heel geregeld vragen van Chinese studenten die onderzoek naar hem willen doen. Een deel van de aantrekkingskracht van de KU Leuven in China is ongetwijfeld te danken aan Verbiest en zijn globe.


Portret van Verbiest op 23 jarige leeftijd.

Wereldkaart en wetenschap

In 1674 bood Ferdinand Verbiest aan de Chinese keizer Kangxi een grote wereldkaart aan. Dit was een gebeurtenis, waarvan waarschijnlijk geen van beiden de historische draagwijdte besefte. Niet in de eerste plaats omdat een westerling een planisfeer tekende voor de Zoon des Hemels, maar omdat hij een taak verrichte waartoe de Chinezen niet meer in staat waren, doordat de benodigde kennis verloren was gegaan. Verbiest werkte vanuit een Europese wetenschappelijke voorsprong, waar de situatie 250 jaar vroeger nog volledig omgekeerd was! Kangxi was de derde keizer uit de Mantsjoe-dynastie der Qing (1644-1911), die de inheemse Ming-dynastie na drie eeuwen van de macht had verdreven. Hij regeerde van 1667, toen hij op veertienjarige leeftijd de macht in eigen handen nam, tot 1722 en wordt beschouwd als de grootste vorst van zijn eeuwenlange dynastie. Onder zijn bewind werd China het grootste en een der meest welvarende verenigde rijken ter wereld. Verbiest was een Vlaamse jezuïet, in 1623 geboren in het West-Vlaamse Pittem, die na een lange en gevaarlijke zeereis omheen de halve aardbol in 1658 in Macau arriveerde. Verbiest bereikte de Portugese enclave op 17 juli 1658 na een aartsgevaarlijke zeereis van 20.000 km die vanuit Lissabon 470 dagen had geduurd en het leven had gekost aan verscheidene jezuïeten.

(Om enig idee te geven van afstanden en tijd: het duurde gemiddeld 6 tot 7 jaar voor de missionarissen op een brief antwoord konden verwachten uit Europa!)

Toen hij in 1688 in Beijing stierf als Prefect van het Keizerlijk Astronomisch Bureau, eerde de keizer zijn grafsteen met een opschrift waarin hij Verbiests onverdroten toewijding en grote verdiensten prees.


De auteur voor de in eer herstelde grafsteen van Verbiest op de Zhalan begraafplaats

Het was niet de eerste wereldkaart van Europese origine in China. Matteo Ricci (1552-1610), de eerste jezuïet die in 1583 toestemming kreeg zich te vestigen in het Rijk van het Midden buiten de Portugese enclave Macau, had het hem reeds voorgedaan met onder meer zijn grote kaart van 1602 waarvan nog 6 exemplaren bestaan. Zijn Kunyu wanguo quantu 坤輿萬國全圖 (Volledige geografische kaart van tienduizend landen) 1,52 x 3,66 m, is de oudste bewaard gebleven kaart in het Chinees die Amerika laat zien. Het is een xylograaf (houtblokdruk) op zes panelen van fijn inheems papier (uit bamboevezels), elk paneel meet ongeveer 608,33 mm x 1820 mm.
Zie: James Ford Bell Library, University of Minnesota.

De kaart van Verbiest was een opmerkelijk fraai werkstuk, gemeenschappelijk resultaat van westerse wetenschap en Chinees vakmanschap. Zijn nieuwe wereldkaart Kunyu quantu die door Chinese kunstenaars in houtblokken was gesneden en waarvan de afdrukken werden ingekleurd ten behoeve van de keizer, het leger en de administratie, bestond uit acht bladen of rollen van 202 cm hoog en 0,52 m breed. Zij besloeg in totaal, de marges meegerekend, 202 cm op 4,40m (= 8,4 vierkante meter). Om ze te tekenen heeft hij onder meer de gegevens gebruikt van Johan Blaeu's grote wereldkaart van 1648, waarop onder andere de reizen van de Nederlander Tasman van 1642-1644 zijn verwerkt, maar waarbij hij aanzienlijke correcties aanbracht klaarblijkelijk op basis van Chinese bronnen, waar deze voor Oost-Azië en zelfs voor Australië en Nieuw-Zeeland vollediger waren dan de Europese.


De wereld beeldde hij af in twee hemisferen, met de nulmeridiaan door Beijing, zodat China, geheel volgens het Chinese wereldbeeld, werkelijk het Rijk van het Midden bleef. Die nulmeridiaan is niet ingetekend, om te beletten dat hij zou opgevat worden als een teken van tweedeling en dus verstoring van de Harmonie. Bij de verschillende landen staan tekstkaders met Chinese uitleg over de afstand van het land tot China, de plaatselijke legermacht, rijkdom en regeringsvorm. Daarin geeft hij uiteenzettingen over de polen, de bolvorm van de aarde, de vier elementen... Dit is een prachtig voorbeeld van symbiose tussen Chinees en Europees wereldbeeld. De unieke kaart werd zeer uitzonderlijk uitgeleend door het museum van Nanjing voor de grote Chinatentoonstelling, Brussel 1988, waar wij ze leerden kennen.

Voor zijn kaart gebruikt Verbiest het Europese coördinatenstelsel van meridianen en breedtecirkels in 360°. Hij volgt dus niet de Chinese wetenschappelijke traditie. In zijn Astronomia Europaea (Europese Sterrenkunde, 1687) legt hij uit waarom. “Zoals de Chinese astronomen alle graden van de cirkel in 100 onderverdeelden, zo verdeelden ze ook het etmaal, de uren en elke minuut van het uur in 100.” Om praktische redenen verving Verbiest dit elegantere 100-delige systeem door het Europese 60-delige stelsel, waarmee hij vertrouwd was.



Veel minder bekend is de volgende paradox: de jezuïeten, toch de wetenschappelijke voorhoede van de triomfantelijke katholieke Kerk, brachten de Chinese kalender weer in evenwicht volgens de heliocentrische principes van Copernicus, terwijl zij in hun officiële voor Europa (en het Vaticaan) bestemde publicaties simuleerden nog steeds het geocentrische systeem van Ptolemaeus te volgen, zoals aangepast door grote Deense astronoom Tycho Brahe,(1546 1601) . Andermaal zelfcensuur!
Hieraan dient weliswaar toegevoegd dat Verbiest voor de beslissende testen die hem en zijn Chinese medewerkers door de keizer waren opgelegd m.i. volstond met het oude wereldbeeld en de traditionele instrumenten als astrolabium en armillarium (Zie de illustraties hieronder).

 


‘Kleine Kunyu Quantu’ (wereldkaart) van Verbiest, 1674. Onderaan afgesneden, zodat de meeste gebruikelijke (fantasie)dieren als giraf, rinoceros en eenhoorn ontbreken.

 


De rinoceros is overgenomen van Albrecht Durer, tekening en gravure uit 1515. De meest verspreide
tot in de 18de eeuw. Zie
: The Dürer Rhinoceros Masterpieces of the British Museum 2 afleveringen 15 en 14,13 minuten. Presentatie: David Attenborough.

Kort nadat Ferdinand Verbiest in 1660 in Beijing arriveerde, zag het er voor de jezuïetenmissie bijzonder catastrofaal uit. Na een lang proces werd zijn leermeester Schall in 1665 veroordeeld om levend in stukjes te worden gehakt, terwijl Verbiest en zijn medebroeders na geseling zouden verbannen worden. Maar voor het vonnis kon uitgevoerd worden, verscheen er een komeet aan de hemel wat, gezien de Chinese instelling tegenover astronomische verschijnselen, gold als een belangrijke waarschuwing. De reden was klaarblijkelijk de onrechtvaardige veroordeling van de jezuïeten. De dag zelf dat de rechters het vonnis aan de jonge keizer overhandigden, deed een zware aardbeving Beijing tot driemaal toe op zijn grondvesten daveren, met zware naschokken de volgende dagen.
Dit volstond. Voor de keizerin weduwe Xiaozhuang Wen (1613-1688), keizerin-douairière. De Hemel zelf had de onschuld van de beklaagden aangetoond!
Ongetwijfeld was het dezelfde keizerin-grootmoeder, die Verbiest zeer snel hierna een aanstelling bezorgde als persoonlijke leraar wiskunde, astronomie, wetenschappen en (geopolitieke aardrijkskunde) voor de knaap-keizer. Dit mondde klaarblijkelijk uit in een levenslange en hoogst uitzonderlijke vriendschappelijke relatie.
In zijn brieven spreekt hij zeer lovend over de scherpe intelligentie en snelle vorderingen van zijn student.

Ergens in deze periode ontwierp hij voor Kangxi een elegant tafelarmillarium en onder veel meer ook een door stoom aangedreven modelvoertuigje, dat een nieuwe hedendaagse carrière kent op internet, mogelijk door zijn zeer gedetailleerde ontwerptekening (ook bewaard gebleven).


Tafel-armillarium door Verbiest vervaardigd voor de keizer (Ruimtelijk model van het geocentrische heelal volgens Ptolemaeus.).

De gedreven belangstelling van keizer Kangxi voor de westerse kennis bleek van groot belang voor de aanvankelijk hoopgevende wetenschappelijke heropleving in China. Kangxi verwierf zelf dankzij Verbiest een grote praktische kennis over astronomie. (Kangxi betekent ‘Vrede en Voorspoed’. Zoals vele eeuwen vroeger bij de Egyptische farao’s gebruikelijk, nam een nieuwe Chinese keizer een regeringsnaam aan, als het ware een wensprogramma voor zijn regeringsperiode.)
Onder andere stichtte hij in het Zomerpaleis een soort academie, die tot taak had oude Chinese werken over astronomie en wiskunde op te sporen en te publiceren.

Bovendien mobiliseerde hij de aanvankelijk zeer vijandige Chinese literaten om reusachtige woordenboeken van het Chinees en een nieuwe veeldelige 'encyclopedie' samen te stellen, waarin het totaal van de oude kennis zou aangevuld worden met de nieuwe uit het Westen. Deze grootste van alle encyclopedieën, de Gujin tushu jicheng, besloeg niet minder dan 5000 delen, en bevatte 100 miljoen tekens. In de loop van de voor China zo rampzalige negentiende en twintigste eeuw raakten de delen verspreid over zowat de hele westerse wereld. De overlevende exemplaren zijn tegenwoordig elk een fortuin waard!

Het drukken van deze Gujin tushu jicheng werd pas voltooid in 1726, na de dood van Kangxi, met een kwart miljoen speciaal voor dit doel gegoten, losse bronzen karakters. Dit is uitzonderlijk in de Chinese geschiedenis. Gebeurde het ook onder westerse invloed? Het Chinese beeldschrift met zijn vele duizenden fraaie Hanzi-tekens leent zich niet zo goed tot drukwerk met losse letters, zoals in Europa reeds lang gebruikelijk. Om praktische redenen verkoos men het drukken vanaf houtblokken, waarin aan elke kant van het blok de karakters voor een bladzijde waren uitgesneden. Precies daarom werden losse Hansi-typen haast uitsluitend gebruikt bij keizerlijke initiatieven, waarbij de kostprijs van het project geen enkele rol speelde (China 1988:112).
Oudere keizerlijke encyclopedieën werden meestal als manuscript op slechts enkele exemplaren verspreid onder de hoogste ambtenaren en in de keizerlijke residenties.

Tot ver in de twintigste eeuw waren Chinese typemachines zeer complex en telden veel meer toetsen dan onze huidige toetsenborden. Voor een normale tekst waren al gauw 5000 tekens nodig. Niet bepaald praktisch als je snel wilt communiceren. In de jaren 1950 werd in China het schriftsysteem hanyu pinyin (letterlijk “Chinese-taal-spelling”) ontwikkeld. Het is een soort fonetische leidraad waarmee je Chinees in Latijnse letters kan weergeven. Dat opende nieuwe mogelijkheden.
Pas recent bracht de computer hier uitkomst. Is het toeval dat de software voor het drukken van Chinese karakters ontworpen werd aan de Leuvense universiteit, ook de zetel van het Verbiest Instituut?
Hoe werkt het systeem? De karakters verschijnen automatisch op je scherm als je woorden in het pinyin-schrift intikt.
Dat maakt dat je tegenwoordig ook in het Chinees vliegensvlug kunt typen. Het is maar de vraag of de Chinese karakters vandaag nog veel gebruikt zouden worden als er geen software was ontwikkeld die de vertaalslag maakt tussen pinyin en de Chinese tekens,.


Drukblokken. Hout: perelaar

Het Rijk van het Midden

China kent een onafgebroken cultuur van meer dan 3000 jaar. De heersers beschouwden het als hun taak de menselijke samenleving in balans te brengen met de eeuwige wetten van het universum: de keizer was de afschaduwing van de hemelse volmaaktheid. Wanneer ze daarin slaagden werd hun het Mandaat des Hemels toegekend.

Keizers en mandarijnen vonden elkaar in dit ideaal door de confucianistische imperatief van de kosmische harmonie, waarin de keizer de spilfiguur was als drager van het Mandaat des Hemels. Hij was het brandpunt waarin alle draden van de aardse orde samenkwamen en van hem straalden zij weer uit over de rest van de mensheid. Soms werd dit evenwicht verbroken door een despotisch heerser. Dit was het geval bij Qin Shihuangdi, de 'eerste keizer van China' (259-210 v.C.), die alle confucianistische geschriften liet verbranden.

De hoeksteen voor dit ongeëvenaarde bouwwerk van staatsorganisatie en cultuur werd namelijk gevormd door het confucianisme, een praktisch-wijsgerig stelsel, genoemd naar Confucius, de Latijnse naam voor de filosoof Koeng Foe Tse, die leefde van 551 tot 479 voor Christus. Volgens hem zijn de voornaamste deugden: de medemenselijkheid, het medelijden of de sympathie, en de rechtvaardigheid, die andermans eigendom eerbiedigt. Wijsheid bereikt men door studie, nadenken en inspanning. Zijn ideaal is de nobele mens, die zichzelf cultiveert. Beleefdheidsrituelen regelen het menselijk gedrag en de overeenstemming tussen dit gedrag en het universele ritme, en zorgen dus voor de harmonie tussen het individu en de kosmos. De orde in de aardse samenleving verschilt niet van de orde in het heelal. (Dit verschilt in feite niet van onze middeleeuwse opvattingen, of die van de Egyptische farao’s en Inkaheersers. Elk van deze voorbeelden kent een specifieke uiterlijke culturele aankleding. Zie onder meer Liber Floridus en De piramide van Khoefoe.

 

De keizer, de Zoon des Hemels, dankt zijn ontzaglijke aanzien aan het 'Mandaat des Hemels'. Hij was de hoogste priester in het keizerrijk. Hij diende zich vooral te houden aan de rituele voorschriften die zijn persoonlijk leven in harmonie moesten brengen met het universum. In deze opvatting waren natuurrampen het gevolg van een disharmonie tussen de keizer en de kosmos. Hij was dus verantwoordelijk voor de natuurverschijnselen. En bij een voortdurende onderbroken harmonie kon hem het 'Mandaat des Hemels' worden ontnomen en een nieuwe dynastie op de Drakentroon geïnstalleerd. Dit alles verklaart meteen het primordiale belang dat de keizers hechtten aan een goed functionerende kalender.

De orde in de samenleving verschilt dus niet van de orde in het heelal. De Chinees en China zijn in alles het tegengestelde van de barbaren, die de hele rest van de wereld bewonen. China is orde en kosmische harmonie, de barbaar is ongeordende kakofonische chaos. Een zelfde mentaliteit beheerste het Egypte van de farao’s, de enige cultuur die qua duur kan vergeleken met China.

In China zagen de Europeanen zich geconfronteerd met een onmetelijk, goed georganiseerd rijk en met bevolkingsgetallen, die hun verbeelding te boven gingen. En met een rijke, oude cultuur, waarschijnlijk wel de oudste, die de wereld ooit had gekend. Vandaar de overheersende indruk van ongehoorde stabiliteit en homogeniteit, van onveranderlijkheid en rust, ondanks de steeds terugkerende cycli van oorlog, burgeroorlog, overstromingen, natuurrampen en hongersnoden.

Zeer vroege Chinese uitvindingen en vernieuwingen, die letterlijk de geschiedenis van de mensheid veranderden, zijn haast oneindig talrijk. Denk aan het kompas, buskruit, vuurwapens. Onder de Mingdynastie(15de eeuw) kende het land onbetwistbaar een wetenschappelijke en technische voorsprong op Europa. Onder keizer Kangxi, 250 jaar later, was er een Verbiest nodig om de Chinese de artillerie te moderniseren. Maar die beweging verstarde in de late 18de eeuw. Sommige van Verbiests kanonnen werden nog gebruikt door de Boksers bij de beschieting van de westerse ambassades te Beijing in 1900. De Britten namen er 40 jaar vroeger op een andere strafexpeditie twee mee als krijgsbuit, die nu prijken in de Londense Tower.


Plantekening van Verbiests kanonnen.


Een van de twee in 1860 door de Britse strafexpeditie buitgemaakte kanonnen van Verbiest.

De rest van dit verhaal is cultuurhistorisch te belangrijk om onvermeld te laten. De missioneringmethode van de jezuïeten wekte de ergernis van de andere ordes. De jezuïeten eerbiedigden namelijk veel Chinese gebruiken, waaronder de voorouderverering wel de voornaamste steen des aanstoots was. Terecht zagen ze in dat een ware christelijke bekering slechts kon slagen als ze wortelde in de Chinese cultuur. De hoog beschaafde, zelfgenoegzame Chinezen zouden nooit een wereldvreemde Latijnse ritus aanvaarden. Herhaaldelijk diende Verbiest zich per brief en in zijn publicaties in Rome te verdedigen. Want zelfs andere, minder ruimdenkende ordebroeders namen het hem hoogst kwalijk dat hij ‘heidense’ ereposten aanvaardde. Hij benadrukte telkens dat alleen zijn hoge positie de hele Chinamissie beschermde tegen de uitvoering van een nimmer opgeheven keizerlijk edict dat prediking van het christendom verbood. En inderdaad, nooit tevoren of later is de invloed van een jezuïet of zelfs eender welke Europeaan zo groot geweest in China. Dit kwam door het samentreffen van twee open geesten: een briljant keizer en een briljant jezuïet, een gelukkige combinatie van positieve eigenschappen die zo zelden voorkomt en er op dit ene, cruciale ogenblik in de wereldgeschiedenis, in slaagde over de onoverkomelijke culturele barrières heen te reiken. Voor korte tijd. Helaas. In de lange en vaak door misverstanden ontsierde geschiedenis van de Sino - Europese betrekkingen is dit partnerschap alleszins absoluut zonder evenknie.

Wanneer Verbiests compagnon, de jezuïet Couplet met de jonge Chinese christen Shen op hun lange reis naar Rome Antwerpen bereiken, noteert Couplet dat er een ware Chinakoorts is uitgebroken (p. 272).

In Europa werden de verslagen en vaak met kunstige kopergravures geïllustreerde boeken over China door het grote publiek verslonden. Zo publiceerde de befaamde jezuïetengeleerde Athanasius Kircher zijn China Monumentis qua Sacris qua profanis Illustrata, waarin hij een beschrijving wilde geven van al wat er tot dan toe over China geweten was De Latijnse versie werd in 1667 te Amsterdam en Antwerpen gedrukt. Ze kende zoveel succes dat binnen de vijf jaar al een herdruk verscheen, plus een Nederlandse, Franse en Engelse vertaling. Zo ontstond bij de gecultiveerde bovenlaag bijna onmiddellijk een ware (en langdurige) rage voor chinoiseries: Chinees porselein (of Europees porselein met Chinese motieven), kamerschermen, wandtapijten, waaiers en Chinese zijde voor japonnen en kamerjassen. Hieraan zullen we een afzonderlijk artikel wijden.

De (ingekleurde) titelprent van Athanasius Kirchers China Illustrata (1667). Johann Adam Schall (L) en Matteo Ricci (R). In de hemel de heiligen Ignatius van Loyola en Franciscus Xaverius, de oprichters van de orde.


Observatorium van Beijing, door Verbiest gerestaureerd en uitgebreid.



Observatorium van Beijing na de restauratie van 1981 e.v.

Het huidige observatorium werd opgericht tussen 1437 en 1446 (Ming-dynastie). Van 1669 tot 1673 construeerde Verbiest in opdracht van de keizer 6 nieuwe bronzen instrumenten naar de recentste gegevens die hem uit Europa bereikten. Onderaan, centrum, zijn hemelglobe. Hiermee kon men de positie van de zogenaamde vaste sterren bepalen en hun omloop volgen, ongeacht het seizoen of tijdstip en van op om het even welke breedtegraad. De afmetingen zowel als de afwerking van de hemelglobe zijn indrukwekkend. De diameter van de bol bedraagt 1,86m! (China 1988: 428) In China werd reeds in de 5de eeuw v.C. een hemelglobe vervaardigd.
Na de turbulente periode van de Culturele Revolutie is Verbiest het symbool geworden van de wetenschappelijke samenwerking met het Westen. Het erg vervallen observatorium werd heropgebouwd. En passend was koning Boudewijn de eerste bezoeker uit het buitenland, die het vóór de restauratie mocht bezichtigen tijdens zijn bezoek in 1981, terwijl minister van Buitenlandse Betrekkingen Tindemans als eerste officiële genodigde de gerestaureerde sterrenwacht mocht betreden op 29 maart 1983.



Vignet bij de kaart van China uit de Grooten Atlas van Blaeu uit 1664. Links de jezuïet Matteo Ricci (1552-1610). De kaart is gebaseerd op de Atlas Sinensis uit 1655 die de jezuïet Martino Martini (1614-1661) voor Blaeu samenstelde.


Martino Martini. Portret door Michaelina Wautier, 1654. Martini had de leiding van de groep die Verbiest naar China bracht in 1657. Na een storm nam hij de navigatie over van de totaal ontredderde kapitein en wist door zijn astronomische kennis het schip veilig naar Macau te loodsen.


Statieportret van Kangxi op latere leeftijd. Dit bleef het standaardmodel voor zijn opvolgers.


Handtekening van Verbiest.


Bespreking


“Sommige boeken vervangen een hele bibliotheek.”
Dat is hier zeker het geval. Begin dan maar eens aan een bespreking!

Het boek van Veerle De Vos werd me met vertraging bezorgd, toen de recensie van Jef Abbeel reeds geplaatst was op Histoforum. Vandaar een heel andere aanpak, te lezen complementair met zijn recensie.

Haar boek vormt een ideaal uitgangspunt voor de studie van een hele era. Het is het eerste non-fictionwerk dat ik dit jaar 2024 vijf sterren kan toekennen.
Het zal voor vele jaren een standaardwerk blijven over een heel bijzondere persoonlijkheid.

Om te beginnen is het aangenaam om te lezen en bovendien intelligent gecomponeerd. Je krijgt de indruk dat je de voetstappen van de auteur volgt en net als zij aspect na aspect ontdekt.

Daarbij is het meer dan louter een biografie. De auteur evoceert een heel tijdperk veel vreemder, veel meer onbekend dan wij denken te weten.
Het is de periode van de katholieke contrareformatie, de triomfantelijke kerk met de exuberante barokke schilderijen van Rubens in de Antwerpse kerken als exponent. Over de opgefokte jubelsfeer en de katholieke indoctrinatie die tot na het Tweede Vaticaans Concilie (afgesloten 1965) alle aspecten van de maatschappij zou doordesemen, in de eerste plaats aangestuurd door de jezuïeten, lees je hier beslist gegevens die je nog niet kende. Specifiek: over de godsdienstige genootschappen, de rol van bedevaarten, processies en toneelopvoeringen vernam ik alleszins details die me vreemd vertrouwd voorkwamen uit mijn prille jeugd. En die de jeugd van heden met stomme verbazing leert kennen in de tegenwoordig zeer populaire boeken over de volledig verdwenen ‘goede ouwe tijd.’

Hetzelfde geldt voor opvoeding en studeren, in bijvoorbeeld het Leuven van de colleges, waarvan alleen nog enkele namen resten. Ongetwijfeld ben ik niet de enige die er het recente werk van Edward De Maesschalck over de Leuvense colleges bijhaalt *.

*.De Maesschalck, Edward, Leuven en zijn colleges. Trefpunt van intellectueel leven in de Nederlanden (1425-1797), Sterck & De Vreese, 2021, 368 blz.


Kortom: haar evocatie van ruimte en tijd, telkens in korte hoofdstukken, over zowel gewoonten, voeding, kleding als tijdgeest, volgehouden doorheen het hele boek, is ronduit meesterlijk.


Adam Schall von Bell in zijn werkkamer, in ornaat van mandarijn. Omringd door zijn attributen. Zijn wereldkaart tegen het tapijt achter hem; zijn rechterhand op een armillarium; in zijn linkerhand een astrolabium; naast hem een hemelglobe. Uit Athanasius Kircher, China Illustrata 1667.


*Meer over de astronomische instrumenten in deze illustratie, zie Eeuwen op zoek naar de tijd
- Tom Wujec, Anatomy of the Astrolabe (2014), 9, 25 minuten, met transcript van tekst
- Armillary Sphere Animation


Verbiest als keizerlijk astronoom.

Het boek speelt in snel wisselende geografische streken: Portugal, Leuven, de scheepsreis, Macau, China en weer terug naar Rome via de Nederlanden. Daaraan beantwoordt een wisseling van de rechtstreekse focalisator (hoofdpersoon) met het bijbehorende taalregister.

Een sprekend voorbeeld uit vele: als Philippe Couplet in 1680 via Macau afreist om hulp te vragen in Rome, is hij vergezeld van de Chinese dichter, later priester, Wu Li en enkele bekeerlingen (p. 249). Wu Li is nog nooit buiten zijn land geweest. Zijn verbazing en ervaringen bezingt hij in klassieke verzen.

    Geel zand, witgekalkte huizen, hier leven zwarte mensen. 
    Aan de poorten buigen de wilgen als riet, zelfs in de herfst
   Nog uitbundig in blad (p. 250)


En later, als Couplet afreist, maar de dichter in Macau moet blijven:
   Een schip, voortgestuwd door de wind dag en nacht,
   Kan iemand vredig slapen op zee, en dromen van thuis?
   Vandaag zou hij de evenaar moeten kruisen.


Ondertussen is Couplet na een bijna fatale schipbreuk in het calvinistische (en dus normaal vijandige) Batavia beland.
Verbiest en zijn ordebroeders hebben in voorbije jaren bij de Nederlanders, als tolken tijdens hun bezoek aan China voldoende krediet opgebouwd, zodat de nieuwe gouverneur-generaal Cornelis Speelman beleefd antwoordt:
    (…) gelieve u ervan te verzekeren dat de aanwezigheid van
   zulk een waardig en beroemd persoon ons niet onaangenaam zal wezen…(p. 253)


Sterker dan in vroegere werken is de vriendschap van de keizer met Verbiest beklemtoond, tenminste voor zover dat mogelijk was bij de bijna goddelijke Zoon des Hemels, achter het verstikkende ceremonieel en protocol van de knielende buigende kowtows, voorhoofd tegen de grond.

Twee voorbeelden. Kangxi is zich blijkbaar bewust van de lamentabele financiële situatie bij zijn hoofd van het astronomisch bureau en diens gezellen. Zij verblijven op en soms over de rand van de armoede door hun protocollair verplichte geldverslindende mandarijnenrituelen. Herhaaldelijk schenkt hij kostbare stoffen voor de dure vereiste gewaden. Vermoedelijk blijft hij door vertrouwelingen op de hoogte van het reilen en zeilen in hun huishouding. Het is natuurlijk goed mogelijk dat de keizerin-douairière aanvankelijk achter de verstrekte giften zat.

Maar ook daarna blijkt zijn gunst: na de overwinning op de opstandelingen huldigt hij Verbiest voor het geschut dat die hem bezorgde (p. 257). En nog later blijft hij dit doen. Bij de voor Verbiest uitputtende pompeuze tocht door Mantsjoerije in 1682 (met een gevolg van 70.000 man!) waarbij hij zijn ouder wordende astronoom uitdrukkelijk opdroeg hem te vergezellen. Wanneer een snelstromende rivier moet overgestoken bij het uitbreken van een zwaar onweer, roept de keizer hem om in zijn eigen boot mee te varen. En de volgende dag gebeurt hetzelfde (p. 266). Daarna nodigt Kangxi Verbiest uit om naast hem te komen zitten op de oever van de stroom.

Omdat het een heldere nacht was, wilde de keizer dat ik hem alle sterrenbeelden aanwees die hij aan het noordelijk halfrond kon zien, met de Europese én de Chinese naam. Zelf herhaalde hij wat hij had geleerd en haalde hij de kleine sterrenkaart tevoorschijn die ik hem enkele jaren geleden had gegeven. Nadat hij die had uitgevouwen, bepaalde hij aan de hand van de opkomende sterren de uren van de nacht. Hij schepte er plezier in om de aanwezigen te imponeren met zijn kennis’. (brief van Verbiest)
En wie heeft hem als jonge knaap die kennis bijgebracht?
Die nacht slaapt Verbiest in een van de tenten van de keizer en krijgt hij zijn avondmaal en ontbijt aan de keizerlijke tafel (p. 267).

Een jaar later onderneemt Kangxi een soortgelijke intimidatietocht naar de Mongoolse gebieden in het uiterste noorden van zijn rijk. Weer vergezelt Verbiest hem. Wanneer hij voor de vijfde keer in enkele dagen de Chinese Muur ziet opdagen noteert hij:

Zelfs als de zeven wereldwonderen zouden samengebracht worden op één plek, konden ze de vergelijking met dit bouwwerk niet doorstaan. Wat ik met mijn eigen ogen heb gezien overtreft alle verslagen die Europa tot nu toe hebben bereikt (p. 278).

Voornamelijk één aspect blijft de huidige generaties verbazen: de katholieke missioneringsdrang en bekeringsdwang. (Vind je evenzeer bij hervormde kerken, islam, hindoeïsme…)
Dat dan nog eens gecombineerd met een voor onze tijd onbegrijpelijk martelaarsverlangen van de jonge kandidaat-missionarissen, wat in Japan sinds het begin van de eeuw reeds huiveringwekkende realiteit was, bij het uitroeien van de christendom door de Shogun.**
Een situatie die in China vlak na de aankomst van Verbiest zeer acuut dreigde te worden.
Die missioneringsmentaliteit is beslist actief gebleven tot na 1950. In mijn bibliotheek tref ik nog twee dunne boekjes uit 1953 met Pro Apostolis profielen van heiligen als Franciscus Xaverius (16de eeuw), pater Desmedt (19de eeuw), missionaris en beschermer van de Amerikaanse Indianen, nu: Native Americans…

** Zie hiervoor Shusaku Endo, Stilte (1966) en vooral de film Silence van Martin Scorsese (2016), waarvan het script gebaseerd werd op de roman.
En Milton, G., Samoerai William (2008).

Didactische tips

Sinds het herhaaldelijke bezoek aan de grote Brusselse China-tentoonstelling van 1988, de grootste ooit in België, hebben wij herhaaldelijk met leerlingen en studenten uit voortgezet onderwijs en lerarenopleiding gewerkt rond de persoon van Verbiest en van daaruit Chinese cultuur en geschiedenis benaderd. Meestal in drie opeenvolgende studiejaren, om de chronologie vanaf Ming over Qing (met Verbiest) tot Bokseropstand en Mao te kunnen behandelen. Terwijl Qin Shi Huangdi en zijn terracottaleger door collega’s in de lagere jaren als onvermijdelijke smaakmaker fungeerden. (Vooral omdat wij in de loop der jaren verscheidene keren kleinere expo’s met echte figuren uit dit leger of andere expo’s van Chinese kunstschatten konden bezoeken, meestal met kleine groepen vrijwilligers, studenten en zelfs ouders.)

Algemene klacht in het gehele onderwijs tot en met de universiteit is de ‘ontlezing’: het onvermogen van studenten om zich te concentreren op langere teksten.
Elke didactische verwerking zal dus onvermijdelijk een stevig luik remediëring op dit terrein moeten bevatten.

Bedoeling van deze tips is alleszins een multimediale en vakoverschrijdende leereenheid opbouwen, modulair uitgewerkt. Je kiest onderdelen, werkmethodes en leermiddelen, aangepast aan de concrete situatie: de tijd die je eraan wil en/of kunt besteden, niveau van je leerlingen, mogelijkheid om met collega’s samen te werken in begeleid zelfstandig leren enz.
Vakken die kunnen ingeschakeld: Nederlands, geschiedenis, Frans, Engels, aardrijkskunde, artistieke initiatie, muziek, economie, godsdienst/zedenleer.

Hier is (in 2024) voor de eerste keer een Russisch tekst over Kircher en China Illustrata ingeschakeld via een vertaalprogramma.

Mogelijk traject

Vooraf: peilen naar voorkennis (inhoudelijk - chronologisch). Brainstorming: Ferdinand Verbiest: wat roept die naam bij jullie op? Losse staakwoorden op bord brengen - heel korte gedachtewisseling.

Ferdinand Verbiest en de Canon

De plaats van Verbiest in de Canon voor Vlaanderen is meer dan uitermate bescheiden. Onverdiend! Alleen zijn naam wordt vernoemd. Punt uit!
Hij hoort bij lemma 19, over de Grote Ontdekkingen, dat volledig gecentreerd is rond de figuur van Pedro de Gante, de missionaris van de Azteken. Ook Joos de Rijcke, de eerste Nederlander in het Incarijk krijgt alleen zijn naamvermelding.
Toch wordt bij “Verbiest” naar dit boek van Veerle de Vos verwezen bij “Lezen”, zonder verdere toelichting.

Wij hebben deze periode telkens behandeld in een uitvoerige chronologisch over een schooljaar verspreide leereenheid, waarin als grote rode lijn een schaduwzijde van Renaissance/ humanisme werd bestudeerd: het contact van Europa met niet-Europese culturen vanaf de Portugese ontdekkingsreizen en 1492, Columbus. Geen vrolijk verhaal! Hierbij is Verbiest natuurlijk de meest positieve uitzondering.
In haar voltooide vorm resulteerde dit in het bekroonde Joos de Rijcke internetproject (2000), nog regelmatig aangevuld in de volgende jaren.

Chronologisch vormde Verbiest en China hier het sluitstuk na de contacten van Portugezen en jezuïeten met Japan. En nadat in een eerder stadium de culturen van Meso-Amerika aan bod kwamen in Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika
Hier horen zeker Joos de Rijcke, Las Casas, de Sahagun nog bij in De Equinox achterna. Monumenten en astronomue

Werkwijze:

Kennismaking met de Chinese kunst en cultuur. Voor de meeste leerlingen is dit een even vreemd terrein als Maya’s, Azteken, enz.!
Probleem: de eindeloze stroom schitterende voorwerpen en uitvindingen. Natuurlijk hoeft dit echt niet verder te gaan dan een initiatie.
Selectie: nadruk op kunst met o.m. brons, porselein, zijde…
Leermiddelen: elke openbare bibliotheek bevat een hele resem geschikte boeken en films;
werkvorm: taken in complementair groepswerk

Zo is onder meer het item Chinoiserie tot stand gekomen, dat nog zal behandeld worden in een afzonderlijk artikel.

Bijvoorbeeld: “Kies met uw groep een onderdeel uit het boek van Veerle de Vos en stel het voor aan de hele groep.”
Dit biedt mogelijkheid tot groepswerk bijvoorbeeld rond de jezuïetenscholen (vergeleken met uw eigen school en klas NU, het Vaticaan enz…)
“ Kies uit Temple, R.: China. 3000 jaar uitvindingen en ontdekkingen of een ander boek 3 uitvindingen of kunstvoorwerpen.
Zoek op: situering in tijd enz.”
Gebruik in uw taak een geschikte film van YouTube.
Wat vaak gekozen werd: de Chinese Muur. Hierover zijn recente films met onverwachte ontdekkingen over de bouwwijzen. Opdracht: kies een recente en langere film – selecteer een korte versie voor jullie presentatie (voorzien van nodige verdere info.)

Ga naar de website van het Ferdinand Verbiest Institute-KULeuven vzw. en  https://www.kuleuven.be/verbiest/koerier/kv34d1.pdf


Lees over de doelstellingen van het Instituut, leid ze eveneens af uit een van de koerier-afleveringen.

Voor de leraren: naar keuze: Bijlage 1 of Bijlage 2 gebruiken.


Meer weten

Huidige situatie in China:

Zie de talrijke recensies van Jef Abbeel op deze site.

China. Hemel en aarde. 5000 jaar uitvindingen en ontdekkingen. Tentoonstellingspublicatie, Brussel, K.M.K.G., 1988, 437 blz.

De Bisscop, N., De Chinese Verleiding. Chinese exportkunst van de zestiende tot de negentiende eeuw, tentoonstellingspublicatie, Gent, St.-Pietersabdij, 2009. – Zie Bijlage 1: PDF. pedagogisch dossier.

De Maesschalck, Edward, Leuven en zijn colleges. Trefpunt van intellectueel leven in de Nederlanden (1425-1797), Sterck & De Vreese, 2021, 368 blz.

Goepper, R. (red.), Het oude China, Houten, Bruna, 1988, 458 blz.

Golvers, N. & U. Libbrecht, Astronoom van de keizer. Ferdinand Verbiest en zijn Europese sterrenkunde, Leuven, Davidsfonds, 1988. 254 blz.

Hansen, Valerie, De Zijderoute: De oude handelswegen tussen Oost en West, Utrecht, Uitgeverij Omniboek, 2021, 375 blz.

Kircher, A., China Monumentis qua Sacris qua profanis Illustrata, Amsterdam, 1667.

Kunstschatten uit China. 5000 v. Chr. tot 900 n.Chr. Tentoonstellingspublicatie, Brussel, Paleis voor Schone Kunsten, 1982, 311 blz.

Parker, G., Wereldcrisis . Oorlog, klimaatverandering en catastrofe in de zeventiende eeuw, Utrecht, Omniboek, 2022, 704 blz.

Spence, J., Het geheugenpaleis van Matteo Ricci, Amsterdam – Brussel, Elsevier 1987.

Standaert, N., Vragen aan China: verleden, heden en toekomst, nascholingssyllabus, Antwerpen, UFSIA, 1997.

Temple, R.: China. 3000 jaar uitvindingen en ontdekkingen, Amsterdam, Van Holkema en Warendorf, 1988. 254 blz.

Van Dingenen, K., De uitvinding van het buskruit en de ontwikkeling van vuurwapens in China, KU Leuven, 1985.

Whitfield, S. (redactie), De Zijderoute. Een reis door leven en dood (Europalia China), Brussel, Mercatorfonds/ K.M.K.G., 2009. – zie Bijlage 2: PDF. Educatief dossier voor de leraar.

Zoon van de hemel, Europalia China 2009, Mercatorfonds, 231 blz.


Films

De Chinese armada.

YouTube:

Observatorium Peking: 2 films
- 2,27 minuten, Chinees (onverstaanbaar) gesproken, Eng ondertitels.
- 1,49 minuten, Nederlands gesproken, beelden, geen uitleg

De Verboden Stad: verscheidene films met zeer diverse lengte en uitwerking: van enkele minuten tot meer dan een uur

Verbiest. De kaarten 35; 40’ minuten.

Jos Martens, mei 2024


 

  •  

    u