artikelen over geschiedenis didactiek
Alleen rode of witte wijn
Amor Towles (2016). Graaf in Moskou (A Gentleman in
Moscow). Vertalers: Arjaan van Nimwegen, Thijs van
Nimwegen.Uitgeverij: De Arbeiderspers
Inhoud
Alleen rode of witte wijn
Albert van der Kaap
In het postrevolutionaire Moskou van 1922 wordt de
eigenzinnige graaf Alexander Rostov veroordeeld tot een
levenslang huisarrest in het luxueuze Hotel Metropol in
het centrum van Moskou. Bewoont hij aanvankelijk nog een
weelderige suite, al spoedig moet hij deze verruilen
voor een benauwende zolderkamer. 32 jaar lang brengt
Rostov door in het hotel, dat hij op straffe van de
dood, niet mag verlaten.
In het boek geeft Amor Towles op humoristische,
ironische, wijze commentaar op de revolutionaire
Sovjetunie, maar evengoed op het aristocratische Rusland
van de negentiende eeuw. Een aristocratie waar zijn
eigen familie, die het landgoed IJdelstonde (sic)
bewoonde, toebehoorde.
De graaf is een liefhebber van goed eten en hij gaat er
prat op dat hij weet welke wijn het beste smaakt bij
welk gerecht. En zo bestelt hij op een dag bij een
nieuwe jonge kelner een fles Barolo omdat die heel goed
gaat bij een Italiaanse Ossobuco. We schenken alleen
witte en rode wijnen, zegt de kelner en wat de graaf ook
probeert hij lijkt niet tot de kelner door te kunnen
dringen.
Hij beklaagt zich bij de gerant, Andrej, met wie hij op
goede voet staat. Andrej neemt Rostov mee naar de
immense kelders onder het hotel waar tienduizenden
wijnen zijn opgeslagen. Allemaal ontdaan van hun etiket.
Andrej vertelt hem dat tien mensen hier tien lange dagen mee bezig
zijn geweest. Wat is er in hemelsnaam gebeurd, vraagt de
graaf. ‘Er is een klacht ingediend’, zegt Andrej, ‘bij
kameraad Teodorov, de Commissaris van Voedsel, waarin
werd gesteld dat het bestaan van onze wijnkaarten tegen
de idealen van de Revolutie ingaat. Dat die een monument
zijn voor de privileges van de adel, de krachteloosheid
der intelligentsia en de woekerprijzen der speculanten’.
De graaf is ontredderd. ‘De inhoud van de fles in zijn
hand was het product van een geschiedenis even uniek en
complex als die van een land, of van een mens… Ja, een
fles wijn was het ultieme distillaat van tijd en plaats;
een poëtische uitdrukking van de individualiteit zelve.
En toch lag zij nu hier, teruggeworpen in de zee der
anonimiteit, het rijk der middelmatigheid en
onbekendheden.’
De graaf begon systematisch tussen de rijen door te
zigzaggen, waarbij zijn blik van boven naar onder langs
de rekken gleed. 'Bij de zesde rij bleef hij staan en
reikte hij omlaag naar een plank ter hoogte van zijn knie en
trok voorzichtig een fles uit de vele duizenden
tevoorschijn. Met een weemoedige glimlach hield hij
deze omhoog en liet zijn duim over het reliëf van twee
gekruiste sleutel glijden, dat in het glas aangebracht
was.’
Ironisch toont Towles hier een snobistische graaf, een
echte connaisseur, terwijl hij tegelijkertijd de
misschien even snobistische lezer opzadelt met de vraag
om welke wijn het hier zou kunnen gaan. Als zoon van een
slijter en als historicus herkende ik de sleutels direct
als het merkteken van de Châteauneuf-du-Pape. ‘De fles
alleen al is welsprekend, want ze draagt in reliëf op
het glas het pauselijk wapen van de stad Avignon: twee
gekruiste sleutels, die van Sint-Pieter!’ Maar misschien
is deze vermelding wel de overtreffende trap van
snobisme.