artikelen over geschiedenis didactiek

De Verlichting en de tafelschikking

In het boek Graaf in Moskou wordt op vrijdag 11 juni 1954 in het Metropol hotel in Moskou een diner gehouden voor het Presidium en de Ministerraad. Niet in de eetzaal, maar in suite 417 waar de tafels in een u-vorm staan opgesteld.

De Verlichting en de tafelschikking

 

PDF-versie

Als graaf Rostov, de hoofdkelner, vraagt naar de tafelschikking, krijgt hij te horen dat er deze avond geen tafelschikking is. Het uitnodigen van zesenveertig leiders van een politieke partij voor een diner langs de randen van een uitgerekte U zonder tafelschikking zou gemakkelijk tot een zekere wanorde kunnen leiden, zegt Towles. Al duizenden jaren is het immers duidelijk dat de belangrijkste en machtigste deelnemers aan zo’n diner aan het hoofdeinde zitten en iemand die aan het eind van de tafel wordt geplaatst kent ook figuurlijk gesproken zijn plaats. Graaf Rostov echter glimlacht slechts en zegt dat de avond succesvol zal verlopen.

 


En dan beschrijft Towles hoe een aantal Verlichtingsdenkers op deze situatie zouden hebben gereageerd.


Thomas Hobbes zou de situatie ongetwijfeld hebben geïnterpreteerd als 'De Mens in Natuurtoestand' en hebben gewaarschuwd zich voor te bereiden op een handgemeen. De zesenveertig aanwezigen, geboren met dezelfde vermogens en gedreven door dezelfde verlangens hadden elk hetzelfde recht op elke plaats aan de tafel. Dientengevolge was het hoogstwaarschijnlijk dat iedereen naar het tafelhoofd toe zou stormen, verlevendigd door beschuldigingen, tegenbeschuldigingen, vuistgevechten en mogelijk schietpartijen.


John Locke daarentegen zou beweren dat als de eetzaaldeuren eenmaal geopend waren, na een kort moment van verwarring, de betere eigenschappen van de zesenveertig mannen de overhand zouden krijgen, en hun geneigdheid tot redelijkheid hen zou leiden naar een eerlijke en ordelijke plaatsverdeling. Zo zouden de gasten waarschijnlijk loten om de plaatsen, of simpelweg de tafels herschikken tot een cirkel - net zoals Koning Arthur gedaan had om de gelijkwaardigheid van zijn ridders zeker te stellen.


Jean-Jacques Rousseau, aanschuivend vanuit het midden van de achttiende eeuw, zouden de Messrs. Locke en Hobbes erop wijzen dat de zesenveertig gasten - eindelijk bevrijd van de tirannie der maatschappelijke conventies - de tafels opzíj zouden schuiven, de vruchten der aarde met de hand oogsten en vrijelijk met elkaar delen in een natuurlijke staat van gelukzaligheid!’


Maar de Communistische Partij was geen ‘Natuurtoestand’. Integendeel, die was een van de meest vernuftige en doelbewuste constructies ooit door mensen ingesteld. In wezen was de hiërarchie aller hiërarchieën. En dus, zegt Towles, ‘toen de gasten arriveerden was de graaf er vrij zeker van dat er geen vuisten geheven zouden worden, lootjes getrokken, of vruchten gedeeld in libertijnse geest.’


‘De aanwezigen zouden, met slechts uiterst gering gedrang en gewring, hun plaats aan de tafel vinden en deze ‘spontane’ tafelschikking zou de oplettende beschouwer alles vertellen wat hij weten moest over het bestuur van Rusland gedurende de volgende twintig jaar.’

 



Opdracht


Bovenstaande tekst kun je op verschillende manieren gebruiken in een les over de Verlichting. Bovendien als illustratie van de ideeën van de genoemde filosofen. Maar je kunt de leerlingen ook vragen om de naam van een filosoof te koppelen aan de fragmenten, waarbij je, om de opdracht wat eenvoudiger te maken, ervoor kunt kiezen om de namen in willekeurige volgorde te geven.


Je kunt ook in discussie gaan over de vraag in hoeverre de fragmenten een goede weergave zijn van het gedachtengoed van deze filosofen en de leerlingen daarbij de vraag stellen of zij het gedachtengoed van de filosofen nog kunnen aanvullen op basis van hun eigen kennis/het boek. 


1. Welke naam van een Verlichtingsfilosoof moet telkens op de plaats van de puntjes worden ingevuld?


Of


2. Welke van de volgende Verlichtingsfilosofen moet telkens op de plaats van de puntjes worden ingevuld?
• John Locke
• Thomas Hobbes
• Jean-Jacques Rousseau


Of


3. In hoeverre geven deze fragmenten het gedachtegoed van Hobbes, Locke en Rousseau goed weer?

Bronnen
A. ‘……… zou de situatie ongetwijfeld hebben geïnterpreteerd als 'De Mens in Natuurtoestand' en hebben gewaarschuwd zich voor te bereiden op een handgemeen. De zesenveertig aanwezigen, geboren met dezelfde vermogens en gedreven door dezelfde verlangens hadden elk hetzelfde recht op elke plaats aan de tafel. Dientengevolge was het hoogstwaarschijnlijk dat iedereen naar het tafelhoofd toe zou stormen, verlevendigd door beschuldigingen, tegenbeschuldigingen, vuistgevechten en mogelijk schietpartijen.

B. ‘……. daarentegen zou beweren dat als de eetzaaldeuren eenmaal geopend waren, na een kort moment van verwarring, de betere eigen schappen van de zesenveertig mannen de overhand zouden krijgen, en hun geneigdheid tot redelijkheid hen zou leiden naar een eerlijke en ordelijke plaatsverdeling. Zo zouden de gasten waarschijnlijk loten om de plaatsen, of simpelweg de tafels herschikken tot een cirkel - net zoals Koning Arthur gedaan had om de gelijkwaardigheid van zijn ridders zeker te stellen.’

C. ‘………. aanschuivend vanuit het midden van de achttiende eeuw, zouden de Messrs. Locke en Hobbes erop wijzen dat de zesenveertig gasten - eindelijk bevrijd van de tirannie der maatschappelijke conventies - de tafels opzíj zouden schuiven, de vruchten der aarde met de hand oogsten en vrijelijk met elkaar delen in een natuurlijke staat van gelukzaligheid!’


 

  •  

    u