Menu
Histoforum Films
Het oude Rome
Ancient Rome. The rise and fall of an Empire - BBC, 2006 - 2
DVD’s - speelduur: 300 minuten - originele Engelse versie, Ned.
ondertitels.
Waardering: persoonlijke waardering &
bruikbaarheid voor onderwijs: *****/5
Genre: historisch docudrama
Regie: Nick Murphy
Acteurs: Michael Sheen, Catherine McCormack,
John Shrapnel, Sean Pertwee, David Warner, James D’Arcy, Tom
Bell, Peter Firth, Ed Stoppard, David Threlfall, John Blakey,
John Woodvine, Charles Dale, Mark Lockyer, Sebastian Armesto …
Ancient Rome, the rise and fall of an Empire
De DVD bevat geen extra's.
Inhoud:
DVD 1
1. Nero
2. Caesar
3. Revolutie (Tiberius Gracchus)
DVD 2
4. De (Joodse) opstand
5. Constantijn
6. De val van Rome
De Romeinse geschiedenis lijkt de laatste jaren weer helemaal
‘in’ te zijn en kan zich verheugen in een brede publieke
belangstelling. De populariteit van de twee series 'Rome'
(ook op DVD) en onder heel veel meer het door de Britse auteur
Tom Holland geschreven boek 'Rubicon: het einde van de
Romeinse Republiek', vormen hier het bewijs voor.
(Zie verder: lectuur en films zijn aangebracht bij de
afzonderlijke afleveringen)
Waarom de uitzendingen en nu ook de DVD’s van deze
voortreffelijke reeks niet chronologisch geordend zijn, maar
starten met Nero (keizer: 54 tot 68 n. Chr.) mag Joost weten.
Misschien heeft het inderdaad te maken met acteerprestaties en
wilde men met een sterke aflevering beginnen, zoals sommige
recensenten menen.
1. Nero
Keizer Nero (54-68) is door klassieke auteurs als Tacitus en
Suetonius afgeschilderd als een incompetente, geestelijk labiele
heerser die met Caligula, Domitianus en Commodus wedijvert om de
titel van slechtste Romeinse keizer aller tijden.
Rome in het jaar 64 na Christus. De stad staat in brand.
Letterlijk. Vaak is aangenomen dat Nero (Michael Sheen) daarbij
betrokken was of dat hij op zijn minst lyrisch werd bij het zien
van het schouwspel. Maar in werkelijkheid deed hij al wat hij
kon om mensenlevens te redden. Toch werd de stad haast helemaal
verwoest. Daarop begon de keizer aan een grandioos bouwproject
om Rome mooier te maken dan ze ooit geweest was.
Die ambitie werd een obsessie. De bouwwerken
kostten fortuinen. Nero ontpopt zich als een megalomane dromer
en legt beslag op de rijkdom van het hele keizerrijk. Hij
beroofde tempels, eiste erfenissen op en vermoordde mensen om
hun bezittingen in beslag te kunnen nemen. Daarbij kreeg hij de
steun van zijn vrouw Poppaea en van Tigelinus, de aanvoerder van
de gevreesde Praetoriaanse Garde. De samenzwering van een aantal
senatoren onder leiding van Piso zorgt ervoor dat Nero paranoïde
trekjes begint te vertonen en voorname Romeinen bij bosjes gaat
afslachten uit angst voor een nieuwe coup.
Ook in de privésfeer gaat Nero zich ernstig te buiten aan
excessen en geeft hij zich helemaal over aan zijn liefde voor
kunst, toneel, drama en muziek door onder meer op te treden voor
senatoren en andere voorname Romeinen
Niemand had nog vat op hem. Hij doodde zijn geliefde vrouw
Poppaea in een aanval van razernij, trouwde met een jonge slaaf
en begon zich steeds aberranter te gedragen. Uiteindelijk kwam
het rijk in verzet. In de provincies breekt opstand uit wegens
de verdubbeling van de belastingen voor de wederopbouw (zie ook
aflevering 4). Ten einde raad verklaart de Romeinse Senaat Nero
tot staatsvijand en pleegt hij zelfmoord.
Lectuur
Anton van Hooff,
Nero & Seneca. De despoot en de denker, Amsterdam, Ambo
2010, 263 blz. 24,95
2. Caesar
Gallië, 56 voor Christus. De Romeinse veldheer Julius Caesar en
zijn troepen zijn omsingeld door een veel groter Gallisch leger.
De soldaten zijn de wanhoop nabij, maar hun aanvoerder toont
eens te meer zijn ongeëvenaard strategisch inzicht: hij bedenkt
een geniaal plan dat de kansen doet keren en leidt zijn
legioenen naar een verpletterende zege. In de roes van de
overwinning en overtuigd van zijn populariteit besluit Caesar
terug te keren naar Rome om er de macht te grijpen. Daardoor
raakt hij rechtstreeks in conflict met zijn oude vriend en
medestander Pompeius. Het komt tot een open oorlog en Caesar
lijkt de strijd te gaan verliezen. Zijn troepen dreigen met een
muiterij en Caesar wordt in het nauw gedreven. Maar andermaal
toont hij zich een briljante strateeg..
Deze tweede aflevering richt zich op de val van de republiek als
politiek systeem en op de man die grotendeels verantwoordelijk
was voor deze gebeurtenis, Julius Caesar. Fraai in beeld
gebrachte veldslagen en zwaardgevechten vullen voor een groot
deel deze aflevering. De focus ligt vooral op de generaal en
strateeg Caesar en minder op de geslepen politicus die hij
tevens was, een kant die meer belicht wordt in de twaalf
afleveringen van de serie 'Rome'. De film tekent van de persoon
Caesar een beeld dat redelijk overeenkomt met de klassieke
bronnen en levert tegelijkertijd aardige inzichten op over
antieke oorlogsvoering.
Hier eindelijk correcte wapenrustingen die het beeld van een
800-jaar onveranderd Romeins leger doorbreken!
In de loop van deze recensie vind je beelden van de evolutie
over de eeuwen heen: hier, bij aflevering 4 en 5
Lectuur & film
Over Caesar bestaan wel evenveel boeken als over Napoleon.
Recent, degelijk en vlot geschreven is:
Adrian Goldsworthy,
Caesar, Amsterdam, Ambo/Manteau, 2007, 640 blz.
Tom Holland, Rubicon. Het einde van de Romeinse republiek,
Amsterdam, Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2008, 423 blz.
Het tijdperk van deze twee eerste afleveringen wordt meesterlijk
geëvoceerd in I Claudius, de legendarische BBC-
televisieserie uit 1976 naar de twee historische romans van
Robert Graves (1895 - 1985): Ik Claudius, 1978
(oorspronkelijke Engelse uitgave 1934) en Claudius de god.
3. Revolutie (Tiberius Gracchus)
Hoofdpersoon in deze aflevering is volkstribuun Tiberius
Gracchus (vermoord 133 v. Chr.), die merkt dat de uitbuiting van
de grootgrondbezitters negatieve gevolgen heeft voor de
boerenbevolking en onrechtstreeks voor de fysieke gezondheid van
de Romeinse soldaat, die hoofdzakelijk uit het boerenmilieu
wordt gerekruteerd. Met steun van het volk kondigt Tiberius
Gracchus (James D'Arcy) de zgn. akkerwet af om de grondhonger
van de welgestelde klasse af te remmen. Wanneer hij tegen alle
regels in met de steun van zijn achterban een tweede termijn als
volkstribuun wil afdwingen, wordt hij tijdens een
verkiezingsmeeting samen met driehonderd medestanders vermoord.
De aflevering heeft weinig met militair geweld, maar alles met
politieke sabotage te maken en leert ons dat moderne begrippen
als republiek, senaat en democratie een aparte inhoud hebben in
een klassenmaatschappij, gestoeld op militair machtsvertoon,
geweld en slavernij. Moord en omkoping, verklikking en verraad
waren schering en inslag en een gevaar dat iedereen op elk
moment boven het hoofd hing.
4. De Joodse opstand
De grote Joodse opstand brak los in 66 n. Chr. tijdens de
regering van keizer Nero, wanneer een inhalige procurator
(gouverneur) van Judea in Jeruzalem de Tempel binnendringt, de
heiligste plaats van de Joden, en het tempelgeld rooft.
Binnen de kortste keren zijn de Romeinen uit het hele land
verdreven. Corrupte gouverneurs waren blijkbaar een specialiteit
van Nero (keizer: 54-68): in dezelfde periode veroorzaakt een
soortgelijk optreden in Britannia de opstand van de Iceni onder
koningin Boadicea.
In Judea moorden de opstandelingen het hele 12de legioen uit. Om
de situatie onder controle te krijgen vooraleer het hele
oostelijk deel van het imperium in beroering komt, roept Nero in
ongenade gevallen generaal Vespasianus (Peter Firth) terug uit
ballingschap. Aan het hoofd van 30.000 man rukt die vanuit het
noorden op, terwijl zijn zoon Titus (Adam James) uit het zuiden
komt met de legioenen uit Egypte.
De film opent met Titus, die de orders van de keizer brengt aan
zijn vader: een gemoedelijke, goedgemutste imker, op zijn
landgoed met zijn bijen. Zoals Augustus het graag zou gezien
hebben! De manier waarop Vespasianus later als koude genadeloze
slachter met zijn generale staf zijn meedogenloze tactiek van de
verschroeide aarde bespreekt, vormt daarmee een ijzingwekkende
tegenstelling: “Wij verbranden alles, wij doden alles, vee,
mannen, vrouwen, kinderen…”
De machtshebbers van de opstand in Jeruzalem zenden de jonge
bekwame Josef ben Mathitjahoe (Ed Stoppard) naar Galilea om de
Romeinen het hoofd te bieden. Na 47 dagen hardnekkige strijd
valt de stad Jotapata (Yodfat in het Hebreeuws) die Josef (Yosef
Ben Matityahu) verdedigde. Zijn leven wordt gespaard omdat hij
Vespasianus voorspelt dat die keizer zou worden. Ondertussen had
Nero zelfmoord gepleegd. Vespasianus werd door zijn troepen tot
keizer uitgeroepen en slaagde erin zijn rivalen te verslaan. In
Galilea nam Titus het bevel over. Josef, die de naam Flavius
Josephus had aangenomen, vergezelde hem als adviseur.
In Jeruzalem hadden de fanatieke zeloten ondertussen de macht
overgenomen door alle gematigden te vermoorden, die met de
Romeinen wilden onderhandelen. Jeruzalem, een stad met een
drievoudige, twintig meter hoge en vijf meter dikke ommuring,
valt na een verschrikkelijke belegering. Op aanraden van
Josephus beval Titus de Tempel te sparen, maar uitzinnige
soldaten veroorzaakten brand en het hele heiligdom ging in de
vlammen op.
Tienduizenden Joden werden afgeslacht, nog meer in slavernij
weggevoerd. Volgens Flavius Josephus kostte de hele veldtocht
het leven aan meer dan een miljoen Joden.
De overwinnaars brachten de tempelschatten naar Rome. Met de
reusachtige krijgsbuit bouwden Vespasianus (69-79) en Titus
(79-81) het Amphitheatrum Flavium, beter bekend als het
Colosseum.
Na Vespasianus zal zijn zoon Titus hem opvolgen. Hiermee begint
de dynastie der Flavii. Voor het eerst draagt een dynastie van
lagere afkomst het keizerlijk purper.
Bespreking
Op deze vierde aflevering gaan we uitvoeriger in omdat ze als
referentie & model kan dienen voor het gehele project en omdat
we hiernaar kunnen terugkoppelen bij de bespreking van de
romanreeks over Vespasianus.
‘Ancient Rome, the rise and fall of an Empire' is een
prestigeproject van de BBC, een zesdelig docudrama dat aan de
hand van zes verhalen over cruciale keerpunten in de
geschiedenis van Rome de definitieve televisiereeks wil zijn
over de eerste echte supermacht ter wereld.
Sterke verhalen, topacteurs, spectaculaire decors en actiescènes
en vooral ook historische accuraatheid: dat zijn de
basisingrediënten van de serie over de vernietiging van Carthago
en de revolutie van het Romeinse volk, Julius Caesar en het
begin van het keizerrijk, de decadentie van Nero, de Joodse
opstand, de kerstening onder Constantijn, en ten slotte de val
van Rome in de strijd tegen de Goten.
Niets werd onverlet gelaten om het oude Rome op de meest
realistische en geloofwaardige manier in beeld te brengen. Er
werd gefilmd op originele locaties en speciaal gebouwde sets in
Marokko, Tunesië en Bulgarije.
Opnames voor het oudste Rome werden gemaakt in Boyana,
Bulgarije, en die voor het latere Rome in de buurt van Hammamet
in Turkije.
Voor Jeruzalem werd de Marokkaanse set gebruik van Ridley
Scott's
Kingdom of Heaven (2005).
Ook Marokko en Tunesië hebben heel wat waardevolle authentieke
sites. Zo werd er gefilmd in het goed bewaarde Romeinse theater
van Dougga en in het antieke amfitheater van Oudna. Middeleeuwse
forten en lemen dorpjes leenden zich dan weer prima voor de
opnames van meer alledaagse scènes.
Uiteraard werd de grootste zorg besteed aan de rekwisieten,
kostuums, wapens, grime, enz. Zo werden bijvoorbeeld 100
Romeinse zwaarden speciaal voor de serie gemaakt door Indische
wapensmeden.
Dit is een docudrama, een documentaire speelfilm met
acteurs, computeranimaties - o.a. voor de reconstructie van
Jotapata en Jeruzalem met de Tempel. Het geheel is zodanig
samengepuzzeld, gemonteerd en gecomponeerd dat de grens tussen
zuivere documentaire en speelfilm volledig vervaagt. Toch blijft
er een verschil met ‘gewone’ historische televisiereeksen als
Elizabeth I of -om in dezelfde tijd te blijven als de
hier voorgestelde reeks- Masada of Rome. Het
is een nieuwe trend die in deze vorm vooral voor recente
periodes als de Tweede Wereldoorlog pas populair werd na 2000.
Welke garanties heb je als kijker, als historicus, dan nog voor
betrouwbaarheid van het geheel? Waar begint computeranimatie en
waar houdt realiteit op?
Wat Laurence Rees, de bekroonde cineaste van de televisiereeks
World War II: Behind Closed Doors, daarover zegt in een
interview is perfect toepasbaar op deze documentaire:
“Vroeger was niemand zo tegen dat soort toneeltjes als ik - ik
ben er zelfs ooit in geslaagd de BBC een ban tegen
reconstructies in historische documentaires te laten uitspreken.
Maar tijden veranderen: zowat alle onderwerpen die je met
uitsluitend bestaande beelden kan illustreren, zijn al eens aan
bod gekomen. We hebben ook met goede acteurs gewerkt. […] Die
reconstructies helpen hopelijk ook om kijkers aan te spreken die
anders afgeschrikt worden…”
De betrouwbaarheid staat of valt met twee criteria:
is de producent betrouwbaar? Zijn de bronnen waarop de film zich
baseert betrouwbaar, waardevol. Met andere woorden: de aloude
wetten van de historische kritiek in een nieuw
kleedje.
1. De producent is de BBC, ondanks alle negatieve commerciële
evoluties in de televisiewereld nog steeds ‘huis van
vertrouwen’. Over de historische correctheid van de serie werd
gewaakt door onder meer Mary Beard, hoofd van de afdeling
Klassieke Oudheid van de universiteit van Cambridge, en auteur
van een veel geprezen boek over het dagelijks leven in Pompeiï.
De ondertitel van de reeks verwijst niet toevallig naar Edward
Gibbon's beroemde historische standaardwerk 'The Rise and
Fall of the Roman Empire'.
De ingehuurde historische adviseurs zijn autoriteiten op hun
gebied en hebben ongetwijfeld op hun beurt experts ingehuurd,
dat kan je ondermeer in deze aflevering zien aan de schilden van
de Romeinse soldaten en hun tunica’s die heel wat minder ‘sexy’
ogen dan in een andere nochtans knappe Hollywoodfilm over
dezelfde periode, namelijk de miniserie
Masada (1981) die quasi dezelfde episode uit exact dezelfde
periode in beeld brengt en waarin de legionairs hun iets
kleinere schilden foutief vasthouden.
Anderzijds weet ik uit eigen, nogal bittere ervaring (en uit
getuigenissen van andere, veel meer gerenommeerde historisch
adviseurs) dat producenten geneigd zijn de adviezen in de wind
te slaan, als het hun goed uitkomt. “Een historisch adviseur
is iemand die ingehuurd wordt om hem de schuld te kunnen geven
als men verwijten krijgt omdat zijn adviezen niet zijn
opgevolgd.”
(Eigen citaat. Maar ik kan me niet voorstellen dat het al niet
veel eerder door een lotgenoot is verzonnen.)
2. De verschillende afleveringen van deze bekroonde reeks zijn
gebaseerd op de meest betrouwbare geschreven en archeologische
bronnen. Om één voorbeeld te geven: aflevering
4, De Joodse opstand steunt in hoofdzaak op het
gelijknamige werk van Flavius Josephus (Jeruzalem, 37 - Rome,
±100), De Joodse oorlog, dat misschien wel subjectief
is (in zijn voordeel en dat van Titus), maar tevens een
ongeëvenaard, uniek gedetailleerd verslag uit de pen van een
ooggetuige, die in de gebeurtenissen dan nog een eersterangsrol
heeft gespeeld. Wel is het zo dat hij het verhaal van de
belegering van Masada uit de tweede hand heeft en
klaarblijkelijk nooit de bergvesting heeft bezocht. (Dit komt
niet voor in de aflevering, wel in zijn boek.)
Kortom: dit is docudrama, speelfilm, doch met de allures van een
degelijke historische documentaire.
Dat Ancient Rome een docudrama is geworden, heeft óók een
specifieke reden. Uitvoerend producent Matthew Barrett: "De
geschiedenis van Rome is ideaal voor dit genre. De geschriften
van de Romeinse schrijvers en historici zijn zo sterk en
gedetailleerd dat ze makkelijk tot leven kunnen worden gewekt
met dialogen en drama. Hun teksten zitten vol memorabele
personages met ambities, motivaties en conflicten die ook voor
moderne televisiekijkers heel herkenbaar zijn. Het zijn mannen
en vrouwen van de daad, die een taal gebruiken die wij ook nu
nog verstaan, en die belangrijke beslissingen moeten nemen die
onherroepelijk tot succes of mislukking leiden."
Om het geheel de nodige grandeur en amplitude te geven, is -
weliswaar met mate en functioneel - gebruik gemaakt van de
modernste computeranimatietechnieken. Barrett: "CGI
(computer generated imagery) is bijzonder efficiënt om een
gevoel van spektakel op te wekken. De Romeinse veldslagen waren
massale en bloederige confrontaties tussen grote legers en dat
moet je ook op die manier laten zien om het geloofwaardig te
maken. Bij belegeringen moet je echt het gevoel hebben dat een
stad omsingeld is. En als we het oude Rome eer willen aandoen,
dan moet het worden voorgesteld als een stad met een miljoen
inwoners". En dat kan tegenwoordig dus perfect met een
computer.
Ancient Rome doet er ook alles aan om het 'oude Rome'
op een realistische, niet geromantiseerde manier in beeld te
brengen. Rome was immers niet alleen een stad met monumentale
gebouwen, maar ook met grote en gore achterbuurten en vuile
woonkazernes. Er leefde een groot proletariaat van arme en
sjofele mensen. De straten lagen vol met afval, stof of modder.
Ook de soldaten hadden doorgaans geen blinkende wapenuitrusting,
zoals vele (Hollywood)films lijken te suggereren, maar waren
meestal vuil, gehavend en door de strijd en het reizen getekend.
Aanvullende informatie
Mary Beard, Pompeii.
Het dagelijks leven in een Romeinse stad, Amsterdam,
Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2009.
Van Mary Beard is een gratis iBook te verkrijgen over de
tentoonstelling The Treassures of Popeii & Herculaneum
in British Museum, Londen.
Pompeiï. De laatste dag - Docudrama (BBC 2004).
Guzzo, P., Da Pompei a Roma. Kroniek van een uitbarsting.
Pompeji Herculaneum Oplontis, Brussel, Koninkl. Musea voor
Kunst en Geschiedenis, 2003, 215 blz.
De joodse oorlog, oorspronkelijk in het Grieks
geschreven, is in het Grieks, Latijn, Engels en archaïsch
Nederlands te raadplegen op internet
Een goede recente Nederlandse uitgave is: Flavius Josephus,
De Joodse Oorlog & Uit mijn leven, Amsterdam, Ambo,
2010, 2de druk, 646 blz..
Tessel Jonquière, Flavius Josephus.
Joods geschiedschrijver in het Romeinse Rijk.
Amsterdam, Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2009, 159 blz. <LINK
LEGGEN>
5. Constantijn de Grote
Rome, 312 na Christus. Het enorme Romeinse rijk is door keizer
Diocletianus (242 - 316 - keizer tot 305) in vier delen
opgesplitst om de bestuurlijke efficiëntie te bevorderen De
opdeling heeft evenwel een averechts effect op de politieke
eenheid. In een poging om opnieuw orde te scheppen trekt
Constantijn (David Threlfall), keizer van het westelijke rijk
(Spanje, Frankrijk en Groot-Brittannië), met zijn leger in de
richting van Rome om er de despoot Maxentius (Charles Dale) van
de troon te stoten. Vlak voor de strijd zou Constantijn (ca. 280
- 337) een teken hebben ontvangen, wat door de christenen in
zijn gevolg is uitgelegd als een teken van God. Dat zet hem
ertoe aan christelijke symbolen op de schilden van zijn soldaten
te schilderen. (“In dit teken zult gij overwinnen.”)
Via een huwelijk van zijn zuster Constantia met keizer Licinius
(Danny Webb) van het Oostelijk Rijk, zorgt Constantijn voor
tijdelijke rust. Beide heersers spreken in 313 af om alle
godsdiensten op gelijke voet te behandelen door het Edict van
Milaan. Hij verheft het christendom NIET tot staatsgodsdienst,
zoals de persmap bij de reeks vermeldt. Dat zal pas gebeuren aan
het einde van de eeuw, door keizer Theodosius.
Wanneer Licinius in zijn deel van het rijk de afspraken schendt,
de kerken leegrooft en de plaatselijke bisschoppen laat
onthoofden, stuurt Constantijn zijn leger op hem af. Licinius
heeft meer troepen ter beschikking, maar delft uiteindelijk het
onderspit tegen het christelijke leger van Constantijn. Op
voorspraak van zijn gemalin Constantia krijgtLicinius genade.
Hij wordt met vrouw en zoon naar een comfortabele villa in
Griekenland verbannen en later stiekem vermoord terwijl
Constantijn in Rome doodleuk de principes van de verdraagzame
nieuwe staatsgodsdienst uit de doeken doet. Dit is heel
suggestief in parallelle sequenties gemonteerd: Constantijn
citeert de geloofsbelijdenis, aangenomen op het concilie van
Nicea (325), en ondertussen wurgen zijn moordenaars Licinius.
Jupiter en Mars moeten definitief het veld ruimen voor Jezus
Christus. Dat brengt Constantijn in conflict met een aantal
traditionele Romeinse machtscentra. Maar uiteindelijk zorgt het
christendom voor eenheid in het rijk. Anderzijds dankt het
christelijke geloof zelf zijn grote doorbraak aan Constantijn,
wat hem de eretitel ‘de Grote’ opleverde in de
geschiedenisboeken.
6. De val van Rome
Rome, 410 na Christus.
Al vanaf de derde eeuw na Chr. heeft het Rijk aan zijn noord- en
noordoostgrens af te rekenen met invallen van de Barbaren, een
verzamelnaam voor de Germaanse stammen die vanuit het noorden en
oosten richting Kaspische zee worden gedreven door oprukkende
stammen uit verder afgelegen streken. Aanvankelijk gaat het om
heftige doch controleerbare incidenten rond de Egeïsche Zee
waarbij Griekenland wordt ingepalmd, maar vanaf het begin van de
vijfde eeuw wordt de druk op het Italiaanse schiereiland zelf
steeds maar groter.
De Goten, een Oost-Germaanse volksstam, zijn door de
Centraal-Aziatische Hunnen uit hun thuisland in Oost-Europa
verdreven. Onder leiding van hun koning Alarik (Mark Lockyer)
zoeken ze in het Romeinse Rijk asiel en een nieuw grondgebied.
Aan het keizerlijke hof ontstaan spanningen tussen voor- en
tegenstanders van een vreedzame oplossing, mede omdat de Goten
in het verleden de militaire slagkracht van de Romeinse legers
meermaals hebben ondermijnd. (In 378 hebben ze, samen met hun
bondgenoten, het Romeinse leger de zwaarste nederlaag in eeuwen
toegebracht in de Slag bij Adrianopel, waarbij keizer Valens
sneuvelde.)
Keizer Honorius lijkt wel geneigd hen dat toe te staan, maar
laat zich door kortzichtige adviseurs overhalen om zijn belofte
te breken. Daarop trekt Alarik met zijn leger door Italië naar
Rome om het hof - gevestigd in het beter verdedigbare Ravenna -
onder druk te zetten. Hij dreigt de stad in te nemen, maar
verwacht toch nog een regeling te kunnen treffen met Honorius.
Ook diens zuster, de knappe Galla Placidia, én het Romeinse volk
zelf hopen dat de keizer een oplossing voor de crisis zal
vinden. Maar de stad is omsingeld en de confrontatie lijkt
stilaan onafwendbaar...
Na bemiddeling van de Romeinse senaat trekken de Goten zich
aanvankelijk terug. Als de beloften van een twijfelende keizer
nieuw afstel voorspellen, nemen ze de Eeuwige Stad in, plunderen
en brandschatten haar.
In 476 zal Germaanse militaire leider Odoaker de laatste keizer
Romulus Augustulus afzetten en de regalia, de keizerlijke
waardigheidstekens, naar de Oost-Romeinse keizer in
Constantinopel zenden. Dit betekent de facto het einde van het
West-Romeinse Rijk (hoewel niemand dat toen goed besefte). Het
Oost-Romeinse Rijk overleeft tot in de 15de eeuw, wanneer
Constantinopel ingenomen wordt door de Turken.
Lectuur
Adrian Goldsworthy,
De val van Rome. Amsterdam, Ambo 2009. 518 blz. -
ook verkrijgbaar als iBook.
Aansluitende publicaties
Edward Gibbon (1737–1794), 'The Rise and Fall of the Roman
Empire' (17776-1786). Is gratis te verkrijgen (in het
Engels) als iBoek in de Apple Store.
Peter Conolly, Het Romeinse leger, Aartselaar,
Zuidnederlandse uitgeverij, 1976, 77 blz.
Verstraaten, S.,
Romans. Romeinen. Kleding uit de Romeinse tijd in
Noordwest-Europa, Nijmegen, Vantilt/Fragma, 2012, 199 blz..
Fik Meijer,
Keizers sterven niet in bed, Amsterdam, Athenaeum - Polak &
Van Gennep, 2008, 237 blz..
Marcel J. Fens,
Alle 157 Romeinse Keizers, AristoScorpio Uitgeverij, 2010,
631 blz.
Didactische tips
Elke aflevering is zeer geschikt voor primaire beeldvorming.
De afleveringen kunnen uiteraard gebruikt worden uitsluitend
voor de geschiedenisles, voor een uitvoeriger project en voor
een multimediale vakoverschrijdende leereenheid.
Nederlands-geschiedenis-Latijn - esthetica -
godsdienst/zedenleer…
Laat beslist ieder individueel de opdrachten uitvoeren van
Speelfilms en geschiedenis. Didactisch verwerkingsmodel of:
Van Oudheusden, J.,
Historische film. Opdrachten.
Wie minder ervaring heeft met deze manier van werken verwijzen
wij naar
Concreet werken met historische romans in de klas
en voor vakoverschrijdend werken met
historische (jeug)literatuur:
J. Martens & M. Paquet,
Gelezen tijd. Historische romans in de hogere jaren voortgezet
onderwijs.
Jos Martens, mei 2013