Menu
Histoforum Films
The Salient
T
Productie: Luc Cuyvers (1)
Waardering: *****/5
* Salient: Fr. & Ndl: Saillant, uitstulping van de frontlinie in vijandelijk terrein. Amerikaans: Bulge.
The Salient
In
2014 herdachten wij het begin van de Eerste Wereldoorlog, de
Groote Oorlog, 100 jaar geleden, met een waar spervuur van
manifestaties,van films en publicaties – sommige bijzonder goed,
andere veel minder (2).
De beste, meest aangrijpende film op eenzame hoogte met vijf
sterren, kreeg ik pas begin 2015 onder ogen: The Salient van Luc
Cuyvers.
De documentaire is verdeeld in 5 (afzonderlijk aan te klikken)
hoofdstukken:
Herfst 1914
Winter 1914
Lente 1915
Zomer 1917
Herfst 1917
Een korte proloog start bij de dagelijkse herdenking met de Last
Post onder de Menenpoort in Ieper. De torenklok slaat acht. Op
het ritme van de klok wisselen de beelden van het heden elkaar
af. Toeristen staan rijen dik langs de zijmuren van de poort,
velen dragen rode papieren poppies op hun kleren, de korenbloem,
symbool en metafoor voor de herdenking, naar het gedicht In
Flanders fields van de Canadese militaire arts John McCrae
(1915).
Op die muren zijn de namen gegrift van 55.000 gesneuvelden. En
nog vele tienduizenden anderen staan op de grafstenen van de
kerkhoven in de omgeving.
Deze film geeft gezichten aan die namen en de naamloze
verschrikkingen die ze vier jaar lang ondergingen – tenminste
voor de weinigen die de vier jaar overleefden. ‘Het lot had
voorbeschikt dat Vlaanderen althans voor de Britten het
slagveld, de vuurproef én het Golgotha van de oorlog zou worden
(3).’
In tegenstelling tot de gigantische miljoenenlegers van
dienstplichtigen bij de andere Europese grootmachten ging
Groot-Brittannië de oorlog in met een klein beroepsleger, weldra
aangevuld door lichtingen vrijwilligers.
Het Britse expeditieleger had in de eerste maanden van de oorlog
zware verliezen geleden tijdens verbitterde gevechten, telkens
tegen een Duitse overmacht, met zijn vuurdoop in België (bij
Mons) en in Frankrijk.
Nauwelijks op adem gekomen en gehergroepeerd, werden de
overlevenden in september ingezet bij de Slag aan de Marne en
daarna, begin oktober, naar België gedirigeerd, om de vesting
Antwerpen te helpen verdedigen. Toen de situatie hier onhoudbaar
werd, ontsnapten ze in een hachelijke nachtelijke terugtocht
over de Schelde op het nippertje aan de Duitsers. Dan ging het
richting Ieper, waar ze het Belgisch leger konden helpen om de
grootscheepse Duitse aanvallen tot stilstand te brengen.
De voorhoede arriveert na uitputtende voetmarsen in een
lieflijk, vredig stadje, waarvan ze nog nooit de naam hadden
gehoord en dat blijkbaar is blijven steken in de herinnering aan
zijn groots verleden in de middeleeuwen. Maar in de verte, op
enkele mijlen afstand, donderen de kanonnen. En vluchtelingen
overspoelen de wegen. De oorlog nadert Ieper. Het stadje lag
helaas op de verkeerde plaats op het verkeerde tijdstip: de
sleutel tot de laatste strook onbezette Belgische kust voor de
Franse grens.
Charlie Parke, 2nd Gordon Highlanders behoorde tot die eerste
lichtingen. In zijn Schots accent getuigt hij van de
voorhoedegevechten. Andermaal zijn de Britten wanhopig in de
minderheid. De Duitse infanterie rukte op in gesloten formaties,
als in de tijd van Napoleon. Maar ze werden ontvangen op
moordend snelvuur uit moderne geweren, die 15 kogels per minuut
in de gelederen joegen.
Charlie brengt ook een ooggetuigenverslag van de beruchte aanval
door over-enthousiaste en onervaren Duitse regimenten,
voornamelijk jonge studenten, bij Langemark, waar ze praktisch
uitgeroeid werden: een van de grote mythes van de Eerste
Wereldoorlog.
Zo is de hele film opgebouwd: verslagen uit brieven of dagboeken
in het Engels met een Iers of Schots accent uitgesproken
naargelang de herkomst van de spreker. Of in het Frans, of Duits
of West-Vlaams. Maar op de achtergrond is steeds de muur van de
Menenpoort vaag zichtbaar, met de namen van de gesneuvelden.
De Duitsers pompen steeds nieuwe troepen in de strijd. En hoewel
de Britten weer zware verliezen lijden, houden ze stand. Het
werd kantje boordje en alleen doordat de Belgen de IJzervlakte
onder water konden, zetten hield de veel te dunne linie het uit.
Gefrustreerd richten de Duitsers hun geschut nu op Ieper zelf.
Pastoor Camille Delaere ziet onbegrijpend de toenemende
verwoesting van zijn geliefde stad. In het Frans brengt hij dag
na dag verslag van situatie.
Winter 1914
“Kerstmis is dien dag dat ze niet schieten, dat de kanonnen met een kerstboom zijn getooid.” (Willem Vermandere)
Aan het einde van 1914 was het Britse beroepsleger praktisch
vernietigd. Ieper zou ’s werelds grootste kerkhof worden in de
komende jaren, met als apocalyptische culminatie: de
afschuwelijke, maanden durende Derde Slag in de herfst van 1917.
Waarom was Ieper zo belangrijk? De frontlijn van de geallieerden
stak vooruit als een doorn in de Duitse linies, die haar van
drie zijden insloten, een salient in militaire termen. Voorbij
de stad had je een rij lage heuvels in Duitse handen, die een
strategisch voordeel boden wegens hun hoogte. Daarbij was Ieper,
zoals gezegd, de sleutel tot het kleine stuk nog niet bezette
Belgische kust.
Voorlopig stokten de gevechten. Hoog tijd. Verse troepen en
koloniale regimenten uit het hele imperium begonnen te arriveren
om de verliezen aan te vullen. Altijd echter loerde de
onverwachte dood door een mortiergranaat of een sluipschutter.
De soldaten werden echter veel meer geplaagd door de
alomtegenwoordige modder, het vuil, de gekmakende luizen en
vlooien, de stank van ontbindende lijken tussen de linies, de
ratten die zich volvraten aan de doden, de verveling en de kou.
En dan gebeurt er iets volkomen ongeloofwaardig. Op 24 december
werden de Duitse linies tegenover de Britten verlicht door
duizenden lichtjes in geïmproviseerde ‘kerstbomen’. De Duitsers
nodigden hun vijanden uit. Geschenken wisselden van kamp, de
doden werden begraven. Bij Ploegsteert ligt een stapeltje
voetballen bij een eenvoudig kruis: hier zouden zelfs
voetbalwedstrijden zijn gehouden tussen Britse en Duitse
ploegen! En even wordt het requiem vervangen door het Stille
Nacht. Niet voor lang: de legerleiding was woest en nam zich
voor: “Dit herhaalt zich nooit meer!” De kanonnen hernamen hun
eigen doodslied. Voor zijn familie beschrijft Albert Henry
Downes op 28 december (‘Feest van de Onnozele Kinderen van
Betlehem’) wat de voorbije dagen gebeurde. Dan zoomt de camera
in op zijn naam in de Menenpoort: gesneuveld op 31 december
1914.
Lente 1915
In maart 1915 smolt eindelijk de sneeuw.
Het werd duidelijk dat de oude manier van oorlogvoeren
definitief had plaatsgemaakt voor nieuwe, industriële methodes,
waarbij voor het eerst op grote schaal gebruik zou gemaakt van
wapens als mosterdgas, tanks, vlammenwerpers en vliegtuigen.
De Britten hadden hun oog laten vallen op Hill 60, een
onooglijke verhoging van enkele tientallen meters, van waaruit
de vijand hen kon observeren en beschieten. Het nieuwe wapen van
de Engelsen heette 'tunneling': mijnwerkers uit Wales
ondergroeven de heuvel en plaatsten tonnen explosieven. Op 17
april vliegt de hele hoogte de lucht in; tot in Engeland was de
ontploffing te horen! Hoeveel slachtoffers er vielen is nooit
bekend. Als je heden de voormalige heuvel bezoekt, zie je nog de
kraters. Honderden of duizenden liggen nog steeds begraven waar
ze in 1915 in stukken werden geblazen.
Maar ondertussen stond het Duitse antwoord al klaar.
'Gaspioniere' hadden in het diepste geheim duizenden
gascilinders in de flanken ingebouwd. Op 22 april 1915 waaide de
wind gunstig. Ze trokken hun eigen troepen terug. Gele
rookwolken dreven traag naar de vijandelijke linies: chloorgas,
het begin van de moderne chemische oorlogvoering. In hun spoor
bleef alle leven vernietigd achter: planten, ratten, maar ook
mensen. Wie nog kon, vluchtte in paniek weg, rochelend in
doodstrijd. De baan naar Ieper lag open, bezaaid met
tienduizenden doden. Maar tegen dat het terrein weer veilig was
voor de aanvallers, hadden de Britten de opening weer gedicht.
Hill 60 komt nu afwisselend in Britse en dan weer in Duitse
handen. En telkens is het meer verwoest, zoals Willy Spillebeen
evoceert in zijn meesterlijke roman De heuvel.
Enkele maanden later, op 31 juli, gebruikten de Duitsers
andermaal een nieuw, verschrikkelijk wapen: vlammenwerpers.
Zomer 1917: Passendale, de
Derde Slag om Ieper
‘I died in hell – (They called it Passchendaele)’ (Siegfried Sassoon)
Als Ieper bewaard is gebleven in het collectieve geheugen van de
Engelsen, is dat vooral omwille van de Derde Slag om Ieper, die
ze meestal de Slag om Passendale noemen. Operbevelhebber Douglas
Haig verwachtte in een groots offensief de stellingenoorlog open
te breken, de Duitse legers op te rollen en zo de Belgische kust
volledig te heroveren.
Op 16 juli 1917 startte een ongekend hevig
artilleriebombardement, dat twee weken dag en nacht aanhield. Op
31 jullie stormden tienduizenden soldaten ten aanval tegen de
Duitse loopgraven. En met succes. Wat de Engelsen echter niet
wisten: hun tegenstanders hadden de eerste linie quasi
onverdedigd achtergelaten en in de voorbije maanden niet minder
dan vier zwaar versterkte verdedigingslinies achter elkaar
aangelegd.
De maand september bleef droog. En toen braken de herfstregens
los. Het hele afwateringssysteem, in honderden jaren opgebouwd,
was door de onophoudelijke beschietingen volledig verwoest. De
vette Ieperse klei veranderde in zuigende modder, de valleien in
brede moerassen.
Het meest kenmerkend voor de Derde Slag zijn de talloze verhalen
over soldaten die onder hun zware bepakking in de modder
wegzakten, machteloos, zonder dat redding door hun vrienden
mogelijk was. En om een genadeschot smeekten! Er is ook geen
auteur, die niet moet toegeven dat zijn woorden tekortschieten.
Maar dit bewerken de beelden van de film in combinatie met de
getuigenissen wel!
Na die eerste regens had het offensief moeten stopgezet worden.
Dat was voor iedereen duidelijk. Behalve blijkbaar voor Haig en
zijn staf. Haig weigerde uit zijn kasteel te komen en de
frontlinies te bezoeken –iets wat de film niet vermeldt. Achter
zijn met kaarten en rode lijnen bezaaide tafel had hij niet het
minste besef van de werkelijke situatie aan het front. Voor ons,
100 jaar later, is het onbegrijpelijk dat de soldaten het bleven
volhouden! De Nieuw-Zeelanders telden hier o.a. het grootste
verlies aan levens op één enkele dag uit hun hele geschiedenis.
Op 14 oktober leek het wel of er geen overlevenden waren, of
iedereen dood was!
Op 6 november veroverden de Canadezen de heuvelrug van
Passendale –doel voor een van de eerste dagen van het offensief,
8 kilometer van het vertrekpunt!
Nauwelijks 6 dagen later blies Haig het offensief eindelijk af.
Het Britse leger kwam uitgedund en dodelijk verzwakt uit de
slag.
En toen heroverden de Duitsers alles in amper één week!
Op Tyne Cot Cemetery staan 45.000 namen op de grafstenen. Het
totale verlies van beide partijen bedraagt vermoedelijk 250.000,
waarvan de helft nooit is teruggevonden.
De Derde Slag bij Ieper blijft tot vandaag de meest
controversiële veldslag uit de Britse militaire geschiedenis.
De film eindigt waar hij begon: de Menenpoort. En bij
hedendaagse bezoekers uit zowat alle betrokken landen, ook jonge
mensen, die op de wand de naam van hun grootvaders komen
opzoeken. De gesneuvelden kregen meer respect in de
Waardering
Ook bij een tweede en derde visie blijft The Salient de meest
beklijvende van alle documentaires over de Eerste Wereldoorlog.
Dat is te wijten aan de knappe strak gehouden compositie, waarin
alle onderdelen, alle elementen convergeren tot een meesterlijke
eenheid, als in een symfonie van een der grote componisten.
De beelden (foto’s, films, met de talloze ooggetuigenverslagen),
de ijzersterke off-screen commentaar, versterkt door de muziek.
Dan de muziek zelf: in zijn opbouw volgt de film de structuur
van een requiemmis, met een keuze uit diep indringende requiems;
de beelden (bijvoorbeeld van beschietingen) hallucinant
gemonteerd op het ritme van de muziek.
Daarbij heeft Luc Cuyvers zoveel mogelijk minder bekende
filmfragmenten geselecteerd.
Aan alles merk je dat hier ontzaglijk veel opzoekingswerk en
tijd is geïnvesteerd door een begaafde en ervaren filmmaker.
The Salient verdient ten volle een veel ruimere verspreiding en waardering dan tot nu toe het geval is.
Didactische Tips
1. Alleen de film. Projectie in de les, leerlingen beantwoorden
vragen in kleine groepen. Op dit ogenblik is alleen de versie
met de Engelse commentaarstem van Ranulph Fiennes te koop. Het
script in Engels en/of Nederlands kan aangevraagd via
www.mnfilms.be
en via
salient@mnfilms.be
2. Internationale uitwisseling: vele scholen zijn betrokken bij
projecten internationale uitwisseling, waarbij de voertaal
overwegend Engels is. In deze jaren 2014-2018 worden die zeer
vaak betrokken op de Eerste Wereldoorlog, met bezoek aan Ieper,
het museum In Flanders Field en de soldatenkerkhoven. In dit
kader is de film een ideale voorbereiding. Kan aangevuld met tip
3.
Als men toch nog andere filmbeelden zou willen gebruiken,
adviseer ik sterk dat te beperken tot de eerste aflevering van
Brave Little Belgium van Sophie de Schaepdrijver en dan nog
alleen het eerste deel, met de schets van de vooroorlogse
situatie in Europa.
3. Ruimer project, al dan niet vakoverschrijdend (geschiedenis,
Nederlands…), al dan niet gespreid over opeenvolgende leerjaren.
Hier kunnen zeker romans en/of non-fiction ingeschakeld. Zie:
Aanvullende lectuur.
Aanvullende lectuur
In de eerste plaats de publicaties die je terugvindt onder
voetnoot 2.
Twee boeken behandelen expliciet de Derde Slag:
Koen Koch, De derde slag van Ieper 1917, 283 blz - als
e-boek Ambo, 2009.
Lyn Macdonald, Passendale 1917, Amsterdam, Anthos
- Antwerpen, Manteau, 2004.
Voor lesgebruik zou ik Koch verkiezen, omdat je al het nodige
over de Derde Slag vindt in het eerste hoofdstuk. De rest
behandelt de hele oorlog.
Het merendeel van de werken, zowel non-fiction als (jeugd)romans
in alle mogelijke omvang en moeilijkheidsgraad kun je verder nog
vinden via de site
van de VVLG.
Twee recente werken die in Een spervuur… niet opgenomen
zijn, mogen niet ontbreken:
Patrick Bernauw, Het geslacht van de engel, over een
van de hardnekkigste mythes van de oorlog: de engelen van Mons.
Sam Van Clemen,
Reisgids naar de Eerste Wereldoorlog, Uitgeverij
WPG, Antwerpen / Singel, Amsterdam, 2014. 432 blz..
Datzelfde geldt voor de magistrale roman van Willy Spillebeen,
De heuvel, Leuven, Davidsfonds/Literair, 2002, 419
blz .
Bijlagen
1. Waregem: Amerikanen in de oorlog.
2. Lichtfront
Noten
1. Luc Cuyvers, docent mariene studies in Rotterdam en Seoul
(Z.-Korea), verdiende als filmmaker internationaal zijn sporen
voornamelijk om zijn in vele landen uitgezonden documentaires
over de Grote Ontdekkingen (Canvas, het Tweede Vlaamse Net zond
ze uit in wereldprimeur) en de daarop gebaseerde boeken, die op
Histoforum besproken zijn onder de titel
Een maritieme wereldgeschiedenis.
2. Een korte voorstelling van een aantal boeken vind je in
Tijdingen uit Leuven, nr. 159, oktober 2014, p. 65-71 en in
Histoforum Magazine, onder de titel “Een
spervuur van publicaties. 1914-2014.”
3. Macdonald, Lyn,
1914. Dagen van hoop, Anthos - Antwerpen, Manteau,
2005, 468 blz.
Het citaat staat op p. 348.
Jos Martens,
februari 2015
Deel 1 van de documentaire kunt u
hier
bekijken. De volledige documentaire is verkirjbaar voor 12,50
euro inclusief verzending via
salient@mnfilms.be