Kerken in de
Middeleeuwen
Al van heer ver was de toren van de Onze-Lieve-Vrouwe
kerk te zien. Met zijn 122 meter stak hij hoog boven de
andere gebouwen van Brugge uit en men vond dan ook
nergens in de Lage Landen een hogere toren. De
Onze-Lieve-Vrouwe kerk was een van de belangrijkste en
opvallendste van de zeven parochiekerken die Brugge
telde in de tweede helft van de dertiende eeuw.
![](images/Brugge5.jpg)
Van links naar rechts: Sint-Gillis, Sint Jacobs,
Onze-Lieve-Vrouwe
Daarnaast stond er oog nog een aantal kloosters in de
stad. Als je dit weet kun je wel nagaan dat de kerk, de
katholieke kerk, waartoe bijna iedereen behoorde, een
zeer belangrijke plaats innam in het leven van de mensen
in de Middeleeuwen.
Het onderwijs bijvoorbeeld was een
zaak van de kerk. Behalve priesters en monniken waren er
namelijk maar zeer weinig mensen die konden lezen en
schrijven. Ook de zorg voor de zieken was in handen van
kloosterlingen. En de kerk bekommerde zich om de armen
en gaf hun eten en kleding. Ook veel boeren hadden
heel direct met kloosters te maken. Deze kloosters
bezaten vaak zeer veel grond. Veel horigen pachtten hun
stukje grond dan ook niet va een edelman, maar van de
abt van het klooster. Er was nog een belangrijke reden
waarom de kerk zo'n grote rol speelde. Die reden was
angst, angst voor de dood. En in de Middeleeuwen was de
dood telkens heel dichtbij. De mensen werden niet erg
oud. Er stierven veel, vaak nog heel jonge kinderen.
Epidemieën, zoals de pestepidemie, eisten
honderdduizenden, soms wel miljoenen mensenlevens. Maar
nog groter dan de angst voor de dood was de angst voor
wat er daarna zou zijn, de angst voor de hel! Iedere
zondag weer hoorden de kerkgangers van de pastoor hoe
verschrikkelijk het daar wel was. Maar hij vertelde ook
hoe ze in de hemel konden komen: als ze iets gedaan
hadden wat verkeerd was, moesten ze biechten en boete
doen. Dan zouden hun zonden worden vergeven.
Geen
wonder dat ook de kunst in de Middeleeuwen heel veel met
het geloof te maken had. De boeken die door de monniken
in de kloosters werden geschreven, werden vaak ook nog
met prachtige miniaturen (kleine schilderijtjes)
versierd. Schilders en beeldhouwers hielden zich
voornamelijk bezig met het maken van afbeeldingen van
bijbelse figuren en gebeurtenissen. En dan had je
natuurlijk nog al die schitterende kerken.
Romaanse kerken Zoveel
kerken werden er vanaf de elfde eeuw gebouwd dat Raoul
Glaber, een monnik die in de elfde eeuw leefde, uit
riep: De wereld kleedt zich in een 'witte mantel van
kerken'. Romaanse kerken, zo noemen we de kerken die in
de elfde eeuw en een groot deel van de twaalfde eeuw
werden gebouwd. Romaans, omdat we allerlei elementen van
de bouwkunst van de Romeinen kunnen herkennen.
![](images/romaansekerk.jpg)
De kerk van Maria Laach, eind 11 e eeuw Zo'n
Romaanse kerk bouwde men in de vorm van een kruis. Op
het hart van dat kruis, de viering, kwam een
piramidevormige toren en links en rechts van de
voorgevel bouwde men vaak ook nog een klokkentoren.
Tot die tijd hadden de kerken een houten overkapping,
maar daarin kwam nu verandering. Niet alleen omdat zo'n
houten dak erg brandgevaarlijk was, maar ook omdat men
de kerken grootser en indrukwekkender wilde maken. De
overkapping van het schip, de hoofdruimte van de kerk,
bestond nu uit een tongewelf of uit koepelvormige
kruisgewelven.
![](images/kruisgewelf.jpg)
tongewelf
kruisgewelf
Al zitten er maar kleine vensters in de muren van
Romaanse kerken toch lijken die muren lang niet zo
massief en zwaar als die van de in vroeger tijden
gebouwde kerken. Dat komt doordat er in de zijmuren een
soort pijlers zijn aangebracht, die door halfronde bogen
met elkaar verbonden zijn. Bovendien bevindt zich soms
in het bovenste gedeelte van de muur een galerij met
pijlers en rondbogen, waardoor de kerk nog minder zwaar
lijkt.
De grote wandvlakken werden vaak beschilderd. Die
wandschilderingen, van waterverf op een natte klaklaag,
noemt men fresco's. Ook beheerste men in die periode al
heel goed de kunst van het bronsgieten, wat bij veel
kerken nog te zien is aan de prachtige deuren,
doopvonten, kandelaars en andere kunstvoorwerpen. In de
kerk is onder de vele beelden er altijd een van Maria
met het Christuskind op schoot en van de gekruisigde
Christus die de dood overwonnen heeft.
Gotische kerken
De Gotische kerken, die men vanaf het midden van de
twaalfde eeuw bouwde, vormen het hoogtepunt in de
geschiedenis van de kerkbouw. Ze waren nog sierlijker,
lichter en ruimer dan de Romaanse kerken.
In de Gotische kerken gebruikte men voor ramen, gewelven
en portalen de spitboog. Die was veel sierlijker, maar
vooral ook veel sterker dan de Romaanse rondboog, zodat
er veel minder zijdelingse druk op de muren kwam te
staan.
De grote pijlers in de kerken konden bijna de hele last
van de gewelven dragen. Daarom kon men in de muren, die
nu veel minder te dragen hadden, grotere ramen maken.
Die ramen werden, naarmate de glasschilderkunst zich
ontwikkelde, gebrandschilderd met allerlei veelkleurige
taferelen uit de bijbel.
Weliswaar konden de pijlers het gewicht van het dak
dragen, maar men moest wel voorkomen dat de zeer hoge
muren naar buiten gedrukt zouden worden. Daarom werd de
kerk toch aan de buitenkant gestut. Als een kerk maar
één schip had, waren zware pijlers, de zogenaamde
steunberen, voldoende. Maar meestal had ene kerk drie of
zelfs vijf schepen en dan waren die steunberen alleen
niet voldoende. Om ook het bovenste gedeelte goed te
kunnen steunen werden op de steunberen luchtbogen
gebouwd, soms zelfs meer boven elkaar. En al die
steunberen en luchtbogen werden, net als de torenspits,
rijkelijk versierd.
Anoniem, Aanbidding der Koningen, 1537,
gebrandschilderd glas
In
de kerkportalen, de altaren en de kooromgangen werden
prachtige gebeeldhouwde bijbels voorstellingen
aangebracht. Die dienden niet alleen als versiering,
maar ook om de mensen, die immers niet zelf de bijbel
konden lezen, toch met de bijbel en met de leer van de
kerk vertrouwd te maken.
De beelden dicht bij de begane grond werden precies
volgens de regels van de kerk gemaakt. Maar bij veel
kathedralen zie je, als je omhoog kijkt, allerlei
monsterachtige wezentjes. Net of de beeldhouwers daar in
de hoogte, waar er niet zo goed op hun werk gelet kon
worden, maar een beetje hun eigen fantasie uitgeleefd
hebben. Misschien maakten de middeleeuwse beeldhouwers
al die griezels wel om zo met al hun angsten af te
rekenen.
De Madonna met kanunnik Van der Paele,
schilderij van de Vlaamse schilder Jan van Eyck,
geboren rond 1390, naar men aanneemt in Maaseik
(zie zijn naam) en gestorven in 1441 in Brugge.
Klik
hier voor details van dit schilderij
Zie ook zijn
Lam Gods altaarstuk. |
![](images/madonna.jpg) |
|