home inleiding opdracht werkwijze O1 O2 O3 O4 O5 O6 O7 B1 B2 B3 B4 B5 bronnen beoordeling reflectie


Brugge in de Middeleeuwen
 

 

Opdracht 4

Lees eerst het vervolg van het verhaal van John Smith

Taak 1

In het tekstboek heb je kunnen lezen dat er vanuit heel Europa handelaren naar Brugge kwamen. Op het handelsschema hieronder staan de landen die in de tekst voorkomen. Brugge ligt in het middelpunt.

a. Kopieer het kaartje naar je wordbestand en maak het schema af door onder de landen de producten uit die landen in te vullen.

b. Uit welk land is François Millet volgens jou afkomstig?

Taak 2 2

a. Leg uit waarom graan zo'n belangrijk product was.

b. In de srad Brugge zelf kon maar weinig graan worden verbouwd. Hoe kwamen de Bruggelingen aan graan?

c. Waarom zouden de graanprijzen stijgen als er op het platteland rond Brugge een slechte graanoogst was geweest?

Taak 3

Toen het aantal handelaren in Brugge toenam, trokken steeds meer mensen van het platteland naar de stad. Brugge groeide uit tot een van de grootste steden van Europa. Rond het jaar 1300 woonden er ongeveer 35.000 mensen in Brugge.

a. Leg uit waarom een slechte zomer voor iemand van het plattelan een reden kon zijn om naar de stad te verhuizen.

b. Waarom gingen de mensen die van het plattelang vertrokken, juist naar Brugge (of naar een andere grote stad als Ieper of Gent)?

c. Niet alle mensen die van het platteland naar de stad gingen, vonden er werk. Hoe konden zij toch aan eten komen?

Taak 4

Uit de late middeleeuwen is een groot aantal voorschriften bekend, waarmee de stadsbesturen probeerden de voedselvoorziening te regelen. Veel van die maatregelen richtte zich op het omringende platteland. Een voorbeeld is een voorschrift van het stadsbestuur van gent uit 1351. Hierin stond dat de boeren uit de plattelandsgemeenten in de buurt van Gent hun goederen naar de stadsmarkt moesten brengen en ze daar verkopen.

Omdat er vaak een tekort aan levensmiddelen was, mochten de slagers niet meer vlees en de bakkers niet meer graan in voorraad hebben dan ze voor hun eigen bedrif nodig hadden, Het aanleggen van grote voorraden zou namelijk tot prijsverhoging kunnen leiden.

De stadsbesturen namen niet alleen maatregelen voor de voedselvoorziening. Gent bijvoorbeeld verbood in 1314 het maken van laken op het platteland binnen een straal van 30 kilometer rondom de stad.

Ambtenaren in dienst van de gemeente moesten er op toezien dat men zich ook aan die maatregelen hield. In de 14e eeuw waren er steeds meer van die ambtenaren nodig.

a. Leg uit waarom een grote stad als Brugge (of Gent) maatregelen moest nemen om de voedselvoorziening te regelen.

b. Waarom moesten slagers en bakkers geen grote voorraden aanleggen?

c. Waarom was dit verbod op het maken van laken op het platteland rond Gent erg belangrijk voor de Gentenaren?

d. Verklaar de volgende zinnen:

  • 'Zonder omringend platteland geen grote steden'
  • 'Zonder steden meer werk op het platteland'