Opdracht 5
Lees eerst het
vervolg van het verhaal van John Smith
Taak 1
a. Hoe heette het belangrijkste gebouw van Brugge en
waarom was dat gebouw zo belangrijk?
b. Hoe heet de rivier die door Brugge loopt?
c. Hoe kwam het dat de Onze Lieve Vrouwe Kerk eerst
buiten en later binnen de stad lag?
d. Welke twee functies had het St.Janshospitaal?
Taak 2
Er waren nogal wat verschillen tussen de buurt waar
de rijke Bruggelingen hun huizen hadden laten bouwen en
de buurt waar de armen woonden. Noem drie verschillen.
Taak 3
Menukaart van
'De Gouden Leeuw'
Vooraf:
-kippensoep
Hoofdgerechten:
- kabeljauw, klaargemaakt met kruiden
- varkensvlees in knoflooksaus
- gestoofd rundvlees
- gerookte ham
- wild in paddestoelensaus
Alle
gerechten worden opgediend met witbrood
Dranken:
-
rode wijn
-
bier |
Menukaart van het 'Sint-Janshospitaal'
Dagmenu:
-
soep gemaakt van bonen, erwten, witte
wortels en uien
Opgediend met grof zwart brood en een stukje
kaas.
Drank:
-
water
-
bier |
Hierboven zie je de twee menukaarten. Bekijk ze goed
en beantwoord dan de volgende vragen:
a. Aardappelen kende men in de Middeleeuwen nog
niet. Wat at men in plaats van aardappelen?
b. Waarom zou er in de soep van het dagmenu van
het Sint-Janshospitaal geen vlees of vis hebben
gezeten?
c. Welke gerechten mis je in de maaltijden in de
Middeleeuwen, die nu wel regelmatig worden gegeten?
Taak 4
Bier was verreweg de belangrijkste drank. De
meeste mensen begonnen hun dag met een stuk brood en
bier. Soms werd er een glas melk gedronken, maar
eigenlijk was dat maar kinderkost. Water was er
mestaal wel genoeg, mara van van zeer slechte
kwaliteit, zodat men daar maar beter niet teveel van
kon drinken. Water was voor de beesten of om je
kleren te wassen.
a. Wat dronken de rijken naast bier ook nog wel?
b. Een bekend gezegde was 'bier wordt niet voor
de ganzen gebrouwen'. Wat zal daarmee bedoeld zijn?
c. Het goed houden van vlees en vis was niet
gemakkelijk. Om onplezierige smaakjes en geurtjes
weg te werken werden vleesgerechten in de
Middeleeuwen vaak zeer sterk gekruid.
d. Bedenk een reden waarom het goed houden van
vlees in de Middeleeuwen moeilijk was.
e. Waar kwamen de kruiden vandaan?
Taak 5
a. Hieronder staan negen personen
- een wever
- een herbergier
- een stadsbestuurder
- een lader en losser van schepen
- een bedelaar
- een handelaar
- een marktkoopman
- een bankier
- een pastoor
In welke laag van een bevolkingspiramide (met
vijf lagen) hoort elke persoon?
b. Wat bepaalt de plaats van iemand in de
bevolkingspiramide?
|