artikelen over geschiedenis didactiek

Inleiding

Dit is het derde artikel van Jos Martens over hoe mensen, culturen en tijdvakken naar hun wereld kijken, na Maya, Azteken, Tolteken. Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika en hun wereldbeeld (2011) en LiberFloridus. 1121 De wereld in één boek (2012). Ditmaal over het wereldbeeld van de 16de eeuw, zoals het werd vormgegeven door de beroemde cartografen Gerard Mercator en Judocus Hondius.
Een groot deel van de tekst van dit artikel is gebaseerd op Waldseemüller en de geboorte van ‘America’, Joos de Rijcke-site, - Knop: Eeuw Joos, dl. 1: De wereld in kaart en op de geactualiseerde multimedia navorming Mercator, de man die de aarde in kaart bracht (2012).

Nieuw leven voor een oude atlas met een nieuw wereldbeeld. Gerard Mercator en de heruitgave van de Mercator - Hondius atlas uit 1607

Een uigebreidere versie van onderstaand artikel is in PDF beschikbaar.

Engelstalige versie (geen letterlijke vertaling van de Nederlandstalige PDF) voor het Mercatorcolloquium in Seoel. Voor illustraties: zie Nederlandstalige PDF..

 

Aanvullende illustraties in het recentere Utopia. Visioenen van een ideale wereld

En in De geboorte van ‘America’, dl. 2: De wereldreizen van Zheng He, Proloog: De Chinese wereldkaart van een Vlaamse jezuïet (kaarten, observatorium van Peking).  

 

Gerardi Mercatoris – Atlas sive cosmographicae meditationes de fabrica mvndi et fabricati figvra. Leuven, Davidsfonds 2012.
Hardcover - 352 p. – met 3 leeslinten – verpakt in foedraal –Formaat 47,3 x 32,5 cm
Linnen uitvoering met buikband: ISBN 978 90 5826 862 4 – Prijs €140
Lederen uitvoering met buikband: ISBN 978 90 5826 879 2 – Prijs €200

'De Ptolemaeus van onze tijd'
In 2012 is het 500 jaar geleden dat Gerard Mercator het levenslicht zag. Dit wordt herdacht met een hele reeks manifestaties en tentoonstellingen op diverse plaatsen in Vlaanderen: Rupelmonde, St.-Niklaas, Leuven … En door de magistrale digitale heruitgave in facsimile van de Mercator - Hondius atlas uit 1607. Terecht! Mercator verdient het. Niet omdat er sigaren, reisbureaus, een verzekeringsmaatschappij, een prestigieuze uitgeverij van kunstboeken en zelfs een wielerploeg naar hem genoemd zijn, maar omwille van wat hij was en verwezenlijkte: een belangrijk Erasmiaans humanist, geleerde en vader van de moderne geografie. Zonder zijn inbreng keken wij nu ongetwijfeld anders naar onze wereld.



Standbeeld van Mercator in zijn geboorteplaats Rupelmonde door Frans van Havermaet, 1871.



Kaarten coderen het wonder van het bestaan. En de man die de codes schreef voor de kaarten die we tegenwoordig gebruiken was Gerard Mercator, de zoon van een schoenlapper, die vijfhonderd jaar geleden in een modderig rivierlandschap in Noord-Europa geboren werd. In zijn tijd was Mercator ‘de prins van de moderne geografen’ en zijn afbeeldingen van de wereld en de werelddelen kenden hun gelijke niet in nauwkeurigheid, duidelijkheid en consistentie.” (Nicolas Crane, biograaf van Mercator.)

Oude kaarten hebben iets fascinerend, iets dat vele mensen aanspreekt. Daarom zijn ze zo vaak uit oude atlassen gesneden, ingekaderd, duur verkocht en aan de muur gehangen. Maar er is meer. In historische cartografie spelen wetenschap, historische antropologie (wat men vroeger mentaliteitsgeschiedenis noemde), economie, techniek en technologie op elkaar in, sterker dan eender waar... Kaarten waren en zijn zelfs een politieke machtsfactor: de koloniale grenzen in Afrika; de demarcatielijn van Tordesillas (1493-1494) toen Spanje en Portugal de wereld onder elkaar verdeelden; in onze eigen streken: de Leo Belgicus die de eenheid van de 17 Provinciën bleef verkondigen, lang nadat de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden door de 80-jarige Oorlog uit elkaar waren gerukt; de kaart van Guatemala waarop Belize ingetekend stond als een Guatemalteekse provincie, of die van Irak waar hetzelfde gebeurde met Koeweit (met twee Golfoorlogen tot gevolg)...

Landkaarten, atlassen zijn tijdens de voorbije twintigste eeuw doodgewone gebruiksvoorwerpen geworden. Het voorlopige eindpunt lijkt de GPS (Global Positioning System) in de wagen, op je fiets of in je hand: een toestel dat via 30 geostationaire satellieten op 36 km hoogte zijn gegevens betrekt, maar dat tot in de laatste dagen van president Clinton onderworpen was aan militaire geheimhouding, waardoor het niet echt nauwkeurig werkte. Sinds 2005 is er Google Earth bijgekomen, waar je online kunt inzoomen vanuit de ruimte, via een wentelende globe, tot in je straat! En dat je gratis kunt downloaden op je smartphone of tablet.

Bovenstaande is een poging om te verduidelijken hoe achteloos en vanzelfsprekend wij door de technologische vooruitgang kennis benutten, waarvan het moeizaam verwerven mensenlevens lang zware studie van vele geniale geesten heeft gekost. Dat geldt zowel voor Mercator als voor de astronomische wetenschap van Copernicus of de anatomische van Vesalius (wiens De humani corporis fabrica (Over de bouw van het menselijk lichaam) in hetzelfde jaar 1543 gedrukt werd als De revolutionibus orbium coelestium (Over de omwentelingen van de hemellichamen), het postume levenswerk van de Poolse sterrenkundige).

Want die vanzelfsprekende bereikbaarheid was in de vijftiende en zestiende eeuw lichtjaren ver te zoeken. Landkaarten waren een staatsgeheim, even angstvallig bewaakt als de Amerikaanse atoomformules na de Tweede Wereldoorlog. Verkopen van zeekaarten of reisverslagen aan het buitenland, werd als hoogverraad met de dood bestraft. Dan zwijgen we nog over het alleszins niet van levensgevaar gespeende ‘veldwerk’ van de explorators, die de gegevens voor de cartografen verzamelden en van wie velen hun terreinverkenning effectief met hun leven moesten bekopen. Zo levert de geschiedenis van de cartografie meteen een alternatieve benadering op van die belangrijke periode uit de cultuurgeschiedenis die wij nu het humanisme en de renaissance noemen.

Kaarten vertellen veel over het wereldbeeld en zelfs de religieuze opvattingen van de makers en hun tijd. Waarom heet het werelddeel dat Columbus in 1492 bereikte Amerika en niet Colombia? Omdat een Italiaanse charlatan en bedrieger, Amerigo Vespucci, erin slaagde de veren van Columbus op zijn eigen baret te steken! Zo hebben wij het op school geleerd. Zo leerden de ketters, doch zij doolden. Dat bewees Alexander von Humbold reeds in 1839. Weliswaar had de in Lotharingen werkende Duitse kosmograaf Martin Waldseemüller in 1507 op de allereerste gedrukte wereldkaart voor het eerst de naam America gebruikt, naar Vespucci’s voornaam. Toen hij vernam dat niet Vespucci maar Columbus de Nieuwe Wereld had ontdekt, was het echter al te laat. De drukpers kon kennis verspreiden, maar geen foute informatie terughalen. Tot zijn ergernis leerde Walseemüller zelf het onomkeerbare bereik van deze nieuwe techniek kennen. Zijn kaart en globe hadden de naam America onuitwisbaar verspreid op vele honderden exemplaren. Waldseemüller had hem alleen aan het zuidelijke continent gegeven. Toen Mercator in 1538 zijn eerste, hartvormige wereldkaart uitgaf, prijkte daarop zowel een fors uit de kluiten gewassen Noord-Amerika (Americae pars septentrionalis) als een Zuid-Amerika (Americae pars meridionalis). En dat zou zo blijven, onherroepelijk. Alleen de Spaanse cartografen en historici wilden deze naam lange tijd niet aanvaarden, en bleven de Nieuwe Wereld eeuwenlang ‘Las Indias’ noemen.



Gerard Mercator op 62 - jarige leeftijd. Gravure van Frans Hogenberg, 1574. Uit de postume: Atlas sive cosmographicae meditationes de fabrica mundi et fabricati figura, 1595. Niet toevallig houdt Mercator de linkerhand op de kaart van Noord-Amerika en de punt van zijn passer op de polus magnetis: hij was de eerste die de kompasafwijking toeschreef aan de invloed van de magnetische pool (en erover publiceerde). De symboliek van het hele portret: hij is de man die de aardbol de maat nam.

Mercator was een nederige man met een universele visie. Terwijl zijn tijdgenoten de cartografie stuksgewijs benaderden, streefde hij ernaar de hele wereld te omvatten in overlappende, gelijkvormige kaarten. Gaandeweg sloeg hij een aantal historische mijlpalen. Hij werkte mee aan het benoemen en in kaart brengen van Amerika en hij ontwierp een nieuwe methode -een ‘projectie’- om de wereldbol af te beelden op een tweedimensionale kaart. Hij bouwde de twee belangrijkste globes van de zestiende eeuw en de titel van zijn baanbrekende ‘moderne geografie’, Atlas, werd de standaardterm voor een boekwerk met kaarten.

Hij studeerde in Leuven op kosten van een welstellende oom-pastoor. Voor hij naar de universiteit ging veranderde hij, naar de gewoonte van de tijd, zijn naam die ‘koopman’ betekent in het Latijnse Mercator. Bij zijn inschrijving in 1530 aan de Leuvense universiteit op de pedagogie De Burcht leerde hij niet alleen de anatoom Andreas Vesalius kennen, maar ook Antoine Perronet de Granvelle, de latere eerste aartsbisschop van Mechelen. Na een kort verblijf te Antwerpen, waar hij definitief de filosofie verwisselde voor een levenslange fascinatie in de geografie, keerde hij terug naar Leuven om er privé wiskunde te studeren bij Gemma Frisius, geneesheer, wiskundige, astronoom, instrumentenbouwer, en geograaf. Ondertussen leerde hij de kunst van het graveren met de burijn in koper, het maken van astronomische instrumenten en van de landmeting.



Gemma Frisius (1508-1555). Paneelschildering door Maarten van Heemskerk ca. 1545. Museum Boymans-Van Beuningen, Rotterdam. Pas in 1994 is ontdekt dat dit Portret van een anonieme geleerde het universele genie Gemma Frisius voorstelt. Frisius wijst naar een globe in de linkerhand. In plaats van landen of klimaatgordel zijn hierop de seizoenen en daarmee de verwijzing naar de leeftijden van de mens, de elementen en temperamenten afgebeeld. Hij beklemtoont zo het verband tussen de aardse microkosmos en de macrokosmische werkelijkheid.



Astrolabium in messing. Door Mercator, ca. 1545. Voor Karel V? Zeer kostbaar. Vroegst bekende instrument van de Leuvense school. Tweedimensionale voorstelling van Ptolemaeus’ wereldbeeld. Toont het universum met de schijnbare beweging van de sterren boven een bepaalde breedtegraad. Voor elke breedtegraad moet een ander stel gegraveerde gegevens aangebracht binnen de verhoogde buitenste ring.



Astronomische ring. Gebruikt om de plaatselijke tijd te bepalen door middel van de declinatie van de zon of sterren. Is een typisch Leuvens product. Mercator vervaardigde een aantal astronomische ringen, o.a. in 1552 (na Duisburg) voor keizer Karel, waarbij hij een extra paar ringen toevoegde, die de vaste meridiaan en de horizon voorstelde.

Mercator maakte zo snel vorderingen, dat Gemma Frisius hem vroeg als mede-auteur voor een wereldbol, die begin 1536 klaar geraakte. Gemma Frisius is in onze geschiedenis vooral bekend gebleven als helper van Vesalius bij nachtelijke tochten om het skelet van een gehangene binnen Leuven te krijgen. Hij had echter veel meer in zijn mars dan dat en is ten onrechte haast in de vergetelheid geraakt. Gemma Frisius (Juweel van Friesland) is een spilfiguur, een universeel genie. Hij studeerde aan de Leuvense universiteit vanaf 1525 en legde er de grondslag voor de befaamde Leuvense school voor cartografie en instrumentenbouw. Frisius was waarschijnlijk de eerste aanhanger van Copernicus in de Nederlanden. Hij volgde met veel belangstelling diens werk, nog voor de publicatie van De Revolutionibus Orbium Coelestium. Uiteindelijk koos Frisius voor de geneeskunde, maar ook daarin was er nood aan astronomie, voor de astrologie (toen nog als een volwaardige wetenschap beschouwd) en voor bepaalde behandelingen zoals aderlating, waarvan men geloofde dat er invloed was van de sterrenbeelden.

Hij schreef onder veel meer een boekje waarin hij de methode uitlegde om op grote schaal aan landmeting te doen, waarbij de landmeter zich telkens richtte op een opvallend kenmerk in het landschap (kerk, kasteel, windmolen), waarvan de coördinaten en afstanden werden bepaald via een methode van driehoekspeiling. (Dit werd tot ver in de 20ste eeuw toegepast bij militaire stafkaarten.) Een landmeter, Jacob van Deventer, had dit systeem toegepast en vrijwel de hele Nederlanden opgemeten in het kader van een groots plan om accurate deelkaarten te maken.

Mercator gebruikte zijn gegevens voor een prachtige, ongewoon nauwkeurige kaart van Vlaanderen, die hij eigenhandig graveerde op negen koperplaten. De kaart kwam klaar in 1540 en mat samengesteld 87 x 117 cm. De jonge kosmograaf (het woord ‘cartograaf' is een anachronisme, het bestaat nog maar tweehonderd jaar) stak zijn ambitie niet onder stoelen of banken.Vlaenderen. Exactissima Flandriae descriptio noemt hij zijn werkstuk, oftewel ‘heel exacte beschrijving van Vlaanderen'. In het totaal staan er meer dan duizend plaatsnamen op.

Het zou meer dan tweehonderd jaar duren voor zijn werk geëvenaard werd door de beroemde Kabinetskaart van de hele Oostenrijkse Nederlanden, voorloper van de moderne stafkaarten, op initiatief van graaf de Ferraris opgemeten en vervaardigd tussen 1771 en 1778 (1). Doch dat was een manuscriptkaart op slechts drie exemplaren. Pas nogmaals bijna 200 jaar later zouden de 275 bladen van ongeveer 135 x 85 cm, verkleind tot ca. 1/25.000, gedrukt worden door het Gemeentekrediet, vanaf 1965 en in 2009 digitaal en op groot formaat uitgegeven door uitgeverij Lannoo.
In 1543 belandde Mercator op de verdachtenlijst van de inquisitie. (1543 was niet alleen het jaar waarin het levenswerk van Copernicus en Vesalius gepubliceerd werd, maar ook dat waarin de lutheranen in Leuven vervolgd werden.) In februari 1544 werd hij in Rupelmonde aangehouden, waar hij de nalatenschap van zijn oom regelde. Het kostte zijn invloedrijke vrienden zeven maanden om hem vrij te krijgen uit de kerker. Hoogstwaarschijnlijk is deze nare ervaring verantwoordelijk voor zijn emigratie in 1552 naar Duisburg, waarheen hij was uitgenodigd voor een leerstoel aan een nieuw op te richten universiteit. De universiteit ging niet door, maar hij werd kosmograaf van de hertog van Kleef en vestigde zich definitief in Duisburg. Van hieruit zou hij nog verder werken voor Karel V en Granvelle. In 1569 publiceerde hij zijn wereldkaart in de voortaan naar hem genoemde en nog steeds toegepaste projectie. Die gebruikte hij trouwens alleen maar bij deze ene gelegenheid, terwijl al zijn andere kaarten niet volgens dit systeem ontworpen zijn! Het werd de grootste kaart die Mercator ooit maakte: 18 bladen, samen 123,5 x 202,5 cm, 2,5 vierkante meter. Zijn levenswerk, zijn ‘Atlas‘-de benaming werd door hem geïntroduceerd- is pas een jaar na zijn overlijden postuum uitgegeven door zijn zoon en kleinzoons.



Mercators wereldkaart uit 1569 in ‘Mercatorprojectie’



Mercator conforme cilinderprojectie uit een moderne atlas.

Door de evenwijdig lopende meridianen zijn de landmassa’s op hogere breedte veel groter afgebeeld dan hun werkelijke oppervlakte. Alaska is hier zo groot als Brazilië, terwijl het in werkelijk slechts 1/5 van de oppervlakte telt. Groenland is zo groot als Afrika, 17 x groter dan in werkelijkheid. De Mercatorprojectie wordt nog steeds gebruikt in zee- en luchtvaart tot een breedte van 60°. Daar boven worden de afwijkingen te groot. Ze blijft populair omdat ze toelaat een rechte koers uit te zetten tussen twee punten. Ze geeft de afstanden, de hoeken en de vorm van de continenten getrouw weer (maar dus niet de oppervlakte). Er bestaat geen enkele projectie die alle eigenschappen van de driedimensionale aardbol zonder verminkingen kan overbrengen op de vlakke kaart!

Wandkaarten slijten snel door hun omvang en ophanging en zijn daardoor haast gedoemd om te verdwijnen. De beroemde Antwerpse drukker Plantin verkocht volgens zijn bewaarde boekhouding bijna 900 Mercatorkaarten, waarvan een flink deel exemplaren van deze wereldkaart. Hiervan bleef slechts één exemplaar bewaard in het Poolse Wrocław (voormalig Breslau). Die werd in 1945 vernietigd tijdens bombardementen. Gelukkig waren er in Berlijn in 1891 zeer nauwkeurige kopieën vervaardigd. (Een soortgelijk lot had eerder reeds de wereldkaart van Waldseemüller uit 1507 getroffen. Omstreeks 1570 waren de meer dan 1000 exemplaren van de aardbodem verdwenen. Tot de Duitse jezuïet Joseph Fischer in 1901 een exemplaar ervan ontdekte in een Duits kasteel, veilig opgeborgen in een atlas van een 16de - eeuwse kosmograaf. Dit werd in 2000 door de Library of Congress in Washington aangekocht voor de ronde som van 10 miljoen dollar. Het is de duurste kaart ter wereld, in VS uitgeroepen tot nationaal patrimonium.)

Wie zich afvraagt hoe het mogelijk is dat in het verleden hele bibliotheken handschriften verdwenen zijn, krijgt hier een goed voorbeeld, twee zelfs, die notabene dateren van na de uitvinding van de boekdrukkunst!

Door zijn haast maniakale perfectionisme werkte Mercator zeer traag. Het duurde telkens erg lang eer hij een nieuwe kaart op de markt kon brengen. Het is dan ook niet te verwonderen dat niet hij, maar een jongere vriend van hem, Abraham Ortelius een fortuin vergaarde met cartografie (2). De kaarten van Mercator werden niet gedrukt door Plantin, zoals men vaak leest. Wel plaatste de beroemde Antwerpse drukker bestellingen bij Mercator, telkens een nieuwe kaart uitkwam. Plantin bezat een koninklijk privilegie, een monopolie, voor de verkoop van die kaarten. Onderzoekers hebben berekend dat hij over de jaren voor in het totaal 2500 carolusguldens bestelde bij de grote cartograaf in Duisburg. Omgerekend is dat ongeveer 250.000 euro, toch geen peulschil!

Doorheen het lange actieve leven van Mercator lopen drie constante rode draden: ten eerste wil hij de kaart van de Nieuwe Wereld blijven aanvullen met de meest betrouwbare informatie uit de meest recente ontdekkingstochten; ten tweede streeft hij ernaar de kennis van de meest noordelijke en zuidelijke streken van de aardbol uit te breiden; ten derde wil hij- als typische humanist- de definitieve tekstkritische uitgave brengen van Ptolemaeus’Geographia, gezuiverd van alle aanvullingen en verbasteringen, ingeslopen tijdens vele eeuwen van kopiëren, om daarna op basis van de herstelde oorspronkelijke tekst de meest perfecte kaarten te graveren, zoals Ptolemaeus zelf ze zich zou gewenst hebben. Net als Waldseemüller verzamelde Mercator gedurende tientallen jaren alles wat hij kon vinden, ten dienste van dit levenswerk. De uitgave van de 28 kaarten was eindelijk klaar in 1578. In het voorwoord van zijn Tabulae geographicae Cl. Ptolemaei... legt hij uit dat hij werkte vanuit drie edities met de kaarten en twee voortreffelijke tekstedities. Het zou nog tot 1584 duren voor hij een nieuwe editie kon laten drukken, ditmaal eindelijk compleet met de tekst. Weer treft het hoe moeizaam en tijdrovend in de 16de eeuw cartografische, anatomische en astronomische kennis tot stand kwam, die wij nu als vanzelfsprekend beschouwen en aanleren aan kinderen!



Michael Mercator (kleinzoon van Gerard), America sive India Nova ad magnae Gerardi Mercatoris avi universalis imitationem incompendium redacta.
Onbepaalde schaal, 37,5 x 47 cm; in: Gerard Mercator, Atlas sive cosmographicae meditationes de Fabrica Mundi et fabricati figura. Duisburgi Clivorum, 1595.

 

De Globes van Mercator

Mercator maakte voor het eerst naam door zijn medewerking aan de globe van Gemma Frisius uit 1536. Door de ontdekkingsreizen veranderde het beeld van de wereld in zo’n razendsnel tempo dat die vier jaar later al verouderd was. In 1541 kwam zijn nieuwe globe klaar, hij had een diameter van 420 mm (tegenover 370 voor die uit 1536). Het was de grootste en meest gedetailleerde gedrukte globe die ooit was gemaakt. En die kwalificatie geldt voortaan voor alles wat onder zijn burijn vandaan zou komen.

Een wereldbol is tegenwoordig de gewoonste zaak van de wereld. Er zijn potloodslijpers in de vorm van een globe; veel scholieren hebben een wereldbol op hun werktafel staan; in het televisienieuws gebruikt de VRT de projectie van een globe die vertrekt vanuit België en dan gaat wentelen tot bij het besproken land, waarna hij geprojecteerd wordt tegen een grote kaart van dat land. Op je eigen iPad kan je met Google Earth hetzelfde bereiken, tot in je eigen straat.

Hoewel de invloedrijke Strabo (64 v.Chr.?- 25 n.Chr.) als eerste de globe aanwees als de beste manier om de bekende wereld af te beelden, waren globes in de eeuwen die sindsdien verstreken een zeldzaamheid gebleven, omdat ze duur waren en er veel vakkennis voor nodig was om het aardoppervlak op een bol te reproduceren. De uitvinding van de boekdrukkunst maakte het eindelijk mogelijk om meerdere exemplaren te vervaardigen van volkomen identieke, goedkopere globes. Waldseemüller was de eerste die het nieuwe medium hiervoor gebruikte in 1507.

Globes behoorden tot de meest gecompliceerde, meest prestigieuze en kostbaarste astronomische instrumenten. Gedrukte globes -of het nu hemel- of aardglobes waren- werden zorgvuldig samengesteld uit twee halfronden van papier-maché die verzwaard en uitgebalanceerd moesten worden, vervolgens aan elkaar geplakt en met gips afgestreken om een gladde, exact ronde bol te verkrijgen. Daarna werden de papieren segmenten die taps toeliepen, geren genaamd, erop geplakt. Het kaartoppervlak van de globe werd met de hand ingekleurd en vervolgens gevernist. De voltooide globe moest op een tamelijk gecompliceerde voet worden gemonteerd. Een aardglobe werd meestal voorzien van een horizonring en een meridiaanring met graadverdeling die gebruikt kon worden om de globe op een bepaalde breedtegraad te fixeren. Op de meridiaanring stond een ‘uurcirkel’ met een wijzer. Onder een hoek met de meridiaanring bevond zich een circulis positionis die gebruikt kon worden om plaatsen te bepalen op de globe. De globe kon ook voorzien zijn van een zogenaamde gnomon sphericum, een klein boogvormig instrument dat diende om de lengtegraad te bepalen.

Verreweg het ingewikkeldst bij de constructie van een gedrukte globe was het graveren, drukken en plakken van de papieren geren op de buitenkant van de bol. Na het drukken werden de geren zorgvuldig tegen elkaar gelegd en op het oppervlak van de globe geplakt, waarbij met veel beleid moest worden geschoven en gerekt om ervoor te zorgen dat ze op elkaar aansloten en er geen ribbels ontstonden. De globe die na jarenlang voorbereidend werk zou klaarkomen, werd beschermd door een keizerlijk privilegie, vergelijkbaar met een modern patent, dat de makers een monopolie verschafte op de productie. Bij zijn latere globes leverde Mercator fraaie sierstukken in papier die aan de polen konden opgekleefd worden om eventuele kleine onvolmaaktheden bij het lijmen van de geren te verdoezelen.



Segmenten, geren, van Mercators globe uit 1541. In 1868 kocht de Koninklijke Bibliotheek van België het enige bekende stel ter wereld, toevallig het exemplaar dat bestemd was voor Nicolas Perrenot de Granvelle (1484 - 1550), raadsheer van Karel V en vader van zijn studiegenoot Antoine.
Er zijn enkele honderden kopies van verkocht. De globes in het Mercatormuseum te St.- Niklaas  waren hiermee vervaardigd, tot in 1881 ook een stel originelen kon gekocht worden in Parijs.




Mercators aardglobe uit 1541.



Hemelglobe 1551

Een groot probleem was dat globes -in tegenstelling tot een wandkaart- slechts een beperkte omvang konden hebben. En dan namen ze toch nog veel ruimte in, waren kwetsbaar en moeilijk te transporteren. Daardoor bleven ze onbruikbaar op schepen, waarvoor Mercator ze eigenlijk bestemd had. Een tweede probleem volgt uit het eerste: op de globe kan slechts een beperkte hoeveelheid geografische informatie worden aangebracht. Mercator zou dat gedeeltelijk oplossen in de volgende decennia. Om te beginnen werd zijn eerste wereldbol niet uitgesneden in houtblokken zoals die van Waldseemüller, maar met de burijn gegraveerd in koperen platen. Dat liet een fijnere belettering toe, doch was veel duurder maar tevens ook duurzamer en maakte hogere oplagen mogelijk. Daartoe ontwierp Mercator een hiërarchie van lettertypes, een methode die in wezen tot onze tijd toe onveranderd is gebleven. Voor zijn eerste globe was het resultaat nog niet perfect, maar hij zou later een boekje uitgeven over schoonschrift en lettertypes. Het probleem van de beperkte plaats voor informatie werd gedeeltelijk opgevangen door tekstcartouches in te voegen op de talrijke onontdekte gedeelten van de aardbol. Maar het bleef toch een probleem. Latere oplossingen waren afgeleid van Ptolemaeus en bestonden uit gedrukte oriëntatie- en coördinatietabellen bij de globe, waarvan mijn lichtpuntglobe vergezeld van 30.000 plaatsbepalingen een eindpunt vormt.

Mercator zou tijdens zijn lange leven nog veel tijd verliezen door talrijke globes volledig eigenhandig in elkaar te steken. Niet alleen omdat hij een perfectionist was, die zeer moeilijk kon delegeren, maar ook omdat aan een afgewerkte globe een veelvoud te verdienen viel van wat een landkaart of de gedrukte en niet gemonteerde geren opbrachten. Omstreeks 1570 verkocht Plantin de globes van Mercator voor gemiddeld 25 carolusguldens per paar (aard- en hemelglobe). Een carolusgulden is bij benadering 75 tot 100 euro. Het paar kostten zij dus toen 1875 tot 2500 euro! Plantin verkocht 18 paar globes. Hoeveel er de werkplaats van Mercator verlieten, bleef onbekend.

De uitgevers verkochten de geren en kaarten ongekleurd, de kaarten in principe als losse katernen, zodat de koper ze kon inbinden met een eigen gepersonaliseerde band. Gekleurde kaarten konden het dubbele kosten van niet - gekleurde (afhankelijk van de gebruikte grondstoffen). Het inkleuren of afsetten gebeurde met de hand door gespecialiseerde ambachtslui, die een afzonderlijke beroepscategorie vormden binnen het St.-Lucasgilde. Het was vaak het werk van vrouwen of van hele families.

Gerardi Mercatoris – Atlas sive cosmographicae meditationes de fabrica mvndi et fabricati figvra

In 1604 veilden de afstammelingen van Mercator zijn nalatenschap: de uitgebreide bibliotheek die zijn ruime interesses weerspiegelt (de catalogus bleef bewaard), atlassen en vooral de gegraveerde koperplaten van zijn kaarten en atlas. Judocus Hondius slaagde erin de schat te verwerven. Hondius -Joos Dhondt- was een West-Vlaming, naar Engeland en vervolgens naar Amsterdam uitgeweken om te ontsnappen aan de vervolging van de hervormden. Hij had zelf reeds enkele verdienstelijke kaarten op zijn actief. In 1606 bracht hij zijn eerste editie van de Latijnse ‘Mercator-Hondius atlas’ op de markt. Die kende zoveel succes, dat in 1607 al een editio secunda nodig was.

Hondius behield het concept van de Atlas van Mercator. Hij vulde de Atlas aan met 37 nieuwe kaarten. Om de atlas te vervolledigen deed hij beroep op een keur andere cartografen, zodat de verschillende, telkens geactualiseerde edities elkaar snel konden opvolgen. Tussen 1606 en 1633 verschenen niet minder dan veertien uitgaven van de Mercator-Hondiusatlas, elk goed voor meerdere drukoplagen. Hiermee verhuisde het centrum van de cartografie definitief van Antwerpen naar Amsterdam. Na 1633 werd de ‘Olympische fakkel der kosmografie’ overgenomen door het wereldvermaarde atelier van vader Willem en zoon Johan Blaeu, die op hun beurt voor een ongeëvenaard cartografisch hoogtepunt garant zouden staan (3). (Kosmografie is hier niet ijdel gebruikt. In hun fraai gegraveerde handgekleurde wereldkaarten figureren de planeten, de vier elementen en seizoenen/leeftijden van de mens, samen met de zeven wereldwonderen in de marges, als echo van een veel ouder wereldbeeld.) Toen hun Atlas Major (voor het eerst gedrukt in 1630, met de wereldkaart als eerbetoon in Mercatorprojectie) in 1662 met 600 bijgewerkte kaarten verscheen - meteen het duurste boek van de hele 17de eeuw- verdwenen Mercator en Hondius voorgoed naar de coulissen, waar de oude helden zijn bijgezet. Maar zonder hen keken wij nu ongetwijfeld inderdaad anders naar onze wereld.

 

 

Gedeeltelijk ingekleurde wereldkaart uit de atlas van Blaeu.

Het Mercatormuseum van Sint-Niklaas herbergt de grootste collectie Mercatoriana ter wereld met -naar eigen zeggen- de enige die twee originele globes bezit van de grote kosmograaf. In het museum ligt onder veel meer een exemplaar van deze editio secunda: Gerardi Mercatoris – Atlas sive cosmographicae meditationes de fabrica mvndi et fabricati figvra. Tot voor kort konden enkel de bezoekers van het museum 1 kaart van deze unieke atlas bekijken in de tentoonstelling. Weinigen hebben het origineel ooit in zijn geheel kunnen zien. Met deze facsimile uitgave komt de schitterende wereldatlas van Mercator eindelijk beschikbaar voor het grote publiek.



Titelpagina van de Editio Secunda. Hondius nam de afbeelding van Mercators postume Atlas (1595) over en voegde er de randfiguren aan toe, geïnspireerd op de symbolische voorstellingen van de werelddelen uit Ortelius’ Theatrum Orbis Terrarum (1570).

De atlas is heruitgegeven zoals hij verdient: op ware grootte, kloeke band in linnen of leer met niet minder dan 3 leeslinten, 47,3 x 32,5 cm, 6 kg. Daarmee is het de op een na grootste en zwaarste atlas uit mijn bibliotheek, na de Ferrarisuitgave uit 2009 (40 x 50 cm, 12 kg). In feite is dit meteen ook een hommage voor Hondius, die toevallig net 400 jaar geleden overleed.

Bij het bestuderen van de kaarten treft niet alleen de zorg van uitvoering, zowel in het origineel als bij dit facsimile, maar ook hoezeer Mercator standaardprincipes uitzette voor de volgende eeuwen, tot onze tijd toe. Er is de volgorde van de kaarten: eerst een geheelopname (Europa, Afrika…), dan deelkaarten, detailkaarten.

 

 

© www.MapMyWall.com /Johan Geleyns
America uit de Mercator-Hondiuseditie van 1607 (p. 304-305). Merk de illustraties: onderaan: Braziliaanse indianen, overgenomen uit eigentijdse reisverslagen; ten N.W., boven de Tropicus Cancri (Kreefskeerkring), een vaartuig met tekstpancarte ‘Navigij ex I. Japonia’, vermoedelijk echter de afbeelding van een Chinese jonk. In tegenstelling tot de meeste cartografen geeft Hondius Californië weer als een schiereiland en niet als een eiland. Zoals tot in de tweede helft van de 18de eeuw gebruikelijk zou blijven, is Amerika van het nog niet ontdekte Terra Australis (Zuidland) enkel gescheiden door de Straat van Magellaan.


De facsimile atlas telt 149 kaarten. De meeste exemplaren van deze editie tellen 146 kaarten. In de atlas was ruimte voorzien om kaarten toe te voegen. In dit exemplaar zijn inderdaad later vier kaarten ingelast, terwijl één kaart ontbreekt, namelijk de kaart van China. Dit boek bevat alle kaarten van de Atlas van Mercator uitgegeven in 1595 en de reeks van 37 kaarten die Hondius selecteerde. Bij de opsomming van de kaarten wordt vermeld welke nieuw zijn. De kaarten ontworpen door Gerard Mercator (102 stuks) of een van zijn (klein) zonen (vijf stuks) hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken, vermelden zeer veel details en moeten indertijd een geweldige indruk hebben gewekt. De kaarten van Hondius verschillen in stijl met die van Mercator. Er is meer aandacht besteed aan de versiering. Vooral de gekrulde letters vallen op. Hondius kwam hiermee tegemoet aan de smaak van het publiek, terwijl voor Mercator altijd de inhoud primeerde. Toch is de inbreng van de Amsterdamse drukker niet te onderschatten. Alle nieuwe kaarten van Afrika, Azië en Amerika, ondergebracht in deel VI van deze uitgave, zijn van zijn hand. Op de kaart van Afrika (p. 274) tekende hij bijvoorbeeld het aquaduct van Carthago in (wat natuurlijk aansluit bij de belangstelling voor de Oudheid tijdens de renaissance), maar ook dat Tunis in 1535 door Karel V veroverd was en in 1574 heroverd door de Turken. Op p. 278-279 brengt hij een ‘nieuwe beschrijving van het christelijke Congo’ met veel details. Opvallend detail: dit is weliswaar een Latijnse atlas; toch zijn op verschillende kaarten tekstpancartes in het Nederlands aanwezig. Waarschijnlijk om te vermijden dat de volledige koperplaat opnieuw moest gegraveerd.


© www.MapMyWall.com /Johan Geleyns

De kaart van Virginia (p. 308-309) is een van de later ingevoegde kaarten. Ze is georiënteerd naar het westen, bevat de typische windroos van de middeleeuwse portulanen, maar ook illustraties: linksboven de woning van ‘koning Powhatan’, rechtsonder een gewapende indiaan. Ze is gebaseerd op de kaart van kapitein Smith uit 1612- jawel, dezelfde die door Pocahontas van de martelpaal was gered. Op de kaart: Smiths nauwkeurige opmeting van Chesapeake Bay.

Achteraan vind je als ‘uitleiding’ een reeks zeer belangwekkende bijdragen van Greet Polfliet over leefwereld en werk van Mercator en Hondius, deze atlas en de collectie van het Mercatormuseum te Sint-Niklaas.

Gedoemd te verdwijnen?

Dure uitgaven als deze atlas en de Ferrariskaarten uit 1777 blijken merkwaardig genoeg ook commerciële successen. Ze bezitten blijkbaar nog steeds een unieke aantrekkingskracht die niet afneemt in deze era van GPS en Google. Integendeel.

Ook heden is de nieuwe uitgave van een (school)atlas voor een uitgeverij een bron van trots en een reuze investering. Met de grootste zorg worden de meest geavanceerde druktechnieken toegepast om in genuanceerde kleuren hoogte- en dieptereliëf aan te brengen. Daarbij is er een geactualiseerd herstel van de kosmografische traditie, vanzelfsprekend gekoppeld aan de vooruitgang van de wetenschap sinds Mercator en Hondius: satellietbeelden van de aarde, schema’s van de aarde in het heelal, de seizoenen, de stand van de zon, zons- en maansverduisteringen, de diverse soorten kaartprojecties… En hiermee belanden we opnieuw bij het begin van dit artikel: de vaststelling dat vroegere exclusieve kennis van nauwelijks enkele geleerden heden binnen het bereik ligt van leergierige leken en schoolkinderen overal ter wereld.

Zullen gedrukte papieren atlassen verdwijnen? Schooldirecteurs vinden het sleuren met die grote boeken maar niets. “We kopen geen historische of geografische atlassen meer. Alles staat op internet! En gratis.” Vaststelling: klopt uiteraard. Doch leerlingen verliezen het overzicht en kunnen geen kaarten meer lezen. Hetzelfde constateren we bij chauffeurs die uitsluitend op GPS vertrouwen. Afwachten dus.



Mercator en Hondius als collega’s in de uitgave van 1612, het sterfjaar van Hondius.

De hele atlas is digitaal raadpleegbaar.Tot 26 augustus 2012 loopt in het Mercatormuseum te Sint-Niklaas de tentoonstelling Mercator Digitaal. Multimediale tentoonstelling over het cartografische werk van Gerardus Mercator.

Didactische wenken

Vanuit dit artikel levert de geschiedenis van de Mercator-Hondiusatlas meteen een alternatieve benadering op van die belangrijke periode uit de cultuurgeschiedenis die wij nu het humanisme en de renaissance noemen.

Bijzonder bruikbaar is de leereenheid van Albert van der Kaap waar je vanuit het schilderij van Hans Holbein De Franse gezanten (1533) kennismaakt met de snelle wetenschappelijke vooruitgang, net voor Mercator en Hondius. Dit artikel gaat vergezeld van een downloadbare PowerPoint.

Wereldbeeld van de Middeleeuwen: artikel Liber Floridus (1121) en de rubriek Meer weten, onderaan.

16de eeuw: Over Mercator: uitvoerige didactische besprekingen * Mercator
* Mercator (1512 - 1594). Ontdek een geleerde uit de 16de eeuw (DigiHistoria 4)
De twee bovenstaande, een video-cd en een cd-rom van het MaerlantCentrum zijn herhaaldelijk gebruikt in een leereenheid geschiedenis-wiskunde, waarbij de module wiskunde (expliciet uitgediept in de cd-rom) uitgewerkt is door vrijwilligers. Zie: Een interactieve oefening in zelfwerkzaamheid

Grote Ontdekkingen: zie de boeken en films van Luc Cuyvers, besproken als Een maritieme wereldgeschiedenis

* Voor het netwerk van humanisten en o.m. het ontstaan van Mores Utopia, zie Joris Tulkens, De verloren droom van Pieter Gillis (2010), eveneens met didactische tips.

18de eeuw Ferraris: vergelijk de eigen gemeente en omgeving in de 18de eeuw met (indien mogelijk) de kaart van Mercator, oudere kaarten en met de situatie NU. Zie: De ferrari onder de atlassen, Joos de Rijcke- site.
De atlas is digitaal raadpleegbaar. Liefst eerst thuis wat oefenen voor je toepast in de klas.

Noten

In dezelfde sectie van de site, ook meer over Ortelius.

1. Ferraris en de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden

2. Over Plantin, Ortelius en de invloed van de Antwerpse drukkers, zie: Thomas, W. & E. Stols (red.), Columbus achterna: een wereld van papier in het kielzog van de conquistadores. Sinds eind 2013 kan een bijzonder goed bewaard en ingekleurd exemplaar van Ortelius’ Theatrum volledig digitaal doorbladerd worden op de site van de Koninklijke Bibliotheek van Nederland.


3. Goss, J. (ed.), Blaeu. De Grote Atlas van de wereld in de 17de eeuw, Lisse, Zuid Boekproducties, 1997. Er bestaat eveneens een facsimile-editie van de wereldatlas van 1662. Op internet kan je diverse drukken digitaal raadplegen. Op de site van het Regionaal Archief Leiden kan je door de hele atlas bladeren.
Er is zelfs een spotgoedkope app voor iPad, maar die bevat op dit ogenblik niet alle kaarten.

Jos Martens, mei 2012/2017