Histoforum Films

Mapping the world

Mapping the World. De geschiedenis van de cartografie - BBC 2010 - 2 dvd’s - duur: ca. 150 minuten - Engels, Nederlandse ondertitels.

Genre: documentaire
Waardering: uitstekend ****/5
Presentatie: Jerry Brotton

Mapping the world


Vooraf: door de recensent zijn relevante toelichtingen en aanvullingen die niet in de documentaire getoond worden, cursief aangebracht.


Terwijl Brotton werkte aan zijn boek A History of the World in Twelve Maps (Een geschiedenis van de wereld in twaalf kaarten, 2013), vroeg de BBC hem om een driedelige televisiereeks te produceren en te presenteren over hetzelfde onderwerp. Waarop hij gretig inging. Dat werd dan deze Mapping the World.

Ze bestaat uit drie afleveringen van elk 50 minuten:


1. Window on the World - Kijk op de wereld
2. Spirit of the Age - Tijdgeest
3. Plunder and Possession - Plundering en bezit

Een televisiereeks van 3 x 50 minuten laat immers veel meer visuele hoogstandjes toe dan zelfs een rijkelijk geïllustreerd boek. En die mogelijkheid heeft Brotton effectief rijkelijk en - vooral - verantwoord benut!

Brotton verdedigt ook hier de centrale stellingen van zijn boek met overvloedig visueel bewijsmateriaal. En hij doet het met brio!


1. De drang om kaarten te maken is een universeel, basaal menselijk instinct.
2. Zijn voornaamste these: er bestaan geen objectieve kaarten, omdat iedere kaart een sterk subjectieve constructie is die uiting geeft aan de ideologieën en machtsstructuren van de tijd waarin ze werden ontworpen.

Jerry Brotton

Kaarten vertellen veel over het wereldbeeld, zelfs de religieuze opvattingen van de makers en hun tijd (1). Met andere woorden, zonder de term te gebruiken omschrijft Brotton telkens weer wat historici kennen als standplaatsgebondenheid, een kernbegrip van de geschiedwetenschap.

1. Window on the World - Kijk op de wereld

Als oudste kaart neemt Brotton niet de Babylonische wereldkaart op spijkerschrifttablet, zoals in zijn boek, maar een in de rotsen uitgehouwen ‘driedimensionale’ voorstelling van het hele dal nabij Valcamonica (N.-Italië) en vermoedelijk 3000 jaar oud. “Maps are windows to different cultures and different times,” zegt Brotton.

Hier mist hij o.i. echter een eerste kans om het voorbeeld te verruimen naar niet-westerse culturen en andere tijden. De Inca’s deden namelijk hetzelfde op grote schaal, waarbij telkens een heel panorama vanop een hoge uitzichttop in het moedergesteente werd uitgehouwen (2). Hier eveneens discussie over de correcte betekenis, net als in Valcamonica. Is het een voorstelling van hun wereld in het klein? Zeker is het gebruik verbonden met hun kosmologische visie. Maar hoe?
Het gebruik is ook in Europa nooit uitgestorven: denk aan de maquettes van de Franse Vaubanvestingen (17de eeuw); de gedetailleerde voorstellingen in reliëf van de afzonderlijke landingsplaatsen in Normandië (juni 1944), de hedendaagse maquettes van gebouwen door architecten, tot het per laserprinter vervaardigde innovatieve 3D-plan van ‘het Turkse Pompeii’ Sagalassos op de tentoonstelling in het Tongerse Gallo-Romeinse museum in 2011.


Tijdens zijn commentaar rolt hij bijvoorbeeld een facsimile van de Romeinse Peutingerkaart (4de eeuw) uit over haar volle lengte van 6,5 m (en 35 cm smal), terwijl de camera inzoomt op de details die hij aanwijst en uitlegt. De overeenkomst met de analoog opgebouwde Chinese zeekaarten uit de 15de eeuw is verbazingwekkend (3).

Nog meer verbazingwekkend is het volgende voorbeeld: in Pembroke College (Oxford) laat Brotton door recent ontwikkelde 21ste eeuwse technologie (van Google Maps) een ultra-modern raster leggen over een 12de eeuwse Chinese landkaart met het kenmerkende traditionele vierkante coördinatiepatroon. De overeenkomst met de moderne lokalisatie is verbluffend. Alleen het verloop van de Gele Rivier klopt niet, omdat de bedding zich sindsdien verlegd heeft; daarbij staat er op de kaart een niet-bestaande rivier, omdat die is overgenomen uit respect voor koning Yu, een legendarische koning uit de 21ste eeuw v. Chr. (4)! Dit zullen we in de 15de en 16de eeuw nog vaker ontmoeten bij reeds lang achterhaalde overnames uit de Geographia van Ptolemaeus.

Via een korte uitstap langs een kaart van de Engelse kustlijn uit 1539 (op last van Hendrik VIII, voor de optimale lokalisatie van fortificaties), belandt Brotton bij het eerste moderne grootschalige cartificatieproject in het Frankrijk van Lodewijk XIV. De cartograaf Cassini wist de kustlijn van Frankrijk te bepalen. Voor het nog steeds onoplosbare probleem van de lengtegraad wendde hij zich tot de astronomie: hij mat het tijdsverloop tussen de eclipsen van de manen van Jupiter op verschillende ver uit elkaar liggende plaatsen. Toen het werk in 1682 aan de koning werd voorgelegd, bleek dat Frankrijk 20% minder uitgestrekt was in de breedte dan tot dan toe gedacht! Met een hele ploeg collega’s vatte hij dan de cartografering van heel Frankrijk aan via de triangulatiemethode (toegepaste driehoeksmeetkunde), een titanenwerk dat vier generaties Cassini’s zou bezighouden en net voor de Revolutie in 1789 voltooid was. Brotton laat met een toenmalig koperen landmeterinstrument in de tuinen van Versailles de methode demonstreren, en toont de bewaarde kladnotities en correspondentie van de betrokken equipe. De uiteindelijke kaarten waren ronduit prachtig, correct, en over het hele land vervaardigd in identieke gestandaardiseerde symbolen en termen. In vergelijking hiermee is de gelijktijdige Kabinetskaart van de (uiteraard veel kleinere) Oostenrijkse Nederlanden) door graaf de Ferraris in een ijltempo van amper zeven jaar tot stand gekomen (5)!
Nauwelijks was de Revolutie uitgebroken, of de kaart werd tot nationaal bezit verklaard en gebruikt om de nieuwe indeling in departementen op te stellen (die de oude, uit de middeleeuwen stammende feodale territoria moest vervangen). Waardoor de koninklijke kaart meteen transformeerde van een geografisch werk in een republikeins politiek instrument ter schepping van een nationale identiteit.

Ondertussen brachten de Britten met hun toenemende imperiale expansie de oceanen in kaart. James Cook, onbetwistbaar de grootste westerse navigator aller tijden, zeilde in 1768 uit ter verkenning van de Stille Oceaan, om op Tahiti de Venusovergang te bestuderen. In uiterst geheime instructies van de Admiraliteit school Cooks eigenlijke opdracht: zien of hij het mysterieuze ‘Terra Australis’ kon ontdekken en -natuurlijk- voor Engeland in bezit nemen.


Hier ontmoette hij zijn evenknie, de ongeletterde Tupaia, die zonder kaarten, op de sterren en de zeestromingen navigeerde over de enorme uitgestrektheid van de Pacific. Cook noemt hem: “De grootste navigator ter wereld.” In hedendaags Tahiti ontmoet Brotton een hedendaagse verre nakomeling van Tupaia, die hem uitlegt dat de Polynesische visie op navigeren volledig verschilt van de Europese. Brotton en hij bespreken samen een kaart die Tupaia voor Cook tekende en waarop Tupaia meer dan zeventig eilanden plaatste. De namen erbij zijn door Cook zelf geschreven. De kaart lijkt Europees, maar de afstanden zijn niet op schaal doch groter of kleiner getekend, niet naargelang hun afmetingen, maar naargelang hun belang voor de plaatselijke zeevaarders.

Merkwaardig genoeg beperkt Brotton zich hiertoe, en zegt hij niets over de typische Polynesische ‘zeekaarten’ noch over de proefnemingen van Cook om het eeuwenlange probleem van de lengtegraadbepaling op te lossen (6).



Polynesische zeekaart, samengesteld uit dunne stokjes, met boombastvezel aan elkaar gebon-den. Lange en korte stokjes stelden deiningen, zeestromingen en golven voor, terwijl eilanden door schelpjes of de kokosvezelknoopjes aangeduid werden. Ze dienden eerder als geheugen-steuntje en konden enkel begrepen worden door de maker. Deze kaart uit het Rijksmuseum Volkenkunde (Leiden) bezit geen schelpjes, maar is bijzonder goed gedocumenteerd. Ze stelt koraalatollen voor van de Marshalleilanden. (Komt niet voor in de dvd.)

Begin 20ste eeuw wemelde de wereld van duizenden kaarten, elk opgesteld volgens eigen normen, kleurencode enz. In 1913 besliste een internationale conferentie, waarop 34 naties vertegenwoordigd waren, om eenheid te brengen in de chaos door een ‘Internationale wereldkaart’ te ontwerpen, samengesteld uit niet minder dan 2500 plaatselijke kaarten, met gestandaardiseerde symbolen en kleuren, elk op schaal 1/1.000.000.
Een jaar later brak de Eerste Wereldoorlog uit en torpedeerde het veelbelovende en reeds in volle uitvoering verkerende project. In plaats van eenheid zou de oorlog alleen de nationale verschillen versterken.

Niet alleen dat. Brotton sluit het eerste deel af met een bijzonder frappant staaltje van Europese arrogantie. De grote mogendheden, vooral de Fransen en Britten, maakten gebruik van hun overwinning in de oorlog en het uiteenvallen van het Turkse rijk om hun invloed in het Midden-Oosten uit te breiden. Het hele gebied tussen de Hidjaz (sinds 1932 Saoedi-Arabië) en Mesopotamië was steeds een gebied zonder grenzen geweest, waarover nomadenstammen als de Shammar heen en weer trokken met hun kudden van zomer- naar winterweiden en terug. Nu wilde men grenzen voor Syrië, en tussen Saoedi-Arabië en Irak. In 1922 vergaderden de Brit Percy Cox en koning Ibn Saoed. Ibn Saoed betoogde dat gesloten grenzen onzin waren, gezien de historische situatie. Dit stootte bij Percy Cox op volslagen onbegrip voor de ‘kinderachtige manieren’ van de Arabische leider (en later koning). Met een arrogantie, die hem door geen enkele Duitse nazi zou kunnen verbeterd worden, nam Cox een rood potlood en trok eenzijdig de grens over de kaart. Daardoor werden de nomaden van de ene dag op de andere opgesloten binnen grenzen. Hun economie stortte ineen, want met de potloodlijn op de kaart volgde de westerse bureaucratie. Niet alleen was dit een ongehoorde uiting van westerse zelfingenomenheid, maar het hield ook geen rekening met beloften die tijdens de oorlog aan de Arabische bondgenoten onder Lawrence of Arabia waren gedaan. Kolonel T.E. Lawrence nam vol walging ontslag uit het leger: er kwam geen Arabische onafhankelijkheid, Syrië en Irak werden Franse en Britse mandaatgebieden (7).

2. Spirit of the Age - Tijdgeest

Bij het begin van de tweede aflevering ontleedt hij niet zoals in zijn boek de Engelse Hereford - kaart, maar bezoekt in het Duitse klooster te Ebstorf de gelijknamige kaart uit de 13de eeuw. Zo werkt hij complementair; daarbij is deze passage veel duidelijker dan de te donkere Hereford - reproductie in zijn boek, waar je in feite niet kunt zien wat hij zeer uitvoerig beschrijft. De originele kaart, de grootste middeleeuwse mappa mundi is in 1943 bij een geallieerd bombardement op Hannover vernietigd. Op basis van hun foto’s hebben de nonnen in hun abdij de kaart gereconstrueerd. Indrukwekkend! Een ware middeleeuwse encyclopedie, meer dan 3 meter hoog, eerder een religieuze getuigenis dan een accurate kaart. Ik kende ze alleen op foto. Maar als Brotton een aantal relevante details aanwijst en toelicht - waarop de camera natuurlijk inzoomt - komt niet alleen de kaart tot leven, doch de hele tijdgeest waarin ze ontstaan is.



 

Wikipedia vult aan dat de originele kaart uit 30 aan elkaar genaaide perkamenten vellen bestond en meer dan 2.300 tekst- en beeldbijdragen bevatte. Wat Brotton niet vermeldt: de zusters hebben niet de hele kaart kunnen reconstrueren. Als je goed oplet zie je rechts boven en links beneden twee blanco rechthoeken.

 



Zeker vanaf de 11de eeuw wist men (opnieuw?) dat de aarde niet plat is, maar een bol. Middeleeuwse wereldkaarten als deze zijn net als de kathedralen georiënteerd, dit wil zeggen dat het oosten, de Oriënt, bovenaan ligt. Daar ligt immers Jeruzalem en daar lag het paradijs, het oord van de Schepping. De kruisvorm van de Middellandse Zee verwijst naar Christus aan het kruis. Vaak is, zoals hier, bovenaan het hoofd van Christus aangebracht, terwijl zijn lichaam de hele kaart omvat. “Christus is de wereld en de wereld is Christus.” Of anders gezegd, zoals in het Liber Floridus uit 1121: Christus is de alfa en de omega, het begin en het einde van de schepping. Naar hun vorm noemt men deze kaarten O.T.-kaarten. Om werkelijk je weg te vinden over onze planeet waren zelfs de grootste en meest gedetailleerde compleet waardeloos.

 

 



Een typisch vrouwelijke toets van de kloosterlingen, tegen de heersende vrouwonvriendelijke tijdgeest in: Adam en Eva houden beiden een verboden appel in de hand, zijn dus beiden even schuldig aan de erfzonde. De slang (de verleidster van Eva) wordt altijd vrouwelijk voorge-steld. Hier echter draagt het serpent een baard, en is dus mannelijk.

Codex Mendoza en de Azteken. Stadsplan of ideologisch programma?

Terug in zijn middeleeuwse kelderruimte projecteert Brotton met 21ste eeuwse technologie een andere ideologische kaart uit een totaal andere tijd en cultuur: de Azteken. Het is de eerste bladzijde van de Codex Mendoza. Het manuscript is ca. 1540 opgesteld voor keizer Karel V op bevel van Don Antonio de Mendoza, eerste vice-koning van Nieuw Spanje (1535 - 1550), die de macht overnam van de conquistador Hernán Cortés. De codex werd op papier geschilderd door een tlacuilo, een Azteekse boekverluchter, die daartoe de inheemse pictogrammen aanwendde. Ten behoeve van de vorst zijn ze in het Spaans becommentarieerd door een Spaanse monnik. De stijl van de tekeningen is reeds niet meer zuiver Azteeks, maar Europees beïnvloed.

Dit is de enige echt onbevredigende passage in de drie uitzendingen. Wat Brotton hier vertelt is een opvatting die al meer dan een halve eeuw achterhaald is. En dat kost hem de vijfde waarderingsster! Kaarten worden inderdaad gevormd door de geschiedenis, het geloof, de rituelen en de vooroordelen van hen die ze maken. Wat een gemiste kans! Want als er één ‘kaart’ is die zijn stelling onderbouwt, dan toch wel deze van Tenochtitlan, de Azteekse hoofdstad, beter nog dan de middeleeuwse Ebstorf-kaart.
Alleen wat hij zegt over het schedelrek (tzompantli) en het verband met de mensenoffers klopt.

Tijdens zijn commentaar vloeien, zonder enige duiding, mooie beelden vluchtig over het scherm: de piramides van de veel oudere cultuur van Teotihuacan; Chichén Itzá, met de piramide van Kukulcán (De Gevederde Slang, Quezalcoatl in het Nahuatl, de taal der Azteken). Ligt weliswaar in Mexico (schiereiland Yucatán), behoort echter tot de Mayacultuur.


Codex Mendoza. Stichtingskaart van Tenochtitlan, ‘het Venetië van Mexico’.

Het Azteekse wereldbeeld was een van de meest complexe constructies die ooit op deze planeet aan de menselijke geest zijn ontsproten. De afbeelding in de Codex Mendoza is slechts in schijn een stadsplan, in werkelijkheid echter een kosmologisch model, een ideologische kaart. Betekenis: het plan van Tenochtitlan stelt de kosmos voor, die nog eens verkleind hernomen wordt in de Grote Tempel. In de centrale afbeelding rust een klauw van de adelaar op de vrucht van de vijgencactus: een metafoor voor mensenoffer. Betekenis: Tenochtitlan moet de wereldorde in stand houden door heilige oorlog voor mensenoffers (gesymboliseerd door het schild met werppijlen onder de adelaar). Het tafereel is later inderdaad opgenomen in het wapenschild en de vlag van Mexico. Met één wijziging (waarover Brotton heenglijdt): de adelaar heeft nu een slang in de snavel, wat in het origineel niet voorkomt. Na de verovering door de Spanjaarden hebben de Azteken de stichtingsmythe aangepast, zodat de verwijzing naar de offers verdwenen is (8).

In de voor-Azteekse metropool Teotihuacan (100 v.Chr. - 650 n.Chr.) bestond een analoge situatie: de Piramide van de Zon en die van de Maan herhaalden twee (heilige?) bergen in het ‘klein’. Dit schijnt een gemeenschappelijk kenmerk te zijn van de precolumbiaanse hoogculturen. Bij gebrek aan beter noem ik deze opvatting: Concreet-abstract. In feite is deze definitie perfect toepasbaar op een landkaart en zeker een wereldkaart!


Kaarten & statistiek

Tijdens de 19de eeuw krijgen stadsplannen en kaarten vaak nieuwe taken toebedeeld. Of zijn het eerder lichte wijzigingen? Brotton start met een stadsplan van Londen. Bij een bijzonder dodelijke cholera-epidemie in 1854 wist de arts John Snow het stadsbestuur te overtuigen via een plan van enkele wijken, waar met gekleurde staafstatistieken kon aangetoond worden dat besmet water van een openbare pomp de oorzaak was van de hoge sterftecijfers. Hij liet de pomp afsluiten en als bij wonder kwam er prompt een einde aan de vele sterfgevallen. Daarna werd er 17 jaar gewerkt aan een globaal overzicht om de ziekte en armoede in Londen in kaart te brengen. De eenvoudige ingreep van Snow luidde de geboorte in van de moderne epidemiologie en voor wat de sanitaire revolutie is gaan heten.

Statistische kaarten met verspreiding en afkomst van emigranten, geloofsovertuigingen, kindersterfte, alfabetisatiegraad, verspreiding van AIDS enz. enz. zijn tegenwoordig gewoon geworden.

Daarna toont Brotton een kras en mij totaal onbekend voorbeeld uit de Tweede Wereldoorlog: een geheime Duitse kaart van de Verenigde Staten, met in cirkeldiagrammen staat per staat het aantal inwoners van Duitse afkomst en het percentage mensen dat al dan niet gevoelig zou kunnen zijn voor Duitse propaganda. Doel: de VS overspoelen met nazipropaganda om te voorkomen dat het land in de oorlog zou treden aan de kant van de Engelsen. Dat gebeurde uiteindelijk toch, niet in de eerste plaats door Duits toedoen, maar door de aanval van de Japanners op Pearl Harbor (Hawaï) op zondag 7 december 1941.


Hier zijn landkaarten dus een oorlogswapen geworden. Het tweede voorbeeld is schrijnender: een kaart van Tsjecho-Slowakije met de geografische verspreiding van zigeuners en joden. Die werd korte tijd later gebruikt voor grootschalige deportaties naar de concentratiekampen!

De Mercatorkaarten en de meeste westerse kaarten kregen het verwijt dat ze Europa dan wel Amerika veel te groot en als centrum van de wereld voorstelden. In 1973 veroorzaakte de Duitse geograaf Arno Peters ophef door een nieuwe ‘objectieve’ voorstelling van de wereld. Hij kon zijn bewering niet hard maken, want zijn langgerekte wereldkaart veroorzaakte vervreemding en is nooit echt doorgebroken. Er bestaat immers geen enkele projectievorm die aan alle basisvereisten kan voldoen om de ronde aarde op een plat vlak af te beelden. De ideale kaart moet namelijk de volgende kenmerken bezitten:
- vormgetrouw (behoud van vorm, of 'conform'), paradigma: de Mercatorkaart
- oppervlaktegetrouw: dit is de Mercatorkaart duidelijk niet!
- afstandsgetrouw (gelijke afstanden of 'equidistant')

Voor wereldkaarten wordt vaak een projectie gekozen die een compromis vormt tussen oppervlakte- en afstandsgetrouw, of men combineert diverse projectiemethodes. Elke schoolatlas geeft in zijn eerste bladzijden een keur van diverse courante projecties. Mijn meest recente wereldkaart van National Geographic uit 2012 is een equidistante azimutale projectie.

En dat brengt ons bij de allerlaatste ontwikkeling: Google Earth, waarbij je kunt inzoomen van de blauwe planeet in de ruimte, tot je eigen straat en huis. Begin 2010 was dit al door een half miljard mensen gedownload!

 

3. Plunder and Possession - Plundering en bezit

Rogier II en al-Idrisi

Brotton start zijn derde hoofdstuk in Palermo op Sicilië, in het jaar 1130, met de kroning van Rogier II. Dit is de aanleiding tot de samenwerking tussen Rogier en de grootste geograaf van zijn tijd: de moslim Muhammad al-Idrisi. Aan dit project hebben wij reeds uitvoerig aandacht besteed bij twee gelegenheden, waaraan we hier refereren (9) - zie eerst Lyons (2012) onder voetnoot 1.

 


Een exemplaar van al-Idrisi’s Boek van Rogier in het Arabisch, bewaard in de universiteit van Oxford.

Ptolemaeus getoetst

Dan doet hij een flinke stap terug in de tijd.
Bosham in Sussex (Z.O.- Engeland), nu een piepklein kustdorpje, eertijds Magnus Portus, een bloeiende haven aan het uiterste uiteinde van het Romeinse rijk. Dit is een van de ruim 8000 plaatsen waarvan de coördinaten figureren op de wereldkaart van Ptolemaeus, Alexandrië ca. 150 n. Chr. Met zijn zegsman controleert Brotton de coördinaten op een ultramoderne draagbare GPS. De breedteligging is vrijwel correct. “Indrukwekkende prestatie voor 2000 jaar geleden en van op zoveel mijlen afstand,” concludeert Brotton. Iemand moet dus hier geweest zijn, de sterrenhemel geraadpleegd hebben voor de ligging en die gegevens teruggebracht hebben bij de grote kosmograaf in Egypte. De meridiaan van de lengteligging klopt echter absoluut niet. Op dit probleem zal hij later nog terugkomen.
Of Ptolemaeus ooit kaarten getekend heeft bij zijn tabellen, is onzeker. Wat hij wel gedaan heeft, is een projectiemethode ontwerpen (twee zelfs) om een driedimensionale globe over te brengen op een platte kaart. Ptolemaeus legde een wiskundig raster over de aarde, dat is zijn blijvende prestatie voor alle volgende generaties. En natuurlijk toont de film dynamisch dat raster. De uitleg hierbij is vrij beperkt; voor nadere uitwerking verwijzen we naar de bespreking van zijn boek Een geschiedenis van de wereld in twaalf kaarten.

Waldseemüller en de geboorteakte van America

Palos (Spanje) 3 augustus 1492. Drie scheepjes zeilen uit met een bemanning van 90 zeelui. Christoffel Columbus is op weg om een kortere westelijke route te vinden naar China, korter dan de tochten naar het oosten van de Portugezen rond Afrika (6). Columbus had zijn reis jarenlang voorbereid. Hij steunde onder meer op de modernste wereldkaart, die van Martellus uit 1489. Martellus corrigeerde Ptolemaeus door Afrika buiten de onderste rand van zijn kaart te laten doorlopen: de Portugezen hadden immers bewezen dat het continent omzeilbaar was. Voor de rest bleef hij Ptolemaeus trouw, die de wereld veel te klein had berekend. Columbus schatte dat hij China zou bereiken in 21 of 25 dagen. Het werden er 35, maar hij had natuurlijk geen idee dat een totaal onbekend continent in de weg lag!

Over de bronnen van Columbus’ aardrijkskundige kennis is aardig wat bekend: zijn bibliotheek is in Sevilla verzameld en bewaard door zijn (onwettige) zoon Fernando Colón (1488 - 1539).
Veel van de boeken in diens bibliotheek bevatten nog Columbus’ eigenhandige aantekeningen en commentaren in de marge (
10).

De gevolgen van zijn tocht zijn bekend: Columbus belandde op een aantal eilanden, waarvan hij geloofde dat ze bij Azië hoorden, maar die in werkelijk de voorposten waren van een vierde continent.
Het oude beeld van de wereld was voorgoed veranderd. En noodgedwongen moest zich dat weerspiegelen in nieuwe wereldkaarten. Die kwamen er al snel, met alleen de kusten ingevuld: die van Juan de la Cosa (de Baskische eigenaar van de Santa Maria) reeds in 1500; de schitterende Cantinokaart in 1502, waarschijnlijk aangevuld met de laatste gegevens van Amerigo Vespucci’s reizen. Vespucci was als eerste ervan overtuigd dat hij te maken had met een nieuw zelfstandig, vierde continent, dat niet verbonden was met Azië, zoals Columbus meende.

In 1507, een jaar na Columbus’ dood, publiceerde een groepje geleerden in St. Dié in de Vogezen een boekje met daarin op twaalf losse bladen de allereerste gedrukte moderne wereldkaart plus de geren (segmenten) om zelf de eerste gedrukte globe in elkaar te knutselen. De kaart staat op naam van een der medewerkers, de Duitse kosmograaf Martin Waldseemüller. Als de twaalf bladen aan elkaar werden gelijmd, vormden zij een wandkaart van 1,5 x 2,5 m. Spectaculairder nog voor de toekomst: de kaart beeldde als eerste de Nieuwe Wereld af als een afzonderlijk, door oceanen omgeven continent. En op het zuidelijke deel verscheen voor de eerste maal de naam AMERICA. Waldseemüller noemde het vers ontdekte continent naar de Italiaanse ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci. Hoe dat kon gebeuren is uitvoerig uiteengezet in Het vierde werelddeel (2009) van Toby Lester) en in mijn eigen artikelenreeks De geboorte van ‘America’, op de Joos de Rijcke-site (11).

Binnen een jaar waren er meer dan duizend exemplaren van de kaart verkocht. En binnen een halve eeuw waren die alle van de aardbodem verdwenen: wandkaarten slijten snel. Tot één exemplaar kort na 1900 in een Duits kasteel werd teruggevonden, veilig beschut in een eeuwen oude werkatlas van een 16de eeuwse kosmograaf en in 2003 verkocht aan de Library of Congress van de VS. Voor 10 miljoen dollar. De duurste kaart ter wereld. “De geboorteakte van Amerika.”

 



In onze eigen bijdrage over Waldseemüller (voetnoot 1) werken de hyperlinks naar de James Ford Bell Library (Univ. Minnesota) niet meer -een blijvende ergernis bij internetartikelen- zodat je de geren (12 cm. hoog) en de (per computer ingekleurde) wereldkaart uit 1507 zelf niet meer kunt vergroten. Vandaar dat we ze hier afdrukken. De link naar een gedetailleerde beschrijving van elk van de 12 bladen van de wereldkaart met vertaling van de Latijnse inscripties (in het Engels) functioneert gelukkig wel nog tot op heden (maart 2014).

 



Duitse herdenkingspostzegel uit 2007 met de 12 bladen van de Waldseemüllerkaart. (Eigen foto)

1569. Mercator en zijn wereldkaart

Geschiedenis speelt in drie interfererende dimensies: tijd, ruimte, socialiteit. In historische cartografie is hun interdependentie sterker dan eender waar: wetenschap, historische antropologie (wat men vroeger mentaliteitsgeschiedenis noemde), economie, kunst, techniek en technologie... Kaarten waren en zijn zelfs een politieke machtsfactor: de koloniale grenzen in Afrika en het Midden-Oosten; de demarcatielijn van Tordesillas (1493-1494) en het vastleggen van de lijn aan de andere kant van de globe (waarvoor zelfs de wereldkaart opzettelijk vervalst werd); de kaart van van Irak waar Koeweit ingetekend was als een Iraakse provincie, met twee Golfoorlogen tot gevolg….

Bij het Verdrag van Tordesillas in 1494 hadden de twee supermachten van die tijd, Spanje en Portugal, de wereld onder elkaar verdeeld volgens het principe van het Mare Clausum (Gesloten Zee: de oceaan hoort toe aan de natie die het land heeft ontdekt). Maar hoe liep die demarcatielijn aan de andere kant van de aardbol? De Portugees Magellaan had in Spaanse dienst bewezen dat die inderdaad rond was, door zijn reis om de wereld (1519-1522), die hem het leven had gekost.

In 1529 ontmijnde een wereldkaart een gevaarlijke internationaal geschil. De Molukken, een eilandengroep in de Pacific produceerden muskaatnoot en kruidnagel, twee specerijen die hun gewicht in goud waard waren. Diogo Ribeiro (een Portugese cartograaf) tekende een prachtige wereldkaart, waarin hij de betwiste eilanden, bezet door de Portugezen, in de Spaanse hemisfeer legde. De kaart straalde zoveel autoriteit uit, dat de Portugezen de winstgevende archipel met begrijpelijke tegenzin overlieten aan hun rivalen. Maar Ribeiro’s kaart was bewust en manifest onjuist!

Navigatie was in de 16de eeuw een risicovolle onderneming. Piloten (stuurlui), die op verre afstanden een vaste kompaskoers uitzetten, kwamen vaak veel te ver naar het noorden of het zuiden uit. Schuldige is de kromming van de aardbol en de weergave ervan op een vlakke kaart. De man, die het probleem zou oplossen was Gerard Mercator. Nu maakt Brotton een tochtje naar Rupelmonde, waar hij ontdekt dat Mercator figureert als folkloristische Vlaamse reus in een herdenkingsstoet. En dan bezoekt hij het Mercatormuseum in St.-Niklaas. Hier benadert hij vol respect de zaal met de kaarten en vooral de globes van Mercator. Mercator had al wat kaarten op zijn actief, maar zijn aardglobe van 1541 en hemelglobe van 1551 worden beschouwd als de mooiste van de hele eeuw (en zijn hier prachtig gerestaureerd).
Brotton toont dynamisch - het voordeel van film - hoe Mercator tot zijn wereldkaart kwam; hij verlengde de meridianen van de taps toelopende geren tot evenwijdige rechte lijnen, waardoor de landen in de breedte worden uitgerekt, naarmate ze zich verder van de evenaar verwijderen.
Brotton besluit: “Het is de belangrijkste kaart die ooit gemaakt is en bepaalt voor ons in het Westen tot op de dag van heden het beeld van de wereld zoals we die kennen.”

Veel meer over Mercator, zie onder : Nieuw leven voor een oude atlas


De V.O.C. en Willem Blaeu

Ontworpen voor navigatie, maakte de Mercatorprojectie kaarten ook veel nuttiger voor ontdekkingsreizen. En niemand begreep dit beter dan de kooplieden van de V.O.C., de Nederlandse Verenigde Oost-Indische Compagnie, gesticht in 1602, met een handelsimperium dat zich uitstrekte van Afrika tot Japan. Stuurlui namen de beste kaarten mee, en brachten de correcties die ze onderweg maakten mee terug, waar ze door de hoofdcartograaf werden ingetekend op weer betere kaarten.

In 1633 stelde de V.O.C. Willem Janszoon Blaeu aan als hoofdcartograaf. Hij had zijn eigen goedlopend cartografiebedrijf. In zijn luxueuze atlas plaatste hij voor de eerste maal de wereldkaart in Mercatorprojectie in een boek. Hiermee populariseerde hij die projectie, die tot dan toe helemaal niet populair was. in tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, heeft Mercator nooit veel promotie gevoerd voor de naar hem vernoemde projectie. Hij gebruikte ze slechts één keer: in 1569 voor zijn wandkaart en zelfs niet voor zijn baanbrekende postume Atlas… uit 1595. Voor zijn wereldkaart, waarmee de atlas opent, past hij een projectie toe met gebogen, naar de polen toelopende meridianen en versmallende breedte.

Meer over Blaeu dan Brotton toont: in het Mercatorartikel.

 



Wereldkaart in de Latijnse atlas van Willem Blaeu tussen 1630 en 1660. Mercatorprojectie. Ingekleurd. Bij America staat:“Anno Domini 1492 door Chr. Columbus voor de koning van Castilië ontdekt en vernoemd naar Amerigo Vesputius in 1499.” In kader: links de vier elementen (vuur, lucht, water, aarde); rechts: de vier jaarge-tijden en leeftijden van de mens; boven: de planeten (maan, Mercurius, Venus, zon, Mars, Jupiter, Saturnus);
onderaan: de zeven klassieke wereldwonderen. De randversieringen verbinden de aardse cartografie met de
macrokosmos en de geschiedenis.


Greenwich en de lengtegraad

In de 19de eeuw gebruikte zowat elk land voor zijn kaarten én tijdrekening een eigen ‘vertrekpunt’ als nul-meridiaan. Meest populair waren de meridiaan van Parijs en die van Greenwich, bij Londen. Heel vluchtig toont Brotton hier de chronometer van Harrison in werking, helaas zonder een woord uitleg, zodat de meeste kijkers ongetwijfeld geen benul hebben van wat ze zien (6).

In 1884 vergaderden de afgevaardigden van 25 naties om alle kaarten te standaardiseren vanaf één vertreklijn. De keuze van een nul-meridiaan werd nu een kwestie van imperiaal prestige tussen Engelsen en Fransen. Uiteindelijk viel de keuze op Greenwich. De Fransen onthielden zich knarsetandend. En het zou nog 25 jaar duren voor ze hun eigen meridiaan van Parijs zouden opgeven. Die meridiaan is -net als de nulmeridiaan in het National Maritime Museum van Greenwich- in koper ingelegd. Je kunt hem door de hele stad volgen, een populaire wandeling sinds Dan Brown en zijn megaseller De Da Vinci Code (2003).

Tegenwoordig is de hele aarde in kaart gebracht. Toch blijft er nog betwisting sudderen over niet opgeëiste territoria. In 2007 kreeg het tijdvak van ontdekking en plundering een tweede leven, toen Rusland een titaniumvlag plantte op de zeebodem, pal onder de Noordpool. Andere landen haastten zich om op hun beurt delen van het gebied te claimen, met het oog op te verwachten bodemrijkdommen als olie en gas. Om toekomstige conflicten te voorkomen heeft de universiteit van Durham een kaart opgesteld met de gerechtvaardigde territoriale aanspraken van alle landen die aan de Noordpool grenzen. Voor de eerste keer in de geschiedenis zijn de kaartenmakers gericht op vrede en niet op verovering.

Bespreking

Mijn hele leven ben ik intensief in de weer geweest met kaarten en atlassen allerhande: als leerling, student en - professioneel - als historicus en docent aardrijkskunde; tenslotte als auteur en in nascholingscursussen voor leraren. Toch slaagt Brotton erin mij telkens weer te verrassen met verhelderende en tot bezinning nopende gezichtspunten die nog nooit eerder bij mij waren opgedoken. Chapeau! Driewerf! Hierbij valt wel te noteren dat ik eerst deze documentaire zag, voor ik zijn boek vond (waarvan de bespreking zal volgen in Histoforum Didactiek). De afleveringen zijn veel directer dan de vaak veel te langdradige uitweidingen in het boek, wat een serieus pluspunt is!

Het gepresenteerde beeldmateriaal is verbluffend. Soms komt het overeen met de hoofdstukken uit het boek, soms is het complementair. Zeker de dynamische ontwikkelingen van bijvoorbeeld de projectierasters bij Ptolemaeus of Mercator zijn veel duidelijker dan de beschrijvingen in woorden.

Omwille van haar intrinsieke waarde en het schitterende beeldmateriaal annex dito gebruik ervan verdient de reeks een extra vermelding.
Dit belet niet dat er toch een aantal hiaten zitten in de uitzendingen, voornamelijk bij de behandeling van niet-Europese culturen.
Enerzijds hangt dit samen met het medium en moet men zelfs bij 150 minuten tijd regelmatig gaan condenseren, wat ten nadele uitvalt van de diepgang (vandaar het uitzonderlijk aantal voetnoten en tekstaanvullingen).
Anderzijds zijn behoorlijk wat sequenties te lang gerekt, terwijl die tijd elders beter had kunnen benut worden. Dit is vooral het geval voor de scènes waar Brotton op verplaatsing experts of musea bezoekt. Net alsof men zegt: “We hebben hier een dure reis gemaakt, we moeten waar krijgen voor ons geld.”

Didactische tips

De reeks richt zich tot een ruim geïnteresseerd publiek.
Voor onderwijsdoeleinden is ze in haar geheel bruikbaar in lerarenopleidingen, zeker voor geografen. Meer zelfs: een must!

In voortgezet onderwijs: voor aardrijkskunde & geschiedenis biedt ze van 1ste tot 6de jaar vooral mogelijkheden door bruikbare fragmenten.

NOTEN

1. Op deze website is in enkele jaren tijd veel aandacht besteed aan wereldbeelden in de ruime betekenis van het woord. Zo is een hele cluster, een heel netwerk bij elkaar gebracht met veel unieke en niet eerder gepubliceerde illustraties, zeker als je rekening houdt met de hyperlinks. Vandaar de vele voetnoten.

Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika. Zeer uitgebreide PowerPoint presentatie met begeleidende tekst. De syllabus bestaat uit drie delen, de Azteken, Teotihuacan: stad der goden, navel van de wereld en Maya, kinderen van de tijd. De tekst kan tevens in een Wordversie gedownload.


Middeleeuwen: De Coene, K., De Reu, M. & De Maeyer, Ph. (ed.), Liber Floridus 1121. De wereld in één boek, Tielt, Lannoo, 2011, 191 blz.

Nieuw leven voor een oude atlas met een nieuw wereldbeeld. Gerard Mercator en de heruit-gave van de Mercator - Hondius atlas uit 1607
Een uitgebreidere versie van onderstaand artikel met recente aanvullingen is in PDF toegevoegd. De eerste versie was de Europese bijdrage op een internationaal colloquium in 2012 over Mercator en zijn tijd in Seoul, Korea.

Aldersey-Williams, H., Anatomie. De ontdekking van het menselijk lichaam. Amsterdam: Uitgeverij. Thomas Rap, 2013, 381 blz.

Lyons, Jonathan, Het huis der wijsheid. Hoe Arabieren de westerse beschaving hebben beïnvloed, Amsterdam, Bulaaq - Antwerpen, EPO, 2010, 335 blz.

Een groot deel van de teksten van deze artikelen is gebaseerd op Waldseemüller en de geboorte van ‘America’, Joos de Rijcke-site.
2. Over deze opvattingen in Tawantinsuyu, het Incarijk, voornamelijk: De Bock, E. (redactie), Inca’s. Capac Hucha, Rotterdam, Wereldmuseum, 2010, 173 blz.

Over de Inca’s in het algemeen, zie onder veel meer:
Inca - Peru. 3000 jaar geschiedenis, Brussel, Kon. Musea voor Kunst en Geschiedenis, 1990,2 delen, 503 en 312 blz.

De Bock, E. (red.), De erfenis van de Inca's. Zonen van de Zon & Dochters van de Maan, Rotterdam, Museum voor Volkenkunde, 1992. 252 blz.

Joos de Rijcke-site, Knop: Eeuw van Joos, Het leven bij de Inca’s

3. Zie op deze site De Chinese armada met in de recensie een detailfoto van een dergelijke kaart.

4. Waldseemüller en de geboorte van ‘America’, deel 2: De wereldreizen van Zeng He, 2.16: Chinese cartografie.

5. Ferraris en de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden.

Een uitvoerigere versie in PDF: Ferraris. De Ferrari onder de atlassen.

6. Over de Polynesische zeevaarders: Een maritieme wereldgeschiedenis: Cuyvers, L., Tien-duizend jaar varen, Leuven, Davidsfonds, 2003 + DVD (4delige tv-reeks). In het tweede boek dat in het artikel besproken wordt, De ontdekking van het Oosten, Tielt, Lannoo, 2005, behandelt Cuyvers de tochten van de Portugezen (ook weer vergezeld van schitterende DVD).

 
Over Cook: Waldseemüller en de geboorte van ‘America’, deel 1: De wereld in kaart, I: Harrison en de plaatsbepaling op zee en J: De fenomenale James Cook.


7. T.E. Lawrence was al een levende legende voor hij zijn Seven Pillars of Wisdom, schreef (Londen, Jonathan Cape, 1976, 5de druk (1ste 1926), 545 blz.).
In 1962 werd hij beroemd bij een nieuwe generatie door de film Lawrence of Arabia onder regie van David Lean. De film betekende de internationale doorbraak voor hoofdrolspe-lers Peter O'Toole en Omar Sharif.

In Robert Graves’ Dat hebben we gehad beschrijft die zijn kennismaking en vriendschap met de enigmatische Lawrence.

8. Voor meer achtergrond over deze ‘kaart’: Martens, J., Meso-Amerika in tentoonstelling, boek en film. Deel 1: Moctezuma en de Azteken, in: Instituut voor Amerikanistiek, 2011/1, p. 2-19 (PDF) 


Uitvoeriger duiding over de verschillende culturen en over de Codex Mendoza (ontstaan en inhoud) vind je in de onder voetnoot 1 vermelde Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika.br />
99. Rogier II en al-Idrisi vind je als downloadbare PDF in Waldseemüller…Deel 2. De wereld-reizen van Zheng He, 2. 16bis (met enkele recentere aanvullingen).


10. Een overzicht van de werken, gepubliceerd in het Columbusjaar 1992 (zowel (jeugd)romans als naslagwerken),  op de Joos de Rijcke-site: 1492, het jaar van Columbus


11. Toby Lester is net als ondergetekende een amateur op het gebied van de geschiedenis van de cartografie, zelfs geen historicus. Ik volgde dan nog een paar eeuwen geleden aan de universiteit een semester geschiedenis van de geografie, maar heb bij Lester meer bijgeleerd dan in mijn cursus van destijds! Brotton daarentegen is een academische specialist, professor Renaissance Studies aan de Queen Mary University, London en toonaangevende expert in de geschiedenis van de cartografie. En dat merk je!

Waldseemüller en de geboorte van ‘America’ (2003-04).

Zie ook op de site van de Library of Congress: Universalis Cosmographia Secundum Ptho-lomaei Traditionem et Americi Vespucii Alioru[m]que Lustrationes.

Jos Martens, maart 2014