home digitale didactiek lesmateriaal ict en geschiedenis contact


Grieken en Romeinen in Feniks

 

 

 

 

 

Grieken en Romeinen

Negen lessen over hoofdstuk twee van Feniks, gemaakt door Mark Beumer

Het komplete lespakket - inclusief verantwoording en evaluatie- staat in een word bestand

LES 4

Algemene doelstellingen leerlingen

Kennisdoel: de leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen wat ‘klassiek’ en ‘imperialisme’ zijn en hier twee voorbeelden van geven (dimensie 2-3-4-5).

Vaardigheidsdoel: leerlingen kunnen gegeven feiten kritisch interpreteren en bekritiseren.

Algemene doelstellingen docent

Kennisdoel: de docent heeft kennis van de klassieke vormentaal van de Griekse kunst en kan hier voorbeelden van noemen zoals de Speerdrager en het Prima Porta beeld van Augustus.

Vaardigheidsdoel: de docent kan kennis verbreden en verdiepen en toepassen in betekenisvolle situaties (dimensie 3-4).

Toelichting: doordat deze paragraaf geen expliciet antwoord geeft hoe de klassieke vormentaal is ontstaan, acht ik het meer nuttig oorzaken en gevolgen van Romanisering te bespreken, omdat dit begrip vaker zal voorkomen en in meer specifieke situaties. Bovendien is dit een uitgelezen kans om oorzaak en gevolg van een algemene definitie over te laten gaan naar meer genuanceerde en specifieke situaties. Op deze wijze kunnen leerlingen al beter oefenen met causale kwesties, zodat zij hopelijk het causale redeneren zullen ontwikkelen, totdat de uiteindelijke opdracht uit het onderzoek zal worden toegepast. Het kunnen noemen van expliciete voorbeelden van Griekse kunst is ook een voorbeeld van specifieke gevolgen, als reactie op Romeins imperialisme.

2.3 Imperium Romanum (kernlessen)

Volgens het boek steunt de Europese cultuur op drie pijlers, namelijk de klassieke cultuur, het christendom en de Industriële Revolutie. (1) Met deze laatste pijler ben ik het niet eens. Ik vind het erg vreemd dat hier de Industriële Revolutie genoemd wordt. Het gaat hier immers om het begrip cultuur. Eerder ben ik geneigd hier de (Duitse) Romantiek te noemen en de Verlichting.

            In de 18e eeuw zinspeelt de Duitse Romantiek namelijk op de volledige terugkomst van de Griekse cultuur. Dit is namelijk cultuur in zijn meest originele vorm. Een belangrijke naam die hierbij genoemd moet worden is Winkelmann. Hij is de grondlegger van de kunstgeschiedenis ofwel de esthetische revolutie in Duitsland. Volgens hem kan Westerse kunst en cultuur alleen bestaan, wanneer men de Grieken navolgt. Winkelmann proclameert op grond van de Griekse kunst die hem onder ogen kwam een nieuwe schoonheid. Hij zal die nieuwe schoonheid omschrijven met woorden als sereen en mild en stil. Winkelmanns schoonheidsideaal wordt belichaamd in de Griekse cultuur ten tijde van Perikles, een periode van vijftig jaar vanaf de Slag bij Salamis (480) tot aan het uitbreken van de Peloponnesische Oorlog (430), in de tijd waarin tragedieschrijvers als Aischulos en Sophokles werkzaam waren, waarin Plato doceert, waarin Polykleitos en Pheidias beeldend kunstenaar zijn. (2) Bovendien heeft de Verlichting ons op het spoor gebracht van het rationalisme, democratie, de scheiding tussen kerk en staat, mensenrechten en individualisme. Belangrijke waarden die vrijwel overal in Europa zijn terug te vinden. (3) 

Zoals al gezegd wordt hier de vraag gesteld hoe de klassieke cultuur zich door Europa verspreidde. Het antwoord is al deels in de vorige paragraaf aan de orde gekomen. Nu wordt er echter toegespitst over Julius Caesar, die door het zaaien van verdeeldheid ingang kreeg tot Gallië door de Treveren. Zij zouden over de beste ruiterij beschikken. Het was een gewoonte om bij overwonnen plaatselijke volkeren de eigen stamleider aan het bewind te laten. Hierdoor was er minder weerstand tegen het nieuwe gezag. Bovendien konden plaatselijke stamleiders door de Romanisering burgerschap en burgerrecht verkrijgen. (4)

            Na de burgeroorlogen als gevolg van de mislukte ambities van Caesar, wordt zijn adoptiefzoon Octavianus als overwinnaar naar voren geschoven. Hij krijgt de naam ‘Augustus’, wat de Verhevene betekent. Pas onder het bewind van Augustus komt Gallië pas echt onder het Imperium Romanum. Het gebied van de Treveren kwam te liggen in de nieuwe provincie Gallia Belgica. De ongeveer zestig stammen die in dit gebied leefden, werden tot één bestuurlijke eenheid samengevoegd (civitas) en kregen een gezamenlijke hoofdstad. Dit werd Trier in het huidige Duitsland. De stedelijke elite in Trier bestond vrijwel geheel uit Treveren. Die hadden zelf, zoals alle Kelten, een hoogontwikkelde beschaving. Toch gingen ze steeds meer zaken van de Grieks-Romeinse cultuur overnemen. (5)

Doel overheid: De groei van het Romeinse wereldrijk, met als gevolg de verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur in Europa; centraal staat het begrip Romanisering.

Noten


[1] Venner en Haperen, Feniks, 46.
[2] Blois, L. de, Griekenland als bakermat van de beschaving?, Hoorcollege 2, dinsdag 05-09-2006 (15.45-17.30 uur). Onderdeel van cursus Europa. Historisch Beschouwd (2006-2007); Evers, M., De esthetische revolutie in Duitsland 1750-1950 (Budel 2004) 11-22.
[3] Leemans, I., De Verlichting als Europese verworvenheid, Hoorcollege 12, dinsdag 03-10-2006 (10.45-12.30 uur). Onderdeel van cursus Europa. Historisch Beschouwd (2006-2007).
[4] Venner en van Haperen, Feniks, 46-47.
[5] Ibidem, 46-47.

 Grieken en Romeinen 4

 

Copyright © 2010 Mark Beumer