Rosemary Sutcliff. Marc, de verschoppeling. Rotterdam, Uitgeverij Christofoor, 1979, 2de druk, 104 blz. – recente herdrukken.
Marc, de verschoppeling
Marc, de verschoppeling is een historische roman van Rosemary
Sutcliff, spelend in de 12e eeuw in Engeland.
Historische romans
Marc, de verschoppeling
"Bedenk maar dat de helft van de
wereld bestaat uit dwazen. Maar bedenk ook dat ze het
niet kunnen helpen. En laat het je niet trots maken,
want er is een kans dat we zelf nog dwazer zijn dan
iedereen bij elkaar." (Rahere, de nar, p. 33) |
Inhoud
Engeland,
12de eeuw. Marc, de kreupele kleinzoon van het kruidenvrouwtje,
wordt na de dood van zijn grootmoeder als 'heksenjong' uit het
dorp gejaagd onder een regen van stenen. Dagen later en mijlen
verder wordt hij uitgeput gevonden en naar een abdij gebracht.
Als manusje-van-alles ontmoet hij hier op een avond een vreemde
gast van de monniken: Rahere, de nar van koning Hendrik. De nar
noemt hem 'broeder' en suggereert dat hij misschien wel. eens
zou kunnen terugkomen om Marc te halen. In de volgende jaren
leert de jonge verschoppeling lezen en ontpopt hij zich tot een
buitengewoon begaafde genezer en kruidendokter. In het voorjaar
van 1123, als Marc negentien zal worden en reeds de monnikspij
draagt, keert Rahere terug. Vlak buiten de muren van Londen wil
hij een ziekenhuis bouwen. Pas na de dood van de oude pater, die
zijn leermeester was, beantwoordt Marc de roep van de
droefgeestige nar en wordt ziekenmeester in het nieuwe godshuis.
De uitgestotenen der aarde
Deze beknopte beschrijving laat het boek beslist onvoldoende
recht wedervaren. Marc, de verschoppeling is een
volwaardige Sutcliff. Anders dan
Het koningsteken. Een koning voor de Dalriaden
richt het zich tot een jonger publiek (ca. 12 j.) zonder dat de
karakters aan nuancering inboeten - al is de opzet veel
eenvoudiger van uitwerking.
Zoals in de meeste Sutcliffs is de hoofdpersoon een
verstoteling, een lichamelijk gehandicapte, zoals de schrijfster
zelf! Haar fysieke zwakte zindert door in Drem uit
Om het Rood van de Krijger in Marc en in de meeste
hoofdpersonen van haar boeken.
Telkens overwinnen haar protagonisten hun lichamelijke zwakte
door zich in te zetten voor anderen in plaats van in hun hoekje
weg te kruipen. Marc geneest een reeds afgeschreven hond en door
pure wilskracht heelt hij het stijve been van een jonge
meestersteenhouwer, die eveneens reeds afgeschreven was.
Wellicht is het haar persoonlijk leed dat haar boeken, ook die
voor de jongste lezers, doorgloeit met een menselijke warmte die
je moeilijk in een recensie kunt vangen, doch bij het lezen zeer
sterk aanvoelt. Ook haar liefde voor dieren, vooral honden,
krijgt hier weer gestalte in de oude afgeleefde hond Valiant.
Misschien is de gevoelige blik van een gehandicapte nodig om
onder het eelt van onze geestelijke handicaps het aanvoelen van
andermans verborgen kwaliteiten wakker te schudden.
Toch ligt de voornaamste verdienste van dit boek misschien wel
op een ander terrein: de zeer interessante beschrijving van de
middeleeuwse geneeskunde. Sutcliffs liefde voor de natuur was
ons al bekend. Nu blijkt dat ze ook op het gebied van de
kruidengeneeskunde even beslagen op het ijs komt.
Voor een verdere analyse van haar oeuvre in het algemeen
verwijzen we naar de besprekingen op deze site, voornamelijk bij
Om het rood van de krijger.
Werken met het boek
Wij zouden aanraden het boek in een tweede of derde jaar
voortgezet onderwijs te laten lezen door enkele leerlingen,
terwijl andere groepjes parallel bijvoorbeeld De goede slang
van G. Trease lezen, dat chronologisch iets later speelt in
hetzelfde Engeland. Nog andere groepjes kunnen De
heksenkring van I. Baeyer lezen (1). Dit zijn geschikte
oudere romans. Via de bibliotheek kun je vlot recentere verhalen
erbij betrekken.
De verschillende groepjes kunnen dan hun indrukken, zowel over
de literaire kanten als over de geneeskundige aspecten
uitwisselen, toetsen aan een boek over kruidengeneeskunde (2)
en voor de klas brengen.
Een aanrader hierbij, voor de liefhebbers en vrijwilligers: de
broeder Cadfael historische detectives van Ellis Peters,
bijvoorbeeld Het gemene gewas (Engels: Monk’s Hood),
Amsterdam, De Boekerij, 1988, 213 blz. – recente herdrukken. De
meeste verhalen zijn tevens verfilmd en te verkrijgen op DVD.
- Een luik actualiteit mag echter niet
ontbreken. Is er heden geen ‘uitstoting’ meer? Twee voorbeelden
voor het vuistje weg, beide in Afrika: de moorden op albino’s of
‘heksenkinderen’ – de werking van Mercy Ships. Ongetwijfeld
kunnen leerlingen nog heel wat meer voorbeelden vinden.
Bijlage:
de geneeskrachtige kruiden, voorgeschreven voor alle
abdijen door Karel de Grote (ca. 800)
Noten
(1) De goede slang verscheen vroeger onder de titel
De rode torens van Granada.
Een werkmodel vindt u bij
Om het rood van de krijger en uitvoeriger: J.
Martens en M. Paquet,
Gelezen tijd (2009
Meer over heksen:
Heksen, hermelijn, hoogmoed en onmondige vrouwen
(Histoforum Magazine 2015).
Of voor een ruimere leereenheid: J. Uyttendaele,
Mariken van Nieumeghen: Heks of heilige?
(2) Kruidenboeken zijn tegenwoordig in elke bibliotheek of
dieetwinkel te vinden. Bruikbaar is: Van Dijk, P.,
Volksgeneeskunst in Nederland en Vlaanderen, Deventer,
Uitg. Ankh-Hermes, 1982, 2de druk, 224 blz.
Tuinen met geneeskrachtige kruiden vind je eveneens op
verschillende plaatsen in België en Nederland.
Zie de
Bijlage.
Jos Martens, oktober 2021