Guy Brugmans.
NachtLicht. Wat aan de verovering van Mexico voorafging.
Hasselt, Uitg. Lezensweg, 2019, 303 blz., literatuur- &
woordenlijst. ISBN 978-94-6388-619-2. €18,95.
Nachtlicht is uitgegeven in eigen beheer. Meer info op de
website van de auteur.
www.lezensweg.be
Waardering: * * * * */5
Poort naar een verdwenen wereld
In 2021 is het precies vijfhonderd jaar geleden dat de Spanjaarden onder leiding van Hernán Cortés Tenochtitlán, de hoofdstad van de Azteken innamen en verwoestten. In hun veroveringstocht zouden ze de culturen van de Azteken en hun buurvolken bijna volledig uitwissen. Wat de conquistadores niet beseften was dat hiermee tevens het gordijn viel over een lange reeks beschavingen met een heel apart karakter. In het vaak ondankbare klimaat van Mexico zagen ze de laatste nabloei van culturen, die reeds oud waren toen Rome zich een weg worstelde naar een plaats op het wereldtoneel. Volkeren van wie vaak niet eens de echte naam gekend is: Olmeken, Tolteken, Zapoteken, Maya…
Historische romans
Poort naar een verdwenen wereld
Jos Martens
Inhoud
Met NachtLicht schreef Guy Brugmans een gedegen onderbouwde
historische roman die zich situeert in de tijd die hieraan
voorafging. Tussen 2005 en 2009 verbleef de auteur in Mexico,
waar hij kennismaakte met de fascinerende oude culturen. Daarna
heeft hij zich gedurende lange tijd verdiept in de
wetenschappelijke literatuur over de Azteekse en Zapoteekse
Precolumbiaanse culturen.
Het verhaal speelt in de periode 1486 - 1498 in het zuiden van
Mexico, de huidige staat Oaxaca ( Zie
Bijlage). Het dorpsleven
kabbelt schijnbaar ongestoord verder, eentonig als vanouds.
Schijnbaar. Er zijn duidelijk onderhuidse spanningen in de
maatschappij, die doordringen tot in de families. Het is immers
een woelig tijdsgewricht waarin de Zapoteken, de Wolkenmensen,
onder druk staan van de opdringerige Mixteken, de Regenmensen -
en niet te vergeten: de bloeddorstige Mexicas, de Azteken.
NachtLicht is een jonge fluitspeler in een Zapoteekse
weversfamilie, in rouw om de dood van de oudste zoon GroteArend.
Hij is getuige van steeds bitsere discussies tussen zijn
verdraagzame vader en strijdvaardige broer, de krijger
SnelleCoyote, die ervan uitgaat dat de vijandige Mixteken zijn
broer hebben vermoord. SnelleCoyote zint op wraak en wil zich
als huurling aansluiten bij de Mexicas, het machtige
krijgersvolk dat onder de nieuwe heerser Ahuitzotl grote
gebieden onderwerpt.
Als hij verneemt dat zijn zus WitteWolk zich op de markt met een
Mixteekse edelsmid heeft onderhouden, beslist hij om te
vertrekken.
NachtLicht maakt zich grote zorgen om het lot van zijn broer.
Nadat hij VogelVrouw, zijn grootmoeder en zijn leidsvrouw, de
blinde zienster (sjamaan) DodeOgen, heeft geraadpleegd, besluit
hij hem te gaan zoeken. Met zijn zus WitteWolk, een vaardige
weefster, maakt hij de verre en gevaarlijke tocht naar
Tenochtitlán, nu Mexico-Stad.
Gelukkig krijgen ze de steun van de Azteekse verkenner Meyotl,
onderweg toevallig ontmoet, die hen ook zal introduceren in
Tenochtitlán. Zo wordt WitteWolk toegelaten in een belangrijk
Weefhuis en NachtLicht in het al even veeleisende Muziekhuis.
De schitterende en ontzagwekkende hoofdstad van de Mexicas maakt
een diepe indruk op hen, zoals ze dat later zal doen op de
Spaanse conquistador Bernal Diaz del Castillo (1).
Veel vrije tijd is geen van beiden gegund. Wel duikt de
Mixteekse edelsmid SterHand weer op die duidelijk een oogje
heeft op WitteWolk, wat zij bedeesd, maar even duidelijk
beantwoordt.
Plan van Tenochtitlán: het Venetië van Mexico in het meer van
Texcoco. In feite een reeks meren met verschillend zoutgehalte.
De dubbeltempel in het ceremoniële centrum weerspiegelt
bovendien de twee hoogste vulkanen van de Vallei van Mexico: de
Ixtaccihuatl (Liggende Vrouw, 5230 m) en de Popocatépetl
(Rokende Berg, 5426 m)
NachtLicht vindt zijn broer SnelleCoyote terug. Deze is echter
volledig verblind door de Mexicas en de krijgsroem die hij kan
vergaren. In geen geval wil hij weer naar het dorp van zijn
jeugd.
De glorie en de gruwel
In gezelschap van Meyotl en SterHand wonen de twee Zapoteken een
ware offerorgie bij in het centrale dubbele Godhuis, geleid door
Ahuizotl in hoogst eigen persoon. WitteWolk verdwijnt al meteen
en NachtLicht verliest het bewustzijn, misselijk van het
bloederige schouwspel.
Dit is een kantelmoment. Als er dan nog een aardbeving volgt, is
de maat vol. Is dit de gramschap van de goden voor de hybris van
Ahuitzotl? Na acht maanden in de hoofdstad van de Mexicas nemen
de jonge Zapoteken afscheid en keren weer naar huis.
Sterhand laat de hand van WitteWolk vragen aan haar vader. Die
stemt toe. Doch van het huwelijk komt niets terecht als de
Mixteek, anoniem beschuldigt van diefstal, met schande overladen
uit zijn betrekking wordt ontzet.
Omdat SnelleCoyote niet zal terugkeren beslissen de betrokken
families zijn echtgenote GeurigeZapote toe te wijzen aan
Nachtlicht. Zij huwen en betrekken een nieuwe aanbouw bij het
familiehuis.
Maar er staan hun nog dramatischer gebeurtenissen te wachten,
waardoor hun leven diepgaand zal veranderen.
Ahuitzotl (Codex Mendoza)
De druk van de Mexicas op de volkeren van het Wolkenland (het
huidige Oaxa) neemt in de volgende jaren gestaag toe. Ahuitzotl
eist vrije doorgang naar het zuiden voor zijn pochtecas, de
handelaars-verspieders.
Op regelmatige afstanden richten de Mexicas versterkte militaire
posten op om de weg ‘te beveiligen’. De heersers van Mixteken en
Zapoteken zien de bui hangen. Eindelijk verenigen zij zich en
mobiliseren hun krijgers.
Niets te vroeg.
In het jaar EenHuis, 1493, verjagen zij de Mexicas. Een jaar
later, TweeKonijn, volgt het tegenoffensief en de bloedige
vergelding. De heerser van de de Zapoteken, Cocijoeza ontwijkt
de strijd en trekt naar het zuiden, aan de landengte.
Nog een jaar later, in DrieRiet trekt Ahuitzotl met zijn leger
naar Guatemala. De geallieerden besluiten hem bij zijn terugkeer
op te wachten aan de landengte, bij de bergvesting Guizii.
Cocijoeza mobiliseert het hele volk, alle weerbare mannen.
NachtLicht trekt als hulpkrijger en drager mee met de eindeloze
colonne naar het zuiden. Hier, bij het heuvelfort ziet hij voor
het eerst de zee, de machtige Stille Oceaan.
In VierVuursteen, 1496, arriveren de Mexicas en breekt de strijd
los. De gevechten duren met tussenpozen maanden en maanden.
Ditmaal slaagt Ahuitzotl er niet in de vesting in te nemen,
ondanks de versterkingen, aangevoerd uit het verre Tenochtitlán.
NachtLicht draagt zijn steentje bij aan de verdediging. Zelfs
hele rotsblokken! Wanneer de Mexicas toch doorbreken, raakt hij
betrokken in de schermutselingen. Hij doodt zijn eerste man. Bij
een tweede verbitterde gevecht met een Arend, een elitekrijger,
doodt hij andermaal zijn tegenstander, maar loopt aan het
bovenbeen een diepe wonde op, van een maquauhuitl (smal slaghout
met vlijmscherpe messen van obsidiaan in de zijkanten).
Tenslotte sluiten de aanvoerders een plechtig bestand. Na
duizenden en duizenden doden.
De overlevende strijders en ook NachtLicht kunnen naar huis.
‘Maar er ligt een schaduw over hem, de schaduw van een vloek’
(p. 267). Om zijn ziel te ontlasten zoekt hij troost bij
DodeOgen, de oude zienster. Tijdens zijn bezoek overvalt haar
een akelig visioen: het naderende einde van hun wereld!
Bespreking. Evocatie van een onbekende cultuur
Vooraf: illustraties.
Nachtlicht is uitgegeven zonder
illustraties.
Overvloedig bruikbaar beeldmateriaal tref je in deel 1 en 2 van
Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika en hun wereldbeeld
(2011) - syllabus & zeer uitvoerige PowerPoint, gratis
downloadbaar. In onderstaande bespreking is de verwijzing naar
de nummers van de dia’s in vetjes gezet.
Historische romans zijn reisverhalen in de tijd. |
Structuur
Bovenstaande Inhoud is niet veel meer dan een lichtjes
aangevulde flaptekst. Hij geeft de plot weer, maar doet het werk
geen recht. Het boek is zoveel meer. Zoveel rijker.
Met Nachtlicht schreef Guy Brugmans een roman die binnen een
breed opgezet en stevig gedocumenteerd historisch kader de
persoonlijke ervaringen van de hoofdpersonen evoceert in
authentiek, origineel taalgebruik en intussen tevens veel
informatie verstrekt zowel over tijdgeest als over concrete
gebeurtenissen, ruimte en tijd.
De tijdgeest is geëvoceerd zoals ik uiterst zelden heb gelezen,
en nog nooit in het Nederlands wat deze periode betreft, vlak
voor de Conquista van Mexico. Je maakt kennis met zowat alle
mogelijke aspecten van het dagelijks leven: de meubels, huizen,
weeftechnieken, de geografische omgeving, fauna en flora (met
talloze in Europa onbekende dieren en planten), klederdrachten,
voeding, opvoeding en onderwijs enz. Maar nog veel belangrijker:
met de denkwereld, het wereldbeeld, de religieuze filosofische
achtergronden van de betrokkenen. De roman zuigt je binnen in
een wereld, sedert eeuwen verdwenen, maar hier vibrerend van
leven op het fluitspel en het weefgetouw van het woord.
NachtLicht is een model, een voorbeeld van verantwoorde
historische antropologie, een remedie tegen vervlakkende
lectuur. Kortom, die hele wereld gaat voor je open, op
voorwaarde dat je de moeite wil nemen om de paden van de
schrijver te volgen op zijn route door landschap en tijd. Een
krachttoer!
Dit is geen leesvoer voor liefhebbers van oppervlakkige spanning
of snelle actie. Een historische roman van dit uitzonderlijke
gehalte heb ik reeds zeer lang niet meer gelezen!
Het begint al bij de structuur.
In de inleiding geeft de auteur noodzakelijke informatie, nodig
om het verhaal te kunnen volgen: over de gebruikte kalenders die
een bepalende invloed hadden op het volledige leven en over het
20-delig telsysteem.
Het verhaal is ingedeeld in 13 hoofdstukken - een heilig getal
voor de Zapoteken - elk onder de auspiciën van een godheid,
zoals elke dag van de kalender onderworpen was aan een eigen
god.
De woordenlijst met Zapoteekse woorden en namen is evenmin een
overbodige luxe. Zij vergemakkelijken of versnellen het lezen
niet, maar bevorderen zeker de inleving. Dit heb ik de laatste
decennia node gemist in veel (adolescenten)romans, omdat alles
hertaald werd naar hedendaags Nederlands. Guy Brugmans maakte
het zich hierdoor beslist niet gemakkelijk. Omwille van de
historische authenticiteit heeft hij alle na de Spaanse
Conquista ingevoerde termen vermeden.
Woorden als tempel of tortilla vallen onder deze categorie. Maar
ook plaatsnamen: Monte Alban (Witte Berg), de aloude heilige
plaats van de Zapoteken heeft zijn naam pas gekregen door de
conquistadores; Lyobaa, hun latere heilige hoofdstad is reeds
door de Mixteken herdoopt in Mitla, de stad van de god der doden
Mictlantecuhtli en ingang tot zijn onderwereld.
Daarom de twee kaartjes van de hoofdvallei: eerst de Zapoteekse
plaatsnamen, daarnaast de identieke vallei met de huidige namen.
De hoofdstukken zijn genummerd met de tekens van het
twintigdelige Zapoteekse telsysteem.
Het getal 13 in Zapoteekse tekens:
cirkels voor eenheden, balken voor het getal 5
De laatste decennia is er -ook in het Nederlands- veel materiaal
ter beschikking gekomen over de Maya’s en Azteken.
Van de Mixteken leerden we uitvoerig de edelsmeedkunst kennen
(2). De Zapoteken en hun geschiedenis bleven grotendeels
onontgonnen terrein, terra incognita.
Nochtans zijn zij de dragers van de oudste, nog steeds bestaande
Meso-Amerikaanse cultuur.
Benito Juarez, de enige inheemse president van Mexico (ca. 1865)
is afkomstig uit hun volk en nog steeds een nationale held.
‘Achter elke beschrijving van een historische roman zit een boek opzoekingen, soms zelfs een hele bibliotheek… De brengers van verhalen worden onderschat zoals de kennis die aan een goed historisch verhaal ten grondslag moet liggen, wordt onderschat.' |
De reeds eerder geciteerde uitspraak van de toonaangevende
literaire criticus Kees Fens (1929-2008) over de details in een
historische roman is hier nogmaals op zijn plaats. Voor dit
grandioze boek is effectief de volledige bibliotheek benut die
ik in meer dan 25 jaar over Precolumbiaans Meso-Amerika heb
gelezen! Plus een aantal werken, voornamelijk over de Zapoteken,
die ik niet gelezen heb wegens onbereikbaar!
Focalisatie & Taal en stijl
Guy Brugmans schrijft stilistisch zeer plastisch en sterk
filmisch-visueel. Lees bijvoorbeeld het bijwonen van de
mensenoffers, p. 131 e.v.
Iedereen die ooit in Mexico in de buurt van de vulkanen, of
Monte Alban en Mitla is geweest, iedereen die hier ooit een
zonsopgang heeft meegemaakt ziet de kleuren, het ochtendwaas, de
wolken, ruikt de geuren.
Doch het zijn vooral de inhoudelijke aspecten die subliem zijn
uitgewerkt.
Positief is het opnemen van verhalen, mythes en ook liederen (p.
34) die bij alle Precolumbiaanse culturen van Meso-Amerika een
grote rol speelden. Net als muziek en poëzie
(3).
Dromen en visioenen hadden een erg belangrijke, vaak beslissende
invloed zoals in haast alle culturen over de hele wereld, vele
eeuwen en duizenden mijlen verwijderd van Sigmund Freuds
Traumdeutung (1900). Denk aan de Bijbel: de droom van Jozef in
Egypte over de zeven vette en de zeven magere koeien. Of de
voorspellende visioenen van de Pythia van Delphi in haar
orakelspreuken.
Het visioen van de oude zienster DodeOgen, aan het einde van het
boek, is er niet zomaar bijgesleurd. Tijdens het bezoek van
NachtLicht overvalt haar een akelig visioen: het naderende einde
van hun wereld!
De Azteken mogen dan al na de verovering hun geschiedschrijving
aangepast hebben aan de gewijzigde situatie, uit de vergelijking
van diverse bronnen wordt het effectief duidelijk dat de komst
van de vreemdelingen in heel het rijk voorafgegaan werd door een
aantal als zeer ongunstig beschouwde voortekens. Dat was in de
eerste plaats het geval bij de Tlatoani Moctezuma, die volgens
het verhaal maandenlang bezocht werd door nachtelijke dromen en
visioenen, waardoor hij de fatale aankomst van Cortés beschouwde
als de voorspelde terugkeer van de god Quetzalcoatl (4).
De auteur wendt verschillende taalregisters aan: lyrisch of
episch bij de gedachten van zijn hoofdpersonen onderling of bij
natuurbeschrijvingen. Opvallend zijn de stijlveranderingen
wanneer NachtLicht met zijn zussen praat, of later in de oorlog
met de Mexicas.
Treffend daarentegen zijn de vele plechtige dialogen met ouders,
hoger geplaatsten of begroeting van vreemdelingen. Voor
hedendaagse lezers, zeker voor jongeren, komen ze kunstmatig,
geforceerd en theatraal over. Die plechtstatigheid was echter
voorgeschreven. Zie hiervoor het zesde boek van dat unieke werk,
de Historia General van Bernardino de Sahagun
(5).
Je kunt vergelijken met de reële situatie in Engeland en vooral
in Duitsland tot een eind in de 20ste eeuw. Je sprak je vader
aan als “Sir” of “Mijn heer Vader”. En je ging Zijne Hoogheid
beslist niet storen of lastigvallen zonder audiëntie en grondige
reden!
Een wereld achter de woorden
Het vertelperspectief vanuit NachtLicht als focalisator heeft zo
zijn consequenties.
Voor hem zijn vele gegevens uit zijn cultuur vanzelfsprekend. En
dus legt hij ze niet uit, of vermeldt ze slechts terloops.
Sommige aspecten worden later verduidelijkt in de gesprekken
tussen de personages. Andere vereisen toelichting voor de lezer,
die uit een heel andere tijd en cultuur komt. Voor deze
categorie lezers leent het boek zich uitstekend tot verdere
kennismaking.
Enkele relevante voorbeelden.
Het begint al bij NachtLichts ontwaken, als hij binnentreedt in
het grote woonvertrek.
(p. 20-21)
- Allereerst legt hij zijn rechterhand op de
grafsteen en bidt
tot de voorvaderen, dan tot Cocijo, god van regen en bliksems.
Zoals de meeste Precolumbiaanse volkeren in Anahuac begroeven de
Zapoteken hun overledenen hoogstwaarschijnlijk onder de
familiewoning. Dit past in de algemeen verspreide
vooroudercultus. Zie de hedendaagse erfgenaam van deze gebruiken
in de Dagen der Doden (1 november) wanneer hele gezinnen de
nacht doorbrengen op het kerkhof met offerandes voor de
terugkerende overledenen (6).
Absolute zekerheid hebben we niet: van de Zapoteken zijn
uitsluitend ceremoniële gebouwen bewaard, geen gewone huizen.
- Moeder zet de bakplaat op het vuur, kneedt het deeg in
balletjes, klapt het heen en weer tussen haar handen en legt de
platte lap op het vuur. Met vlugge bewegingen draait en bakt ze
de koeken. Zo gebeurt nog steeds op het inheemse platteland bij
het bakken van de tortillas.
Weeftechniek dia 72 en 73.
- WittWolk omgordt reeds haar weefgetouw. Weven was vrouwenwerk
en geschiedde en geschiedt nog steeds door middel van een
opgehangen heupweefgetouw. Dit lijkt een primitieve en vooral
langzame methode, vergeleken bij de gelijktijdige systemen met
schietspoel bij ons. Maar levert weefsels van onovertroffen
kwaliteit op. Aan de gedragen klederen (en hoofddoeken) kan men
de herkomst en de maatschappelijke stand van de draagster
afleiden. In de patronen zijn tot op heden vaak zelfs
kosmologische motieven, verhalen en legenden ingeweven. Zie
Montoya 2003. (7).
Maar werken op een Europees weefgetouw is een mannenzaak, zoals
je op de Youtube-filmpjes over het Zapoteekse Teotitlán del
Valle kunt zien. De Spanjaarden brachten deze getouwen naar de
Nieuwe Wereld. In Ecuador wordt de invoering toegeschreven aan
de Brabander Joos de Rijcke (1498-1578), de eerste Nederlander
in het Incarijk.
Joos de Rijcke,
Buggenhout-Ecuador 1498-1998 index (telenet.be)
p.159. WitteWolk: “De Mexicas zijn anders. Hun weefsels zijn
geweven van angst en gedrenkt in bloed.”
heupweefgetouw.
VogelVrouw spint de katoendraden met draaiende bewegingen van
haar spindel
in de pompoenkom. Zo gebeurde het in dezelfde periode ook bij
ons. Zie
De ene rokkent wat de andere spint
Spinschijfjes van gebakken aardewerk werden van oudsher (reeds
voor het begin van onze tijdrekening) in heel Latijns-Amerika en
prehistorisch Europa meegegeven in vrouwengraven. Het spinrokken
is uit houten twijgen vervaardigd en dus meestal in de grond
vergaan.
- p. 37. De Precolumbiaanse volkeren van Meso-Amerika kennen
geen gemunt geld. Toch is dit geen zuivere ruilhandel. Hoe werkt
zulke geldloze economie? Op de plaatselijke markt vraagt
WitteWolk aan Sterhand hoe hij wenst te betalen voor haar
weefsels: “Cacaobonen of kopermesjes”.
Dit wordt later aangevuld als ze in Tenochtitlán de grote markt
van Tlatelolco bezoeken (p. 113). Kopers betalen met (holle)
ganzenpennen, gevuld met goudstof, of met kostbare veren, of
katoenen mantels, koperen mesjes, belletjes of cacaobonen. De
onderlinge waardeverhoudingen van de diverse ‘betaalmiddelen’
waren vastgelegd, zoals heden met bijvoorbeeld verschillende
wisselkoersen ( Zie Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika,
dl. 1, dia 84 & 85)
Analoge situaties tref je zowat overal ter wereld aan.
Bijvoorbeeld in Europa en Mesopotamië, waar tijdens de Bronstijd
(ca. 2000 v. Chr.) koperen ‘ossenhuiden’, de zgn. ingots als
universeel aanvaard betaalmiddel golden. (Zie hiervoor
Godendeemstering deel 2).
- p. 38. Zegt NachtLicht tot zus WitteWolk: “Vergeet de kalk
voor het kookwater niet.” Zonder verdere uitleg. Voor een
Zapoteek is dat duidelijk: de maïs voor de platte koeken (wat we
nu tortillas noemen) dient geweekt in kalkwater om voedzaam te
zijn (8).
- p. 44 “De regenmensen zijn meesterlijke schilderschrijvers.”
Er zijn acht Mixteekse vouwcodices met beeldschrift op
hertenleer bewaard, waarvan de meest bekende de zgn. Codex
Vindobonesis Mexicanus I (Codex van Wenen) - met zijn 52
gevouwen bladzijden en totale lengte van 13,5 m de langste- en
de meer toegankelijke Codex Nutall met de geschiedenis van
AchtHert Jaguarklauw (zie Precolumbiaans wereldbeeld, deel 2,
dia 49-56).
Herhaald op p. 75: zijn grootmoeder vertelt kort de geschiedenis
van de Mexicas en hoe ze alles hebben overgenomen van andere
volken. De heilige kalender en het oude tekenschrift hebben ze
overgenomen van de Zapoteken, zegt ze. Van de Zapoteken is geen
enkel vouwboek bewaard “Wat laat vermoeden dat de Zapoteken het
gebruik van het schrift nog niet kenden,” meent de befaamde
Mexicanist Felipe Solis (9). Lijkt onwaarschijnlijk. Hier
vergist hij zich vermoedelijk. Dat er niets bewaard is, bewijst
niet dat het er niet geweest is! Na de Conquista door de
Spanjaarden zijn overal alle ‘heidense’ bibliotheken op de
brandstapel beland. In het Zapotekengebied resten alleen de
oeroude en raadselachtige stenen inscripties in de muren van de
even raadselachtige ‘danzantes’ op de Monte Alban. Wel vinden we
daar reeds het 20-delig telsysteem dat later door de Maya zal
gebruikt worden: cirkels voor eenheden, balken voor het getal 5.
De Olmeken, de laatst ontdekte cultuur (vanaf 1939), wordt
beschouwd als de oudste, de moedercultuur. De laatste decennia
vragen de geleerden zich af of deze (proto)Zapoteken niet nog
ouder zouden zijn!
Bladzijde uit de Codex Vindobonensis.
Felipe Solis heeft inderdaad ongelijk, Guy Brugmans en
ondergetekende hebben het inderdaad bij het rechte eind. Wat
doet dat deugd! Januari 2024 ontvingen we van een lezer 2
uitvoerige samenhangende PDF's, waarvan we hier een toevoegen:
Javier Urcid, Zapotec Writing. Knowledge, Power and Memory
in Ancient Oaxaca, PDF 2005. (Volledige pdf
hier)
Net als wij meent professor Urcid dat de Zapoteken inderdaad
schrift kenden en ontwierpen, ook al zijn er geen boeken
bewaard. Hij wijt dit aan het vergankelijke materiaal waarop
geschreven werd. Over een misschien wel beslissend aspect glijdt
hij heen: de streek van en rond Oaxaca is na de Spaanse
conquista gekerstend door de dominicanen. Anders dan de
franciscanen in het Aztekengebied hebben zij niet alleen alle
uitingen van het 'duivels' geschriften grondig vernietigd, maar
er ook zeer weinig over gepubliceerd, in tegenstelling tot onder
anderen Bernardino de Sahagun, over wie we het nog zullen hebben
in een afzonderlijke bijdrage.
Bladzijde uit de begeleidende PDF.
Interpretatie van afbeeldingen. Voor leesbare afbeelding klik
hier (even scrollen).
- p. 47 Nieuwe Tlatoani (Spreker = heerser) Ahuitzotl
(WaterHond), opvolger van Tizoc, de 7de Tlatoani (Hij die offers
brengt). Een paar keer wordt de inhuldiging van het Grote
Godhuis vermeld (de huidige Templo Mayor) op Chicuei Acatl
(8-Riet = 1487). Hierbij zouden 20.000 mensenoffers gebracht
zijn!
(Zie:Precolumbiaans wereldbeeld, deel 1, dia 11-28).
Nezahualpilli (1464-1515), Eerste Spreker van Texcoco,
waarschuwde Ahuitzotl dat deze overdaad van bloedoffers de goden
onwelgevallig was en door hen beschouwd als een uiting van
hybris. Waarop ongetwijfeld een zware gepaste straf zou volgen.
- De rol van SlangVrouw (Cihuacoatl), Tlacayelel, eerste
raadsman, ideoloog van 4 opeenvolgende heersers gedurende bijna
een halve eeuw. Hij vertolkte het vrouwelijk principe van het
Azteekse wereldbeeld. Iets wat de Spanjaarden later
klaarblijkelijk nooit hebben doorgehad. Over zijn
overlijdensdatum bestaat nogal wat onzekerheid (10).
- p. 48. Straffen van kinderen: “… Zijn hoofd boven kokende
pepers gehouden. Het heeft niet mogen baten. Ons lot ligt in de
handen van de goden. Wij zijn voorbestemd om te doen wat we
doen.” Zie hiervoor Codex Mendoza, in: Precolumbiaans
wereldbeeld deel 1, dia 70 en volgende)
- p. 52. Trommels: schildpadschilden waarop met hertengeweien
wordt geslagen.
Hoofd van een krijger. Fragment van een beeld?
- p. 60 e.v. Balspel. Speelde een grote rol in heel Meso-Amerika
en klaarblijkelijk tot in het zuiden van de huidige V.S. Werd
gespeeld met een volle rubberen bal (rubber was in Europa
onbekend). Er bestond een sportieve en een religieuze vorm. In
het boek een zeer aannemelijke versie van de spelregels (11).
Het balspel leek volkomen verdwenen, tot de Nederlandse
antropoloog en latere conservator van de afdeling Precolumbiaans
Amerika in Leiden, Ted Leyenaar, begin jaren 1970 in de
noordwestelijke uithoek van Mexico nog enkele dorpjes vond waar
het gespeeld werd, vermoedelijk volgens de klassieke regels.
Ondertussen is het recent terug populair geworden in Mexico en
Guatemala, waar het gespeeld wordt op gerestaureerde antieke
balterreinen, natuurlijk vooral met toeristische doeleinden. Het
offeren van de verslagen ploeg blijft tegenwoordig echter
achterwege.
- p. 78. Elke dag wordt gedragen op de rug van een god. “Een
gunstige dag is ZevenSlang nadat de maan vol is geweest.”
“Slangdagen staan onder de hoede van Quetzalcoatl, de nobele
broer en tegenhanger van de duistere god Tezcatlipoca.” Het
geloof in goede en nefaste dagen is algemeen verspreid over
tijden en culturen heen, zowel bij de Romeinen, de Inca’s, de
huidige inheemsen als de Amerikanen en Europeanen die vrijdag de
13de pogen te mijden.
- p. 112. Kennismaking met de enorm grote markt van Tlatelolco.
Waar ze spiegels en spiegelslijpers ontmoeten.
(Zie:Precolumbiaans wereldbeeld, deel 1, dia 84)
Azteekse spiegels zijn niet uit glas, maar uit obsidiaan (zwart
of bruin vulkanisch glas) en geven net als de bronzen of gouden
spiegels uit bijvoorbeeld het Oude Egypte een wazig beeld. Zij
werden gebruikt door ‘zieners’ om de wil van de goden en de
toekomst te ontsluieren.
- Zwarte Tezcatlipoca. Zie
Precolumbiaanse culturen uit
Meso-Amerika en hun wereldbeeld (2011), dia 48 & 49. De
tovenaar-god, oorspronkelijk het sterrenbeeld Grote Beer, god
van de dood en de nacht. Zijn naam betekent 'Rokende
Obsidiaanspiegel'. Hij is in voortdurende oorlog met
Quetzalcoatl, de goede scheppingsgod. Aan een been had hij een
obsidiaanspiegel in plaats van een voet, waarin hij als in een
kristallen bol kon kijken om het verborgene te zien. Bij de
Azteken versmolt hij tot één godheid met Huitzilopochtli. Aan
obsidiaanspiegels werd grote magische kracht toegeschreven. Na
de Conquista belandden er zelfs enkele in Europa. Ze zijn te
herkennen aan hun vorm, die vierkant is, terwijl die van de
Azteken rond waren (Catalogus De Azteken, Brussel,1988, nr. 342
en 343). Een van de drie nog bekende behoorde toe aan John Dee
(1527-1608), geograaf, vriend van Mercator, astroloog-waarzegger
van Koningin Elisabeth I van Engeland, die hieraan groot gezag
ontleende. Blijkt dat de spiegel van Dee als enige een
authentieke Precolumbiaanse Azteekse (?) herkomst heeft.
Zie hiervoor
Shakespeare's rusteloze wereld, De magische spiegel
van dr. Dee, Magazine 2016.
Tezcatlipoca. (Codex Borgia)
De obsidiaanspiegel van John Dee
- p. 250 e.v. Zonsverduistering! Ontzetting, totale paniek bij
de twee strijdende partijen. Gebeden. Mensenoffers. “De maan,
een zwart oog van vulkaanglas, zuigt het laatste licht op. De
maan heeft de zon opgeschrokt.”
Als de zon terugkeert ‘loven en danken de Zieners op het Godhuis
met opgeheven armen.’
Dat is wat NachtLicht en de krijgers zien. En de priesters? Een
identieke gebeurtenis doet zich voor in de film
Apocalypto
(2007).
Ik herneem even mijn commentaar uit de filmbespreking.
Onzin, denk je dan. De volkeren van Meso-Amerika kenden een
kalender die veel nauwkeuriger was dan de gelijktijdige
Europese. In hun vouwcodices voorspelden zij astronomische
verschijnselen zoals eclipsen tot duizenden jaren in de
toekomst. Het fragment doet aan Kuifje en de zonnetempel denken.
Toch is iets dergelijks historische realiteit: Columbus heeft
inderdaad op 29 februari 1504 een maaneclips gebruikt om
indianen te imponeren en voor zich te laten werken, toen hij op
zijn vierde reis gestrand was in het huidige Jamaica.
Maar bij een tweede visie van de film merk je details op die je
de eerste keer waren ontgaan. Bij het uitbreken van de paniek
kan de opperpriester een grijns niet onderdrukken en schiet er
een medeplichtige blik heen en weer tussen hem en de koning. Na
de eclips schudt hij zelfs van het lachen. Eerst dacht ik dat
het was van opluchting omdat de zon was teruggekeerd. Er speelt
echter iets anders: volgens een algemeen aanvaarde theorie onder
geleerden eigende de Maya-elite zich een monopolie toe op kennis
en gebruikte dat monopolie om de onwetendheid van de massa te
exploiteren voor het handhaven van de eigen machtspositie als
middelaars tussen de mensen en de goden.
Even tussendoor: op 10 juni 2021, 11 u (tijdens het schrijven
van deze bijdrage) was er een gedeeltelijke
zonsverduistering.(J.M.)
- p. 274. Gesprek met zijn vader na de terugkeer uit de strijd.
“Waarvoor u zich beroept op één vreedzame god en twee
rechtschapen heersers. Ik kom terug van een plek waar wel zeven
gewelddadige heren erop toezagen hoe hun onderdanen elkaar
afslachtten. In de naam van evenveel wreedaardige goden!”
Voor het eerst lijkt NachtLicht doorheen het toneelscherm te
kijken van de prachtige mantels, de hoofdtooien en gouden
sieraden, de plechtige gewaden, de hoffelijke priesters, de
eerbied voor de goden en de massale mensenoffers.
Hij beseft blijkbaar wat ze in werkelijkheid zijn: cynisch
machtspolitici, zonder scrupules of respect voor het menselijk
leven (inbegrepen dat van hun eigen krijgslieden). Alleen uit op
het eigen persoonlijke voordeel.
De druk van een loodzwaar godsdienstig wereldbeeld.
Dat wereldbeeld was een van de meest complexe constructies die
ooit door mensen werd uitgedacht. Het schiep een cultuur, die zo
afwijkt van onze gedachtewereld, dat ze wel van een andere
planeet kon komen.
De oorsprong van het wereldbeeld was kosmologisch - zoals in
alle culturen. Hier, in Meso-Amerika leidde de studie van de
hemelen tot de verschillende kalenders, daggoden, en zelfs de
naamgeving.
Gedeeltelijk vond je dat ook bij ons. Hoevelen kregen tot een
generatie geleden de naam van de heilige die op hun geboortedag
gevierd werd? Plus natuurlijk vaak een tweede of derde voornaam
die hem of haar met het voorgeslacht verbond.
In het leven en de hele cultuur van NachtLicht en zijn volk zijn
de goden letterlijk alom tegenwoordig van dageraad tot nacht,
van geboorte tot na de dood.
Eén aspect van de Meso-Amerikaanse cultuur heeft de Europeanen
steeds met rillende sensatiezucht dan wel afkeer vervuld: de
mensenoffers. Alle religies kennen vormen van offeren. Lees er
de Bijbel op na. Maar waarschijnlijk nam het offer nergens een
zulkdanige overheersende plaats in als hier.
Godsdienst is ook nu wereldwijd prominent aanwezig en in veel
landen op alle continenten aan een hernieuwde opmars bezig.
Cocijo. God van regen en bliksem.
Enkele lezers stoorden zich aan die opdringerige
tegenwoordigheid van de goden in NachtLicht. Even ter
herinnering: hoe was het tot voor kort in de Lage Landen? En nog
steeds misschien. Denk hoe een Maarten ’t Hart of Robert Long
worstelden met hun fundamentalistisch verleden in Nederland.
Vergelijk met hedendaagse christelijke fundamentalisten in de
Verenigde Staten. De wereldwijd verspreide beelden gezien van
een collectie evangelische predikanten die een verzaligd
glimlachende president Trump de handen opleggen onder het
afsmeken van de goddelijke steun bij de nakende
presidentsverkiezingen – die hij verloor? Nochtans: “Gij zult de
naam van de Here uw God niet ijdel gebruiken.” (Exodus20:7).
Of de bij uitstek als verdraagzaam beschouwde ‘vreedzame’
boeddhisten in Myanmar en hun genocide op hun islamitische
landgenoten, de Rohingya. Of katholieken en protestanten in
Ierland.
Geen enkele dogmatische godsdienst ontsnapt aan dezelfde smet.
In alle fundamentalistische strekkingen van alle godsdiensten en
sekten. In de spijkerharde vaste overtuiging van hun grote en
enige gelijk. ‘Alleen de mensenoffers ontbreken!’ Ah ja? Denk
aan de inquisitie met haar brandstapels in Spanje, doch ook in
de Nederlanden; het optreden van de katholieke kerk na de
Conquista van Anahuac…
Om af te sluiten met onze eigen katholieke jeugd in de tweede
helft van de 20ste eeuw: verplichte dagelijkse mis op school,
wekelijks biecht en bijwonen van het lof, gebed voor elke les,
het wijwatervat in de kerk en thuis, het afratelen van de
dagelijkse Rozenkrans in familiekring…
De gelijkenissen zijn talrijker dan de hedendaagse lezer zou
verwachten.
Gelukkig zijn de brandstapels en mensenoffers verdwenen. Hopen
we.
Meer weten?
Zie ook in de noten
Prem, H. & Dyckerhoff, U.(redactie), Het Oude Mexico, Houten,
Bruna, 1987, 420 blz.
Fray Bernardino de Sahagún, De Azteken. Kroniek van een
verdwenen cultuur, Amsterdam Meulenhoff, 1991, 285 blz.
Joos de Rijcke, Buggenhout-Ecuador 1498-1998 Sahagun
(telenet.be)
Rudolf van Zantwijk, De zon en de arend. Duizend jaar Azteekse
vertelkunst, Amsterdam, Prometheus, 1996.
Rudolf Van Zantwijk, De oorlog tegen de goden. Azteekse
kronieken over de Spaanse verovering, Amsterdam, Meulenhoff,
1992, 269 blz.
Rudolf van Zantwijk, ‘Met mij is de zon opgegaan’. De levensloop
van Tlacayelel (1398-1478) stichter van het Azteekse rijk,
Amsterdam, Prometheus, 1992.
Tzvetan Todorov (1939-2017), La conquête de l’Amérique. La
question de l’autre, Parijs, Seuil, 1982.
Jo Daelman,
Precolumbiaanse edelsmeedkunst.
Schatten uit het Oude Mexico.
Felipe Solis e.a., Grafgiften van de Zapoteken en Mixteken,
Catalogus Europalia Mexico, Brussel, Kredietbank 1993.
Felipe Solis, Verluchte Mixteekse handschriften, in:
Grafgiften
van Mixteken en Zapoteken, Brussel, Kredietbank, 1993, p. 57-58.
Holsbeke, M. & J. Montoya (red.),
'Met hun handen en hun ogen'
- Maya-textiel, spiegel van een wereldbeeld,
Tentoonstellingspublicatie, Antwerpen, Etnografisch Museum,
2003, 176 blz.
Ted Leyenaar, Ulama. Het balspel bij de Maya’s en Azteken, 2000
v. Chr. – 2000 n. Chr., tentoonstellingspublicatie, Leiden,
1988. Tweetalig Nederlands-Engels.
Films op YouTube
Zapotec Civilisation
– duur: 35,39 minuten - Engels - Geen ondertitels.
Tenochtitlan -The Venice of Mesoamerica
(Aztec History) – duur:
8 minuten Engels + ondertitels computer gegenereerd (wil zeggen:
schabouwelijk, onbetrouwbaar)
Teotitlán, het dorp waar het verhaal van NachtLicht zich
afspeelt, is goed vertegenwoordigd op YouTube door een aantal
filmpjes
Zapotec Weaving in Teotitlán del Valle, Oaxaca
– México – duur: 8 minuten, Engels, ondertiteling -
Noten
1. In het Nederlands vertaald als: Bernal Diaz del Castillo, De
ware geschiedenis van de verovering van Nieuw-Spanje, Amsterdam,
Bert Bakker, 1999, 744 blz.
2. Johan Daelman+,
Precolumbiaanse edelsmeedkunst, in: Instituut
voor Amerikanistiek, (1985) 2014, nr. 3 – aanbevolen, gratis
downloadbaar.
Zie ook Precolumbiaans wereldbeeld, deel 2, dia 51-57
3. Rudolf van Zantwijk, De zon en de arend. Duizend jaar
Azteekse vertelkunst, Amsterdam, Prometheus, 1996.
4. Motecuzoma Xocoyotzin (uitspraak: Motewksóma Shjokojótsien),
'Hij die zich Gebieder maakt door zijn Toorn, De Jongere',
opvolger van Ahuitzotl, Colhuatecuhtli (Colhua-heerser) van het
Azteekse rijk van 1502 tot 1520; tracht de Spanjaarden na hun
aankomst vreedzaam te benaderen en tot terugkeer naar hun land
van herkomst te bewegen; zendt gezanten en sjamanen uit om hun
bedoelingen en hun kracht te leren kennen; ontvangt Cortés en de
zijnen Tenochtitlan; wordt kort daarop door de Spanjaarden
gegijzeld. Tijdens een volksoproer tracht hij de meute te
bedaren. Hij wordt door een steen aan het voorhoofd geraakt en
vermoedelijk eind juni 1520 door de Spanjaarden gewurgd.
Rudolf Van Zantwijk, De oorlog tegen de goden. Azteekse
kronieken over de Spaanse verovering, Amsterdam, Meulenhoff,
1992, 269 blz.
5. Fray Bernardino de Sahagún,
De Azteken. Kroniek van een
verdwenen cultuur, Amsterdam Meulenhoff, 1991, 285 blz.
Boek zes ontsluit de denkwereld van de Azteken en hun naburen.
Het bevat gebeden tot de goden, toespraken tot de heersers,
richtlijnen voor vorm en inhoud bij vermaningen aan de kinderen,
toespraken tot jonggehuwden, tot de pasgeborenen enz.
6. Zéno, Th. e.a., Het Feest van de Dood, Brussel, Le Botanique,
Europalia Mexico, 1993.
7. Holsbeke, M. & J. Montoya (red.),
'Met hun handen en hun ogen' - Maya-textiel, spiegel van een
wereldbeeld, Tentoonstellingspublicatie, Antwerpen, Etnografisch
Museum, 2003, 176 blz.
Alles wat hier over de Maya-weefsels gezegd wordt, geldt
evenzeer voor de andere volkeren in Anahuac.
8. Maïs is in Mexico in de Tehuacanvallei reeds 7000 jaar
geleden gedomesticeerd.
Alles van de plant werd benut:
- jonge bladeren en scheuten bevatten veel suiker: ze werden
gekauwd, waarna de vezels werden uitgespuwd;
- onrijpe korrels werden zo gegeten;
- rijpe korrels werden gemalen voor pap of tortillameel;
- ze werden geroosterd en gepoft (popcorn);
- stuifmeel diende als specerij;
- vezels werden gerookt, als tabak;
- meel werd ook gebruikt als babypoeder voor kinderbilletjes en
als onderdeel voor make-up (gezichts- en lichaamsbeschildering).
Een eenzijdig maïsdieet veroorzaakt voedselinsufficiëntie. Dit
werd opgevangen door de korrels alkalisch te weken in water met
verpulverde schelpen of kalksteen. Door chemische reacties
worden de nodige aminozuren vrijgemaakt
(Ons graan was onbekend in de Nieuwe Wereld; is hier heel
waarschijnlijk ingevoerd in 1535 door de Brabander Joos de
Rijcke (1498-1578) ).
(Ontleend aan Daelman, J., Martens, J. ea, Inleiding tot de
culturen van Meso-Amerika, Antwerpen, Instituut voor
Amerikanistiek, 1993, 4de druk.)
9. Felipe Solis, Verluchte Mixteekse handschriften, in:
Grafgiften van Mixteken en Zapoteken, Brussel, Kredietbank,
1993, p. 57-58.
10. Rudolf van Zantwijk, ‘Met mij is de zon opgegaan’. De
levensloop van Tlacayelel (1398-1478) stichter van het Azteekse
rijk, Amsterdam, Prometheus, 1992
11. Ted Leyenaar, Ulama. Het balspel bij de Maya’s en Azteken,
2000 v. Chr. – 2000 n. Chr., tentoonstellingspublicatie, Leiden,
1988. Tweetalig Nederlands-Engels.
Jos Martens, 28 juni 2021